Alle berichten van Eddy Saraber

Opening 64

Ik mocht meerijden met Paul. Naar die club van ruim middeĺbare  leeftijd in St Pancras. Hij zei dat hij daar nooit eerder was geweest. Hij moest vertrouwen  op zijn tomtom. Daar werd ik wat nerveus van. Ik herinnerde me ooit met hem meegereden te zijn naar Den Helder waarbij de tomtom stelselmatig elke snelweg vermeed en we dus heel NoordHolland rondgereden waren toen we na  na 1,5 uur eindelijk bij de schaakclub aldaar aangeland waren. En ook nu ging het natuurlijk weer niet van  een leien dakje, maar na wat rondjes van de zaak toch nog op tijd gearriveerd.

Opening 64 is een sterke vereniging en hoewel Aris de Heer in zijn sterkste opstelling kon opdraven (anders dan de vertegenwoordiging van veel landen bij de echt veel belangrijkere klimaaconferentie in Azerbeidzjan) wisten we dat het een zware avond zou worden.  

Binnen 20 minuten stonden we al achter. Toen verloor  Martin een stuk.  Moet een blunder geweest zijn, want ik zag totaal geen compensatie.

Martin – v Diepen (9…Da5+)

Martin  stond gelijk zwaar onder water. Morgen thuis nog maar verder bekijken.

Hij rommelde nog wel even door, probeerde de modder nog weg te dweilen, maar tegen een tegenstander met een elo van 1995, kun je het verder wel vergeten. Zelfs deze expert in wonderbaarkijke reinigingsacties lukte dat dit keer niet meer.

Om 21.30 was op de meeste andere borden de situatie nog onduidelijk. Ik vond een poosje dat Frank met zwart een klein beetje minder stond, was hier een vernietigende orkaan in aantocht? Maar hij zag weer eens kans om toch ineens voldoende voorzorgsmaatregelen te treffen. Trouwens het leek er gauw op dat de orkaan sterk van koers ging veranderen.  

Bakker - Frank (16...Ke8).jpg 

(een opgesloten toren)

Thomas had een gambiet gekozen en het leek of hij zijn tegenstander ermee verraste. Die gebruikte erg veel tijd. En gezien de klok van Thomas bevond die zich op hem bekende paden.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (4.b4)

(Het Evans-gambiet)

Maar echt voordeel toverde hij er niet uit.

Iets dergelijks was waar te nemen bij Marc. Die speelde zijn Leningrader tegen een tegenstander die volgens mij de gevaarlijkste opstelling daartegen niet paraat had en ooK zijn klok liep aanmerkelijk sneller dan die van Marc.

Verkek – Marc (7.Ld3)

Paul  verdedigde goed met zwart, ik zag geen zwakke plekken in zijn stelling. Die waren allemaal op tijd met multiplex en kunststof dichtgetimmerd. Nee daar zou geen storm vat op krijgen.

Bloem – Paul (13.Lh4)

Ron had het niet gemakkelijk, maar leek het nog te redden.

Ron – Hoekstra (17…Pa5)

OM 22.30  leek alleen Ron het echt moeilijk te krijgen. Bij Marc, Thomas, Paul, en Frank was er geen reden voor paniek. Geen lawines, overstromingen of bosbranden in zicht.

Om 22.40 gaf Ron op.  Vluchten kon niet meer.

Ron – Hoekstra (35.Txb4)

Na Kb6 verliest wit nog een pion.

Om 22.50 lijkt mij bij Thomas remise het meest waarschijnlijk, bij Paul ook.

Frank lijkt  initiatief te hebben, maar in een ingewikkelde stelling.  

Bakker – Frank (21.Lf6)

Marc raakt een pion kwijt, maar het is ook daar een ingewikkelde stelling, misschien is het niet erg.

Verkek – Marc (14…b6)

15. fxe4

Om 23.00 verwacht ik winst bij Frank. Die heeft al een poos een toren van wit opgesloten, en lijkt daar nu ook van te gaan profiteren.

Bakker – Frank (24…Kf8)

Wit speelde eigenlijk al met een stuk minder, en gaat dat stuk nu verliezen! Weinig zetten later geeft wit op!

Thomas verliest een pion en streeft naar eeuwig schaak.  Als dat niet lukt staat hij m.i. verloren.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (35.Da4+)

Paul wordt inderdaad remise.

Bloem – Paul (27…Dxd5)

En dan volgt waar ik voor vreesde: hoe vernuftig Thomas ook probeerde eeuwig schaak te houden, het was onbegonnen werk. De oprukkende zwarte vrijpionen  lieten zich daardoor niet dwarsbomen.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (74…hxg5)

Er heeft zich een ramp voltrokken. Zelfs de tovenaar kon dat dit keer niet voorkomen.

En Marcs gebrek aan compensatie voor die pion ging zich wreken.

Verkerk – Marc (32.hxg4)

Een pion minder, en wat voor pion! (d5)

Hij verloor. Verderop kunt u lezen wat hij er zelf van vindt.

Dus werd het verlies met 1,5-4,5. Verlies had ik wel verwacht maar toch wel met iets gunstiger cijfers.  Maar ja, als je drie topborden alle drie verliezen – wat ons zelden overkomt- dan gebeurt zoiets.

Zaterdag thuis nog met foto’s van de partijnotaties en digitale ondersteuning van prof.dr Ko. en Mr Dr St. wat verder bekeken:

Hoe speelde zich die tragedie bij Martin nu af?

Hij blijkt eerst in zijn Engels ten ontechte d2-d3 te hebben gespeeld i.p.v. het voor de hand liggende d2-d4.

Martin – v Diepen (4.d3)

Even vergeet zijn tegenstander daarvan te profiteren met d5-d4 , maar als dat toch gebeurt , kan Martin een normaal wit voordeeltje wel vergeten.

Martin – v Diepen (6.Pe4)

6. … Pxe4?  ( c5!)

Maar nog niet erg. Zwart profiteert ook nog niet echt. Maar dan volgt een verschrikkelijke bijna beginnersblunder.

Martin – v Diepen (8…Pc6)

9. Lb5???  (Lc4 !!)

9  ..  Da5+ met stukwinst  Na 9. Lc4 was er voor wit niets aan de hand!

Hoe is zoiets mogelijk? Ik ontmoette Ron zaterdag op de sportschool en die wist gelukkig de oorzaak. Zowel hij als Martin hadden op hun werk een erg zware week achter de rug, en waren daarom onvoldoende geconcentreerd. Nou vooruit, dan moeten we het jullie voor deze ene keer maar vergeven.

Bij Ron zag ik geen blunder (howel hij dat zelf wel zo karakteriseerde) maar wel zwakkere zetten.

Ron – Hoekstra (13…De4)

14. Le3? Beter was geweest 14. Dxf7 en 15. Pg5

Ron – Hoekstra (14…Le6)

15. Pg5?  (Dxb7!)

Hoe ging die wonderbaarlijke klimaat-verbetering bij Frank nu eigenlijk precies ?

Mijn digitale leermeesters onderstreepten mijn eerdere eigen idee dat Paul geen moment in gevaar was geweest.  Integendeel. Maar dat hij al snel zijn lichte voordeel gebruikt had om zelf op remise aan te sturen! Nou vooruit dan maar. Moet ook kunnen.

Op het  moment dat ik dit schrijf heb ik het  gebruikelijke commentaar van Thomas nog niet binnen. Ik denk dat ik daar niet op mag rekenen. Hij was zaterdag de hele dag weg om iets beters te doen,  aan een snelschaaktoernooi in Camperduin mee te doen. Dat zag gelukkig  de oude Thomas weer in actie. Hij werd daar derde en speelde daarbij remise tegen v.d.Doel!! ( IM,  elo 2550 ). En hij zal misschien niet met veel genoegen zijn partij van vrijdag willen becommentariëren. Ook daar moeten we begrip voor kunnen opbrengen.

Ik heb zelf nog even naar dat gambiet van hem gekeken

Leuk, stoutmoedig. Maar wel een klein beetje gewaagd.

Op zondagavond komt dan toch weer het commentaar van onze trouwe medewerker bij me binnen. Hoera!

Thomas:

In de fase na de opening had ik niet verwacht dat ik deze partij nog zou verliezen. Na ruim tien zetten theorie was ik al in de gelegenheid de gambietpion op e6 terug te winnen, maar zo
als ik al vaker tegenkwam in dit soort situaties, het daadwerkelijk terugpakken met
14. Dxe6 bleek niet de sterkste zet.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (13…fxe6)

Ook niet de slechtste maar rustig verder ontwikkelen met 14. Pa3 of 14. Pbd2 schat de engine toch nog iets hoger in. Dus om vragen waarom ik niet heb geslagen een volgende keer te voorkomen: ” Ik heb een keer geslagen en zie wat het me bracht.”
Na de lange rochade dacht ik tactische kansen te krijgen in ongeveer gelijke stelling.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (18.Tfe1)

Mogelijk was 18. Pxb6+, axb6 19. Da3, Pc6 20. Da8+ een manier om wat leven in de brouwerij te krijgen, maar het blijft ongeveer gelijk staan.
De zwakte van de geïsoleerde d-pion noopte me om verder af te ruilen naar een remiseachtige stelling. Althans, dat dacht ik.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (28…Ka7)

Thomas Broek - Guido Van Hesse (28...Ka7).jpg


29. a3? was niet zo goed. Beter is 29. De3, waarna 29.. Dxa2? faalt op 30. d5+ met stukverlies. Het dameindspel dat ontstond duurde nog vele zetten met vele schaakjes en werd eigenlijk wederzijds zonder grote fouten gespeeld. Een hardnekkiger poging het onvermijdelijke uit te stellen

Thomas Broek – Guido Van Hesse (62…b2)

was nog 63. Dg4+ (ipv Df3+) geweest waarna zwart bij het passeren van de c-lijn pion c4 verliest, al blijft de waardering van de engine nog ruim -6, bij andere voortzettingen zelfs ruim -10. Maar het was een poging waard. Mijn tegenstander gebruikte in de opening zeeën van tijd en als de winstvoering in het eindspel minder vlot verloopt, wie weet. Uiteindelijk bleek de promotie van een der damevleugelpionnen niet te verhinderen en moest ik mijn tegenstander feliciteren.

En dan weer het heldere, leerzame commentaar van Marc:

Pim Verkerk – Marc

15 november 2024

Men zegt wel: “of je wint, of je leert”. Helaas verloren, dus maar eens kritisch kijken waar het mis is gegaan.

1.d2-d4 f7-f5 (Hollands) 2.Lf4 (Londen systeem) Pg8-f6 3.e2-e3 d7-d6 4.Pg1-f3 e7-e6 5.c2-c4 g7-g6 6.Pb1-c3 Lf8-g7 7.Lf1-d3

Stelling na 7.Lf1-d3

Het speellokaal was al helemaal in kerstsfeer versierd, dus ik had gekozen voor de “kerstboom variant” (een mix tussen de Leningrad en het klassiek). Ik probeerde dit bijvoorbeeld ook in mijn partij tegen Hugo in januari vorig jaar. Ik moet er nog steeds een keer beter naar kijken (het is wat lastig om de twee systemen te combineren), maar het is een leuk idee en ik vond het wel toepasselijk. Met wat fantasie vormen de zwarte pionnen een kerstboom (met de f5-pion als piek).

7…Dd8-e7 8.0-0 0-0 9.Tf1-e1 Pb8-c6 10.Ld3-f1

Stelling na 10.Ld3-f1

In het Hollands wil wit vaak e4 spelen en zwart e5, dus de laatste paar zetten was mijn focus daarop. Een paardenmiddel (letterlijk) om e3-e4 tegen te houden zou zijn om nu zelf mijn paard naar e4 te spelen. Na Pe4: fe4: Pd2 had ik dan d6-d5 in gedachten, en daarom verwierp ik de variant want ik wilde eigenlijk in plaats daarvan e6-e5 spelen. Ik richtte mijn aandacht dus vervolgens op e6-e5, maar dat beviel me ook niet helemaal want ik vond het jammer om het veld d5 aan wit te geven. Vandaar dat ik besloot om het paard van c6 naar f7 te spelen met g6-g5 als alternatief idee, en dan heb ik ook meteen e6-e5 als wit d4-d5 zou spelen. Ik keek nog even snel naar 10..Pd8 11.e4, maar dat zag er ok uit (algehele afruil op e4 en dan b6, met actieve loper op b7 en druk op Lf4). Ik had echter toch 10..Pe4 moeten spelen want na 11.Pe4: fe4: 12.Pd2 kan zwart slaan op d4 aangezien Lf4 ook in staat. Deze wending komt later in de partij als optie nog terug, maar op dit moment was dit nog niet op mijn radar.

10…Pc6-d8 11.h2-h3

Stelling na 11.h2-h3

Mijn bedoeling was dus Pd8-f7, maar bij nader inzien beviel mij dit niet zo goed meer. Na Pd8-f7 was ik bang voor e3-e4 want er staat dan wel veel tussen Tf8 en Lf4. Ik besloot dus om nu dan toch maar op de “noodrem” te trappen met Pe4, maar misschien was het beter om b6 te spelen om toch nog wat voordeel te halen uit Pc6-d8, in de zin dat het paard een loper op b7 dan niet in de weg staat. Zolang ik geen Pf7 speel is het waarschijnlijk wat riskant voor wit om e4 te spelen, dus Pe4 was nog niet nodig.

11…Pf6-e4 12.Pc3xe4 f5xe4 13.Pf3-d2 d6-d5 14.f2-f3

Stelling na 14.f2-f3

Ik heb hier gekeken naar Ld4: (nu wel op de radar) ed4: Tf4: fe4: maar dat beviel me niet zo. Ondanks wat onnauwkeurigheden van mijn kant op de tiende en elfde zet vindt de computer de stelling gelijk na 14..ef3: 15.Pf3: Ld7. Ik speelde dat niet, omdat ik het idee van slaan op d4 (en na ed4: Tf4:) in de stelling wilde houden, hetgeen na Pf3: volledig van de baan is. Daarbij komt dat ik, wellicht te optimistisch, op zoek was naar complicaties en een manier om toch nog op winst te kunnen spelen. Ik heb getwijfeld of ik een kwaliteit zou kunnen offeren met Tf4: ef4: Ld4: maar ook dat werkt denk ik niet. Uiteindelijk heb ik gekozen voor b6, in de hoop dat ik met Lb7 actief spel zou kunnen krijgen, maar dat viel tegen.

14…b7-b6 15.f3xe4 d5xe4 16.Pd2xe4 Lc8-b7 17.Pe4-f2 c7-c5 18.Dd1-d2 Pd8-f7 19.d4-d5 e6-e5 20.Lf4-h2

Stelling na 20.Lf4-h2

De compensatie voor de pion valt duidelijk tegen. Dus waar is het mis gegaan: een paar verkeerde positionele beslissingen, en een te optimistisch pionoffer. Maar ook mijn spel in een slechte stelling laat nog wat missers zien. Daar zit denk ik vooral nog wel een verbeter punt; die 2000-plussers en mensen zoals onze tovenaar Thomas bijvoorbeeld weten meer obstakels te creëren, en van kansen onder tijdsdruk te profiteren.

 Zoals hier, ik speelde Pd6, en dat ligt voor de hand, maar waarom niet e5-e4 om de witte stukken wat meer in de weg te staan…

20…Pf7-d6 21.Lf1-d3 Lb7-a6 22.Ta1-c1 (dat was mijn idee achter La6, om de toren aan c4 te binden, aangezien ik bang was voor Tef1 en afruil over de f-lijn)

Verkerk – Marc (22.Tac1)

Tf8-f7 23.b2-b3 Ta8-f8 24.Pf2-e4 Pd6xe4 25.Ld3xe4 De7-h4 26.Le4-f3

Stelling na 26.Le4-f3

En bijvoorbeeld zoals hier. Mijn tegenstander maakt een fout in tijdnood (26.Dd3 was beter), maar ik profiteer er niet van. Na La6-c8 geeft mijn computer een gelijk spel aan, met ideeën als Tf3:. Ik had e5-e4 al van te voren gepland, want ik was gefixeerd op Tf2, maar Lc8 is toch niet zo moeilijk te vinden (verbeteren slechtst geplaatste stuk, de loper doet totaal niets meer op a6).

26…e5-e4 27.Lf3-g4 Tf7- f2

Verkek – Marc (27…Tf2)

28.Te1-e2 (een eenvoudige oplossing) Tf2xe2: 29.Dd2xe2: La6-c8 30.Lg4xc8 Tf8xc8 31.De2-g4 Dh4xg4 32.h3xg4

Verkek – Marc (32.hxg4)

en hier niet meer genoteerd aangezien we beiden minder dan 5 minuten tijd over hadden, maar wit won dit zonder veel problemen.

Tenslotte wat Ron zelf van zijn partij vond:

Leuk dat je erbij was. Maar knoeiwerk 1e klas. Ik speel niet graag op vrijdag na een zware werkweek. Concentratie is dan minder en Martin had zelfde probleem. Die speelde Lb5? waar Lc4 hem een goede stelling had gegeven. Ik zag in mijn partij dat ik na zijn foutieve De4 dan Dxf7 kon doen! Maar het ziet er wel wat eng uit na Kh8. Maar het is gewoon de beste en winnend. Dus ‘veiliger’ Le3 en nu dreig ik wel direct Pg5.

Ron – Hoekstra (14.Le3)

I.p.v. 14. Lg5-e3 was Db3xf7 mogelijk geweest

Ik hoopte hier op een neutrale zet. Op zijn Le6 moet ik dan wel natuurlijk Dxb7 doen! Dan kom ik wederom een pion voor en sta beter. Maar ik zag weer spoken. Nu won ik niets en stonden mijn stukken slechter. Dat speelde hij vervolgens heel vakkundig uit.  Helaas had de rest ook hun avond niet, behalve Frank (hulde) en Paul.

Dat was het weer. Uitslag teleurstellend. Maar elders in de wereld vinden ernstiger rampen plaats. We blijven ook bij ons op klimaat-verbetering hopen.

Rapid, 11 november 24

Voor de uitslagen tik bovenaan uw scherm bij ‘Interne Competities’

Ik was deze avond niet aanwezig. Maar kreeg van Thomas zijn partijen opgestuurd met commentaar. Altijd leerzaam.

Ik zag dus ook zijn commentaar bij  de partij regen Frank over het Morra-gambiet, en dat maakte herinneringen bij me wakker. Ik ga ze nu opschrijven. Op gevaar af dat u denkt: ‘Waar bemoei je je mee?’ Of : ‘Houd die herinneringen bij je, die interesseren ons niks, bespaar ons dat gezeur over vroeger. ’

Ik doe het toch, omdat ik al mijn werk voor uw site toch wel wat mag belonen met wat persoonlijke inbreng voor mijn eigen plezier. Ja toch? En misschien vindt een enkele lezer een beetje persoonlijk getint commentaar toch wel grappig.

Morra-gambiet.

Ik kwam er voor het eerst mee in aanraking in 1955, toen ik voor het eerst in een schaakclub speelde: Het Vrije Veld in Amsterdam. Daar was ik heen gelokt door de speler aan het tweede bord van het schoolteam van de Gemeentelijke Kweekschool voor Onderwijzers, Theo Slisser. Ik zat, bij gebrek aan meer en betere schakers op die school, aan het zesde en laatste bord. Ik was net begonnen aan wat openingenstudie, en zag met grote bewondering en verbazing hoe Theo (die toen ook in de finale van Nederlands jeugdkampioenschap meedeed) met een eigenaardig gambiet en daarbij passende offers de ene na de andere tegenstander in korte partijen resoluut vloerde. Er zaten meer sterke jonge schakers in dat team, dat toen schoolschaakkampioen van Amsterdam, en daarna van Nederland werd. Dat mocht ik allemaal meebeleven. Een stimulans voor mij om door te gaan met die hobby.

Dat gambiet van Theo was het Morragambiet. Hij leerde mij en passant van alles (we schaakten ook in de schoolpauzes) en dus ook het een en ander van dat gambiet.

Ik heb me er later nog wel eens verder in verdiept, en in vluggertjes ook wel gespeeld. O.a. tegen een schaakmakker van me . Die het wel grappig vond en het dus zelf ging spelen. Indachtig de leuze ‘gambietpionnen moet je (bijna) altijd aannemen’ sloeg ik met zwart dus altijd:  1. e4 c5  2. d4 cxd4 3. c3 dxc3

morra (3…dxc3)

Thomas (zie verderop) :

‘Het Morragambiet aannemen met zwart is een moedige, maar ook hachelijke keuze.’

Nou dat merkte ik ook. Mijn tegenstander werd er steeds meer bedreven in, en ik begon steeds vaker een partij te verliezen. Dar vond ik niet zo’n geslaagde ontwikkeling. Ik ging een prettige gambietweigering zoeken.

Ik ontdekte dat je ook in een variant van de Alapin kunt verzeilen.

  1. e4 c5 2. c3 Pf6 3. e5 Pd5

En via Morra:

1 e4 c5 2 d4 cxd4 3 c3 Pf6 4 e5 Pd5

En nog wat later, toen ik het dikke boek over de Alapin van geweldenaar Svesnikov zelvers raadpleegde, ontdekte ik dat Svesnikov dit de beste variant  vond als je tegenstander de inmiddels populair geworden Svesnikov- Siciliaan probeerde te omzeilen middels de Alapin. Dus niet slaan op c3. Ik heb toen zijn lange hoofdstuk over die variant flink bestudeerd, toegepast tegen Morra, en dus sindsdien heb ik nooit meer het Morragambiet aangenomen.

De partij Thomas-Frank stimuleerde ook andere gedachten. Zou Theo Slisser nog leven? Nog schaken? Net zo oud als ik. Dus? Zulke dingen denk je als je oud begint te worden. En de laatste twee keer zag ik hem niet meer bij het Tata- toernooi, waar we  altijd nog even een gesprekje hadden, herinneringen ophaalden en hij me soms meenam naar het café om zijn gewonnen partij aan me te demonstreren. Hij deed ineens niet meer mee aan de tienkamp. Misschien ziek, of  principieel niet meer willen meedoen aan een toernooi van deze akelige luchtvervuiler?

Ik ging zoeken op internet. En vond een heel recente foto van hem terug bij een 80-jarig jubileum van een scholengemeenschap waarvan hij jarenlang rector was geweest. Hij zag eruit alsof hij nog in blakende gezondheid was. Ben ook gaan zoeken in databases. En in de archieven van Het BSG waar hij altijd in de externe voor speelde.  (Elo destijds rond 2250.)

Tot mijn verbazing vond ik daar ook heel veel partijen van hem terug. Ik zocht natuurlijk naar Morragambieten, maar die vond ik niet. Dat had hij kennelijk afgeschaft toen hij tegen sterkere schakers moest spelen. (Ik zag Bosboom, v Wely, v. Geet, Hartoch, en merr van dat soort.)W.el zag ik dat hij nog steeds riskante openingen speelde met veel tactische mogelijkheden. Bijv. de Birdopening (1. f4 ) en met zwart de Siciliaanse Draak, de Nimzowitsch ( 1. e4 Pc6) en het Budapest-gambiet/ En tot voor kort nog steeds schaakactief.

Wat er allemaal bij je kan opborrelen als je een Morragambiet van Thomas aantreft.

Hoog tijd om die aan het woord te laten:

Thomas:

Thomas-Frank:

Het Morragambiet aannemen met zwart is een moedige, maar ook hachelijke keuze.

Thomas – Frank (3…dxc3)


Frank nam de handschoen op en op zet 7 liet hij met 7.. Df6 een centrum opmars toe waarna wits dameloper een mooie diagonaal met een aantal nuttige steunpunten o.a  d6 kreeg.

Thomas – Frank (7…Df6)

Na bijvoorbeeld 7. ….  Pf6 was er nog niet zoveel aan de hand geweest, met een minuscuul nadeeltje voor wit, maar dat is bij een gambiet heel normaal.
Ondanks de dameruil op zet 16 bleef de druk op de zwarte stelling.

Thomas – Frank (15…Ph5)

 Ik heb op zet 20 ook het winnen van de kwaliteit overwogen

Thomas – Frank (19…f6)

maar na 20. Pf7+, Kd7 21. Pxh8, Txh8 22. f4, Tg8  zie ik nog niet zo een-twee-drie een gemakkelijke winstweg voor wit.
Ik had het gevoel dat het pionoffer op d7 wel noodzakelijk was om de zwarte stelling binnen te dringen.

Thomas – Frank (22.d7+)

Mogelijk was het aannemen van de pion iets beter,  maar toen zwart niets meer kon doen tegen het dreigende aftrekschaak met stukverlies gaf hij zich gewonnen

Thomas – Frank (25.Ld6+)

Martin- Thomas

Via een andere zetvolgorde kwamen we in het Schots terecht en volgden we tot zet 12 de gebaande paden.

Martin – Thomas (12.Lxe4)

12 … La6

 Alleen was daar een keer 12.. Lf5 gespeeld, ik wilde ook niet zo maar stukken ruilen. Even later gebeurde dat toch om een pion te winnen.
Maar dat betekende wel een eindspel met zware stukken en die kunnen best lastig zijn, zoals ik al eens aangaf bij de analyse van mijn bondspartij tegen Schaakmat.
Mijn behandeling van de stelling na de afwikkeling liet ook te wensen over:

Martin – Thomas (17.Tfd1)


Simpel 17.. Td5 om de pion op c5 een extra dekking te geven was beter dan 17.. Tfe8 wat de inleiding vormde tot een verkeerd plan om wit beentje te lichten. Er lag namelijk een mooi staaltje ” de bedrieger bedrogen” in het verschiet.

Martin – Thomas (22…Te1+)

De “truuk” die met 22.. Te1+ bevat namelijk een lek , wit slaat de tweede toren niet, dat hoeft niet want de koning heeft inmiddels een lucht gaatje.
(24. Kh2)

Martin – Thomas (24.Kh2)

24. ..  Dd2
Objectief gezien was nu 24.. Dxc5 25. Txc5, Te2 26. a4, Ta2 beter, wit heeft dan een klein voordeeltje(+0,4)
In het dame-eindspel met inmiddels een pion minder voor zwart was de enige compensatie een voorsprong in tijd en bood ik Martin remise aan, wat hij aannam mede omdat er in dit eindspel veel schaakjes zijn en veel zetten gedaan kunnen worden.

Martin – Thomas (29…g6)

Al met al een partij die ik secuurder had moeten en kunnen spelen, maar Martin heeft zijn kansen goed waargenomen.

Chris:

Tegen Chris kon ik al in de opening het initiatief pakken al was 10.. e4?! niet echt noodzakelijk.

Diagram 10; Chris – Thomas (10.Dd1)

Eerst 10.. Lxf3 was ook goed geweest.
Zwart heeft vervelende druk op de witte stelling.
Interessant was ook het moment na 13. Lg2.

Ik keek enige tijd naar 13.. Pxb3?! maar na ijskoud 14. 0-0, Pxa1 15. exd5, Dxb2 16. Lc3, Dxa2 17. Le4 heeft wit behoorlijke compensatie voor de kwaliteit.

Chris – Thomas (13.Lg2)

13. .. Pxc2

14. Dxc2 Df2+  15. Kd1 Dxg2

Na het offer op c2 bleek alles dankzij penningsmotieven veel soepeler te lopen

Chris – Thomas (24…Tc6)

en met het vooruitzicht van dameverlies gaf wit zich gewonnenz

Simultaan, 4 nov 24

THOMAS:

Deze keer pakte Ron de handschoen op met het geven van de simultaan. Simultaan geven is toch wel een aparte tak van sport, ook voor (groot)meesters, denk. Je kunt het op een aantal manieren aanpakken, zo denk ik zelf dat het tempo vasthouden in de eerste fase handig is, en er komen altijd een paar moeilijke borden. En dan de afweging als je er een aantal gewonnen hebt: Moet je daar nog veel tijd insteken of ze maar “laten gaan”? Met de kans op een overall redelijk tot goed resultaat.
En dan zijn er de behoedzame spelers. Zo was er een jaarlijkse simultaan op het dorpsplein (de Kuil) in Heemskerk, georganiseerd door Excelsior (inmiddels opgeheven, evenals de simultaan.
Peng gaf de simultaan en het begon vroeg in de middag. Ook had ik mij opgegeven voor een buurtbarbecue die om zeven uur ’s avonds zou beginnen.
Tijd genoeg dus om een en ander te combineren. Dat bleek lelijk tegen te vallen. Tergend langzaam deed ze haar rondjes en geleidelijk vielen er wel een paar “slachtoffers” maar uiteindelijk rond de klok van zes met nog aardig wat tegenstanders overeind , zag ik mij genoodzaakt in een voordelige stelling remise aan te bieden. Wel een hele gezellige barbecue gehad, dat wel!
Tegen Anish Giri heb ik een keer meegemaakt, nadat ik redelijk kansloos verloren had, dat het ook anders kan gaan.
Er waren nog enkele borden over en de stelling bekeken hebbende, leek het me even een goed plan om alvast wat boodschappen te halen. Er waren stellingen bij die behoorlijk lastig leken. Echter na terugkomst uit de supermarkt waren alle borden opgeruimd en was het slotpraatje al bijna begonnen…

Nu mijn partij:

We zaten in een opening die voor een handvol spelers van onze club bekende kost is.
Tiem zetten theorie, toen had zwart een keer 10.. 0-0 gespeeld, wit won toen.

Ron – Thomas (10.Pe4) 

10 … Pxe3
Wat Ron speelde, deed denken aan wat Marc tegen me speelde aan het eind van vorig seizoen. Ook nu was ik blij tegen Ron hem een dubbelpion te bezorgen maar had in mijn achterhoofd wat twijfels omdat ik destijds tegen Marc licht in het nadeel kwam. De open f-lijn kan een belangrijke troef zijn voor wit en ik had nog steeds niet gerocheerd.
Ook overwoog ik 10. f5 maar het blijkt dat na 11. Pc5, Pxe3 12. Pxe6, Pxd1 13. Pxd8, Txf8 14. Tfxd1 licht in het voordeel is , volgens Stockfish een halfje in de plus.

Ron - Thomas (12...Lc5).jpg 

Zwart pakte met 12. Lc5 enthousiast de diagonaal a7-g1 zeker met het oog op penningsmotieven, echter wit blijkt hier volgens de engine een kans te hebben . Het verrassende 13. d4!, exd4 14. Pa4, Le7 15. exd4 levert ongeveer gelijk spel op .
Een zet later zelfs kwam er nog een kans. voor deze manoeuvre,

  Ron – Thomas (13…f4)

 maar 14. gxf4, exf4 15. d4 had zelfs voordeel opgeleverd (plm +1,5).
In een “een op een” is de kans dat je zoiets vindt natuurlijk beter , er wachten meer partijen en in tegenstelling tot een dorpsplein kent een schaakzaal wel sluitingstijden!
Hierna kon de witte pionnenstructuur op de koningsvleugel verder worden aangetast. Ron bleef wel een tijdje staan (hij heeft strategisch veel inzicht maar tactisch ook vaardig) maar de gecombineerde penningen gaven zware druk op de witte stelling. Ik wil nog even toegeven dat ik in mijn vooruit berekening nog nadacht over een voortzetting met Tf6-g6 echter dat kost dus de dame. Terwijl ik daarvoor de oplossing Taf8 in gedachten had, zag Ron die aan zet was geen kans meer zich te bevrijden en gaf zich gewonnen.

  Ron – Thomas (21…Dg5)

RON:

Simultaan geven valt echt niet mee, zeker met zo’n klein krachtsverschil en net na een griepvaccinatie.
Tegen Thomas speelde ik Engels. We hadden samen al eens naar de variant met e5 en vervolgens een snel d5 gekeken. Hij was zo sportief die weer te spelen. Maar na mijn Le3 week hij nu af met gelijk Pd5. Dat was slim, want na ruilen op e3 kwam ik vervolgens in de problemen met een penning op die diagonaal. Ik stond op gegeven moment helemaal vast en zag hoe hij kon vervolgen. Dat ziet hij natuurlijk ook, dus opgegeven.
Tegen Marc maakte ik in de opening een essentiële fout. Ik verloor daardoor een pion. Vervolgens mij nog redelijk teruggevochten. Het eindspel met een pion minder, we waren toen als laatsten over, zag ik niet hoe ik moest houden.
Tegen Frank ook Engels, maar met een heel andere partij opstelling. Daar bleven we aldoor in evenwicht. Remise.
Martin speelde Caro-Kann? Ik koos voor Panov-aanval. Ik speelde echter vervolgens foutief Db3 en zag vervolgens stukverlies over het hoofd. 0-1. Dat zou me trouwens die avond meer gebeuren.
Want Chris veraste mij met c4 in de Benoni. Ik had groot voordeel kunnen krijgen, maar na een foutieve opstelling mijnerzijds, zag ik ook hier stukverlies over het hoofd. Lekker begon ik dus niet met de simultaan (twee nullen).
Joris moest helaas vroeg naar huis. Ik had een goede aanvalstelling met loperpaar. Remise gegeven, materiaal was nog gelijk.
Tegen Hugo probeerde ik het weer eens met b3. Ik kreeg een solide stelling. Maar na een afwikkeling zag ik niet hoe ik mijn kleine voordeeltje kon verzilveren. Remise dus.
Tegen Ab speelde ik slordig. Materieel bleef het gelijk, maar hij stond zeker beter. Remise aangenomen (Ab moest naar huis).
Mink moest ook eerder naar huis. Die kwam echter niet lekker uit zijn Benoni. Pionverlies en op eind ook nog kwaliteit kwijt. Winst.
Tegen Gerrit wel lekker gespeeld. Ik had volgens mij ergens een pion kunnen winnen. De opstelling die ik koos kon hij verdedigen. Remise.
Tegen Peter mijn beste partij. Na schijnoffer op e5 kwam ik goed te staan. Hij kwam er niet meer uit. Winst.
Ook tegen Wouter in Benoni stond ik niet verkeerd. Hij zag daar stukverlies over het hoofd.

Al met al best een pittige, maar toch leerzame avond weer.

Eindscore: 4,5-5,5

Keizer, ronde 3, 28 okt 24

Het zou een smultaan worden, maar dat werd het niet. De opkomst was trouwens dunnetjes. We waren deze avond een minimale doch gezellige vereniging. Slechts 4 borden nodig. Bijna alle door een ijverige Joris ongevraagd gereed gezet. Ik zag hem dat doen en als ouwe schoolmeester word ik daar blij van. Er is in deze onaardige wereld best ook nog wat aardige jeugd.  

Maar op de helft van die borden werden wel erg mooie partijen gespeeld.  Frank offerde tegen Martin na lang nadenken bij zet 10 een stuk.

Frank – Martin (10…gxf6)

(Had Martin dit uitgelokt door eerder f6 te spelen i.p.v. Dd7?)

11. Pfxd4 !? fxg5

De stelling kan heel erg ingewikkeld worden. Ga als eenvoudige amateur maar eens na of je voldoende compensatie hebt. Voorsprong in ontwikkeling, de tegenstander geen veilige koningsstelling. Jawel, maar is dat genoeg ? Dat zal Frank ook niet zeker geweten hebben, maar hij zag wel dat het leuk ingewikkeld zou worden, een tactisch mijnenveld, met kansen. Ach, van wereldkampioen Talj werd gezegd dat zijn verbijsterende offers vaak niet correct waren. Maar hij won er wel mee.

Het werd ook hier een avond lang  heel spannend.

En ook Marc tegen Ron loog er niet om. Bij zet15 is duidelijk: wit speelt op aanval op de damevleugel en zwart op de koningsvleugel. Wie komt het eerst? Welke aanval is het sterkst? Wie maakt een fout ? Ik had toch wel de indruk dat de zwarte aanval duidelijker was dan de witte.

Marc - Ron (15.Pe2).jpg 

15 … Lxg4

IK moest om 23.00 uur echt een bus gaan halen en toen waren ze nog steeds aan het vechten. Ik dacht dat Martin minsten nog gelijk stond, en dat ondanks een verbluffend zetje van Marc toch Ron wat beter stond.

Marc - Ron (23...Lf6).jpg 

Thuis, met behulp van het digitale  monster, stellingen bekijken waar ik eerder zo wat gedachten over had gehad die wel weer niet juist zouden blijken.

Bij voorbeeld bij Marc-Ron

Marc - Ron (23...Lf6).jpg 

24 Dc7!? Dxc7 25. Pxc7 Lh4+! 26. Kf1 Pf6

Dankzij het apparaat blijkt mij nu dat Ron niet ‘wat beter’ staat maar totaal gewonnen.

Hij speelt het verder sterk uit. Zie zijn en Marc`s commentaar verderop.

En bij Frank- Martin

  Frank-Martin (13…Kd7)

14. Pxf8? (Pg5 en zwart zou slechts wat beter staan) Txf8 15. 0-0-0 en zwart staat veel beter.   Maar zo gaat het niet.

Martin mist de sterkste ( 15 …. Df4 ?? ( a6!), en Frank volgt dat voorbeeld bij zet 19

Frank - Martin (18...d5).jpg 

19. Dh3+ ?? ( 19. Pd4!!)

Na 19 … g4! Is de stand gelijk.

Maar na zet 21. g3

Frank - Martin (21.g3).jpg 

zou het na Df3 nog steeds gelijk zijn,  maar Martin speelt 2. …Db4? En dan gaat het voor hem helemaal mis.


En die andere borden?

Ik vond dat Ab erg lang overeind bleef. Maar als je dan ziet hoe eindelijk Thomas vat op de stelling gaat krijgen en zijn pionnen Ab`s koningsstelling gaan bestormen dan vrees je voor het leven van wit.

Ab- Thomas (25.f3).jpg 

En inderdaad zwart wint.

Maar uit de computeranalyse blijkt dat het lang niet zo griezelig was als we dachten. Ook de analyse  van Thomas (zie verderop) bevestigt dat.

Het bord van Joris tegen Wouter was minder spannend. Joris speelt te snel en let te weinig op zijn  materiaal.

De rest van de avond was Wouter een geduldige schaakonderwijzer. Waarvoor namens de club veel dank.

Dus best weer wel wat te beleven daar onder de linden.

Commentaar van de hoofdrolspelers:

Martin:

Lang onduidelijk of en hoe wit gaat winnen. Uiteindelijk zijn er zet herhaling varianten die zwart kan bereiken. Echter voor ons stervelingen is een foutje ook snel gevonden in zo’n stelling.

Vakkundig en met flair afgemaakt door Frank.

FRANK:

Zoals Martin al schreef een wilde partij vol fouten.

Frank - Martin (12...Df6).jpg 

Ipv 13. Dh5 had ik eerst moeten rokeren, wat Martin zelfs in de partij al indirect aangaf door te zeggen dat ik Dh5 wel erg snel speelde. Daar had hij gelijk in.

De zwarte stelling is op dat moment al een gatenkaas. Zelf zou ik zo snel mogelijk dat witte paard op b5 hebben weggejaagd. Deze mocht echter de hele partij blijven staan van zwart.

Frank - Martin (13...Kd7).jpg 

Na 13 .. Kd7 is de stand vrijwel gelijk, alleen wit heeft een stuk geofferd dus moet wel op zoek naar compensatie.

14. Pxf8 is fout en zwart staat opeens veel beter. 15…Df4 vergooit echter dat voordeel weer. Pf6 vond ik een ietwat vreemde zet en de computer geeft ook weer direct groot voordeel voor wit.

Frank - Martin (16.Kb1).jpg 

16. .. Pf6

Bij zet 18 heb ik lang zitten twijfelen tussen g3 en The1. Ik koos voor het laatste, de computer geeft de voorkeur aan de andere. Ik wilde geen dames ruilen en zag niet hoe ik dat kon voorkomen als ik direct g3 speelde. Voordeel blijft echter aanzienlijk na The1. Ik speelde toen Dh3 om een vluchtveld op h4 te creëren. De stelling is dan echter vrijwel weer gelijk maar ik sta nog steeds een stuk achter.

 Frank – Martin (18.The1)

Gelukkig is zwart nog steeds niet ontwikkeld. Na g3 is het in theorie remise als zwart met zijn dame tussen f3 en f5 heen en weer blijft gaan na Le2.

Martin koos er voor om naar b4 te gaan met zijn dame en dan blijkt de partij ineens direct uit. Wit kan Lf5 spelen met ondekbaar mat.

[Event “?”] [Site “?”]

THOMAS:

Ab speelde iets wat hij volgens mij tegen mij al eerder gespeeld had, namelijk een koningspion opening die zeer snel overging in het Engels.
Uit de theorie waren we ook redelijk snel. Op zet 7 was een keer 7. 0-0-0 gespeeld ipv mijn
7. Pge7. Het systeem wat wit speelde was nogal behoedzaam, maar toch ook redelijk solide. Soms als je zwart loot, krijg je wel eens witspelers die je direct naar de keel vliegen (op het schaakbord!) maar daar was dit keer geen sprake van.


Ab- Thomas (10.Pc3).jpg 

Zelf koos ik voor de korte rochade, hoewel ik de lange wel overwogen heb, zeker gezien mijn aanvalsplannen op de koningsvleugel. Als een rode draad door mijn berekeningen liep ook steeds het eventuele schijnoffer Pxe5.
En ja hoor, bij het invoeren van deze partij in het elektronisch genie, bleek dat na mijn 12.. f4

 Ab- Thomas (12…f4)

wit de mogelijkheid 13. Pxe5!?Pxe5 14. Lxg4!, Pxg4 15. Pxe7+ had en hij blijft een pion voor. Eerst 14. Pxe7+, Dxe7 15. Lxg4, f3!? is mogelijk minder duidelijk omdat wit met een lelijke dubbelpion opgescheept blijft. Ik weet niet of Ab dit allemaal gezien heeft, het spel komt dan in ieder geval in minder rustig vaarwater.
Na nog wat afruilen leek mijn stelling nog steeds prettig, nadat ik wit een lelijke dubbelpion op de c-lijn bezorgde, leek de tijd rijp om tactisch toe te slaan, zeker toen de term “halma” al rondzong in het clubgebouw. Maar een andere denksport kwam hier eerder om de hoek kijken, het meer bij Aris de Heer passende damspel.

  Ab- Thomas (23…Pb3)

Na 24. Pxb3, axb3 rekende ik met,25. Dxb3, f3! met sterke aanval.
Er was hier evenwel sprake van het beruchte “damsyndroom”. Bij schaken is terugslaan niet verplicht, meestal wel aan te raden , maar in dit geval liep de pion op b3 niet weg en bouwde Ab met 25. f3 gewoon verder aan de granieten barrière rond zijn koningsstelling. Vermeldenswaard is nog dat als zwart denkt creatief te zijn met 24. ..f3?! in plaats van het paard terugslaan wit koeltjes 25. Pd2 speelt en op 25.. fxg2 26. f3! en zwart heeft onvoldoende compensatie voor het stuk. Overigens bleef ik ondanks het pion verlies volgens Stockfish nog steeds een beetje beter staan ( plm -0,5) Beslissende fout voor wit was vooral 30. Df2?

waar een zet als 30. Kf1 of 30. fxg4 betere kansen op behoud had geboden. De laatste 10 zetten bestonden uit een spervuur van schaakjes met oprapen van pionnen en stortte de lang goed geboden tegenstand van wit toch een beetje in. Bij de analyse achteraf kwam nog een pionneneindspel op het bord dat Ab genadeloos naar winst voerde terwijl hij de zetten a tempo uitvoerde. De oppositieregel werd vlekkeloos toegepast.
Na de partij nog genoten van de enerverende partijen van Marc en Ron alsmede Frank en Martin. Beide partijen waren zeker de moeite waard en heel spannend!

RON:

Hoi, Eddy,
Partij krijg je van Marc. Tja, hij baalde dat hij niet op zet 7 eerst rustig d3 had gespeeld.

  Marc – Ron (6…e5)

Hier kan nu  h5 wat eigenlijk een blufzet is. Heb het extern ook al eens tegen me gehad. Wit kan gewoon beste reageren met h3! Het is echter speelbaar met zwart. De f3 van Marc leidt tot ellende.

  Marc – Ron (11.Lh1)

I.p.v. het logische 11…., Dd7 is 11…., Lh6 veel sterker. Als wit op de zwarte velden geblokkeerd blijft, speelt hij met loper minder.
Mijn 16…, Kb8 was niet goed!

  Marc – Ron (16…Kb8)

Marc kon toen namelijk WEL op g4 de loper slaan! Ik moet dan genoegen nemen met remise (eeuwig schaak). Gelijk Le6 was aangewezen.
Daarna blijf ik totaal gewonnen staan, al deed ik niet steeds de sterkste zet, ook niet in eindspel. Maar ik zag dat het winst was en in dreigende tijdnood, ga ik dan niet meer moeilijk doen.

MARC:

Marc – Ron

28 oktober 2024

Een goede partij van Ron. Mijn computer beoordeeld zijn spel in deze partij als “erg precies”, terwijl het toch niet zo’n eenvoudig partijtje was, en ook best lang, meer dan 60 zetten. Dus dat is best wel erg goed. Mijn zetten ben ik redelijk tevreden over, en gelukkig geen blunder dit keer, maar er zijn een aantal momenten waar de computer de stelling anders beoordeeld dan wat ik deed, dus dat is denk ik wel interessant.

1.c2-c4 c7-c5 2.Pb1-c3 Pb8-c6 3.g2-g3 g7-g6 4.Lf1-g2 Lf8-g7 5.e2-e4 d7-d6 6.Pg1-e2 e7-e5

  6..e7-e5

In dit systeem speelt wit meestal korte rokade, pion naar d3, en pion naar h3 (zodat de witte loper naar e3 kan zonder door Pg4 te worden lastig gevallen). De volgorde van deze drie zetten varieert, maar ik doe meestal rokade eerst (in deze stelling uiteraard niet relevant, maar in sommige gevallen kan de d-pion in één keer naar d4 in plaats van eerst naar d3), en dan h3 of d3 afhankelijk van hoe zwart ontwikkeld. Gaat het g8-paard naar e7, dan is h3 meestal niet nodig (er is immers geen Pg4 dreiging meer). Maar meestal speelt zwart de gebruikelijke Konings-Indisch zetten met Pf6 en een pion nog op c7, en dan hangt het af van het b8-paard. Speelt zwart Pc6, dan heeft wit tijd voor eerst d3 en daarna h3, speelt zwart c7-c6, dan zijn er ideeën als Db6, Pg4, dus dan eerst h3 en daarna d3. 

Marc – Ron (7.0-0)

7.0-0 (te nonchalant gespeeld) h7-h5

Dat had ik even over het hoofd gezien. Als zwart de korte rokade uitstelt, dan moet wit dat ook doen, of minstens eerst nog wat verder ontwikkelen, zoals eerst d3, en/of Pd5. Dat wist ik eigenlijk wel, maar ik speelde de korte rokade automatisch, en pas na h7-h5 realiseerde ik me dat Ron dit van plan was geweest en met opzet zijn rokade had uitgesteld.

8.f2-f3

Marc - Ron (7...h5).jpg 

Ik speelde geen 8.h4 uit angst voor 8..g5 9.hg5: h4, en geen 8.h3 uit angst voor 8..h4 9.g4 Lg4: en na 10.hg4: h4-h3. Het idee van 8.f3 is dat ik na h5-h4, g3-g4, Lg4: kan terugslaan met de f-pion in plaats van met de h-pion, en dat lijkt me beter aangezien ik dan de f-lijn heb voor mijn toren. De computer lacht om het hele Lxg4 idee en heeft daarin uiteraard gelijk, maar ok, vanuit menselijk perspectief vond ik het toch wel verstandiger om dit eventuele offer maar meteen uit te schakelen.

8..Lc8-e6 (ontwikkeld met tempo) 9.d2-d3 (ontwikkelt en dekt c4) h5-h4 (zoals verwacht)

Stelling na 9..h5-h4

De computer stelt hier 10.Pd5 voor met een gelijke stelling, of misschien een minimaal voordeeltje voor zwart.

Die beoordeling is interessant, want tijdens de partij dacht ik daar zelf heel anders over. Na h5-h4 vond ik dat ik toch wel behoorlijk slecht stond. Ik was bang voor hg3:, hetgeen de h-lijn opent waar de zwarte toren al staat te wachten, en daarbij is er de open diagonaal g1-a7, dat vond ik er allemaal niet zo goed uitzien voor mijn koning. Wat die diagonaal betreft, daar heb ik van de zomer nog een partij mee verloren, daar verscheen na algehele afruil op d5 ineens een dame op b7 die de f3 pion pende, en een paard op g4, met dreigingen van Lg7-d4 en dergelijke. Dat is ook een verschil tussen mens en computer, op grond van eerdere ervaringen beoordeeld een mens een stelling misschien te negatief of te positief.

Echter, de computer heeft gelijk in dit geval, want wit heeft Kf2 en wat heeft zwart dan nog? De open h-lijn, maar mijn toren kan daar ook naar toe, en de diagonaal g1-a7 komt alleen open als ik f3-f4 speel wat ik natuurlijk niet hoef te doen. De zet f3 is dus niet altijd zwak, en dat is, voor mij in ieder geval, een belangrijke les want wit speelt f3 wel vaker in dit systeem. Bijvoorbeeld als h2-h3 niet kan (na Le6, Dd7) en de loper toch naar e3 wil, of als zwart vroeg in de opening Lg4 speelt (en wit Pe2 wil behouden om genoeg paarden te hebben om op d4 te ruilen).

10.g3-g4 (geen goed idee dus, maar dat was mijn geplande reactie op h5-h4) h4-h3 11.Lg2-h1 Dd8-d7 12.Pe2-g3 (een poging om f7-f5 te ontmoedigen) 0-0-0 (ik had zelf al meteen f7-f5 verwacht, waarna ik eigenlijk niet goed wist wat te doen; wit staat gewoon niet goed.

Marc - Ron (12...0-0-0).jpg 

Objectief is 0-0-0 beter dan meteen f7-f5, want dat loopt niet weg, maar nu had ik tenminste weer iets van een plan) 13.Pc3-d5 f7-f5 14.Dd1-a4 (dreigt niet zo veel, maar wie weet, eens kijken of ik iets kan beginnen tegen de zwarte koning) f5-f4 (de computer geeft de voorkeur aan 14..fg4:, maar dat had ik tijdens de partij liever gehad dan f4. Na 14..fg4: 15.fg4: Lg4: 16.b4 cb4: 17.Le3 staat zwart inderdaad beter, maar dan heb ik tenminste wat initiatief) 15.Pg3-e2 Le6xg4

Stelling na 15…Le6xg4

Dus toch een loperoffer op g4, alleen in een andere stelling dan in de opening. Mijn computer vind het ook nu niks, en vind dat wit na 16.fg4: gelijk staat. Opnieuw interessant, want die indruk had ik tijdens de partij dus niet.

Ik keek uiteraard naar fg4: Dg4: Kf2, maar ik vond het er gewoon niet prettig uit zien. Mijn koning kan op f2 geen kant op en als zwart er in slaagt wat versterkingen aan te voeren dan is het over. Ik zag al in gedachten een loper op h4 verschijnen. Nee, dat leek me niets.

Vervolgens overwoog ik om de loper te laten staan op g4. Het is een pion, maar ok, verder zag ik voor zwart niet zo veel. Ik besloot om de loper pas te nemen als mijn paard van e2 weg zou zijn, zodat mijn koning via e2 kan ontsnappen.

Toch heeft de computer gelijk en het slaan van de loper was beter geweest. In plaats van dit op gevoel te verwerpen (ziet er niet goed uit), had ik toch wat dieper moeten kijken. De witte koning kan best nog weg, bijvoorbeeld via e1, of de toren kan een plaats vrijmaken op f1 na Tf1-g1. 

16.b2-b4 Kc8-b8 (de computer adviseert Le6) 17.b4-b5 (de computer adviseert fg4:) Pc6-e7 (ik had gehoopt op 17..Pd4 18.Pd4: ed4: 19.fg4: want nu is het paard weg van e2)

Marc - Ron (17...Pce7).jpg 

18.Pe2-c3 (ik had de indruk dat Ron mijn paard op d5 vervelend vond, dus dat wilde ik zo houden; maar nu gaat de laatste kans om op g4 te slaan voorbij, en mijn computer merkt hier dramatisch op dat hierna voor wit geen hoop meer is) Pe7xd5 19.Pc3xd5 Lg4-e6 20.Kg1-f2 g6-g5 21.Tf1-g1 g5-g4 22.f3xg4 Le6xg4 23.Da4-a5 (geeft zwart wat mogelijkheden om fout te gaan) Lg7-f6 24.Da5-c7

Stelling na 24.Da5-c7

Ik dacht tijdens de partij dat dit mij minimaal een gelijk spel zou geven, en misschien zelfs meer, maar het werkt helaas niet.

24..Dd7xc7 25.Pd5xc7 Lf6-h4 26.Kf2-f1 Pg8-f6 27.Pc7-d5 Th8-g8 (dreigt Le2 Ke2: Tg1:) 28.Lc1-d2 Pf6xd5

Stelling na 28..Pf6xd5

Na een redelijk geforceerde reeks blijkt nu dat wit het niet gaat redden, want na terugslaan op d5 komt f4-f3-f2.

29.e4xd5 (zodat na het kwaliteitsoffer de witte loper naar e4 kan) f3 30.Tg1xg4 (de enige kans) Tg8xg4 31.Lh1xf3 Td8-f8 32.Kf1-e2 Tg4-g6 33.Ld2-e3 Kb8-c7 34.Lf3-e4 Tg6-g8

Stelling na 34..Tg6-g8

Een toren tegen loper materiaalverhouding, maar dit keer laat Ron het niet lopen.

35.a2-a4 Lh4-g5 36.Ta1-g1 (torenruil is niet goed, maar iets anders had ook niet geholpen) Lg5xe3 37.Tg1xg8 Tf8xg8 38.Ke2xe3 Kc7-b6 39.Le4-f5 Tg8-g2 40.Lf5xh3 Tg2xh2 41.Lh3-c8 Th2-h8 42.a4-a5 Kb6xa5 43.Lc8xb7 Ka5-b4

Stelling na 43..Ka5-b4

Dit is nog wel een aardig moment, zwart wint de pion op d3 niet want de witte loper gaat op tijd in het rond om het veld h3 te controleren.

44.Lb7-c6 Th8-h3 45.Ke3-d2 Th3-h2 46.Kd2-e3 Kb4-c3 47.Lc6-d7 Th2-g2 48.Ld7-f5 Tg2-g3 49.Ke3-e2 Kc3-d4 50.Lf5-e4 (geen goed idee, maar zwart wint sowieso) Tg3-e3

Stelling na 50..Tg3-e3

Hier had ik eigenlijk wel op kunnen geven, want zwart offert de kwaliteit en wint dan eenvoudig. We hadden echter allebei niet veel tijd meer, dus ik deed nog wat zetten.

51.Ke2-d2 Te3xe4 52.d3xe4 Kd4xe4 53.Kd2-c3 Ke4-f3 54.Kc3-b3 e5-e4 55.Kb3-a4 e4-e3 56.Ka4-a5 e3-e2 57.Ka5-a6 e2-e1D 58.Ka6xa7 De1-a5 59.Ka7-b7 en verder weet ik het niet meer, want ik was op zet 54 gestopt met noteren, en Ron na zet 39. Zwart maakte dit echter eenvoudig af: 0-1.

Beker 960

‘Chess 960’. De nieuwe naam  voor wat Robert Fischer na zijn wk-titel in1972 flink propageerde: ‘Fischer random chess’ heet nu ‘chess 960’. Omdat er 960 alternatieve mogelijkheden voor de beginstand zouden zijn om je stukken achter de rij pionnen te moeten opstellen. (Even natellen?) En Bobby F. warempel een beetje vergeten dreigt te geraken?

Mijn schaakvluggertjesmakker (ooit) zag er destijds wel wat in. Ik niet. Hij had veel minder openingstheorie tot zijn beschikking dan ik. Hij wou wel graag wat vaker van me winnen. Je openingskennis kun je vergeten met zulk schaak. Dat is namelijk de bedoeling van random. Hoe kun je bij  de ultieme schaakwaarheid komen als elke partij weer anders begint?

Voor mij ging het eigenlijk niet om het winnen. Voor  mij is schaken altijd meer geweest een soort wetenschap,  waar je zo veel mogelijk  kennis van wilt opdoen op zoek naar de waarheid, en een kunstrichting waar je af en toe ademloos schoonheid bij kunt ervaren. Het was voor mij eigenlijk nooit een leuke krachtmeting met andermans brein, geen potje geestelijk worstelen, geen spannende sport.

Voordat maandagavond het openingsloze geweld bij ons losbarstte, zei ik tegen Ron: ‘Voor mij is dat niks”  Waarop Ron antwoordde : ‘Voor mij ook niet.”  Waarschijnlijk omdat een dergelijk speltype mij tegen de borst stuitte, is me volledig ontgaan dat deze verderfelijke hybride vorm inmiddels  eigenlijk best al aardig populair geworden is. Dat echte schakers als Carlsen , Leko, So, Nakamura zich eraan bezondigen. Dat er zelfs  wereldkampioenschappen 960 worden georganiseerd: 2018 Carlsen,  2019 So, 2022 Nakamura.

En nu dus zelfs doorgedrongen tot onze kleine doch gezellige vereniging. Ik overwon mijn natuurlijke tegenzin en ging kijken. Ik wilde wel weten hoe deze onnatuurlijke uitwas te onzent ervaren zou worden.  Tot mijn grote spijt moest ik vaststellen  dat daar niets negatiefs over te vermelden valt.

Er werd erg veel gelachen. Dat is er natuurlijk mooi aan: je doet iets stoms, maar dat mag. Je hebt een excuus: ja, kan gebeuren, het is random. Ik zag Joris gniffelend naar zijn verloren stand tegen Mink kijken , Hugo (die is terug, hoera, hoera) blij glimlachend met Martin diens schitterende winnende torenoffer reconstrueren.

Ik zag Peter genieten van zijn zonder materiaalverlies in de opening lekker gelijkop spelen met Wouter. Ik zag Frank schouderophalend bevestigen dat hij tegen Ron had zitten prutsen. Hij vond het duidelijk niet erg, omdat het hoort bij dit leuke niet serieuze  spelletje.

Verder viel me op : de hele eerste ronde was in een half uurtje afgehandeld. Iedereen zat te vluggeren. Om te laten zien dat het allemaal een grap was en echt niet serieus genomen mocht worden?

Ook viel me op dat al vrij gauw toch veel borden er uitzagen alsof er gewoon netjes normaal geschaakt werd. Iedereen probeerde toch maar zo vlug mogelijk de jungle uit te geraken en de gebaande wegen terug te vinden.

.

Erg verrassende uitslagen zag ik die eerste ronde niet. Een beetje misschien dat Thomas zijn eerste partij tegen Marc vrij kansloos verloor. Allebei openingenkenners die hun boeken even kwijt waren. Eigenlijk niet heel veel krachtsverschil. Ach, het zegt weinig. Het is maar random.

Omdat vrijwel nienand zijn partij noteerde, kan ik als uw schaakjournalist eigenlijk niks met de beker 960-avond. Eigenlijk vind ik dat wel prettig. Weekje rust.

Ik zou Peter willen nazeggen : ‘Ga er vooral mee door.’  Leuk ontspannen sfeertje.  Velen van u vinden het kennelijk leuk. Echt meevoelen kan ik dat niet. Maar het is weer eens wat anders. En ik vind het wel lekker rustig.

PS:

Ik heb in het vorige artikel Waagtoren een diagram hersteld bij Ron. Daar stond een verkeerde stelling.