(Sorry! Ik was de partij Marco- Ron vergeten. Die heb ik onderaan toegevoegd! )
De clubavond stond 18 januari in het teken van de pedagogisch verantwoorde strafoefening. Al onze veelbelovende jongeren moesten het ontgelden. Paul zette Niels op het strafbankje, Bert gaf Jasper een draai om zijn oren, en Marko zette Sven in de hoek.
Resteert alleen nog een oudere jongere die gelaten de meerdere moest erkennen in zijn tegenstander. Gerrit: "Tegen ruim 300 punten ELO-verschil valt voor mij in de regel niet op te boksen. Moest nu al na 25 zetten de handdoek in de ring gooien." Zijn diepe, m.i. wat overdreven, ontzag gold Jos. Maar het betrof hier natuurlijk geen pedagogisch bedoelde correctie. Het was bij Jos gewoon honger naar eindelijk weer eens een leuk winstpartijtje.
Om met dit laatste maar te beginnen.
Jos haalde met zijn Frans direct flink uit naar de altijd overbescheiden openingsopzet van Gerrit ( m.i. vooral bedoeld om boekjes met theorie te omzeilen.) 1. e4 e6 2. d3 b5 !!?? "Daar ga ik mooi niet aan meewerken! Het deugt natuurlijk niet, maar laat jij dat dan maar eens zien!" Mede dankzij de principiële Dokkiaanse minachting voor tempoverlies in de opening ( 5. a2-a3 7. a3-a4 ) gaat dat onze jongere oudere niet goed lukken. En omdat Jos z'n eigenzinnige ideeën over schaakstrategie soms zelfs voor ondernemender stijl-adepten moeilijk te volgen zijn, is het dus begrijpelijk dat Gerrit geen verweer heeft tegen een tegenstander die bij zet 7 al aan een aanval op de damevleugel begint, maar pas bij zet 20 rocheert. Houdini en Komodo staan al bij zet 15 langs de zijlijn enthousiast te applaudisseren.
Bijv. na 15. .. dxe4 16. Pxe4 Lxe4 17. dxe4 h6 zijn zwarts vuige bedoelingen duidelijk: de witte pionnen op de damevleugel zijn zwak en de zwarte vrijpion aldaar heel dreigend.
Maar Jos houdt het graag nog even wat minder eenvoudig, en speelt hier 15. .. Db6 Na het voor de hand liggende 16. Lxf6 gxf6 17. exd5 Lxd5 heeft zwart toch nog wel wat te bewijzen. Maar Gerrit is (begrijpelijk) erg bang voor die vrijpion en probeert die in toom te houden met 16. Db1. Maar dat is niet efficiënt genoeg. Zwart heeft zijn tegenstander goed onder de plak. Hij kan zich zelfs een wat mindere 18e zet h6 veroorloven. (onnodig, wit moet op een gegeven moment toch op f6 ruilen). Rustig bouwt zwart zijn voordeel uit. Nou ja, rustig!? Zijn 21e zet is bepaald niet alledaags.
Stelling na 21. .. 0-0!?
Gerrit durft niet te slaan op c8. "Denk dat ook bij 22. LxTc8 het uiteindelijk resultaat hetzelfde was geweest als nu." Jos had goed getaxeerd dat hij ook na Lxc8 beter stond. Maar Houdini ziet toch meer heil in Lxc8 ( (-0.59) dan in het gespeelde 22. Lf3 (-1.45).
Wit doet verder wel steeds logische zetten, maar ja, die vrijpion en die zwakke pionnen blijven een handicap. Na zet 25. Pc4 Dd8
doet Gerrit een belangrijke stap: hij geeft op! Daar kunnen sommige junioren wat van leren! Hij taxeert de stelling goed. En dat vind ik eigenlijk wel slim. Hij vreest één zwakke pion verliezen, maar vooral de zwarte vrijpion dreigt hem op de een of op de andere wijze de das omdoen. Zeker. Maar toch had het nog een heel spannend slot kunnen worden volgens Houdini: 26. Te2 Txd3 27. Pxa5!? Dd5 28. Dxb4 Lc3 29. Db7 Dxb7 30. Pxb7 Td7 en wit verliest zijn paard. Wonderbaarlijk! Maar dat wit natuurlijk in de vooruitberekening gezien!
Niels speelde 1. c4 tegen Paul. Dat zie je die jongeren vaak doen. Allemaal geïndoctrineerd, door hun vroegere leermeester Martin! Die er ook van houdt. (hield?) Maar na 1. .. e5 (ik heb ooit van Paul geleerd dat dat de beste is) vind ik 2. e4 toch wel verwerpelijk. In Powerbook 2015 staan ruim 25000 partijen met 1. c4 e5 , waaronder slechts 20 met 2. e4. ( 16000 met 2. Pc3 en 9000 met 2. g3 ) Wit legt zijn kaarten te vlug op tafel, en heeft bovendien eigenhandig een zwak veld d4 gecreëerd. Zwart heeft nu al niets meer te klagen. Maar toch duurt het nog even voor er ook iets met deze comfortabele positie kan worden uitgericht. Daartoe is ook wat belangeloze medewerking van Niels nodig.
15. d4? Lijkt een pion op e4 weg te geven. Misschien dacht Niels die weer terug te veroveren via 15. .. fxe4 16. Pd2 maar na .. exd4 17. exd4 volgt Te8 met dekking van e4. Misschien kreeg Niels dat te laat door. Met die akelige stoorzender op e4 + een mooie halfopen f-lijn gaat zwart het de witte monarch heel moeilijk maken. Bij zet 23. is die bijna failliet.
23. .. Pxc4 waarna de vorst nog wanhopig wat sponsors zoekt, maar een doorstart zit er niet meer in. 24.Pg2 Pg5 25.Tf1 De6 26.h4 Pe4 27.Tf4(?) en een paard verlost hem met .. Pxc3+ van zijn ook al machteloze echtgenote en uit zijn lijden. Met ogenschijnlijk simpel en logisch schaak heeft Paul zijn tegenstander ogenschijnlijk moeiteloos opgerold.
Bij Bert-Jasper was het nog sneller bekeken. Tot en met zet 7 komt deze Spaanse variant nog in de boeken voor.
7. .. Lb6 kan nu best nog wel. Maar Jasper speelt 7. .. Lb4. Daar staat die loper eigenlijk een beetje te niksen. Met 8. a3 en 9. d5 gaat wit over tot aktie.
10. Da4 wint nu een stuk. 10. .. c6 (11. Dxe4 cxb5 12. d6!) en 10. … a6 (11. Dxa5) doen te weinig.
Wit speelt 10. Dd4 wat niet de goochemste voortzetting is. Daarop kan gewoon 10. .. Pf6 en zwart leeft! Maar zwart speelt 10. .. c6 waarna wit met Dxe4 op de hierboven al beschreven wijze met d6 toch weer een stuk kan winnen. Bij zet 14 geeft zwart terecht op. Dit was dus wel een oorvijg. De rest van de avond geeft meester Bert aan Jasper schaakles. Die is daar wel even aan toe.
Marko vermorzelt Sven. In eerste instantie kwestie van wat overbekende openingstheorie. Een Schots gambietje. 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3.d4 exd4 4. Lc4
en nu zijn er twee mogelijkheden 4. .. Lc5 en meest gespeeld 4. .. Pf6 (5. e5 d5! 6. Lb5 Pe4) Sven kiest 4. .. Lc5 5. c3 Hierna is eigenlijk alleen 5. .. Pf6 maar goed. ( 6. e5 d5!) Het gambiet aannemen is niet het beste (tegen de regel in dat je gambieten altijd moet aannemen):
6. Lxf7!? Als je het niet weet, zoals voor Sven het geval is, is het even schrikken. Je moet die loper nemen, maar na 6. .. Kxf7 volgt Dd5+ en Dxc5. En wit staat beter. Sven kiest 6. .. Kf8 en zit na 7. 0-0 al in grote moeilijkheden. Na 7. .. Df6 zal het wel een avondje zwoegen worden, maar het is wel nog een beetje speelbaar. Maar Sven is duidelijk in paniek, en offert nu zelf om mij totaal onduidelijke redenen een stuk. 7. .. Lxf2?? en raakt aldus van de regen in de drop. Na 8. Txf2 Kxf7 9. Pg5! ja, want zo'n open f-lijn is altijd leuk! Pe5! is trouwens nog beter. Nu komen de witte stukken aanstormen om de onbeschermde en volstrekt hulpeloze zwarte koning te belagen.
Hier kan Sven opgeven. Maar hij worstelt totaal kansloos nog 18 zetten door. Marko speelt het vervolg correct -met zijn ogen dicht- uit. Tot Sven mat staat bij zet 27.
Hierna geeft ook Marko zijn tegenstander nog wat schaakles.
Het meest subtiel was het opvoedkundig optreden van Ron tegen Marco. Dat kwam vooral door een eigenlijk langdurig goede openingsbehandeling van Marco. Ron koos tegen zijn (natuurlijk) Engels een Hollands-achtige tegenvariant, die best wel als redelijk agressief gekwalificeerd mag worden. Maar Marco gaf geen krimp. Wellicht was op zijn beurt zijn 11e zet wat te agressief. Het draait (als altijd) in een 'Hollandse' opstelling op het doorzetten van e3-e4 (bijv. om de loper op g2 niet te laten verstikken) , waarbij f2-f3 bijna altijd nodig is.
Maar Marco speelt 11. f4, waarna dat niet meer kan. En het daarna gastvrije veld e4 nodigt zwart beleefd uit om daar een pion of een stuk te posteren. Marco was natuurlijk bang voor die aanstormende pionnen op de koningsvleugel. Toch was waarschijnlijk beter om die ondingen rustig te laten komen en tegenactie in het centrum via e4 te zoeken. Maar ja … Ik vrees dat ik zelf ook wel het schijnbaar actievere f4 ernstig had overwogen.
Na zet 12. lijkt het of zwart veel meer mogelijkheden heeft: die (vrij)pion op e4 ontneemt wit nogal wat handelingsruimte voor zijn stukken. (O.a. die loper maakt zo een ongelukkige, verdrietige indruk.) Een halfopen g-lijn vraagt om bezetting met zware zwarte stukken. Toch vindt Houdini dat het allemaal best wel meevalt. Ik denk dat dat o.a. komt doordat ook zwart nog heel wat zetten nodig zal hebben om veel van zijn stukken naar gunstiger velden te transporteren en wit van die tijd kan profiteren door bijv. op de damevleugel tegen te gaan spartelen. En dat is precies wat Marco ook wel van plan is.
Na zet 14. .. Dh5 is er nog steeds niet veel aan de hand.
15. b4?? Te vroeg! Omdat 15. .. Pg4 dreigt is 15.h3 even nodig, wat er griezelig uitziet, maar omdat er voorlopig geen witveldige loper van zwart kan meedoen lijkt de witte koningsstelling – met al die witte stukken in de buurt- nog steeds goed te verdedigen.
Jammerrrrrr …….. Tor hier deed Marco het prima! Die jongeman heeft best wel al aardig wat schaakintuïtie ontwikkeld. Maar wat zo vaak bij onze jongere spelers gebeurt, ook hier fnuikt een gebrek aan bedachtzame concentratie hem: nog eens goed kijken, weet ik het wel zeker, staat er niet ergens een stuk in, toch nog even de tijd nemen, enz. (Je leest tegenwoordig steeds vaker dat grootmeesters eigenlijk vinden dat er voor de partijen veel te veel tijd beschikbaar is. Dat is niet leuk voor de toeschouwers, en de grootmeesters hebben dat eigenlijk ook niet altijd nodig. De geniale ideeën en de strategische lijnen komen gewoon snel en intuïtief naar boven, en al die gebruikte tijd wordt alleen maar benut om alles te controleren, nog eens te controleren, te verifiëren: vergeet ik niet ergens een detail dat mijn plan verstoort? Alle mogelijke zetten van de tegenstander toch goed bekijken. Je weet nooit …. ! ) 15. b4?? Een verschrikkelijke fout! 15. … Pg4! Hier zal Ron zich zeer opgelucht hebben gevoeld. Die zat zich al tijden suf te rekenen hoe hij dat witte bastion zou moeten gaan aanvallen. Nu dreigt mat + stukverlies. En nu is de partij dus voorbij! En Ron's schaaklesje wordt nu eenvoudig. Wat te doen als je een stuk voorstaat in een nogal gesloten stelling? Gewoon heel rustig doorschuiven, de boel overzichtelijk houden. Geen wilde stellingen. Niet echt aanvallen. Vroeg of laat gaat wit dan wel wanhopig op zoek naar wat actie en komen de fouten vanzelf. En vooral laten zien aan je tegenstander dat jij wel controleert, controleert, en verifieert. Dat noem ik dus ´een meer subtiel' pedagogisch optreden. Bij zet 34 kan wit nog steeds geen enkele zinvolle actie ondernemen en staat inmiddels een volle toren achter. Hij geeft op. Had ook na zet 15 kunnen gebeuren. Maar dat is Jos, waarvan ik de reactie inmiddels gelezen heb, waarschijnlijk niet met me eens. En bovendien had Marco dan een een lesje bedachtzaam uitschuiven gemist.
Ja het was hedenavond overwegend een pedagogisch – didactisch gebeuren. En dat is hopelijk best een keertje nuttig.
In verband met reactie van Jos hieronder, nog een keer het diagram van zijn slotstelling: