We waren aangeland bij Bronsteins ontwaakte interesse voor computerschaak, en hadden een begin gemaakt met een partij van hem tegen Deep Blue, waarin hij schijnbaar zinloos een kwaliteit weggeeft op de 8e zet.
Recensies van boeken van Bronstein zijn altijd jubelend over diens leerzame commentaar. Het lijkt me daarom interessant om dat uitvoerig te citeren. (Tussen " " )
– In veel schaakboeken is het commentaar m.i. te veel afgestemd op de sterkere schaker-lezer. Bij Bronstein leer je de algemene overwegingen kennen, en hij is ook niet te beroerd om de eventuele plannetjes van ons, eenvoudige amateurs, in zijn bespreking mee te nemen. Ook vind ik het leuk af en toe te kunnen vernemen door wat voor hoop en vrees ook zo'n grootmeester kan worden bevangen. En dat kan bij DB. Lees maar mee!
7. Ta3!
´Deze zet heeft alleen maar zin als zwart de toren neemt, maar natuurlijk weet ik dat computers zo'n lokaas niet kunnen laten liggen."
8. Lc1xa3 e5-e4 "Deze zet was ik vergeten. Nu moest ik iets doen." 9. Pb1-c3 Dd5-a5 10. Pc3-b5
" Programma Deep Blue was klaarblijkelijk 'zo verrast' door deze zet dat hij 10 minuten nodig had voor zijn antwoord! Het vond geen goede verdediging na 10 … exf3 11. Dxf3, met veel dreigingen voor wit: geen van zwarts stukken zijn ontwikkeld, dus zelfs computers schijnen niet van zulke posities te houden"
10 .. Pb8-c6 11. Pb5-d6+
"Tegen een mens zou ik zonder denken 11. Pg5 gespeeld hebben. Maar ik verwierp het wegens 11. .. a6, maar achteraf : zwart schijnt dan toch geen spel meer te hebben na 12. Pd6+ Kd7 13. Dg4+ "
11. … Ke8-d7
12. Pd6-c4 Da5-d5 13. Pc4-e3!!
13 ….. Dh5
"Waarom geen 13…Da2? Omdat dan wit speelt: 14.Dc1! exf3 15.Lc4!! (met damevangst) fxg2 16.Tg1 Pd4 17.Lxa2 Pf3+ 18.Ke2 Pxg1+ 19.Dxg1"
14.g4 Dh6?
"Dit is te passief. De Dame moet terug naar a5. Wit heeft een sterke aanval, maar heeft nog een probleem: wat te doen met zijn paard op f3?" (ES: Houdini denkt hier anders over. Die vindt dat zwart na Dh6 wat beter staat, en vindt dat ook de beste. Wat mij in ieder geval nu nog eens duidelijk wordt, is dat Bronstein heel sterk denkt als een aanvalsspeler. Actief en passief, daar draait het bij hem om. Dat mag wat materiaal kosten. Voor strategische schakers, en voor computers, zijn materiaalverhoudingen belangrijker. En ook, zoals Tarrasch al beweerde "Het is niet belangrijk of je wat beter of slechter staat, als de stelling maar levendig is.")
15. Pf3-g1
"Dit was een moeilijke beslissing. Ik keek ook naar 15. d4 exf3 16. Dxf3, maar ik vond geen directe dreigingen. Zolang de zwarte koning in het midden staat en de meeste van zijn stukken niet ontwikkeld zijn, moet de stelling als min of meer gelijk worden beschouwd. Wit heeft ook enige problemen met zijn ontwikkeling en hij is een pion en een kwaliteit achter. " (ES: Zo'n DeepBlue was in 1996 best wel al een heel sterk programma. Dat Bronstein de stelling als gelijk beschouwt en Houdini daarover wat bedenkingen heeft, kan komen doordat de Houdini van nu nog sterker is. Of dat Bronstein het helemaal niet nodig vond om achteraf de computer te raadplegen. Of dat zo'n topgrootmeester in heel andere categorieën denkt dan een computer. In welke categorieën kunt u in bovenstaand citaat meeproeven.)
15.Pg1 Kc7 16.Lg2
"Hier was 16. d4 met de dreiging d5 bijna winnend geweest." (Houdini schudt ongelovig en bedenkelijk zijn monitor, maar leuker is B's vervolg:) "Na weloverwogen te hebben geëxperimenteerd in de opening, besloot ik nu een beetje meer solide te gaan spelen en te gaan werken aan de ontwikkeling van mijn resterende stukken. Maar dit was een vergissing, want dat geeft zwart mogelijkheden voor een tegenaanval."
(ES: Sla de volgende zetten maar even over en neem de draad weer op bij de volgende diagram. De problemen met het 'levende diagram' (waar u en ik naar snakken) zijn kennelijk onoplosbaar.)
16.Lg2 Le6 17.Pe2 Pf6 18.Pc3 Dg6 19.Pb5+ Kd7
20. f3 "Wellicht de moeilijkste zet van de partij. Misschien verliezend, misschien remiserend, maar zeker niet winnend. Ik begreep dat ik geen tijd had om mijn g4-pion te beschermen en ik hoopte dat door de e-pion weg te nemen, de kracht van mijn koningsloper en mijn dame zou kunnen bevorderen. De zwakte van deze zet is dat nu de witte Koning gedwongen kan worden naar f1 te gaan, en het recht om te rocheren verloren gaat."
20. …. Dg5 (tempootje op weg naar h4, door paard b5 aan te vallen) 21.Pd6 Dh4+
Een deel van de partij sla ik nu over omdat het mij vooral gaat om de man Bronstein en zijn commentaar. Houdini geeft niet veel meer voor de witte stelling. Maar die weet niet dat hij naar een vice-wereldkampioen zit te kijken. Bronstein staat nog steeds een pion en een kwaliteit achter. Eigen schuld, moet je maar niet zo wild willen spelen, en dat nog wel tegen een computer! Wat denk je wel!? Bronstein rommelt door, maar blijft loeren naar mogelijkheden. Zoals ook onze jeugdspelers nooit opgeven, je tegenstander kan nog een blunder maken. Alleen het niveau is hier ietsje anders.
En ja hoor:
25. …. Tae8? "Deze zet is een mysterie voor mij. Ik heb het gevoel dat zwart beter kan spelen. Veel natuurlijker lijkt mij 25. … Tac8 (Houdini vindt dat ook) Bronstein geeft diverse varianten. "En wat gebeurt er als zwart 25 ….. Lc4+ speelt?" (Houdini vindt dat ook) Met weer varianten.
Maar intussen is dit de fout waar een supergrootmeester die zijn hand heeft overspeeld, op zit te wachten.
" Nu eindigt de partij in remise en ik denk dat het een heel opwindende en spannende strijd was tussen mens en machine, trachtend hetzelfde resultaat te bereiken maar gebruikmakend van heel verschillende methodes van creativiteit."
U ziet natuurlijk direct waarom deze partij ineens geforceerd remise is ! ? O had ik nu maar een nieuw diagram-programma!! Maar ja! Zet het maar op een bord.Of doe het het met de volgend aanwijzingen:
Bronstein ruilt het paard op c6 tegen zijn koningsloper op g2. Daarna offert hij zijn paard op b7 na Dc5 schaak en geeft vervolgens een schaak op b5.
Wit staat nu een Toren en een pion achter! Maar de zwarte koning staat te open en te ver weg van de stukken die hem zouden moeten helpen. De witte dame, in samenwerking met de zwartveldige loper op a3 (juist, die waarvoor destijds dat idiote torenoffer op a3, op de 7e zet) wordt nu heel lastig . En ondanks alle slimme pogingen om weg te duiken voor die (slechts) twee witte officieren is aan remise door eeuwig schaak niet te ontkomen. 28.Db5+ Kc8 29.Dc6+ Kd8 30.Dd6+ Ld7 31.Db8+ Lc8 32.Dd6+ Ld7 33.Db8+ Lc8 34.Dd6+
Aan deze partij ging een lezing vooraf van Bronstein in het Palais des Congres, Brussel. "Zoals ik al zei in mijn lezing, het is natuurlijk simpel om suffe zetten te doen tegen computers, (om de kans op winst te vergroten), maar ik wilde bewijzen dat zij geen schaak spelen, maar alleen zetten berekenen."
Bronstein was zeer populair. Door zijn innemende persoonlijkheid, maar vooral door zijn avontuurlijk schaak:
Max Pam in The Max Pam Globe 2006: Een dagdromer is Bronstein altijd gebleven. Soms baarde hij opzien door reeds op de eerste zet rustig een uurtje te gaan nadenken. Anders dan voor Botwinnik was schaken voor hem geen wetenschap, maar een kunst. De woorden “originaliteit” en creativiteit” rolden hem regelmatig uit de mond. Hij kon lyrisch worden over een gambiet of een pionoffer, en hij bedacht allemaal mogelijkheden om te ontsnappen aan de saaie praktijk van wat hij “het boekhoudersschaak” noemde. Zijn belangstelling ging ook verder dan alleen maar schaken. Bronstein sprak vloeiend Engels en was een groot kenner van Shakespeare. (ES: hij sprak ook nog vlot minstens 3 andere talen)
In de Nederlandse Wikipedia vind u niet zo veel, maar in de Engelse des te meer: Bronstein seeks to amplify the ideas behind the players' moves, rather than burdening the reader with pages of analysis of moves that never made it onto the scoresheet. Bronstein's romantic vision of chess was shown with his very successful adoption of the rarely seen King's Gambit in top-level competition. His pioneering theoretical and practical work (along with fellow Ukrainians Boleslavsky and Efim Geller) in transforming the King's Indian Defence from a distrusted, obscure variation into a popular major system should be remembered, and is evidenced in his key contribution to the 1999 book, Bronstein on the King's Indian. Bronstein played an exceptionally wide variety of openings during his long career, on a scale comparable with anyone else who ever reached the top level. Two more variations are named after him. In the Caro-Kann Defence, the Bronstein–Larsen Variation goes 1.e4 c6 2.d4 d5 3.Nc3 dxe4 4.Nxe4 Nf6 5.Nxf6+ gxf6. In the Scandinavian Defence, the Bronstein Variation.
In 2006 overleed Bronstein. Hij was 82 jaar. De laatste jaren van zijn leven waren niet gezellig. (Mochten jongeren onder ons nog plannen hebben om schaken als professie te kiezen, ik moet dat ernstig afraden.) Aan het eind van zijn leven had hij nauwelijks pensioen, en het leven in Moskou werd na de val van de USSR steeds duurder. Hij verhuisde naar Minsk waar het leven goedkoper was. Maar daar had hij nauwelijks contacten, en hij vereenzaamde snel. Hij overleed op 5 dec., terwijl zijn vrouw Tatiana Boleslavskaya zijn hand vasthield. Hij ligt begraven op de oude begraafplaats van Minsk, 10 meter van het graf van zijn schoonvader, Boleslavski, ook een beroemde schaker, waar openingsvarianten naar werden vernoemd.
Ik nader het slot van mijn ontboezemingen over David Bronstein. Ik vond het leuk me in dit onderwerp te verdiepen en hoop maar dat u er in die lange saaie schaakloze zomer ook nog iets aan gehad hebt.
En waarom deze artikelen de titel "De tovenaarsleerling" dragen? Naar zijn boek dat ik koester. En waarom dat boek die titel draagt? Medeauteur Fürstenberg vindt Bronstein de tovenaar en de lezer van het boek zijn leerling. U hoort daar nu ook bij. Maar dan moet u wel mijn stukjes gelezen hebben. (Veel reacties heb ik er niet op gekregen, dus ik vrees het ergste. Ja, als ik nu over een goed levend diagram had kunnen beschikken!)