Het beeld verandert niet. Bert is dit seizoen ongenaakbaar. Junioren worden meestal nog afgetroefd door de 'ouwe hap' , maar weten het soms de veteranen toch even lastig te maken.
Ik bespeur een duidelijke vooruitgang bij onze jongeren in spelinzicht, maar helaas nog geen vermindering van het aantal evidente blundertjes door -vaak halverwege de avond- te optimistische, te snelle, weinig doordachte antwoorden. Van veteranen zou je juist meer van dit soort missers verwachten. Zijn de junioren tegen die tijd rijp voor nachtrust? Ik kan me dat niet voorstellen. Die barsten toch van de energie. Zijn de jongeren vandaag de dag toch nog te weinig serieus en ambitieus? Je hoort dat wel veel tegenwoordig. Bijvoorbeeld over de jonge Nederlandse voetballers. Vroeger waren die harder voor zichzelf, nu zijn ze 'verwend' en 'gemakzuchtig'. Lijkt me ook een beetje ouwemannen-praat: Alles was vroeger beter. Ik vind het bijvoorbeeld verbazingwekkend dat al onze jongeren toch braaf elke week weer in 'Arena het Middenpunt' opdraven, om toch heel vaak een pak slaag te komen ontvangen. Dat ontmoedigt ze kennelijk nauwelijks. Het is natuurlijk de beste manier om je spelpeil omhoog te krijgen, maar het vraagt wel heel veel van je: doorzettingsvermogen, incasseringsvermogen, energie, zelfvertrouwen. Dat is er dus wel. Dat mag wel eens gezegd worden! Wat me wel verbaast bij huidige jongeren is de neiging om alleen te willen leren door te doen, en niet erg door iets wat op 'studie' lijkt. Een boekje inkijken, of zelfs op internet wat opzoeken, of onze website volgen, is er volgens mij niet erg bij: te saai. Trial and Error lijkt vandaag de dag de gebruikelijke leermethode. En wellicht is daar wat voor te zeggen. Onze jongeren worden echt wel beter, maar de resultaten blijven nog een beetje uit. Hoe dat te veranderen? Geen idee. Misschien gewoon geduld hebben.
De mooiste partij vond ik deze avond Paul-Bert. De spannendste partij Martin-Ron. De verbazingwekkendste Sven-Marko. De meest onthutsende Frank-Marco. De meest voorspelbare Niels-Jos en Jasper-Gerrit.
Natuurlijk is Niels voorspelbaar kansloos tegen Jos. Maar toch deed Niels het niet slecht. Hoewel hij op de 6e zet nadrukkelijk om moeilijkheden vroeg, en die ook kreeg.
Als u denkt dat onze mannen tot nog toe maar wat aanrommelden, nee hoor. Deze stelling heeft in PowerBook 2014 nog 34 voorbeelden. 20 schaakmeesters speelden hier 6. Ld2 , 8 kozen Pc3. Houdini vindt ook 6. Ld2 de beste.( Met ongeveer gelijkspel. Bijv.6. …. Lb4 7. a3 of 6. ….. Db6 waarna 7.Pc3 of 7. e3 direct de bekende kreten in herinnering brengt: "To b(e) 2, or not to b(e) 2. That's the question!" (Shakespeare) en "Sla nooit op b2, ook niet als het goed is!" (Een voorbeeld)
Dat kost hem een pion, en daarna is hij kansloos. Jos schuift het eindspel moeiteloos uit. Helemaal als Niels zijn bekende – halverwege de avond – onnauwkeurigheid begaat, wat zijn paard, de enige troef in een eindspel met verder alleen pionnen, in ernstige moeilijkheden brengt. Met veel moeite laat hij het paard uiteindelijk nog ontsnappen, maar dat kost hem nog een pion. Dat wordt te veel.
Jasper-Gerrit was ook voorspelbaar. Jasper was kansloos. Zwart krijgt het initiatief, nadat wit een loper op e3 heeft teruggenomen met een pion ( in plaats van met de dame) , waarschijnlijk met de gedachte daarmee mogelijkheden tot aanval richting vijandelijke koning te creëren. Een goede gedachte, alleen het blijkt niet goed te werken.
Omdat zwart teveel invloed heeft op veld e4! Zet na zet wordt de witte positie verdachter. Bij de 19e zet had zwart de partij met een klein offertje op h7 direct uit kunnen maken, maar -als gebruikelijk- kiest Gerrit een overzichtelijker weg die ook tot winst zal leiden zonder al te veel riskant denkwerk.
19. .. , f5 degelijk, maar het voor de hand liggende Pxe3! 20. Lxh7 Kh8 21. Dd3 Dg5 is nog veel sterker (let op de loper op b7).
Thans heeft wit zijn kruit verschoten en is -niet zo gek- nu de kluts kwijt (ja, ook weer halverwege de avond) , en er volgen in moeilijke stelling drie fouten achter elkaar, en na zet 23. is het over. Jasper heeft eigenlijk geen enkele echte kans gehad.
Onthutsend was Frank-Marco. Frank greep maar weer eens naar zijn Grand Prix-aanval 2. f4 tegen het Siciliaans. Marco's antwoord 2 … e6 is goed. Zwart moet zo snel mogelijk d5 proberen door te zetten. Het meest gespeeld wordt zelfs al op de 2e zet … d5 3. exd5 ( Niet 3. e5!! Dat lijkt een aanvallende zet, maar is het niet. Omdat pion f4 loper c1 de weg verspert, zijn na Lg4 en e6 voor het zwarte koningspaard de velden h6 (!) en f5 zeer aantrekkelijk. Het paard op f5 kan niet goed met g4 worden verjaagd, wegens Ph4! En eventueel kan zwart daarna h5 spelen om g4 te voorkomen. 3 …. Pf6 ) Maar 2 …. e6 is ook prima, evenals 2 … Pc6, gevolgd door e6. Alles met de bedoeling snel d5 te spelen. 3. Pf3
En nu moet zwart direct d5 spelen, of direct na Pc6 alsnog d5. Met gelijk spel. Maar Marco aarzelt nog even en speelt 3 …. Pg8-e7. Frank's 4. d4 is vrij logisch, maar niet zo gebruikelijk. Wit gaat hier meestal verder met Pc3 en/of g3. Marco speelt nu 4 … g6. De zet g6 komt veel voor in de Grand Prix, ook in combinatie met Pe7, maar niet op dit moment. Nu heeft …. g6 grote bezwaren. 1. wit kan pion c5 slaan en terugwinnen met Da5+ kan wel, maar gaat tempi kosten, omdat de dame dan te vroeg in het spel komt. 2. de diagonaal a1-h8 wordt wel erg verleidelijk voor een witte loper of dame. Een betere voortzetting zou geweest zijn: 4 … cxd4 5. Pxd4 Pbc6 6. Le3 f5 (of d5) met ongeveer gelijk spel. Hoe het na 4… g6 allemaal verder kan gaan, kunt u hieronder zien. Kijk en huiver! Een miniatuurtje!
wordt voor wit goede raad duur. Na 18. Pxb5? is de dekking van loper a2 weg en na 18 …. axb4 is dus axb4 niet mogelijk. En het paard op b5 raakt in problemen na Db6. Na 18. bxa5 Txa5 kan de pion op a3 niet meer gedekt worden (let op Le7). Op 18. Ta1 volgt axb 19. axb , Pxb4 20. Tfb1, Ta3
Zwart speelt echter 17 … Lf6 , en blijft alleen wel wat beter staan, maar kan kennelijk geen goed plan vinden. Sven wel. Langzamerhand komt die nu op stoom. Hij verdedigt correct en hardnekkig, en na zet 28 is er van zwarts voordeel niets meer over:
Omdat zwarts loper er niet gelukkig bijstaat en het paard nu ook nog niet (en torens niet verbonden) , kan de gedachte opkomen aan een koningsaanval op de zwarte burcht. Marko denkt problemen te kunnen oplossen met 28 … Pb6? Maar snelle tegenactie op de koningsvleugel en/of snelle overkomst van hulptroepen vanuit de damevleugel waren dringend gewenst. Bijv. 28 … h6 of 28. .. Dd8. Marko onderschat de witte mogelijkheden. 29. Ph5!! En eigenlijk is alles nu fout! ( 29 .. Dh6 30. Dxh6 gxh6 31. Pf6+ of 29. … Df8 Pf6+ 30. Kh8 Pxe8 ) Marko ziet dat nu ook en denkt er met een kwaliteitsverlies af te kunnen komen: 29 .. g6 waarna Houdini mat aankondigt in 6 zetten, te beginnen met 30. Dh6. Niet moeilijk, daar de meeste zwarte zetten daarna bestaan uit zinloze offers om het mat uit te stellen. Eigenlijk is het mat in 2! Dat ziet Sven niet. Hij ziet verlekkerd een kwaliteitswinst en kijkt niet verder. 30. Pf6+ . Ook niet slecht natuurlijk, maar een half uurtje later zal hij er wel spijt van hebben gekregen. Maar eerst begint het grote aanmodderen voor Marko. Tegen bijv. Bert had hij het nu al lang opgegeven.
Na 37. h5 is het kommer en kwel voor zwart, maar wit moet nog wel ettelijke keren de sterkste combinatoire voortzetting vinden.. Maar ook een simpel plan als 37. Lc2 Pb6 38. Ta1 is ijzersterk of 37. De3. En zelfs daarna spelen op dameruil is voordelig voor wit. Hoe Sven erop komt om hier 37. Da2 ????? te spelen? Raadselachtig. Pxc3. In één klap is hij al zijn voordeel kwijt. Zal wel schaakblindheid geweest zijn. Schaken is niet alleen logisch denken, maar ook meer of minder je emoties onder controle hebben. Waarschijnlijk was Sven zich hier een hoedje geschrokken! En zoals zo vaak, op een slechte zet volgen er dan direct meer. Bij Sven zijn het er drie achter elkaar! 38. Da5? (Dd2! en nog steeds gelijk spel) h5? (met gelijk spel, maar 38 .. Lg4 wint voor zwart! Wegens dreigend gedonder met Pe2+) 39. Te3?? waarmee wit ook nog pardoes een stuk weggeeft! (39. Da3! en de stand is nog steeds gelijk) Pxc1. Nu schrikt ook Marko wakker uit zijn gebruikelijke mid-evening-slaapje. En schuift het potje moeiteloos uit. Oef! Dat was op het nippertje!! Bijna een afgang.
De mooiste partij was voor mij dus Paul-Bert. Een Siciliaan waarin dit keer Paul eens zijn nieuwe persoonlijke hobby c2-c4 achterwege liet. Na de standaard-zetten van Bert staat de volgende stelling op het bord.
Die variant wordt aangeduid met "Kan-variant" of met "Paulsen-variant". En als zwart voortzet met Pg8-e7 en Pe7-c6 (grappig toch) met "Taimanov-variant". In deze stelling speelt wit het vaakst 6. Ld3 of 6. Le2. Ik heb al eerder vastgesteld dat Paul een voorkeur heeft voor 6. g3. Dat is niet de voortzetting waarvan de zwartspelers wakker liggen, maar het is in ieder geval solide. Bert speelt 6 … Lb4. Vroeger speelde ik die variant ook altijd, en ik herinner me dat Paul toen nog wat sceptisch was over mijn zet Lb4. Nu speelt hij hem zelf, en m.i. is dat terecht. En weer kiest Paul een niet al te ambitieuze, maar wel solide voortzetting 7. Ld2. (7. Pde2 wordt wat meer gespeeld.) Dan gaat het tijden lang gelijk op. En passant gaan er steeds meer stukken van het bord, en na zet 25. denkt de onpartijdige toeschouwer: Dat wordt wel remise. Niet heel boeiend allemaal.
Zwart heeft 'de meerderheid op de damevleugel', maar ach. Maar dan moet er een belangrijke beslissing worden genomen. Slaan op e6? Brengt de koning dichter bij het centrum en zijn pionnenmeerderheid, en maakt de zaak overzichtelijker voor zwart. Met de koning nu vast naar de linkerzijde van het bord op stap? Dit is lastig te beoordelen. Houdini vindt hier 26. Pd3 de beste en geeft de volgende variant: 26. Pd3 c4 27. Pb4 a5 28. Pc6 (valt a5 en d4 aan ) d3 29. cxd3 Pxa5 30 d2 Lf3 met gelijke stand. Je moet er maar op komen. In deze voor ons amateurs lastige stelling kiest Paul de verkeerde, althans dat gaat blijken. 26. c3? Lc4 (dxc3!?) 27. Lf3 (cxd4) g5 28. Pd5 (cxd4) en het ziet er naar uit dat Bert dit feilloos getaxeerd heeft:
28 .. Lxd5 29. exd5 d3 30 Kg2 31. c4 en de vrijpion op d3 begint onaantastbare vormen aan te nemen. En wat nog erger is, die schijnbaar solide witte pion op d5, gedekt door die sterke loper op g2 blijkt zo kwetsbaar als een overrijpe peer.
De zwarte koning is snel bij d6 en het zwarte paard gaat van h6 naar g8 (!) en dan naar e7. Dat verliest voor wit een pion en de partij. Een fraai, subtiel eindspelletje. Een knappe overwinning van Bert die kennelijk van plan is in blakende vorm te blijven.
Wat was Martin-Ron spannend! De opening was een Najdorf-variant van het Siciliaans. De eerste tien zetten waren pure theorie, waarbij opgemerkt kan worden dat Martin's 6. a4 iets minder gebruikelijk is.
Ron in een mail aan Martin: "Jouw b3 is niet goed, na een laterTd1 kan ik gewoon op c4 nemen, gevolgd door Tc8, je verliest dan een pion en de stelling. Ik dacht dat wat ik deed (9. .. Pd7) ook kon, maar die stelling is veel minder duidelijk." Toch krijgt Ron dan langzaamaan wat overwicht.
Vooral na (logisch toch, daar draait het in die opening toch om) 19 … d5. Maar eigenlijk alleen omdat Martin verkeerd reageert: "Na 19 … d5? had je Tc1 moeten spelen, je staat dan beter vanwege de dreigingen Tc8 en Tc7.")
Dat vindt Houdini ook. Wie bedenkt zoiets? (Er staat een loper in op a3. Maar Tc8 wint de toren. En een zwarte vrijpion op d4, daar zit wit ook niet op te wachten. Nee Martin, ik begrijp je absoluut.)
De heren spelen een feilloze serie van tien zetten. Ron staat beter. Martin doet wat hij doen moet.
Pas zijn 31e zet is minder. Houdini geeft hier 31. h4 met -0.50. Of 31. b4 (idem). Martin doet 31. Ke1? Waarschijnlijk met de bedoeling om de pionnen(meerderheid) op de damevleugel een handje te gaan helpen. Maar Ron gaat tot aktie over aan de andere zijde van het bord. 31. .. g5 32. Tb2? (dat helpt daar niet tegen) 32 … f4!! "na f4 dacht ik gewonnen te staan en dat is ook zo."
Maar intussen zit Ron, als vaker, in tijdnood.
33. gxf4 gxf4 34. h4? h5 (e4!?) 35. Kf1
"Ik had 35. … Tc1 schaak (ES: gevolgd door 36. … , f3+) en 37 … Tf1 moeten spelen, je kan dan pion f2 niet verdedigen!" ES: Sterker nog : de partij is dan totaal uit.
In de tijdnood ziet Ron zijn voordeel langzaam verwateren.
Hier (bij zet 38) speelt zwart Pxh4?? wat door Houdini wordt afgekeurd. Die adviseert 38. e4 of 38. Pd6. Na 38. .. Pxh4 krijgt wit de kans een gevaarlijke vrijpion te creëren en is het zwarte paard te ver weg, en die kans grijpt Martin ogenblikkelijk! 38 … Pxh4 39. b5! axb5 40 axb5 en nu wordt het hollen! Na zet 42 is wit uitgehold. Maar zwart?
Dit vindt Houdini remise. Na … Pe2 of …. h3 Maar Ron speelt 46 ….. Pe6? 47. Tg1+! Kh5? (Kh3!?)
En nu zagen bijna alle zeer geïnteresseerde toeschouwers hoe het verder moest. Vooruit Martin ….! Doe even 48. Tc1!. Zwart heeft niets meer tegen een dodelijk Tc8. Hoogstens een torenoffer. Maar ja …. Dus winst, zeker gezien de stand op de klok bij Ron. Maar Martin speelt 48. Kxf3? Na Pd4 is de stand gelijk. Ron maakt op zijn beurt een fout: 48 … Pc5? (Pd4!) en na Tg7! zijn er toch weer winstkansen voor wit. Pc6 dreigt! Maar Martin speelt 49. Ke3 ? en Ron grijpt zijn kans 49 … h3, en deze stelling is remise. En wordt het ook : 50. Tg7 Kh6 51.Tg3 Pxb7 . Hè hè, eindelijk die akelige vrijpion van het bord. Commentaar Ron achteraf: "Het eindspel dat volgde was echter heel spannend gezien mijn beperkte tijd en sportief dat je remise accepteerde!"
Ron: Remise is uiteindelijk wel een mooi resultaat. Maar we hebben beiden veel laten liggen!
Ja, en daarom was het voor de omstanders alsmaar heel erg spannend.
Na Bert's prestatie nog een mooi eindspel dus. U begrijpt, vooral de tweede helft van de avond heb ik me geen minuut verveeld.