Alle berichten van Eddy Saraber

Uilen op bezoek

De Uil is toch een beetje mysterieus wezen. Het zinnebeeld van wijsheid. Als metgezel van Pallas Athene, respectievelijk Minerva, godin van de wijsheid. Maar vreemd genoeg tegelijk ook zinnebeeld van de domheid, geschikt om iemand misprijzend te kunnen toevoegen dat hij een uilskuiken is.

Wij kregen De Uil op bezoek. De wijze variant.  De Uil  had de ‘olmen’ verlaten ‘bij het vallen van de nacht’. Waar hij in een oud liedje zat. En had zich nu onder de linden genesteld.

Wel een flink eind vliegen.  Nog meer uilengeheimzinnigheid. Hillegom ligt toch in Zuidholland? Wat doet die Uil dan in de Noordhollandse schaakbond?

Maar terzake. Een verslag van  Uw partijen. Wat er door mij heenging  tijdens en na deze gedenkwaardige avond. Beetje overbodig eigenlijk. Het maken van zo’n verslag voelt een beetje als  ‘uilen naar Athene dragen’. U hebt het immers allemaal zelf kunnen zien.

De Uil staat ook laag op de huidige ranglijst. Als we toch nog wat in die eerste klasse NHSB willen laten zien zal dat deze avond moeten gebeuren.

2S7A0457WEB

(foto’s groter? Erop klikken.)

Viel me op dat aan de koppen te zien de verendracht van deze uilen overwegend wit was. Allemaal middelbaar dus, of nog erger. Zeven sneeuwuilen. En eentje in de rui. Daarbij vergeleken waren zelfs wij gemiddeld wel een beetje jonger.

Het waren voor zover na te gaan behulpzame wezens. Als ik achteraf om het notatieboekje voor de kiek vroeg, werd daar niet moeilijk over gedaan. Eentje maakte er een geintje bij. ‘Dat kan niet hoor, dat is privé-bezit’. Ik beloofde  als tegenprestatie aardig over hem te zullen schrijven.  Toen mocht het.

Daarom het volgende :

Het was zeker de meest opvallende verschijning van de zwerm. Het meest ontspannen, het grappigst,  en het kleurigst uitgedost.

2S7A0470XWEB

En schaken kon hij ook. Koens Engelse opzet maakte het hem wel even lastig.  Maar Koen zat waarschijnlijk bij zet 12 even een uiltje te knappen, want hij gaf Jan Koopman de kans op grappige wijze een pion te winnen.

Koen – Uil (11.Pge2)

 11. Pe2? Dxb2 want na  12 Dxb2 Pd3 met familieschaak.

Gelukkig voor Koen zat hij 2 zetten later misschien zelf ook even te dutten,  want op soortgelijke, grappige wijze gaf hij zelf ook een pion weg. Of vond hij het niet eerlijk dat hij Koen zo laaghartig  een pion had ontfutseld en als integer en sportief wezen gunde hij Koen  een herkansing? Gewoon een aardig gebaar?

Koen – Uil (14.f4)

14 ….  Pg4?  (Ped7!) 15. Lxc6 !!

Daarna stond Koen vrijwel voortdurend beter, maar Jan Koopman bouwde een stevig en veilig nest (toegegeven, Koen hielp zelf een beetje met het verzamelen van de takjes en de strootjes)  en trok zich daarin terug. Het lukte Koen niet er een doortocht in te bewerkstelligen. Het was al een vroege remise.

2S7A0458WEB

Nog sneller was alleen de remise bij Bert. In zijn Kan-variant houd je het wel vaak vrij gemakkelijk gelijk, maar het is ook weer niet de ideale als je eens lekker op winst zou willen spelen. Dat weet ik helaas uit ervaring. Er volgde ook nu veel logische stukkenruil. Na 17 zetten was de lol er voor de heren af. Hoewel na een niet echt imponerende witte 17e zet had zwart eindelijk nog wel iets kunnen proberen en na de niet echt imponerende 17e zet van zwart had wit nog wel wat had kunnen wagen.

  17.Tad1 Lh3   (……Lxd5 en ….. Td6  en dan belegering van die geïsoleerde pion?)

Ik vergast u eerst op mijn verdere eigen ervaringen op deze avond, lang voor ik er mijn eigen Grote Wijze Uil   (voorheen Prof. Mr Dr K.)  voor had ingeschakeld. Er wacht u dus wellicht af en toe grote onzin.

2S7A0466WEB Onze drie toppers

  Ik zag hoe Thomas weer eens met een pion minder speelde.  Geen reden tot ongerustheid, want daar heeft hij ervaring mee. Zag hoe hij kans zag om toch flinke verwikkelingen te creëren  Daar heeft hij ook veel ervaring mee. En zo toch remise te bereiken.

Ik zag hoe Ron uit alle macht probeerde wat voordeel met wit te bereiken en daar heel veel tijd in stopte. Zo werkte hij  vooral aan een tijdnoodfase die er mocht wezen. (Nou ja, bij wijze van spreken) Waar ook hij veel ervaring mee heeft! En waar uw  nerveuze verslaggever  geregeld de koude rillingen van krijgt. Schaak je om die reden niet meer zelf,  gieren toch de zenuwen je weer door het lijf! En in een stelling die er voor mij eigenlijk alleen maar verdachter ging uitzien. En dan met enkele minuten resterend maakt hij de zaak extra ingewikkeld en ziet warempel nog kans er een remise uit te peuteren. Ik vermoed met list en bedrog,  maar daar moet ik nog even Prof. Mr Dr Uil voor raadplegen. Dat volgt verderop.   

2S7A0475WEB

 Paul werd geconfronteerd met een Koningsgambiet. Even dacht ik dat hij tegen zijn gewoonte in daar de theoretische varianten van had bestudeerd. 1 e4 e5 2 f4 exf4 3 Pf3 d5! Maar gelukkig bleek op de volgende zet dat hij nog steeds aan eigen originaliteit en creativiteit de voorkeur geeft. Want na 4. exd5 speelde Botwinnik en adepten 4 …… Pf6 en niet Dxd5. Maar met zijn eigen vinding redt hij het redelijk. Tot zet 12. Want dan krijgt wit agressieve bedoelingen. Even vreesde ik  deze uil wel een valk te zijn.

Maar onze mooie, kleurige zangvogel weet met een listige zwenking te ontsnappen. En als de rover daarna met een schijnbeweging opnieuw aanvalt, blijkt zijn schijnoffer voorlopig alleen maar negatief uit te werken.

Uil – Paul (14…a6)

 15.c4 axb5 16.cxd5 Dxd5 17.Lc3 b4 met flink voordeel voor zwart

Toch geeft wit niet op. En dan wordt het lang erg spannend. Beurtelings lijken wit en zwart kansen te hebben. De witte pion achterstand blijft echter.

Laat op de avond denk ik dat Paul kan winnen.

UilPaul 36Txb7

Is Df4+ en Tc8 hier niet erg sterk? Paul speelt Dxd4. En die zal wel gelijk hebben. Ik moet morgen thuis de digitale hulptroepen maar even raadplegen.

Paul houdt in het laatste deel van de partij toch de betere kansen, maar is intussen in tijdnood geraakt. En accepteert derhalve remise in een toren-eindspel met 3 verbonden pionnen tegen 2 idem, aan dezelfde zijde van het bord. En dat zal ook echt wel remise zijn.

2S7A0462WEB

Frank speelde met zwart een klassiek damegambiet. Zelf hield ik daar met wit niet van. Moeilijk om er spanning in te krijgen. Ik hoorde Paul van der Sterren (expert daarin) eens bij een commentaar op een partij zeggen : ‘Ach dat klassiek damegambiet met Lg5 daar valt echt niets meer in te ontdekken. Misschien kun je nog wat met Lf4 proberen.’ Ook in de partij van Frank bleef het tam. En werd het dus ook niet al te  laat remise.

Sven kon ik lang niet zo goed  volgen. Hij zat in een voor mij lastig te bereiken  hoekje. Vanuit de verte  kon ik het hele bord niet goed overzien. Ik dacht dat het wel redelijk gelijk opging en dat Sven rond zet 17 pogingen ging ondernemen om aan te vallen.   Daar heb ik bij Sven wel vertrouwen in. Maar even mijn aandacht laten uitgaan naar de partijen die ik wel goed kon zien. Die  van Martin en Paul, die er beide spannend uitzagen. Laat op de avond volgen teleurstellingen: Paul kan toch niet winnen, en ineens blijkt Sven verloren te hebben. Hoe kan dat nou? Thuis zijn partij maar invoeren. Blundertje?

2S7A0459WEB

 Nu stonden we toch ineens weer achter. 3 – 4. Alles kwam nu op de schouders van Martin te rusten. Die leek voortdurend het initiatief te hebben. Maar zijn tegenstander was niet bereid zich zomaar te laten oppeuzelen. Die verweerde zich met scherpe snavel en klauwen . Was wellicht van dit langdurige gevecht om half twaalf vermoeid geraakt, want gaf in toegegeven veel mindere stelling – dat wel, een kwaliteit en een pion achter-  pardoes een loper weg. En zo werd Martin : The Man of The Match. Die ervoor zorgde dat we nu eens een keertje niet verloren : 4-4

Met de bus van 23.50 keerde ik laat huiswaarts. Morgen vroeg op.  Proberen nog even een uiltje te knappen. Na inmiddels begrepen te hebben dat dat uiltje waarschijnlijk  geen vogel  is, maar een vlinder!

De volgende dag nog even de wildcamera aangezet :

  1. De bloedstollende tijdnoodfase bij Ron

  • 2. Remise bij Koen
31 Td5.

Die zwarte d pion lijkt zwak. Maar profiteer er maar eens van. Dat lukte dus niet.

  • 3 Kon Paul winnen?
Uil – Paul (36.Txb7)

  Ja, ik krijg gelijk van Prof Mr Dr U.    want  

36…Df4+ ! 37.Kh1 (37.Kg1 Tc8) 37…Tc8!! en mat is alleen te verhinderen door groot materiaalverlies]

Is zijn eindstelling remise?

Ik denk het wel!

Zal wel een theoretische remisestelling zijn. En Paul (zwart) zat in tijdnood.

4 Hoe ging her mis bij Sven?

Sven – Uil (18…b5)

19.Pb1? (Pd1!) d5! 20.e5? Lxe5! [omdat wit niet mag terugnemen wegens vreselijks op f1]

Dus geen grote eenmalige blunder maar een langzame aftakeling

5     Rons list en bedrog?

Ja, inderdaad, het wordt wel digitaal zichtbaar, bij Ron speelde tijdnood een enorme rol, en zijn tegenstander , zoals zo vaak gebeurt, begon ten onrechte ook te snel te spelen.

6.  Brilliancies bij onze Messi:

Martin – Uil (18…Lf8)

  19. Lh3! De7  20  Pd6! Dat is een kwaliteit tegen een pion

zet 24 …. Lg7 

25 La3!  Want na Dxa3  volgt Dxd8

  Martin – Uil (48.h3)

48   …… g4   49.  h4! , Lh6 ?  50 Txh6

Nagekomen commentaar:

Frank: “Erg ingewikkeld, maar wederom een terechte uitslag. …. Zelf niet genoeg gecreëerd”

Martin:  “Een stabiele partij, waar ik toch wel tevreden over ben. …..  In dit geval wist ik op het juiste moment door te breken in het centrum met een dreigende aanval op de koningsvleugel. Dit zorgde voor een leuke combinatie met het opsluiten van de toren door de dame. Daarna is het toch wel zwoegen, de verloren centrumpion zorgt ervoor dat het nog gemakkelijk remise kan worden. … Ik kwam lang in tijdnood en ook de druk van de laatste partij te zijn voel je toch wel in zo’n stelling. Gelukkig kon ik weer tijd terugwinnen op mijn tegenstander en hem in een mindere opzet duwen waarbij de c-pion los kwam te staan en een onoverkomelijke zwakte werd na de dame-afruil. Zijn weggeven van de loper was intussen een formaliteit. Ik had gezien dat ik zou winnen door het doorlopen met de a en b- pionnen.   Ik ben tevreden!

Thomas:

‘Zo’n 35 jaar geleden ben ik de Grünfeld gaan spelen, wat mij eigenlijk tot nog toe het best is bevallen.

Uil – Thomas (7.Pxd4)

 7 Pxd4 verraste me en ik had beter kunnen voortzetten met dxc4 of Pe4 wat in ieder geval geen pion kost. Na 9. Ph5 gaan alle voorbeelden verder met het veel lastiger 10 Lg5.   

Uil-Thomas (9…Ph5)

 10 Lg3 geeft het loperpaar op en eigenlijk hoeft zwart zich niet meer echt zorgen te maken. Hij komt zelfs licht In het voordeel ( -0,5) en dat is met een pion minder en zwart mooi meegenomen.

Uil – Thomas (15.Dxb3)

  De beste kans op het uitbouwen van het lichte voordeel was

15.. b5 16. a3, Tfb8.  Ik heb wel gekeken naar 15. … La4 16. Da3 , b5 maar na 17. b4 is het eerder wit die In het voordeel komt. Op zich geen slechte partij maar je hoopt in zo’n stelling altijd op meer. Het zat er nu helaas niet in. Volgende keer beter!’

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden

Pakjesavond ( ronde 13)

Er was maar weinig belangstelling. Logisch, want velen moesten natuurlijk elders kadootjes laten uitpakken door kinderen of kleinkinderen. Slechts drie partijen. En Hans Pelt was de witte Piet vanavond, die het lekkers mocht uitdelen. Dat deed hij voortreffelijk. En hij bleef de hele avond, wat opmerkelijk was. Meestal blijven die Pieten maar heel even, en weg zijn ze weer, op weg naar andere hunkerende adressen.

Er waren hier maar weinig echte presentjes vanavond. Alleen even iets leuks voor Bert, laat op de avond, en ook wat kleine surprises voor Gerrit. Sven kreeg niks cadeau. Maar waarschijnlijk omdat hij een kruis sloeg (echt!) ,bij zet 20 ,was de goedheiligman hem toch goed gesint. Sorry, spelfoutje, gezind natuurlijk

Je zou op zo’n  avond toch wel wat Spaans verwachten, maar de Ruy Lopez had men heden thuisgelaten.

Geen grote cadeaus dus, maar wel veel smakelijk strooigoed.

Van Fjodor en Gerrit kan ik daar niets van laten zien. Fjodor schrijft nooit iets op. Niemand zou trouwens aan dat Slavisch   iets hebben. En Gerrit zijn notatie vertoonde  te snel al  onoplosbare mankementen. We zullen het dit keer nog door de vingers zien, maar als het vaker voorkomt gaat dat in het Grote Boek, en hoeft hij volgend jaar niet meer op surprises te rekenen. Want die waren er nu nog wel voor hem. Hij verknoeide namelijk grandioos zijn opening, liep forse materiële achterstand op. Fjodor speelde lang echt overtuigend. Maar onze brave Gerrit deed daarna enorm zijn best om alles weer goed te maken. Fjodor vond dat kennelijk zo ontroerend dat hij nu zelf voor sinterklaas ging spelen. Hij begon met stukken te strooien. Die natuurlijk smakelijk  geconsumeerd werden.

Wouter hield lang stand tegen onze voormalige meervoudige clubkampioen. Het kostte Bert veel denkwerk om iets tastbaars uit zijn KoningsIndisch tevoorschijn te toveren. Het werd ook mij snel duidelijk dar ook Wouter een poosje goed weet waar het om draait in deze opening.

Hij staat gewoon  goed na zet 10. Maar

wouter – bert (10…te8)

  nu 11. Le3 kan wel maar lokt wel 11 ….  Pg4 uit. Dus was eerst 11 h3 en daarna Le3 logischer geweest. Zelfs het tempoverlies na 11. Le3 met daarna direct 12. Lg5 of zelfs 12. Lc1 is beter dan je loperpaar kosteloos prijs geven met 12. De2.

Omdat zwart hierna niet op d4 pakt, blijft de schade toch beperkt. Dat zou niet het geval moeten zijn na 14. c5? (14 d5! De standaardzet tegen het KI).

Player – Player (14.c5)

 Maar na het mindere 14dxc5  15 dxc5 (d5!! ) Pe6! komt er desondanks nog wat leven in de zwarte brouwerij. Veel is het niet, doch Wouter moet wel flink gaan nadenken.

wouter – bert (23…f4)

 Dat nadenken lukt goed, want tot hier houdt wit  redelijk stand.

Maar dan gaat het mis.

wouter – bert (24 g4)

  Als ik als toeschouwer geen flauw idee meer heb hoe zwart verder moet, gaat Bert bij zet 24  een toren op d4 zetten. Als wit die slaat, wordt de zwarte koningsloper heel sterk. Hoeft niet gelijk rampzalig te zijn, maar misschien wel lastig. Maar dat vindt Wouter kennelijk ook.  Dus die slaat niet. Maar toch  beginnen ook nu de zwarte stukken hinderlijk op te dringen. En dat wordt wit te veel.

wouter – bert (28.de2)

  Na 28 De2 (Lf1!) Gaat zwart met ragfjjne zetjes de druk verhogen , tot het konijn langskomt. Het paaskonijn? Nee natuurlijk niet, toch niet in December!?, Nu gewoon een marsepeinen sinterklaaskonijn?

Pang !

WOUTER – bERT (31…Lh6)

 32. Lxc4 Dxc4  33 Dc2? (Maar er is niks meer)

  wouter – bert (33.dc2)

Txd1 34  Dxd1 Dxc3 en de rest kun je aan Bert wel overlaten. Helaas voor wit gaat eeuwig schaak er niet inzitten. Na Dd8 kan Lf8 ertussen.

Martin  tegen Sven, dat werd voor mij weer een verbluffend  sinterklaaskadootje in surprise-verpakking. Werd Martin vorig jaar kampioen met een degelijke stijl, beetje als die van een wetenschappelijke verhandeling, dit jaar heeft hij meer het fantastisch sprookjesachtige,  de stijl van de alchemist ( die van lood goud probeert te maken in zijn pruttelende kolven en retorten. ) Het werd alweer een heksenketel. Sven nam het initiatief daartoe:

Sven – Martin (6.h4)

  Eventuele tochtige hoeken in de koningsstelling neemt men voor lief. Vooruit, aanvallen ! Niet dat benauwde, laat dat maar aan Louis van Gaal over. En Martin ging er gretig op in.

Sven – Martin (7…Pc6)

 Waarom laat hij 8. Pb5 toe? (eerst 7.  …. Ld7 !?)

Sven – Martin (8.Pb5)

  8  …, e5   Oh daarom. Kan dat echt? Het ziet er wel leuk uit. Maar is het genoeg? Ik  sta erbij en kijk ernaar. Ik stel me voor : 9 dxe5 a6 10 exf6 axb5 11 fxg7 Lxg7 en dan zit ik aan mijn horizon.  Dat zal op die manier wel niet goed zijn. Zwart heeft geen koningsstelling meer en een pion minder, en de pionnen die hij heeft zijn allemaal geïsoleerd. Tot die gevolgtrekking komt Martin kennelijk ook. Dus die speelt 9 ….Pe4 Oef! Dat is een offer. De toren op a8,  of minstens een kwaliteit als zwart dat paard in de hoek later zou kunnen terugpakken. En dat moeten we nog maar zien.

Sven – Martin (9.dxe5)

 9. ….. Pe4  Leuk was nu geweest 10. Dxd5! DXd5 11 Pc7+Kd8 12. Pxd5 en wit staat op winst.  Maar Sven speelt 1o. e6. Ook leuk!

1Sven – Martin   e6

Zwart had zijn acrobatiek nu kunnen voltooien met 10. Lc5! Waarna mijn stokvisje een bijna gelijke stand aangeeft. In een  stortvloed van adembenemende varianten. Verderop daarvan een levend diagram.

Maar Martin slaat  10…… fxe6 En Sven pakt op a8. 11. Pc7+Kf7  12 Pxa8

  Sven – Martin (12.Pxa8)

Zwart staat nu een toren achter. Ik zie het niet meer zitten voor zwart. Maar ja, je weet het nooit met die alchemist uit Middenbeemster.

Tot zet 19 volgen wederzijds leuke zetten (ik kan toch niet alles laten zien) maar wit komt steeds beter te staan. Martin heeft intussen steeds meer  zijn toevlucht gezocht tot een heksenketel. Zo eentje  waar heksen hun toverdrankjes in brouwen.

Sven – Martin (19.bxc3)

  19. … Pd4!? Leuk, maar helaas niet voldoende

Hier zie ik Sven demonstratief een kruis slaan voor hij zijn volgende zet doet. Echt. Die kan het ook allemaal niet overzien. Op hoop van zegen! 20. 000. Lang niet de beste maar goed genoeg en beter te overzien dan het 20. Dg3! van de computer. Dat is niet geschikt voor gewone stervelingen. Nu volgt een reeks van wederzijds meestal noodzakelijke zetten  (La3+ 21.Kb1 Pxf3 22.Txd8+ Kxd8 23.Pxf3 Lf5+ 24.Ka1 Ld6 25.Td1  25…Ke7 26.Te1 Txa8)  en dan heeft warempel Martin toch zijn  toren terug en na een wat mindere (eindelijk) 28e zet van wit is het zwarte nadeel sterk geslonken.

Sven – Martin (28.Pf7)

  Mijn computerwijsneus geeft hier het voor de hand liggende La3 als voldoende voor grote kans op remise.  

Maar hierna speelt Martin te snel de volgende 2 zetten, die hem de partij kosten.

28. Lc7? (La3!?) Le3 een valstrik  29 Te8?? (Pe4!?)

Sven – Martin (30 Te8)

30 ….  Lc5 !!  En zwart moet opgeven.

Een boeiende partij : wit opent agressief, zwart neemt groot risico, mist de beste en raakt in ernstige materiële achterstand. Met ijzeren doorzettingsvermogen blijft hij vechten, ziet toch kans  remise-mogelijkheden te verwerven, en trapt dan in een valstrik.

Van de beginsituatie waar alles al uit voorkwam alsnog een levend diagram:

Einde bericht. Veel succes as maandag.

eindcorrectie moet nog plaatsvinden

Ronde 12, verslag

Alweer schaars bezet speelzaaltje. Zit iedereen naar WK foebelen te kijken? Hier veel leuker. Niks geen tiktak, opzij leggen, en weer terug. Niks geen defensief geaarzel. Gewoon de lange pass de diepte in!

En dan nu even de Nabeschouwing! Van zo’n vroeger enigszins bekende speler die nu alleen nog maar wat verouderd ervaringsgebabbel kan ventileren:

Ab vermorzelde Nico, die een vorkje overzag en daarna vakkundig in een matnet werd geholpen. Niet zozeer mooi  maar wel grappig.  Helaas vergat ik de notatie te kieken, en dus geen plaatjes ervan.

Niet zozeer mooi, maar wel bewonderenswaardig hoe Gerrit aan Sven demonstreerde dat een sterk loperpaar minstens een kwaliteit waard is.

In onderstaande stelling had Sven nu beter de witte loper kunnen slaan om later volgende narigheid te voorkomen.

Gerrit – Sven (12.cxb5)

  12 …. cxb5? (Pxb3) 13. Ld5!

En enige zetten later

Gerrit – Sven (15…Pa6)

16. dxe5  dxe5 17. La7! Met winst van een kwaliteit. De kracht van een loperpaar!

Dat Gerrit vanavond goed in vorm is, bewijst m.i. zijn zet in onderstaand diagram.

Gerrit – Sven (20…Td2)

Wit speelt hier 21. Tfd1!  Menigeen zou hier Pg3 spelen, waarna zwart een pion wint.  Dus 21. Tfd1 is veel mooier.

21…Txe2 22.Td7! Lg5 23.Tcd1 h5 24.Txb7

GerritSven(Txb7)

En daarna liet Gerrit zien dat hij zijn voordeeltje zelfs tegen de aanvalskwaliteiten van een daarna natuurlijk supergemotiveerde Sven vast kan houden. Omdat Sven vandaag niet zo in vorm was verloor hij ook nog een pion en  zette Gerrit alles bekwaam in winst om. Een verrassende uitslag!

Niet zozeer bewonderenswaardig, maar wel dapper dat Martin het aandurfde een Blackmar-Diemer op het bord te zetten. Omdat Hans daarna in gepeins verzonk, begreep ik dat die er weinig theorie over paraat had. Goed teken voor Martin, waarvan ik weet dat die de hele serie artikelen die ik er destijds over op de site zette  gelezen heeft. Maar gaandeweg werd mij duidelijk dat Hans helemaal geen theorie behoeft. Hij speelde een variant, die ik – na zelf minstens 100 partijen met die opening te hebben gespeeld – de minst plezierige voor wit vind. Met c6 en Lf5. (Ziegler-variant. Ook in het recentste boek in mijn kast over de Diemer (Christov Scherer,Everyman chess) wordt van 9 varianten dit de lastigste voor wit genoemd.)

Martin – Hans (7…e6)

  Scherer geeft hier  veel materiaal over 8. Pe5 en 8.Pg5.  De laatste vindt hij beter.  Stockfish ook. Martin speelt 8. Lg5. Daarover schrijft Scherer ‘too quiet to cause Black any serious problems.’ En geeft 8. ……Le7   en Martin speelt 9. Ph4? Het idee is niet slecht, maar nu echt te vroeg. Dat speelde Martin. Beter De2. Want  …..

Martin – Hans (9.Ph4)

  Lxc2! 10. Dxc2 Dd4+ met flink voordeel voor zwart. Hans zag dat niet en speelde  9. ……  Lg4. Wat ook nog wel goed is, maar wel minder goed!

Inderdaad werd het al gauw zwaar piekeren voor Martin. Maar geen medelijden, je weet dat dat kan gebeuren als je die idiote Diemer gaat navolgen. En Martin weet dat er zich erg chaotische taferelen op het bord kunnen gaan afspelen, en daar houdt hij van.

Hans speelt het allemaal heel goed, en Martin staat al spoedig ongemakkelijk, en weldra straal-verloren.

Martin – Hans (17.Pe4)

  Bij voorbeeld: 17…f5 18.Pc3 Tg8+ 19.Kf2 Lg5 20.Tg1 Dd6 etc.

Na de 20e zet moet zwart maar even lang rocheren, en daarna wordt de slechte positie van de witte koning en de superieure posities van zwarts lichte stukken wit natuurlijk spoedig te machtig.

Martin – Hans (20.Tf1)

  Maar dat doet Hans niet. Hij speelt 20. … Pg3 en is dan ineens bijna al zijn voordeel kwijt.  21. Pxg3 hxg3+  22. Kg2  (Kxg3 Lh4!)

Martin – Hans (22.Kg2)

  22. …..  0-0-0 Geen winststelling meer, maar wel nog gelijk!

23. Txf7 Dd6

Martin – Hans (23…Dd6)

  24. Dh7  Logisch toch? Maar bij de post mortem stelden de heren al vast dat het eigenlijk niet goed was.

Dus is daar het moment waar  iedere Diemer-fan op wacht. Foutjes van zwart, in een lastige stelling, en ineens staat zwart verloren.

Met 24 …. Dxd4  schaak overleeft zwart. (Omdat hij pion a7 dekt, wat hierna essentieel blijkt, omdat wit dan geen matcombinatie meer heeft. ) Maar hij speelt 24. …. Th8 ??

Martin – Hans (24.Dh7)

  24 …..  Th8 ???  En nu gaat zwart mat! Mooi hoor!  U ziet het toch ook?! Ik zet het onder dit artikel nog even zwart op wit. Kunt u eerst even zelf zoeken. Train uw voorstellingsvermogen.

Wat voor foebelers Frankrijk-Brazilië zou betekenen, is voor ons Thomas-Ron. Dat gaat wellicht al een beetje om de titel. Ron speelt de Kan-variant  van het Siciliaans. Er was vroeger in de Reguliersbreestraat in A’dam een juwelier met een reclame: ‘Wat Kan kan Kan alleen.’    Ron’s Kan kan het echter niet. Hoewel hij een interessante zet Ld6 speelde. Zijn loper blokkeert de d-pion,  maar daar staat mogelijkheid tot activiteit tegenover.

Thomas – Ron (9…Ld6)

  Maar hij wordt langzaam tot passiviteit gedoemd, want alle actieve zetten worden door wit succesvol voorkomen. ( ….. Lb4 bijv.) Het leidde tenslotte tot pionverlies, en de zwarte stelling bleef ook nog kwetsbaar. Thomas won.

Commentaar Thomas:

  Thomas – Ron (6.a3)

In dit soort varianten kan Lb4 wat hinderlijk zijn voor wit dus 6. a3 is een nuttige zet. Bovendien betekent het geen tempoverlies, want In het vroege middenspel volgt toch vaak a2-a3 om de opmars b2-b4 te ondersteunen.

Thomas – Ron (9…Ld6)

  Na 9. Ld6 heb ik een tijdje naar Pdb5 (of Pcb5) gekeken. Het lijkt speelbaar   11.Pcb5, ab5 12. Pxb5,De5 13. Ld4 , Dg5 en daarna g3 en zwart moet het stuk teruggeven.

Maar ik dacht met ‘normale ‘zetten ook wel een prettige stelling te kunnen bereiken. Tegen de oerdegelijke maar ook tactisch handige Ron leek me het iets te veel risico. In de Lichess database vond ik nog een partij die verder ging met 12 .. , Pc6. In de daar op volgende fase blijft wit een fractie beter staan maar veel stelt het niet voor.

Thomas – Ron (18.Tc2)

 18. …. d5 19. cxd5

De ‘break’ d5 is in dergelijke stellingen een zet die je met zwart wel moet spelen, ook al is het niet goed, zoals onze trainer Job altijd zei. De timing van deze opmars is zeer belangrijk en de kille analyse-machine vindt 18… Pf8 wat veiliger maar begrijpelijk is het wel.

Op 19 cxd5 geeft deze niet terugslaan als beste aan, maar e5. Je moet er maar opkomen!

Gelukkig uiteindelijk weer revanche kunnen nemen na een nederlaag en een partij die dat net zo goed ook had kunnen zijn en hiermee een ‘Angstgegner’–complex voorlopig voorkomen!

Commentaar Ron:

Neem aan dat je de partij nog van Thomas krijgt. Ik had helaas nog niet op hem gerekend, want moet die variant nog nader bestuderen. Het is een moeilijke variant voor zwart.
9…, Ld6 leek me wel leuk om te proberen en na 10…, Lf4 wat niet de beste is daar, had ik op 11. Pb5 gehoopt met wilde complicaties (maar het is nog gelijk dan).
Nu kwam ik gewoon vast te staan en zag niet hoe ik moest breken. 18…,d5 is niet goed. Ik had moeten blijven afwachten met Pf8.

18. … d5

Ik hoopte op gelijk 19. e5 want kan dan tussendoor op c4 slaan.

Maar Thomas gaat niet in de fout. Vervolgens ben ik kansloos.
Hij fabriceert een grappig mat op het eind.

Thomas-Ron (36.Kg3)

  36 ..  Pxg5? 37. Pf5  en mat op de volgende zet.

Terechte winst.

Oplossing van de hersenfitness (Martin-Hans) in dit artikel

  Martin – Hans  24 Dh7

24…Th8?  25.Lxe6+ !!!  Kb8 (Dxe6 26 Tc7 en ook nu volgt mat) 26.Txb7+ Ka8 27.Txa7+ Kb8 28.Db7# mat

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden

Een offerfeest in Middenbeemster.

Het was erg rustig in de zaal afgelopen maandag. Slechts 4 partijen. De helft van wat maximaal mogelijk is. Maar wat er op de borden gebeurde, vergoedde veel. Remises kwamen er alweer niet voor. En in 3 van de 4 partijen werd geofferd of dreigt te worden geofferd.  Offers voor de aanval. Offerfeest dus.

Het offer van Ron tegen Gerrit leek correct en lag ook wel voor de hand. Maar het blijft altijd spannend. Maar hopen dat je niet iets over het hoofd ziet. Ron speelde met een theoretisch  onvervalste klassieke Konings-Indische opstelling, waar Gerrit zijn eigen fantasietje tegenover zette. Die was erg ongevaarlijk, maar ook niet desastreus. Ron wilde winnen, maar de stelling begon er steeds tammer uit te zien. Ron ging over op blufschaak. Dus met zetten die niet allemaal even geweldig zijn, maar met de bedoeling verwarring te zaaien en vragen op te roepen.

Gerrit - Ron (14.Pxf3) (1).jpg

  14. ….. Th5 !?

En later

Gerrit - Ron (19.Pe2).jpg

19. Pe2 Die paardjes van Gerrit springen wat vreugdeloos rond in ‘de bak’. Liever dartelen ze buiten. Maar daar ziet Gerrit even niets in.

19 …. Pg4 !?

En nu krijgt Ron’s bluf succes. Want als een wit paard nu ook eens iets belangrijks had willen doen, had het met 19 Pg3 zwarts aanvals-aspiraties volkomen kunnen frustreren. Maar wit speelt 19 h3. De mogelijkheid van een offer is niet moeilijk te zien. Ik zelfs zag het direct. Maar om zeker te weten of het correct is, is weer een ander verhaal. Ron nam er de tijd voor.

 Leuk toch!

Ron: Het is altijd lastig spelen tegen iemand die zich ingraaft. Maar weer van geleerd. 8…, Pd5 (of c6) is veel beter. En ik moet natuurlijk niet op f3 ruilen, 13…., d5 is aangewezen. Ik zag dit plan pas te laat, was alleen maar gefocust op aanval richting zijn koning. 19.., Pg4 is bluf, hij kan daarop Pg3 gevolgd door Pf3 spelen. 19…., c6 is objectief beter. Maar ik hoopte op 20. h3? waarna het offer op f2 beslissend is.

Martin  nam tegen Peter ook kleine risico’s.  Maar ook hier met de bedoeling vragen op te werpen en verwarring te zaaien.

Misschien wilde Martin een Blackmar -Diemer tegen Peter, maar als zo vaak wordt het dan Frans.  Peter doet het niet onaardig. Ik vind echter de zet 5 …… c4 niet geweldig.

Martin - Peter (5...c4 ).jpg

Kreeg ik nogal eens in een Colle.  Ook soortgelijke zet c5 met wit in Slavisch bijv. ook niet. Het lijkt wel wat, maar valt daarna tegen. Zwart ontwikkelt ook zijn stukken daarna te langzaam. Martin staat na zet 12 prachtig.

En het wordt het spannend. Martin vervalt in gepeins.

Martin-Peter12 … Pf5

Hij zal best  naar het offer  13. Pxf7 Kxf7 14  g4 gekeken hebben. Mij leek het wel wat. Maar Stockfish  wijst het af. Martin ook.(terecht, wegens 14 ..…..Dh4!) Hij speelt gelijk 13 g4. Goed genoeg, naar vreemd genoeg is Lxf5 veel beter 13……  exf5 14.Dxd5 Dxd5 15. Pxd5 Lxd2 16. Pf3! Lh6 17. Pb6  Nou ja, dat is voor gewone stervelingen niet te zienl

Martin - Peter (13.g4).jpg

Hierna ziet Peter het niet meer. Hij vlucht , maar naar de verkeerde plaatsen. (Hoewel de goede plekken? Die zullen hem ook niet meer redden.)

13. …. 0-0? (Lxc3 !?) 14. Dh3  (Is een ‘gegeven’ paard op f5 niet in de bek kijken ook een offer?) Te8? ( maar h5 of h6 helpt ook niet meer)  15. Dxh7  Kf8 16. Dxf7 mat

Een mooie stelling voor de liefhebbers.

Hieronder kunt u zien wat de computer er allemaal in waarneemt.

Was dit ales al mooi om te zien gebeuren, nog mooier was de partij Hans-Sven.

Tegenwoordig schijnt bijna iedereen in onze club de Philidor te willen uitproberen. Zelfs Sven hanteert hier iets Philidor-achtigs. Hans pakt het wel goed aan. Tot zet Maar na 8. Pe2? krijgt Sven toch wat voordeel. Rond zet 15 verdampt dat, en bij zet 17 Lc5? (Te8!? ) zal Hans met vreugde hebben vastgesteld dat er een koningsaanval aan de horizon gloorde. Voor hem althans. Hij ziet zoiets, ik niet. En Komodo 14 ook niet. Het  is ook niet de beste. Maar prof.mr dr K. stelt wel vast dat het volgende offer niet hoeft te winnen, maar ook niet hoeft te verliezen. En het is natuurlijk wel kansrijk omdat je met zwart zoveel te bedenken krijgt dat het gemakkelijk mis kan gaan. En het is natuurlijk prachtig om te zien allemaal.

Hanws - Sven (16...Lc5 ).jpg

17. Lxh6 !!!!!!!!!

Begrijpelijk dat Sven het er niet beter op maakt met zet 18 en 20, want het wordt erg lastig. Maar chapeau voor Hans, hoe die dit verder behandelt. Vanwege de artistieke schoonheid hieronder live!

De partij Ab-Matthijs was iets minder spectaculair. Ab stond lang wel goed maar rond zet 25 ging hij strategisch in de fout en met een eenvoudige manoeuvre die Ab kennelijk gemist had won Matthijs een pion. Daarna bleek toevalligerwijs Ab’s stelling zo verdacht dat hij nog een pion verloor. Opvallend constant ging Matthijs dit eindspel met 2 pionnen meer winnen.

Ik kreeg de partij opgestuurd door Matthijs maar moest hem met de hand zet voor zet naspelen in mijn computerprogramma. Ik heb goed kunnen zien waar iets mis ging bij een van beiden. Maar toen ik nu zover was als u nu ziet, bleek zijn ingevoerde partij voor mij onvindbaar. Foutje van mij,  bedankt. Omdat ik nu even geen tijd meer heb om hem opnieuw in Komodo in te voeren helaas nu geen diagrammen. Volgende keer zal ik beter opletten.

Meer heb ik niet. Maar het was absoluut een mooi feest .

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.