De Uil is toch een beetje mysterieus wezen. Het zinnebeeld van wijsheid. Als metgezel van Pallas Athene, respectievelijk Minerva, godin van de wijsheid. Maar vreemd genoeg tegelijk ook zinnebeeld van de domheid, geschikt om iemand misprijzend te kunnen toevoegen dat hij een uilskuiken is.
Wij kregen De Uil op bezoek. De wijze variant. De Uil had de ‘olmen’ verlaten ‘bij het vallen van de nacht’. Waar hij in een oud liedje zat. En had zich nu onder de linden genesteld.
Wel een flink eind vliegen. Nog meer uilengeheimzinnigheid. Hillegom ligt toch in Zuidholland? Wat doet die Uil dan in de Noordhollandse schaakbond?
Maar terzake. Een verslag van Uw partijen. Wat er door mij heenging tijdens en na deze gedenkwaardige avond. Beetje overbodig eigenlijk. Het maken van zo’n verslag voelt een beetje als ‘uilen naar Athene dragen’. U hebt het immers allemaal zelf kunnen zien.
De Uil staat ook laag op de huidige ranglijst. Als we toch nog wat in die eerste klasse NHSB willen laten zien zal dat deze avond moeten gebeuren.
(foto’s groter? Erop klikken.)
Viel me op dat aan de koppen te zien de verendracht van deze uilen overwegend wit was. Allemaal middelbaar dus, of nog erger. Zeven sneeuwuilen. En eentje in de rui. Daarbij vergeleken waren zelfs wij gemiddeld wel een beetje jonger.
Het waren voor zover na te gaan behulpzame wezens. Als ik achteraf om het notatieboekje voor de kiek vroeg, werd daar niet moeilijk over gedaan. Eentje maakte er een geintje bij. ‘Dat kan niet hoor, dat is privé-bezit’. Ik beloofde als tegenprestatie aardig over hem te zullen schrijven. Toen mocht het.
Daarom het volgende :
Het was zeker de meest opvallende verschijning van de zwerm. Het meest ontspannen, het grappigst, en het kleurigst uitgedost.
En schaken kon hij ook. Koens Engelse opzet maakte het hem wel even lastig. Maar Koen zat waarschijnlijk bij zet 12 even een uiltje te knappen, want hij gaf Jan Koopman de kans op grappige wijze een pion te winnen.
11. Pe2? Dxb2 want na 12 Dxb2 Pd3 met familieschaak.
Gelukkig voor Koen zat hij 2 zetten later misschien zelf ook even te dutten, want op soortgelijke, grappige wijze gaf hij zelf ook een pion weg. Of vond hij het niet eerlijk dat hij Koen zo laaghartig een pion had ontfutseld en als integer en sportief wezen gunde hij Koen een herkansing? Gewoon een aardig gebaar?
14 …. Pg4? (Ped7!) 15. Lxc6 !!
Daarna stond Koen vrijwel voortdurend beter, maar Jan Koopman bouwde een stevig en veilig nest (toegegeven, Koen hielp zelf een beetje met het verzamelen van de takjes en de strootjes) en trok zich daarin terug. Het lukte Koen niet er een doortocht in te bewerkstelligen. Het was al een vroege remise.
Nog sneller was alleen de remise bij Bert. In zijn Kan-variant houd je het wel vaak vrij gemakkelijk gelijk, maar het is ook weer niet de ideale als je eens lekker op winst zou willen spelen. Dat weet ik helaas uit ervaring. Er volgde ook nu veel logische stukkenruil. Na 17 zetten was de lol er voor de heren af. Hoewel na een niet echt imponerende witte 17e zet had zwart eindelijk nog wel iets kunnen proberen en na de niet echt imponerende 17e zet van zwart had wit nog wel wat had kunnen wagen.
17.Tad1 Lh3 (……Lxd5 en ….. Td6 en dan belegering van die geïsoleerde pion?)
Ik vergast u eerst op mijn verdere eigen ervaringen op deze avond, lang voor ik er mijn eigen Grote Wijze Uil (voorheen Prof. Mr Dr K.) voor had ingeschakeld. Er wacht u dus wellicht af en toe grote onzin.
Ik zag hoe Thomas weer eens met een pion minder speelde. Geen reden tot ongerustheid, want daar heeft hij ervaring mee. Zag hoe hij kans zag om toch flinke verwikkelingen te creëren Daar heeft hij ook veel ervaring mee. En zo toch remise te bereiken.
Ik zag hoe Ron uit alle macht probeerde wat voordeel met wit te bereiken en daar heel veel tijd in stopte. Zo werkte hij vooral aan een tijdnoodfase die er mocht wezen. (Nou ja, bij wijze van spreken) Waar ook hij veel ervaring mee heeft! En waar uw nerveuze verslaggever geregeld de koude rillingen van krijgt. Schaak je om die reden niet meer zelf, gieren toch de zenuwen je weer door het lijf! En in een stelling die er voor mij eigenlijk alleen maar verdachter ging uitzien. En dan met enkele minuten resterend maakt hij de zaak extra ingewikkeld en ziet warempel nog kans er een remise uit te peuteren. Ik vermoed met list en bedrog, maar daar moet ik nog even Prof. Mr Dr Uil voor raadplegen. Dat volgt verderop.
Paul werd geconfronteerd met een Koningsgambiet. Even dacht ik dat hij tegen zijn gewoonte in daar de theoretische varianten van had bestudeerd. 1 e4 e5 2 f4 exf4 3 Pf3 d5! Maar gelukkig bleek op de volgende zet dat hij nog steeds aan eigen originaliteit en creativiteit de voorkeur geeft. Want na 4. exd5 speelde Botwinnik en adepten 4 …… Pf6 en niet Dxd5. Maar met zijn eigen vinding redt hij het redelijk. Tot zet 12. Want dan krijgt wit agressieve bedoelingen. Even vreesde ik deze uil wel een valk te zijn.
Maar onze mooie, kleurige zangvogel weet met een listige zwenking te ontsnappen. En als de rover daarna met een schijnbeweging opnieuw aanvalt, blijkt zijn schijnoffer voorlopig alleen maar negatief uit te werken.
15.c4 axb5 16.cxd5 Dxd5 17.Lc3 b4 met flink voordeel voor zwart
Toch geeft wit niet op. En dan wordt het lang erg spannend. Beurtelings lijken wit en zwart kansen te hebben. De witte pion achterstand blijft echter.
Laat op de avond denk ik dat Paul kan winnen.
Is Df4+ en Tc8 hier niet erg sterk? Paul speelt Dxd4. En die zal wel gelijk hebben. Ik moet morgen thuis de digitale hulptroepen maar even raadplegen.
Paul houdt in het laatste deel van de partij toch de betere kansen, maar is intussen in tijdnood geraakt. En accepteert derhalve remise in een toren-eindspel met 3 verbonden pionnen tegen 2 idem, aan dezelfde zijde van het bord. En dat zal ook echt wel remise zijn.
Frank speelde met zwart een klassiek damegambiet. Zelf hield ik daar met wit niet van. Moeilijk om er spanning in te krijgen. Ik hoorde Paul van der Sterren (expert daarin) eens bij een commentaar op een partij zeggen : ‘Ach dat klassiek damegambiet met Lg5 daar valt echt niets meer in te ontdekken. Misschien kun je nog wat met Lf4 proberen.’ Ook in de partij van Frank bleef het tam. En werd het dus ook niet al te laat remise.
Sven kon ik lang niet zo goed volgen. Hij zat in een voor mij lastig te bereiken hoekje. Vanuit de verte kon ik het hele bord niet goed overzien. Ik dacht dat het wel redelijk gelijk opging en dat Sven rond zet 17 pogingen ging ondernemen om aan te vallen. Daar heb ik bij Sven wel vertrouwen in. Maar even mijn aandacht laten uitgaan naar de partijen die ik wel goed kon zien. Die van Martin en Paul, die er beide spannend uitzagen. Laat op de avond volgen teleurstellingen: Paul kan toch niet winnen, en ineens blijkt Sven verloren te hebben. Hoe kan dat nou? Thuis zijn partij maar invoeren. Blundertje?
Nu stonden we toch ineens weer achter. 3 – 4. Alles kwam nu op de schouders van Martin te rusten. Die leek voortdurend het initiatief te hebben. Maar zijn tegenstander was niet bereid zich zomaar te laten oppeuzelen. Die verweerde zich met scherpe snavel en klauwen . Was wellicht van dit langdurige gevecht om half twaalf vermoeid geraakt, want gaf in toegegeven veel mindere stelling – dat wel, een kwaliteit en een pion achter- pardoes een loper weg. En zo werd Martin : The Man of The Match. Die ervoor zorgde dat we nu eens een keertje niet verloren : 4-4
Met de bus van 23.50 keerde ik laat huiswaarts. Morgen vroeg op. Proberen nog even een uiltje te knappen. Na inmiddels begrepen te hebben dat dat uiltje waarschijnlijk geen vogel is, maar een vlinder!
De volgende dag nog even de wildcamera aangezet :
- De bloedstollende tijdnoodfase bij Ron
- 2. Remise bij Koen
Die zwarte d pion lijkt zwak. Maar profiteer er maar eens van. Dat lukte dus niet.
- 3 Kon Paul winnen?
Ja, ik krijg gelijk van Prof Mr Dr U. want
36…Df4+ ! 37.Kh1 (37.Kg1 Tc8) 37…Tc8!! en mat is alleen te verhinderen door groot materiaalverlies]
Is zijn eindstelling remise?
Ik denk het wel!
Zal wel een theoretische remisestelling zijn. En Paul (zwart) zat in tijdnood.
4 Hoe ging her mis bij Sven?
19.Pb1? (Pd1!) d5! 20.e5? Lxe5! [omdat wit niet mag terugnemen wegens vreselijks op f1]
Dus geen grote eenmalige blunder maar een langzame aftakeling
5 Rons list en bedrog?
Ja, inderdaad, het wordt wel digitaal zichtbaar, bij Ron speelde tijdnood een enorme rol, en zijn tegenstander , zoals zo vaak gebeurt, begon ten onrechte ook te snel te spelen.
6. Brilliancies bij onze Messi:
19. Lh3! De7 20 Pd6! Dat is een kwaliteit tegen een pion
25 La3! Want na Dxa3 volgt Dxd8
48 …… g4 49. h4! , Lh6 ? 50 Txh6
Nagekomen commentaar:
Frank: “Erg ingewikkeld, maar wederom een terechte uitslag. …. Zelf niet genoeg gecreëerd”
Martin: “Een stabiele partij, waar ik toch wel tevreden over ben. ….. In dit geval wist ik op het juiste moment door te breken in het centrum met een dreigende aanval op de koningsvleugel. Dit zorgde voor een leuke combinatie met het opsluiten van de toren door de dame. Daarna is het toch wel zwoegen, de verloren centrumpion zorgt ervoor dat het nog gemakkelijk remise kan worden. … Ik kwam lang in tijdnood en ook de druk van de laatste partij te zijn voel je toch wel in zo’n stelling. Gelukkig kon ik weer tijd terugwinnen op mijn tegenstander en hem in een mindere opzet duwen waarbij de c-pion los kwam te staan en een onoverkomelijke zwakte werd na de dame-afruil. Zijn weggeven van de loper was intussen een formaliteit. Ik had gezien dat ik zou winnen door het doorlopen met de a en b- pionnen. Ik ben tevreden!
Thomas:
‘Zo’n 35 jaar geleden ben ik de Grünfeld gaan spelen, wat mij eigenlijk tot nog toe het best is bevallen.
7 Pxd4 verraste me en ik had beter kunnen voortzetten met dxc4 of Pe4 wat in ieder geval geen pion kost. Na 9. Ph5 gaan alle voorbeelden verder met het veel lastiger 10 Lg5.
10 Lg3 geeft het loperpaar op en eigenlijk hoeft zwart zich niet meer echt zorgen te maken. Hij komt zelfs licht In het voordeel ( -0,5) en dat is met een pion minder en zwart mooi meegenomen.
De beste kans op het uitbouwen van het lichte voordeel was
15.. b5 16. a3, Tfb8. Ik heb wel gekeken naar 15. … La4 16. Da3 , b5 maar na 17. b4 is het eerder wit die In het voordeel komt. Op zich geen slechte partij maar je hoopt in zo’n stelling altijd op meer. Het zat er nu helaas niet in. Volgende keer beter!’
Eindcorrectie moet nog plaatsvinden