Alle berichten van Eddy Saraber

Verslag ronde 3 , 19 sept.22

Meest opzienbarend vanavond vond ik het optreden van Fjodor Brahar. Is de manier waarop hij zijn partijen begint een methode om de tegenstander op een dwaalspoor te brengen of is hij dan nog niet wakker? Of zien sommige schaakstukken er hier anders uit dan in Oekraïne? Zou best kunnen. Hij denkt de koning eigenschappen van een dame toe, en slaat een stuk op g3 met zijn koning op e1. Slaat daarna zijn eigen pion met zijn eigen pion. En als de tegenstander dan meent de rest van de avond het wel met een potje blindschaak af te kunnen, ontpopt Fjodor zich ineens als toch best een beetje schaker. Het was duidelijk dat het Nico verraste.

 (Wat overkomt me nu? Wacht, zonder bril zie ik het misschien beter. )

Hoewel ik hem tevoren toch al voor dit eigenaardige natuurverschijnsel had gewaarschuwd. Ik ben  er nu wel achter dat Fjodor niet erg strategisch denkt, maar als hij op stoom is de korte combinaties drommels goed in de gaten heeft. Het leidde tegen Nico tot een situatie waarin die met een dame achterstand de volgende marteling kreeg te verduren:  Zet,  ‘schach’ , zet,  ‘schach’, zet , ‘schach’, zet, pion kwijt. En dat vele malen achter elkaar. Zo vaak dat omstanders en zelfs Nico er luid om moesten grinniken. Maar het bleef ongestoord met effen gezicht: schach,  schach, schach,pion kwjjt. Toen Nico zag dat er zo niet één pion ging overblijven gaf hij op. Helaas kwam ik dit keer nier goed uit de notatie, dus ik kan niets bewijzen.

Peter was beduidend minder in vorm dan de vorige week. Hij liet zich zich nogal simplistisch door Gerrit een betere stelling ontnemen en mat zetten. Wat wel bleef was zijn zonnige humeur en positieve kijk op het leven en het schaakspel.

Bij Frank tegen Ron werd lang nagedacht. Ze namen elkaar duidelijk erg serieus. Ron  kwam al weer vrij vlot met zijn f7-f5 op de proppen. Daar heeft hij intussen patent op aangevraagd. Moeilijk te zeggen of dat nou sterk was. Want wederzijds wordt er dan een beetje gerommeld.

FrankRon 12 Dc2

Maar na een wat al te driest 12  ……. g5 (f4!?)en 14. …..   Pxd5 (Lg7!?) raakt zwart in de problemen. Hij verliest in ieder geval een pion. Frank houdt zijn voordeel vast. Maar terwijl mevr. Dr. ING. Stockfish hier aangeeft 1,60 voor wit,  biedt Frank remise aan. Mevrouw S. ziet waarschijnlijk te weinig compensatie in een achtergebleven pion voor een pion achterstand .

Nadat ik dit geschreven had kreeg ik commentaar binnen van Ron. Die ziet het een beetje anders ;”‘Ik koos op c4 maar eens de hoofdvariant (e5) zoals Thomas die ook speelt. a5 op a3 is niet echt nodig, beter 0-0. Vervolgens speel ik iets te snel f5, beter eerst Le6. Ik besloot vervolgens het met g5 !? complex te maken, zag dat ik een pion kon offeren met compensatie. Frank deed het echter goed. Geen moeite om zijn remise aanbod te accepteren.’

 Ik denk dat Ron na wat nadenken vrij opgelucht accepteerde. Heeft Frank te veel respect voor de staat van dienst van zijn tegenstander of mist hij vanavond wat vechtlust?

Frank – Ron (19.Lg2)

Komodo14 geeft hier bijvoorbeeld 19. … Ld5  20. Tfc1  c6  21.  Tab1 met 1.00 voordeel voor wit.

Ik verdacht de vorige keren ook Bert een beetje van gebrek aan vechtlust, maar die liet vanavond met zijn KoningsIndiër zien, dat hij die wel degelijk nog steeds bezit . Tegen zijn sterke tegenstander leek hij wel een beetje in de verdediging te worden gedrongen (Thomas kwam met een breed pionnenfront opzetten ), maar bleef uiterst nauwkeurig alles in de gaten houden en Thomas kwam er niet door.

Even kleine anecdote tussendoor: Ik stond bij de schaakolympiade 1954 in de Apollohal in Amsterdam vlak naast een supergrootmeester van toen: De Argentijn Najdorf. Ik vond het prachtig nu zo iemand ook eens zo dichtbij  in het wild te mogen zien. Er kwam iemand aansnellen van de Nederlandse  wedstrijdleiding roepend  “Herr Groszmeister, Herr Groszmeister.”  Belangstellend hoorde ik het gesprek aan. Het ging over een vrouw die voorgesteld moest worden aan Herr Groszmeister. Die wonderlijke situatie ben ik nooit vergeten. Dat verklaart waarom ik die aanduiding als geintje nog geregeld gebruik. Zo sprak ik Peter nog deze avond aan. ‘Hallo Herr Groszmeister’. Hij hoorde het niet geloof ik. Jammer, mislukt geintje.  Maar het betekent verder niks.

Maar nu verder met mijn verslag:

Ik werd verrast met uitvoerig commentaar op de partij door Herr Groszmeister selbst. Die is daar natuurlijk beter in dan ik, dus nu citaten van Herr Thomas.

Toelchting van Herr Groszmeister selbst:

“Het evenwicht werd nergens echt beslissend verbroken. 11 Tb8 was geen theorie meer voor zover ik kan overzien. Misschien geeft 13 dxe5 de spanning in het centrum te snel op.

Broek -Kuijer (12…a6)

 In de slotstelling kan zwart nog a5!? proberen en ondanks het geredueerde materiaal een winstpoginkje? Maar het was al laat.”

  Broek -Kuijer (41.Kd3)

Komodo geeft het ook als suggestie. Met een beetje voordeel.

(Bijv. 41…a5 42.bxa5 Pc5+ 43.Kc2 bxa5 44.Pb3 Pdxe4)

Nog wat onbelangrijk commentaar van uw veteraan:

Ik heb meegemaakt, in de vijftiger jaren,  dat men zo uitgekeken was op het klassieke KonigsIndisch en aanverwanten dat men in de hogere kringen niet anders meer   speelde dan snel g2-g3. Een tegenfianchetto. Dat leidde dan vaak tot wel heel erg langzame, zeer strategische partijen tussen de toch al niet zo woeste kemphanen van die tijd: Botwinnik. Smyslov, en dat type van soort. (Het wachten was op Talj). Daar had op zijn beurt ene jonge Panno genoeg van en die verzon een wat opzienbarend tegenplan.

PannoPc6

6. ….. Pc6 !?  Vreemde zet. Dat vraagt om 7.   d5 en dan speelde hij Pa5!? Hè? Paard aan de rand was toch een ‘schand’? Maar vreemd genoeg hebben alle mogelijkheden om pion c4  te dekken wat bezwaren. b3  maakt de zwarte koningsloper ineens erg dreigend. Pd2 is ook niet de zet die een beetje energieke witspeler in de opening in zijn gedachten heeft. 8. Da4 dan? Dan volgt  …. c5 en dan is en passant slaan ook niet erg wild, want dan volgt gewoon Pa5xc6. Ik had het destijds goed bekeken in Euwe`s Losbladige Schaakberichten, en heb het veel gespeeld. Omdat mijn toenmalige tegenstanders er door van de wijs konden raken, en je al gauw met zwart gelijk spel kreeg en niet die  overstelpende berg theorie van de g3-variant hoefde te leren. Je nam zelf het heft in handen.  Toen ik Bert heel klassiek  6…..Pd7  en 7 …..e5  en 8 ….c 6 zag spelen borrelde het allemaal weer bij me boven. Maar die Panno-variant zal intussen wel weerlegd zijn, dacht ik. Maar een blik op de database leerde me dat het nog steeds bij de echte schakers de meest gespeelde zet is in deze variant. Maar in onze kringen zal het nog steeds niet erg bekend zijn. Misschien een leuk ideetje voor Bert? In de partij van vanavond werd het met die klassieke aanpak inderdaad ook weer een erg langaam, een beetje strategisch gevecht. Waar Thomas in zijn commentaar ook al een beetje op zinspeelde.

Hans tegen Martin was ook spannend. Martin verraste Hans op een Budapest -gambiet. Of Hans dat nog op zijn openingen-studielijstje heeft staan, of dat hij vreesde voor de voorbereiding van Martin weet ik natuurlijk niet, maar de manier waarop hij het aanpakte, zag er weinig imponerend uit. Zwart heeft al direct moeiteloos gelijk spel.

Hans – Martin (2…e5)

3.Lg5?  (Hans)

(3. dxe5!? Pg4  En nu zijn gebruikelijk 4. Lf4   4. Pf3  4. e4  Zelf denk ik dat e4 het beste is. Ik herinner me wel dat Martin daar ook wel wat van weet)

Als gebruikelijk viel Hans met wit aan. Stond volgens het rekentuig lang wel redelijk, maar later op de avond zie je bij hem dan nogal eens de aanval verwateren en begint hij dan te proberen toch ijzer met handen te breken. En dat wil dan wel eens verkeerd uitpakken. Nu dus ook.

Hans – Martin (29…Txd5)

30. h5?  Dit blijkt een storm in een glas water  Pxh5!  31. Dd8+ Df8 32.Dd7

Martin  verdedigde tot het eind toe hardnekkig. En maakte gebruik van insluipende foutjes en won.

Hij schreef: Ik speelde vooral op actieve verdediging. Gelukt en gewonnen!

Voor een niet erg moeilijke hersenfitness:

Han-Martin 36 Dd7

Na 36. Dd8-d7 geeft zwart mat in 4! En dat ziet Martin uiteraard.

Na 36…. Dg5+ gaf wit op.

Nou dat was het dan weer even. Tot volgende week.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.

Verslag ronde 2, 12 sept.22

Er viel veel voor me waar te nemen. Weinig verveling. Alle nieuwe gezichten waren weer aanwezig. Alle leden gaven acte de présence. Behalve Paul die hopelijk van een welverdiende vakantie aan het genieten is.  Een volle speelzaal. Een mooi tafereel. En onze  Oekraiener Fjodor was er ook weer.

2S7A0086?web

En er gebeurden op de borden nogal wat dingen die de moeite van het bekijken waard waren. Opvallende remises. Van Hans tegen Bert,  maar vooral van Matthijs (met zwart!) tegen Sven.

2S7A0092?web

  En leerzame overwiningen van Thomas tegen Martin, van Ron tegen Gerrit in het eindspel. Een leuk eindspel met gelijk materiaal dat Ab van Fjodor won, dankzij de oppositie die zijn koning bezat. Ook leerzaam, maar de heren noteerden hun partij niet, dus ik kan het niet laten zien.

2S7A0092?web

 En Peter liet opnieuw merken dat hij geleerd heeft als het nodig is op zijn handen te gaan zitten. Geen enkele blunder! Ik stond erbij toen hij gewonnen stond, en hield mijn hart vast. Totaal onnodig. Zijn progressie als een lichtend voorbeeld voor Doeke en Nico, die nu goed spel nog wel eens ontsieren met onnodige vergissingen. Maar dat zal ook bij hen wel snel beter worden. Ik zag tot mijn genoegen dat Frank veel tijd stak in de  toelichting achteraf voor zijn tegenstander.

Ik kwam wat later binnen en -omdat ik de beginzetten niet had gezien- dacht tot mijn vreugde een O’kelly-variant van het Siciliaans bij Thomas op het bord te zien  ( 1.e4 c5 2.Pf3 a6!? Met de belangrijkste witte voortzetting 3. c4. (De bedoeling van 2. a6 is o.a. dat na de standaardzetten 3 d4 cxd4  4 Pf3 nu e5 zou kunnen volgen, omdat de beste zet in de Svesnikov (Pb5) nu niet mogelijk is.)

Maar  welnee, het was gewoon een Kan-variant van zwart waartegen Thomas de iets minder gebruikelijke  5. c4 had neergezet en later het nog ongebruikelijker 7.  g3.  En daar had Martin niet van terug.  Derhalve stond wit na zet 9 al mooi. Wat resulteerde in een grappig schijnoffer:

(14…d6)

 15. Pd5!  (… exd5 16.exd5 Da7  17. dxc6 met fraai spel voor wit)

En ook als je het offertje niet aanneemt staat wit superieur.

Bij zet 18 gooit wit er nog een schijnoffertje ( een kwaliteit) tegenaan. Misschien niet eens de beste maar wel meer dan voldoende om je tegenstander de stuipen op het lijf te jagen.

18  Txb6  Dxb6  19. Le7!

Wit blijft voordeel houden, dat wordt uitgebreid, en dan gebeurt er weer iets grappigs ( nou ja, voor de toeschouwer dus, niet zozeer voor Martin)

Heeft zwart met zijn 25. …. Pd7 zijn loper in grote moeilijkheden gebracht?  26. a4!

(26.a4).jpg )

Na de enige zet 26.Le2 volgt 27. g4 en nulijkt de witte loper rijp te zijn voor consumptie, want hij heeft geen vluchtveld meer over. Maar dat lijkt mee te vallen na Martin’s 27. …. Pc5. En omdat wit het nu even niet op zijn sterkst aanpakt lijkt zwart zelfs het evenwicht bijna te kunnen herstellen.

  Zwart bezwijkt voor de verleiding en slaat op a4. Dat blijkt niet goed. Hugo en ik fluisterden in onze waanwijsheid tegen elkaar dat slaan met het paard beter was dan met de loper  (wat Martin deed). Maar slaan met het paard is zelfs nog minder na 31. Pf5 f6  32.Tc6.  Na 30. … La4? Weer een kwaliteitsoffertje. (Nu wel voor de hand liggend. Dat zag ik zelfs.) 31 Txc5 dxc5 gevolgd door Dxa4.  Het lijkt er even op dat zwart nog kansen heeft met een pion meer tegen een ‘grote’ kwaliteit. Maar de vrijpion op d5 rukt op naar d6, en wordt dan levensgevaarlijk en de witte loper krijgt verschrikkelijke mogelijkheden.

Ik kon het slot niet meer zien omdat ik mijn bus moest halen, maar ik dacht dat Thomas dit als eindspel wel ging winnen. Maar het bleek niet zozeer een eindspel te zijn geworden maar een vernietigende aanval.

(39.Dxh7).jpg)

Dit wordt mat in 2. Martin geeft op. Wat een mooie partij!

Boeiend was ook Sven- Matthijs. Verbazingwekkend dat Sven in een vroeg stadium zoveel zwarte invloed toestond, en dat Matthijs dat ook allemaal zag.

Sven – Matthijs (8…Db6)

Dit is ook een waardevol diagram voor Doeko die ik een poosje geleden kapittelde over een vroeg f3.) Ook in deze partij  krijgt wit last van tocht in zijn koningsstelling.

9 Pa4 Da5 10 Pc3 Db6 11 Lf4 Lf2+  en wit koestert wat treurigheid over het verlies van die toch o zo geliefde rochade. Zwart heeft niets te mopperen. Maar profiteert niet genoeg en dus valt vreemd genoeg al gauw de schade voor wit wel mee. En Sven vindt waarschijnlijk dat hij echt vanavond hoort te winnen. Dus hij gaat er eens heel serieus voor zitten. Gebruikt veel tijd! En bij zet 19 denk je ‘Gaat er nu toch een aanvalletje komen?’

Sven – Matthijs (19…Pf7)

Maar dan laat Matthijs zien dat hij echt meetelt tegenwoordig

19 Lc4 Lijkt even logisch, maar is niet sterk, want Matthijs speelt 19…….d5 met kwaliteitswinst.

Dus 20. Le2 maar dan verliest wit na Te8 een pion op e4 en gaat zich in allerlei bochten moeten wringen om dat te voorkomen of te neutraliseren.  Zonder veel  succes.

 na zet 26 …… h5 !! (Alweer een sterke)

Sven – Matthijs (26…h5)

Leuk reeksje   27 Txe4  Txe4 28  Kxe4 Lf5 en dan is wit toch weer een pion kwijt op c2

Sven haalt het beste uit zichzelf naar boven en even lijkt het dat hij met actief spel het toch gaat redden maar ook nu speelt zwart, die natuurlijk met remise best tevreden is, het heel slim verder. Offert pionnen of het niks is, zonder het evenwicht te verstoren.

Sven – Matthijs (36…b4)

  Krijgt zelfs weer grote winstkansen

SvenMatthijs 42a4

Na 42 …. Tc2+  43. Ke3 Txg2  kan Sven vlug naar huis om een  hele nacht wenend wakker te liggen in zijn bedstede.  Maar Matthjjs toont respect voor ons aanstormend talent en na 42   …  h3 stevent hij af op remise. Het is al laat en remise tegen Sven is toch al heerlijk genoeg. Dan kan hij vlug naar huis om nog lang kraaiend van plezier wakker te liggen in zijn bedstede.  Sven is intussen duidelijk aangedaan. Als de heren bij zet 46 remise overeenkomen, staat hij alweer heel erg verloren.

Na Th2+   en daarna  Ta2 blijkt zwart totaal op winst te staan

Even een paar voorbeelden

Logisch dat zwart dat allemaal niet meer in huis had. Hij had al genoeg laten zienl De bedstede lokt.  Dus toch chapeau voor Matthijs.

Ook hoopgevend was de partij van Peter tegen Nico. Hij kreeg wel wat vriendelijke assistentie van zijn tegenstander, maar deed zelf weinig fout. De assistentie van Nico bestond uit zetten doen die hij kort daarop weer moest terugnemen omdat ze niets of te weinig uithaalden. Bijv. 3 De7  en 8 Pg4. En dat kost tijd, waarin je beter andere stukken tot ontwikkeling kan brengen.

Even haperde de concentratie van Peter en daar maakte Nico netjes gebruik van. Waaruit blijkt dat ook hij  aanleg heeft voor ons spelletje.

Peter – Nico (15…Lc5+)

 Hier staat zwart zelfs beter. Alleen moet zijn aanleg nog wat bijgestuurd worden. Want na 16 Le3 volgt dan zo’n misser door het niet lang genoeg alle velden onderzoeken op aanvalsmogelijkheden. Na Dd6? slaat wit gewoon het paard op h5 en dan is het feest eigenlijk al voorbij. Maar de vraag is nog even of ook Peter intussen sterk genoeg is om een stuk meer in winst om te zetten. Ja hoor. Op die speciale Peter-manier, blazend en puffend, ruilt hij verder af, want met een paard meer moet dat eindspel toch eenvoudig te winnen zijn. Maar zover komt het niet, want een 2e echte misser van Nico (niet op Tg3 gelet) geeft Peter de mogelijkheid om het eerder af te sluiten.

Peter – Nico (30…Tf8

31. Pf6!! (Ph6 had ook gekund)Txf6 en met een Toren minder is er natuurlijk voor zwart geen redden meer aan en gaat hij vlug mat

Peter – Nico (33…Kf8)

 34. Dh5! e5 (ach alles is nu mis) 35. Df7 mat

Hulde voor Peter, en een klein huldeblijkje voor Nico, die toch af en toe dingen laat zien die sterk op schaken lijken. Nu die  echte missers nog even weg.

Ron speelt heel geduldig tegen Gerrit. Hij start –alweer- een erg weinig gebruikelijke opening ( 1 b3  en  2. Lb2   en 3. e3  en 4. Lb5 )en die verrast kennelijk Gerrit want hij raakt al gauw een pion achter.  Daarna schuift Ron heel zachtjes verder, maar een echte aanval wil niet lukken, en dus gaat wit na enige tijd over tot afruil van veel stukken, en dan resteert daarna een eindspel met een pion meer, en daarbij heeft zwart dan ook nog een dubbelpion. Gerrit doet mee aan een opgewekte stukkenruil. Misschien dacht Gerrit dat hij dat eindspel misschien wel zou kunnen houden, maar dat is niet terecht. Moeiteloos schuift Ron de stelling naar winst.

Doeko deed het niet slecht tegen het Frans van Frank. Maar zijn 4e zet Ld3 is niet geweldig. Omdat zwart na dxe4 Lxe4 met Pf6 een tempo wint.

 Waarna zwart direct al gelijkspel heeft, wat eigenlijk niet de bedoeling van wit’s extra zet in de opening is. Gebruikelijk is hier 4.e5 of 4. exd5. Die laatste zet heeft het bezwaar dat het minpunt van het Frans- het opgesloten zitten van de dameloper-  door wit zelf al wordt opgelost. Zelf speelde ik daarom hier vroeger vaak 4. Pe2, wat een zet is van Aljechin en soms een gambiet wordt. En soms leuke stellingen oplevert. ( o.a. 4 … dxe4 5. a3 Lxc3 6. Pxc3 Pf6  7. Lg5) En minder bekend bij amateurs is.

Na een iets minder nauwkeurige witte zet 12 (na dameruil cxd3 i.p.v Lxd3) volgt bij zet 14    een ernstige fout

Doeka – Frank (3…Lb4)

14. Tc1 ?? wat stukverlies op e4 betekent na Lxc3.

Dat betekent dus tegen een geroutineerde clubschaker uiteraard nu al verlies van de partij. Doeko doet nog zijn best verder, maakt voorlopig geen grote fouten meer, maar die ene fout bij de 14e zet is al dodelijk. Ook voor hem geldt: hij heeft genoeg in huis, maar moet proberen zulke fouten te voorkomen door nog langer na te denken. Gaat vast lukken. Men leert het meest van partijen die men verliest!

Bert tegen Hans

Als gebruikelijk zet Bert zijn partij erg rustig op. Desondanks krijgt hij, na een fout van Hans een geweldige kans. Die hij mist.

Bert – Hans (11.Pe5)

  11. …. Pg4??  12.Pxd7? [12.e4! Pdxe5 13.dxe5 Lxe5 14.Lxe5 dxe4 15.Lf4 +- ] 12…Dxd7 =

Neemt niet weg  dat hij toch een heel licht voordeeltje krijgt, maar dat niet genoeg vindt. En bij 17 al remise aanbiedt. Dat vindt Hans uiteraard best.

Een mooie schaakavond. Onthutst las ik dat Aris de Heer in de 1e klasse NHSB gaat spelen. Een promotie van de 3e klasse naar de 1e!!? Misschien zal het veel leerzaams opleveren. Dat wel. We hebben tegenwoordig wel een wat betere kernploeg. Maar ja. Wellicht leidt dat op zijn minst op den duur tot nog mooiere schaakavonden dan vanavond al het geval was.

eindcorrectie moet nog plaatsvinden

Laat  toetje

Ik schreef in  het verslag van de openingssimultaan dat ik geen gegevens had over de partij van Thomas. Omdat ik er met mijn kanera niet goed bij kon, en met mijn beperkte schaakverstand ook niet. Thomas was zo verschrikkelijk vriendelijk mij ongevraagd zijn partij toe te sturen. Daarom alsnog een klein laat dessert bij mijn simultaanmaaltijdje. Dat u hopelijk gesmaakt heeft. Kennelijk Thomas wel. Daar werd ik natuurlijk blij van.

Thomas’ notatie (hij was de enige die zijn partij opschreef) bevestigde enkele van mijn vermoedens:

  1. Dat er meer personen zijn dan ondergetekende  die  direct of heel snel e5 het beste antwoord vinden op 1.  c4
  2. Dat niet alleen ik de partij niet meer begreep maar ook Thomas zelf en Martin het niet meer allemaal konden vatten.

Natuurlijk mede  dankzij de belangeloze medewerking van prof. mr dr K. is mij nu duidelijk geworden

  1. Dat Martin lang goed speelde maar zwart vanaf zet 8 zwart nergens bang meer voor hoefde te wezen
  2. Dat  Thomas het initiatief kreeg vanaf zet 15

 15 …. e4!

  • Dat Thomas mooi stond tot zet 17 die ik niet begreep

17. …..  f4 !?

  • Die dus eigenlijk niet zo goed was. Daarna is de stand gelijk. En dat Thomas dat later helemaal niet erg vond want het doel was ‘verwarring teweeg brengen’.  (zei hij me. )
  • Dat pas Martin’s 23e zet een misser was. Daarna staat zwart gewonnen.Maar de verwarring was intussen compleet. Veel zetten zijn op dat moment voor wit desastreus. Vind daar in die korte tijd van een simultaaspeler maar eens de beste.

23. Dh1?

23.De1 Lh4+

23.Df1 Lh4+ 24.Kg1 Lh3 25.Tc2 Pxc3 26.Pxc3 Pxd4 27.f5

23.Dd3 Pxc3 24.Pxc3

  • Thomas verelde dat hij geschrokken was van de zet Pe5, die hem een beetje overviel,  en dat hij een beetje voor de zekerheid en ach nou ja, hij heeft her niet gemakkelijk, maar remise aanbood.  In een volledig gewonnen stelling. Dus dat mijn veronderstelling in mijn verslag juist was dat het ook wel een beetje een sportief gebaar naar Martin was.

Eindcontrole moet nog plaatsvinden

Hersenfitness 60 + Oplossing

Train uw voorstellingsvermogen. Zonder bord en stukken.

Dit probleem stuurde Kees Kerkdijk mij.

Hoe wint wit het gemakkelijkst?

Ik kreeg goede antwoorden van Gerrit,Stefan, Hugo en Paul. Een matvoering is te lang om zonder hulpmiddelen te bedenken. Maar u kunt op uw klompen aanvoelen dat het slecht voor zwart slecht afloopt na 1. Dd3.