Je zou denken dat na zo’n zware vrijdagavond er wel wat
afzeggingen zouden zijn. Maar nee, die overwinning in Limmen bleek juist
stimulerend. Iedereen was er. Dat komt maar zelden voor. En dat terwijl de
griepjes van koters enkele vaders toch
wel nachtrust had gekost.
Ik denk niet dat dat nu zozeer de oorzaak kan zijn van hedenavond
waar te nemen gebrek aan oplettendheid
bij Peter. Weg ineens zijn glanzende
vorm van de laatste weken. Ab deed
echt wel zijn best om hem een nieuwe overwinning te bezorgen. Die verzwakte
onverklaarbaar zijn eigen koningsstelling met 4… f6 en bood hem stukwinst
aan bij zet 9.
10. c3? (10 g4 wint een stuk)
Dat vond Peter erg vriendelijk maar wilde daar geen misbruik
van maken. Voorlopig hield hij toch nog wel een redelijke stelling. Doch bij de 15e
t/m 17e zet blies hij zijn
eigen koningsstelling op en bood zo op
zijn beurt de aldaar binnenvallende Ab een stukwinst aan.
19. c4? Die was minder mild en accepteerde het paard (en
een pion) gretig. … Dg3+ Einde bercht.
Herman was
van zijn zware partij van vrijdag nog
niet geheel hersteld. Door een minder goede openingsbehandeling dan we van Herman
vaak te zien krijgen , kreeg Matthijs
met zwart al spoedig een mooi centrum. En daar wist die wel raad mee. Hij gaf op het bord een lesje over ‘het belang van een
sterk centrum’. Bovendien gaf Herman, waarschijnlijk mede daarom, een paard weg, wat we ook van hem gewend zijn.
Even leek het of onze gezellige veteraan toch met een stuk minder nog wat aanvalskansen wist te creëren, zoals
we dat ook van hem kennen, maar daar
wist Matthijs ook wel raad mee.
Met fraaie zetten timmerde Matthijs dus de valse hoop de
bodem in. Op de 20e zet zette hij wit mat. Een miniatuurtje je dus.
Herman is wel de enige speler van ons clubje die daar wel tegen
kan, en niet direct wenend zijn vriendelijke levensgezellin gaat opzoeken om
getroost te worden. Hij bleef nog lang na om rond te kijken bij drie
resterende interessante potjes.
Zoals bij Gerrit
(wit) tegen Paul. Met verwisseling
van zetten verscheen er een Alapinvariant (met 2. c3) tegen de Siciliaan waar Paul het nu
eens mee wilde proberen. Maar ja dat is zijn lijfopening niet. En tegen een dit
keer behoorlijk sterk, zonder tempoverlies, openende Gerrit kwam hij moeilijk
te staan. Bij zet 11 kreeg die zelfs een
kans om het hem zeer lastig temaken.
Maar ook zonder die kans te benutten bleef de witte stelling
prettig. Bij zet 14 echter kreeg Paul op zijn beurt een mooie kans ( .. Dd3! En 0-0-0 ) die hij op zijn beurt
liet liggen.
Toch kreeg zwart geleidelijk aan wat meer grip op het witte
spel. Dat gebeurt op een manier die wat te subtiel is voor mijn amateurverstand,
en kennelijk ook voor dat van Gerrit. Zwart wint een pion. Ik kan niet meer
nagaan hoe, omdat bij beide spelers de notatie begint te haperen dan wel
onleesbaar wordt en ik er niet bij stond. Ik zie later wel de stelling en meen dat Gerrit misschien nog wel een kans
heeft het toreneindspel met 1 pion minder remise te houden. Maar later zie ik dat
hij misschien op soortgelijke onnavolgbare wijze nog een pion is kwijtgeraakt,
wat de kans op remise wel teniet doet, en ik zie hoe Paul het dan ook tamelijk
gemakkelijk wint.
Bert was
waarschijnlijk een beetje verrast door Martin’s
opzet tegen zijn lijfvariant van het Siciliaans. Martin stond spoedig wat beter. Die vertelde me dat
hij zich wel had voorbereid. Wat natuurlijk kan tegen een lijfvariant. Hij
speelde tamelijk agressief. Maar bij zet 10 toch wat te onvoorzichtig en met
sterke zetten nam zwart het initiatief over. Hierna wordt het een mooi gevecht
met beurtelings wisselen van zwart voordeel en gelijkspel. Het vraagt veel van
beide spelers. En bij zet 19 wordt het Martin te veel en doet hij het fout.
Door 19. Pf3? raakt of de witte toren in de problemen of de
witte loper. Bert kiest niet de scherpste mogelijkheden maar wel de zekerste. Hij
staat intussen 2 pionnen voor en ziet daarna een fraaie mogelijkheid om het
spel te beëindigen. De witte toren op g3
blijkt nog steeds geen mogelijkheden meer te hebben om naar veiliger oorden uit
te wijken. Dit leidt op ingenieuze wijze tot stevig materiaalverlies voor
zwart.
[pgn]
[FEN "3rk2r/1p2bppp/p3pn2/4N3/4Q3/1P4R1/PB4PP/2R4K b k - 0 23"]
23... Nxe4 24. Rxg7 {Er zijn nog steeds weinig goede velden voor die toren} (
24. Re3 $2 Bg5 25. Rxe4 (25. Nc4 b5) 25... Bxc1 26. Bxc1 Rd1+) (24. Rh3 $2 Nf2+
) (24. Rg4 $2 Nf2+) (24. Rd3 $2 Nf2+) (24. Rf3 {dit is dan nog het redelijkst,
maar ook niet voldoende} f6 25. Nc4 b5 26. Ne3 Rd2 27. Rc8+ Bd8 28. Bc1 Rxa2)
24... Bf6 $3 25. Rxf7 (25. Nxf7 $2 Bxg7 26. Bxg7 Kxf7) 25... Bxe5 {nu staan er
twee stukken in} 26. Bxe5 Kxf7 {en zwart staat een toren voor} * [/pgn]
Wit staat
ineens een toren achter.Na 29 zetten geeft hij dan maar op.
Ron wilde eens wat anders en speelde 1 e4. En ja hoor, hij
werd door Frank getrakteerd op Frans. Dat had hij kunnen zien aankomen. (Daarom
speelt hij geen Diemer meer, zegt hij, want dat ontwijkt zwart vaak met Frans.
“En daar heb ik een hekel aan”) Misschien
heeft hij toch nog eens een beetje naar dat verfoeide Frans gekeken. Beiden
speelden in ieder geval toch theoretisch bekende zetten. Ik zag tot mijn
verrassing bij het thans gaande Peace-toernooi met wat verwisseling van
zetten bijna dezelfde zettenreeks bij 2
grootmeesters . Zelcic – Nispeanu nov. 2019 :
1 e4 e6 2 d4 d5 3 Pc3 Lb4 4 e5 c5
5 a3 Lxc3 6 bxc3 Pe7 7 Dg4
Alleen rocheerde zwart hier al en dat stelde Frank uit en
dat was misschien niet zo handig. Na zet
9 … c4
Na 9 .. c4 (0-0?) 10. Lxg6hxg6 kwam hij er niet meer aan toe. Of wilde hij bewust zijn toren op de h-lijn
houden om tegendruk te geven op de aanvalspogingen die wit natuurlijk wilde
gaan ondernemen? Dat deed wit toch wel met enig succes. Wit kwam beter te
staan. Maar door iets te veel voorzichtigheid bij zet 14 g4 verdampte dat even.
Maar bij zet 16,18,19,20,21 missen om beurten beide spelers de beste zetten en
golft de beoordeling van PROF Mr Dr Ir K. alsmaar heen en weer tussen wat voordeel voor
wit en beetje beter voor zwart. Deze fase gaat kennelijk de krachten van onze
beide sterspelers wat te boven. De mijne dus zeker. Uiteindelijk blijkt Ron de
langste adem te hebben. Na zet 22 staat
wit echt veel beter , maar omdat hij nog maar 8 minuten over heeft neemt hij genoegen met remise.
22.
…Dc7
[remise
in betere stelling voor wit, wegens de klok
Maar bijv. :
23.Dh4!? Dc8 24.Dh7 Tg8 25.Pxf7
En dat was dus een best wel een interessante ronde 8.
Hartelijke groet van de wepmeester. Prettig weekend. Tot de volgende ronde.
Na 80 jaar ben ik nog steeds nerveus als ik me naar zo’n ontmoetingscentrum moet begeven, waar hèt wellicht kan gaan plaatsvinden. Wel een beetje optimistische spanning, maar toch. Zou hij wel komen? Of gaan we voor niks? Het weer is niet lelijk. Het is zelfs volle maan. Dus daar zal het niet aan liggen. Maar er is zoveel meer onzekerheid in de wereld dan toen ik vier was. Zou die zwarte Piet wel zwart zijn. En zou iemand van ons groepje makkers hem vanavond misschien toegestopt krijgen? Niet te hopen. In de auto kon zelfs hun wild geraas me niet helemaal gerust krijgen.
Maar ja hoor. Hoera! Hij kwam. Met kadootjes voor bijna
iedereen. Bijna iedereen heel blij. Hadden gekregen wat ze diep in hun hart
hadden gewenst, maar waar ze nog niet echt op hadden durven rekenen. Des te schrijnender
voor die twee die het zakje met wat zout kregen. Schrale troost : Niemand nam
het ze kwalijk. Ze hadden wel in ieder geval erg hun best gedaan. Na het feest
deed iedereen zijn best om ze wat op te beuren. “Je hebt het spel echt wel goed
gespeeld, maar ja het was vanavond echt gewoon te moeilijk. Het stond nu
eenmaal al genoteerd in het Grote Boek, dus dat onheil was gewoon niet af te
wenden.”
Moet wel worden vermeld dat ook vanavond de kadootjes weer erg
ingewikkeld waren ingepakt. De meesten van ons clubje waren met toenemende
wanhoop de hele avond bezig met het
uitpakken. En velen zullen gevreesd hebben dat er tenslotte na al die
inspanning alleen een briefje zou worden gevonden, met een nul erop of soortgelijke ongein.
Alleen Ron bleef
dat bespaard. Na 15 minuten wist die al dat het voor hem een heerlijk avondje
ging worden. Zijn kadootje was eigenlijk nauwelijks ingepakt. Je kon zelfs met
het papier eromheen al zien wat er in zat. Een vol stuk na zet 5!
Maar verder….. Gerrit begon als gewoonlijk weer te
voorzichtig en stuitte daarom al gauw op veel kleverig plakband. En het bleef
maar voortduren. Heel taai allemaal. Taai-taai bijna. En pas na heel veel
geduldig prutsen met nerveus trillende handen kwam laat de surprise op tafel: een
prachtige raadsheer. Bijna antiek. Een aanwinst voor zijn vitrinekast. Een van
de makkers wees me erop dat Gerrit als altijd zulke heel nerveuze fysieke trekjes
vertoonde in zulke situaties. Dat was mij nooit opgevallen. Wel dat hij als een
kind zo blij kan reageren bij ontvangst van zulke kadootjes. Nu dus ook. Maar
hij is te goed opgevoed om hier in aanwezigheid van zoveel beduusd kijkende vreemde speelgenootjes zijn
ons allen bekende schaterlachje te laten klinken Doch een brede glimlach week de
rest van de avond niet meer van zijn gelaat. Begrijpelijk. Hij kon hierna
opgewekt gaan genieten van het gepeuter van anderen.
Bij Martin viel
het ook nog wel mee. Hij pakte het maar weer op zijn Engels aan. En we weten na
al dat Brexit-gedoe dat dat vaak nogal onoverzichtelijk is. Kreeg hij wat, of
kreeg hij niks? En ineens was daar toch wat lekkers. Twee marsepeinen
pionnetjes. Leuk en smakelijk. Hij kon er gelijk van gaan genieten. Zeker toen
zijn tegenstander dat gesnoep niet wilde
aanzien en dus gelijk maar opgaf. Beetje
snel. Maar Martin troostte hem :” Ja, je hebt gelijk, met die twee erbij had ik me vanavond echt wel
weten te verzadigen.”
Jos mocht
vanavond zijn bekende eerder hem geschonken goocheldoos weer gebruiken. Die
heeft daar intussen zoveel trucjes mee
geleerd. Ook hoe je een in ontbijtkoekviezigheid verpakte koning moet bemachtigen. Hij verloor
en passant wat gereedschap. Een pion. Ik
begon te twijfelen. Ja ik zie zijn paardje nog wel heen en weer huppelen. En we weten nu wel dat hij erg handig is met
het resterende gereedschap, maar ja dan is er ineens weer wat weg. Veel
stukkenruil. Dat maakt het uitpakken er niet eenvoudiger op. En hola, daar gaat
nog een pion. Ik vrees dat het toch allemaal vanavond zijn huisje voorbij gaat
rijden. En dan ineens is daar weer zo’n ongelofelijke
truc. Kan hij toch nog een halfje uitpakken? Ja hoor. En zijn tegenstander is
kennelijk net als ik zeer verbijsterd. Die gaat hem van de schrik nog een
handje helpen. Jos komt bij me langs met zijn gebruikelijke vraag: “Hoe staat
het er verder voor?” “ Nee alsjeblieft Jos, je gaat nu echt geen remise
aanbieden. Echt niet!” “Ja maar een overwinning is helemaal niet verdiend!” “Dat
zal best, maar we hebben die punten hard nodig Jos! “ “Hmmmm “ Maar hij krijgt de tijd niet. Zijn
tegenstander steekt zijn hand al uit om hem te feliciteren. O kom er eens kijken! Dat doen er dan velen. Daar ligt hij. Die wat
smoezelig geworden witte koning. Maar toch een heel mooi onverwacht presentje.
Ron maakt het
zich mijns inziens veel te moeilijk. Die blijft mooi in de aanval willen
winnen, maar had gewoon veel stukken kunnen ruilen en dan op zijn sloffen wat minder fraai maar normaal gewoon winnen.
Nu wordt het nog een beetje van zijn bekende steunen, hoofdschudden, en tijd verspillen. Maar uiteraard dat
kadootje van zet 6 gaat niet verloren. En dus wint hij natuurlijk.
Hebben we dan echt Jos z’n punten hard nodig? Toch wel.
Herman doet wat
we van hem verwachten. Heel lang goed spelen, het zijn tegenstander het
behoorlijk lastig maken, en dan toch helaas verliezen. Hij stelt ons niet
teleur. Maar wel voor raadsels. Al zo goed spelen en dan toch iedere keer weer
gaat het mis. Enfin, eens is dat over!
Bert staat twee
pionnen achter. Paul won een stuk,
maar gaf het daarna ook weer weg. We zullen al blij zijn als hij een halfje in zijn schoen
vindt, maar je weet het niet.
En Frank. Waar
die mee bezig is? Hij zit veel in het buitenland. Ook in zijn openingen. Vanavond
naar Sicilië in plaats van naar Frankrijk. Maar om hem nu in de zak naar Spanje
te zien afvoeren. Dat vinden we geen prettige gedachte. Maar het lijkt erop of
dat gaat gebeuren. Zijn koningsstelling is een ruïne. Te veel stukken zijn niet
ontwikkeld. Daar valt vast geen chocolade meer van te maken. Laat staan een
chocoladeletter 1.
Maar dan ineens!
Paul lijkt
eindelijk toch een oplossing te vinden. Zijn tegenstander ziet heel veel, maar
speelt de hele partij al veel te gehaast. En dus af en toe onnauwkeurig. En
soort Limmense versie van Ab. Paul wikkelt ineens vlot de verpakking af. Met
een vol verwachting kloppend hart zien wij het gebeuren. Naar een eindspel met 2 pionnen meer. En dat
is dus toch gewonnen.
Frank worstelt zich een uitweg uit zijn misère.
Rommeldebommel, wat een gestommel. De
tegenstander wordt nu op zijn beurt zelf ingepakt. Met wat fraaie (eindelijk)
eindzetten doemt Frank hem tot bewegingloosheid. En wint! Hij kan nu zijn vanavond zo
verschrikkelijk moeizaam bijeengeraapte pepernoten gaan nuttigen.
Zo die klus is geklaard. Iedereen tevreden.
Maar Bert niet. Die ziet heel knap kans om met twee pionnen achterstand tegen een schijnbaar onaantastbare verdediging toch nog tegenspel te creëren. Het is al elf uur. Hij maakt het spelletje heel heel ingewikkeld. De hele optocht is bijna gepasseerd. De Limmense Pieten zijn al begonnen met afschmincken. Alleen Bert zit er nog. Beide spelers aardig al wat tijdnood. Minstens vijftien kijkers om hen heen. Iedereen denkt na Bert’s magistrale 30e zet dat ook zijn welhaast Lohmanniaanse tovertruc toch nog een schitterend kado zal gaan opleveren. Maar helaas helaas … ! Zijn tegenstander is of een aanstormend talent, of toevallig vanavond in topvorm, of is hij die onbekende hoge schaakpiet die in vermomming is aangetreden, want jasses wat speelt die vent sterk! De hele avond al! Hoezo 200 elo-punten minder! Niks van te merken. Dus die vindt de moeilijkst vindbare oplossingen, ook in tijdnood. Alles ziet die slimme Piet, zich vergissen kan hij blijkbaar niet. Na 32 zetten moet Bert opgeven. Een magistraal optreden, van beiden. En gezien de totaaluitslag is er absoluut geen reden Bert de zwarte Piet toe te spelen. Gelukkig maar. Hij zal het hier al moeilijk genoeg mee hebben.
We kunnen naar huis. Dat was een heerlijk avondje. Zou hij
wel komen? Ja hoor. Hij kwam. Wie of wat? Die voor ons zo noodzakelijke
overwinning!
Wij kunnen zingen en springen en zo blij zijn. Iedereen wil
nog wel even nakaarten. We zij nog lang niet moe, maar ja, we moeten naar ons
bedje toe. Morgen weer een dag.
Bovenstaand relaas schreef ik op zonder nog de surprises op
mijn kamera te hebben uitgepakt, en zonder nog mijn nep-sint (sorry: wepsint)
te hebben geraadpleegd. Gewoon eigen kinderlijke enthousiaste beleving.
Wat de wepsint me thuis nog opleverde gelieve u hieronder
aan te treffen:
Het supersnelle kadootje voor Ron, en hoe het ook simpeler
had gekund, en hoe het toch een mooie aanval werd. Niet moeilijk, maar wel
grappig. Niet zo leuk voor Dirk Aafjes.
Gerrit’s kadootje in nog steeds geen
superleuke stelling
Ron: ‘Jos werd gewoon overspeeld. Na Pxc5
i.p.v. Pxf6 kan hij inpakken. Nu won hij vervolgens alsnog met mazzel. ‘
Ja zo kun je dat ook noemen, maar ik vond het meer toveren. Alsmaar
blijven loeren op tactische mogelijkheden en dat het dan nog lukt ook!
Paul
weet dat kadootjes krijgen leuk is, maar
kadootjes geven ook.
Kadootje krijgen :
Wit speelt 26.
Ph2 ?? ( 26. Dg2! En wit staat nog
steeds heel erg gelijk) 26 .. Tf2 ! wint een stuk. Het paard op h2. Wit
zal dan hopen dat hij dat zwarte paard op zijn beurt ook in het nauw kan
brengen, maar dat kan niet echt.
Ron: ‘De partij van Paul
begreep ik niets van, hij wikkelde wel fraai af toen hij 2 pionnen voor stond.’
Het waren er intussen drie. En de witte piet begrijpt dat hij zonder dame tegen drie pionnen extra echt nergens meer op hoeft te rekenen. En dat weet Paul ook. Vandaar :
40. … Df6! 41. Dg3 Df2 en wegens de dreiging op c2 of b2 moet wit wel ruilen. En hij geeft dus op. Ik vond het sinterklaaspapier van de verpakking wel origineel. Misschien kan Paul het bewaren voor een volgende gelegenheid. Als we volgend jaar tegen sinterklaas weer moeten zwoegen om in de tweede klasse te blijven.
En hoe werd bij Martin hard aan de deur geklopt? Of eigenlijk halfzacht geklopt?
In de stelling na zet 19 staat wit een
fractie beter volgens de wepsint. Dat zal wel komen door die achtergebleven
pion. Klein gebrek geen bezwaar: die dubbelpion van wit. Maar dat gaat pas in
een eindspel een rol spelen. Nu doen ze nog goed werk.
Er dreigt natuurlijk Pa4! Zwart haast
zich om extra dekking met zware stukken voor c6 te gaan regelen. Doch ziet iets
over het hoofd. 19.. Dc7 ??20 Pxd5 Achjee! Die pion op c6 staat gepend! En als hij dan de
penning opheft en na 20. …. Lxd3 21. Dxd3
alsnog slaat op d5 met 21. .. cxd5 gaat die er toch ook weer
af 22. Lxd5 en omdat zwart dan even
later eerst wat moet doen aan de dreiging Tb7 gaat ook de pion op a6 er nog af.
Dat vond zwart wel genoeg.
En dan nu over Frank. Hij en Martin zeiden me na afloop dat Franks stelling niet
zo slecht was als het eruit zag.
Maar hoe lukte het Frank dan toch om zich uit die narigheid los te worstelen. Daarvoor had hij
de volledige medewerking van zijn tegenstander voor nodig. Frank kon lang niet veel meer doen dan
afwachten. Maar dat was voldoende.
Hoe het bij Herman ging, kan ik (alweer) niet
goed bekijken, want ergens gaat het in zijn notatie mis, en meestal kan ik dat
met de notatie van de tegenstander dan wel weer rechtbreien, maar deze
tegenstander had helemaal zijn partij niet genoteerd. Dat mag niet. En zeker
niet in een wedstrijd voor de bond, en daar had Herman tegen kunnen
protesteren. Maar die wist dat niet.
Ik wil Herman wel nog even erop wijzen dat hij het
bekende schijnoffer had kunnen brengen, waarna zwart gelijk tevreden mag zijn
met zijn stelling.
Commentaar van Ron: ‘Jammer dat Herman zijn truc niet speelde die hij geleerd heeft van Jos. Daar was zijn tegenstander vast ingetrapt. Maar Pa4 is geen zet in Italiaans, ik had gewoon Le7 gespeeld (en daarna a6 met dreiging b5). Maar ach Herman deed zijn best.’
En dan heb
ik het lekkerste voor het laatst bewaard. Vroeger begon ik al direct na het
begin van strooiavond aan de marsepein en de chocoladeletters. Maar nu heb ik
gewacht. Nu dus pas het lekkerste. Voor mij althans. Voor Bert
waarschijnlijk minder. Die houdt vast niet van dit soort lekkernijen.
Een
geweigerd damegambiet dat tot en met zet 11 gewoon in de theorie staat. Maar
dat weten deze kemphanen waarschijnlijk niet, hebben ze ook niet nodig, kunnen
ze zelf wel uitvinden. Wit staat een fractietje beter. Dat hoort zo.
Echter bij
zet 17 geeft Bert gewoon een pion weg. Een blundertje. Denk ik. Als het niet zo
is hoor ik het wel. En nog erger, daarna gaat er nog een witte pion van het
bord af. Dramatisch. Nu is er een fors Elo-verschil, dus denk je, nou het is
Bert, dus wellicht weet hij het toch te redden. Maar leuk is anders. Bert gaat
de rest van de avond in diepe concentratie. Hij speelt verder geweldig constant.
Maar helaas zijn tegenstander ook. Toch wordt het bij de 27e zet
heel erg spannend. Bert wint een pion terug. En heeft ineens ook prachtige aanvalkansen!
Wat een prestatie! En daarna wordt het feest. Dat wordt mede veroorzaakt
doordat beide spelers intussen in tijdnood beginnen te geraken. Speel het na!
Het is … nou ja dat zei ik al. De pepernoten vliegen in het rond.
Als we nu nog ergens een puntje pakken
gaan we het ook dit jaar redden in de 2e klasse. Dat moet ergens nog
wel één keertje lukken. Met hulp van de mannen op de reservebank. Wat niet
wegneemt dat ik de nieuwe regeling van de nhsb niet kan toejuichen. Moet je zo’n
team van Purmerend zien. Gemiddelde Elo:
1920. Dat is toch niet leuk meer. En bij de Waagtoren is dat niet veel
anders. Daarbij vergeleken zijn onze BertK2 en Jos en Koen maar kleine jongens.
(Maar o wat zijn we blij met ze.)
Eindcorrectie moet nog volgen
Bord 1 Dirk Aafjes (1465) Ron de Vink (1904) 0 – 1