Na het voltooien van het rapidtoernooi werd
het tijd om aan een nieuwe , echte competitie te beginnen. We misten van de
toppers alleen Paul, die had aangegeven dat hij geacht werd deze avond naast
zijn ehtgenote op de bank te moeten zitten. Tja. Dat zijn natuurlijk redenen
die gerespecteerd dienen te worden. Gevolg was wel dat hij nu door ons wel erg gemist
werd.
Eigenlijk waren er nu maar twee borden waar echte
kruitdamp van omhoog cirkelde.
En o ja, één bord zonder erg veel kruitdamp,
maar waar een hoogst ongebruikelijke en toch wel interessante opening op
verscheen, waar later het spelverloop wat grilligheid vertoonde. Doch waar
uiteindelijk gelukkig de schaker die duidelijk wat verder vooruit kon denken en
het meest geconcentreerd speelde toch wist te winnen.
En dan was er nog een bord waar ik niks mee
kon omdat de daders het verloop niet hadden genoteerd en het eigenlijk al
afgelopen was toen ik mijn rugzak had uitgepakt. Zo’n uitslag dient mijns
inziens door de wedstrijdleider ongeldig te worden verklaard. Maar ja, die was
er dus niet.
Eerst maar die ongebruikelijke maar -naar ik nu pas ontdekte- toch wel interessante opening.
Van Peter-Matthijs.
d4 Pc6
???? Wat is dat voor gekkigheid!?
Het lijkt een beetje op een ook niet
ijzersterke, maar toch wel echte oeroude opening met flink veel theorie, de Aljechin-verdediging
(1. e4 Pf6) maar dan in spiegelbeeld. U begrijpt echter
dat die Aljechin-opening met zo’n naam toch nog wel ergens op moet lijken. Maar deze Matthijs-creatie?? Al op de eerste
zet op tempoverlies aansturen?
Als je zoekt naar een officiële naam voor dit
geval (dat ik van plan was regelrecht naar de vergetelheid te schrijven als
zijnde onzin) ontdek je dat
1. Het toch best wel bestaat.
2. Er minstens vier namen voor in omloop zijn.
(Damepaard-verdediging, Nimzowitsch damepion – verdediging , ( dit om het te
onderscheiden van de de ‘gewonere’ Nimzowitsch-verdediging na 1. e4 (!)
Pc6, Bogoljubow-Mikenas-verdediging ,
en na 1. … Pc6 2 d5 de ‘Bozo-Indische’
verdediging. Ik stel voor om het maar gewoon de Matthijs-verdediging te gaan
noemen. Gemakkelijker te onthouden.)
3. In mijn database staan 3000 (!!) partijen
met zulks. Zoveel nog? Tjonge!
4. Er zijn overgangen gebruikelijk naar enkele wat meer gerespecteerde openingen.
5. Nee, het is geen goede opening. Maar ook
weer niet zo slecht als ik dacht.
Ik wed dat zelfs de beste schakers van AdH nog
nooit zoiets voor hun neus kregen. En zij dus ook nu al zouden moeten beginnen
met nadenken. En dat is dan gelijk de
kracht ervan. Je haalt je tegenspeler direct uit zijn tradities!
Het meest voor de hand ligt nu natuurlijk
2. d5
Wat als volgt verder zou kunnen gaan:
Diagram
(Matthijsopening1)
Maar
dat vond Peter te veel voor de hand liggend. Logisch, je denkt dan aan iets dat
voorbereid is door je tegenstander. En daar hoef je niet zomaar belangeloos aan
mee te werken. Peter verkiest 2. Pf3 En dat is de zet die 60 % van die 3000 andere
witspelers ook speelt. Terecht! En ook Matthijs speelt nu het meest
voorkomende antwoord 2. … d5 Je moet namelijk wel iets gaan
doen aan de dreiging e4. (Zo’n centrum
d4/e4 geef je niet graag in je opening kado!) Dat zou je ook kunnen proberen
met 2. …. Pf6 maar dan wordt d5 wel erg
vervelend omdat het paard niet meer naar e5 kan.
De volgens databases en computers nu beste
voortzetting zou zijn 3 c4
Met wat beter spel voor wit. Peter doet het anders 3 e3 Ook best goed.
Even
nu de eerste 8 zetten:
Matthijs valt wat te woest aan met een te vroeg opgespeelde dame en 1 paard, en dat is een te karige bezetting voor een koningsaanval. Maar Peter reageert te angstig. Zo krijgt Matthijs zelfs wat voordeel. Wat hij ineens weer verspeelt. En heel vreemd, daardoor stort zijn stelling ineens in elkaar:
Matthijs
is ervan geschrokken en komt de tegenslag niet meer te boven. Verzint er nog
wat foutjes bij. Dat Peter nogal in vorm
is de laatste weken blijkt m.i. ook uit de manier waarop hij de volgende
stelling behandelt:
Ik
sta hier bij te kijken en denk: ‘Als hij nu maar ziet dat als die zwarte koning
naar de a-lijn loopt, wit moeite zal moeten gaan doen om dat paard, dat een
tekort aan vluchtvelden heeft, te behouden, en vooral hoe dat dan mogelijk is.’
Nou dat ziet hij. Hij speelt eerst een Toren van f1 naar d1, en gaat dan met de
d-pion lopen en vervolgens met de e-pion. Zo krijgen de torens de ruimte over
de d- en de e-lijn om in actie komen en die kunnen dat paard gaan dekken en/of
een vluchtveld garanderen.
En
zo wordt het een mooie overwinning.
Een
echte rookpluim kringelde omhoog bij het bord van Frank tegen Ron. De
brand was wel weer vrij snel geblust, maar het was wel even spannend. Gelukkig
is thans de vrijwillige brandweer nog niet op instigatie van Brussel
afgeschaft, wat ze van plan zijn! Onze schakers spraken bij zet 13 af, na meer
dan twee uur diep nadenken, toen het al half elf was, en tijdnood ging dreigen,
dat het maar remise moest worden.
Natuurlijk
speelde Ron tegen 1 e4 Siciliaans. Frank haalde een oude liefde van hem uit de
mottenballen: de Grand Prix Attack.
Na 1 e4 c5 2 f4 heeft zwart twee zetten
die hun waarde hebben bewezen. En natuurlijk weet Ron dat: (2
.. e6) of
directer 2 …. d5!?
En nu wordtFrank’s 3 exd5 terecht het meest
gespeeld. ( 3 e5? Isverleidelijk, maar niet goed. Dit
geeft het zwarte koningspaard de gelegenheid om provocerend na e6 via h6 (Lg1
is versperd!) naar het mooie veld f5 te springen. Daar staat hij prachtig. Kan
niet met g4 verjaagd worden wegens Dh4+.
En later wordt dat boud voorkomen met ..
h5 . Zwart staat al wat beter.) 3 … Pf6! (Dxd5 kan ook, maar zwart brengt liever niet
zijn dame te vroeg in het spel) 4 Pc3 (Lb5!?) Pxd5
En òf Frank weet
het hier niet meer, òf hij probeert Ron te verrassen. Maar zijn zet is
eigenlijk niet goed. Ron gaat dat aantonen:
Ron
voelt aan dat hij inmiddels al flink beter staat en wil dat niet vergokken. Dit
wordt dus precizie- gereken. Hij verzinkt in zwaar gepeins. Na lang nadenken ….. mist hij de beste:
8 ….
Tb8? 8. … Pd4! heeft
hij bekeken en verworpen. Hij had zo wat voordeel kunnen vasthouden, maar het
is wel een erg ingewikkelde, diepe variant. Eigenlijk niet zo geschikt voor
gewone stervelingen.
Na 8 … Tb8? Wordt het snel allemaal duidelijker.
De kansen worden ongeveer gelijk en als Ron nog wat onduidelijks probeert,
staat eerder wit weer wat beter.
Ron
geeft dat toe na zet 13.
Goed
zo’n schuimblusser, voordat het te laat is.
Voor
Frank was er nog wel wat brandlucht te creëren, maar dat werd wel een veel te
ingewikkelde stelling voor normale mensen.
Een
andere rookpluim steeg op bij Bert (wit)
tegen Martin.
In
een geweigerd damegambiet dat door Bert erg rustig werd opgezet, ging Martin
iets te hard van stapel. Met een wat vroeg c7-c5 en een niet solide genoeg
pionoffer op b7. Hierna volgt de uitslaande brand. Martin staat met de rug
tegen de muur, Bert mist enkele keren de sterkste, Martin ook. Het is allemaal
wat te ingewikkeld. Maar vanaf zet 10 krijgt Bert echt met een pion meer zijn
geliefde rustige strategische heft in handen en na een wat te optimistische 13e
zet van zwart kan hem eigenlijk niets meer gebeuren.
En
na een foutieve 20e zet van zwart staat er ineens een voor hem
totaal verloren stelling op het bord. Ook erg ingewikkeld, maar dat karweitje
gaat Bert klaren.
Dit was ronde 1. Een ronde die diverse schakers waarschijnlijk diep in de nacht nog flink hebben beziggehouden. En wat die rookpluimen betreft: Ik denk achteraf toch dat het de rooksignalen van de inboorlingen betrof die met elkaar communiceerden : “Hoera, het nieuwe schaakseizoen is weer begonnen!!”
Het zit er weer op. Ons rapid-toernooitje. Weliswaar vrijwel zonder buitengaatse deelneming, maar toch wel gezellig. Jammer dat ook Tjibbe afhaakte. We koesterden even enige hoop. De laatste avond waren we weer geheel onder ons.
Zo te zien werd er de hele avond ongelofelijk diep nagedacht. Ik vraagt me zelfs af of zo’n geweldige inspanning op den duur wel gezond is. Maar duidelijk is dat een aantal van onze betere schakers even willen aantonen dat zij alsnog bovenaan willen eindigen.
Ronde 1
De opvallende
zegetocht van Peter gedurende drie
avonden komt nu helaas toch even vanavond tot een einde. Allereerst maakte Ab een eind aan Peter’s triomftocht. (Maar
uiteindelijk toch nog zeer fraaie eindscore. )
Herman en Matthijs redden het niet tegen Paul en Gerrit. Die gaan er flink tegenaan.
Ron zet met wit Martin behoorlijk onder druk, en met
resultaat. Hij wint. Frank blijft met wit net overeind tegen de na enige tijd enigszins
aanvallende Bert, die tenslotte maar
tevreden is met remise.
Ronde 2
Martin geeft pardoes een stuk weg . Hij zwoegt wat
door. En dan, vindt Matthijs, moet er
iets vriendelijks tegenover staan: Die geeft een dame weg, want Martin geeft
een leuk familieschaak met paard.
Ab zit al gauw in problemen tegen Gerrit. Komt nog een beetje weg met twee pionnen achterstand en kwaliteit. Maar ja, dat is toch hopeloos natuurlijk.
Paul raakt een stuk achter maar heeft grote compensatie omdat Ron zich te hoog acht voor rochade. Dan raakt diens Koning op de tocht, en krijgt Paul toch eeuwig schaak voor elkaar .
Herman verliest zijn rochade en wil gelijk opgeven tegen Frank. Dat praten we uit zijn hoofd. Zijn stelling wordt natuurlijk wel lastig, maar zonder dame spelen is voor Frank ook niet zo eenvoudig. Herman houdt het nog een poosje vol, maar toch wint Frank uiteraard, na verder wat verlies van Herman aan materiaal.
Peter houdt het tegen Bert tot het middenspel redelijk vol, maar dan raakt hij in de complicaties de weg kwijt. Tenslotte gaat hij er aan onderdoor door verlies en gebrek aan voldoende materiaal.
Derde ronde
Tegen Ron heeft Herman al gauw last van tocht voor de
koning aan beide kanten. Waar nu te rocheren? En ook twee pionnen achter. Als Herman
de korte rochade heeft gekozen gaat Ron over tot aanval. Met succes.
Bert stelde zich degelijk met zwart op in de Siciliaan tegen Gerrit. Het gaat nu om plaats 2 en 3 in de eindstand. Gerrit speelde tot hier een heel goed toernooi. Maar nu gaat het langzaam een beetje mis. Hij raakt een kwaliteit achter. Dat levert voor Bert een gemakkelijk te spelen eindspel op. En die wint dat vrij gemakkelijk.
Verrassing in de laatste ronde: Paul komt benauwd te staan tegen Matthijs. Raakt rochade kwijt. Een akelig paard op d6, midden in
zijn stelling, verlamt hem. Op het moment dat Matthijs lijkt Paul te gaan
overlopen, maakt Matthijs een foutje. Dan verdampt zijn aanval een beetje, en
knokt Paul zich eruit. Hij speelt om het lastige paard heen. En gaat zelf ten aanval. De stelling blijft erg
ingewikkeld maar daarin is Paul uiteindelijk slagvaardiger.
Peter raakt een stuk achter tegen Frank, maar heeft er twee pionnen voor en vooral stevig druk op de niet gerocheerde zwarte koning. Waarschijnlijk mist hij ergens de sterkste voortzetting, en dan worstelt Frank zich er tenslotte uit en staat al gauw twee stukken voor. Dat wordt te veel. Peter gaat tenslotte mat. Peter stelt wel tevreden vast dat het hem wel een poos lukte Frank het zweet op zijn voorhoofd te bezorgen.
Ab rocheert lang
met wit. Staat niet echt slecht. Maar de zelf kort gerocheerde Martin begint op Ab’s koning een
alles-of-niets aanval. Lijkt gevaarlijk, maar toch. In zo’n stelling is het
nodig dat wit zelf aan de andere zijde aanvalt. Dat lukt Ab niet. Hij lijkt het
toch nog even vol te houden, maar als dan de witte koning alle beschermende
pionnen kwijt is en compleet in zijn blootje staat, dan gaat hij mat.
Dusdoende een interessante laatste avond. Ron alweer winnaar. Bert die na de eerste avond op de laatste plaats stond, heeft dat even drastisch gecorrigeerd. Gerrit en Peter op knappe posities. Frank ook, gezien één avond verhindering. Martin en Paul wat onder hun niveau.