Alle berichten van Eddy Saraber

Ronde 13, verslag

Veel sterke schakers ontbraken. Ik bleef ook niet lang. Wegens voorspelde gladheid besloot ik met Ab maar mee terug te rijden. Als ik val zitten jullie vast een poos zonder wepmeester. Maar gladheid bleek pas de volgende morgen lastig.

Ab was natuurlijk weer het eerste klaar. Een kansloze nederlaag tegen Marc. Dus ik vertrok al om 21.45. Toen had Bert al gewonnen van Mink. Ik had het idee dat Ron er naar zijn smaak niet  gezellig genoeg  bij stond.

  Frank – Ron (12…De7)

en dat Chris lang stand hield tegen Martin, maar dat die wel een gevaarlijk initiatief had.

  Chris – Martin (21…h5)

Zal wel zien of het klopt als ik hun partijen morgen binnen krijg. Meer partijen waren er niet, omdat Gerrit toch niet kwam (gladheid?) en dus Ivar kans zag mij te strikken om toch maar zeer tegen mijn zin een  vluggertje te sparren. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om na zijn heel zwak begin ( ik liet hem 2x terugzetten) de vluggerjesopzet te vergeten en heel goed te gaan nadenken en zo ondergetekende te laten merken dat die niet voor niets met het echte schaak gestopt is. Na een aantal misgrepen (voor een flink naar de 90 opschietende mens met bijbehorende concentratieproblemen normaal), moest ik met veel zelfhaat een nederlaag erkennen. Ik was best wel onder de indruk van wat Ivar al ziet. Mijn pogingen om hem in de war te maken met niet echt sterke, maar wel ingewikkelde agressieve voortzettingen faalden. Dat wordt best nog wat met die knaap.  Nu nog laag op onze ranglijst, maar dat gaat wel veranderen. Daar kunnen we nog plezier van hebben!

Mink deed het wel een poosje redelijk tegen onze ex-kampioen (veelvuldig!). Hoewel het al op de 3e zet zonder compensatie opgeven van het witte loperpaar een geroutineerde KI-speler natuurlijk niet kan verontrusten. Dus zwart heeft al direct gelijk spel.

Mink - Bert (4.Lxf6 ).jpg 

Dan besluit Mink lang te rocheren en met de g- en h-pion te gaan aanvallen. Daar blijkt alweer uit dat hij aanleg heeft voor ons spelletje. Zelf bedacht, denk ik, want veel theorie zal hij nog wel niet paraat hebben.

  Mink – Bert (16…Dc7)

Dat worden altijd mooie stellingen: wit valt aan over de g- en h-lijn en zwart over de a- en b-lijn. Wie komt het eerst? Ik vrees dat dat hier zwart gaat worden. Zeker als Mink niet de beste doet bij zet 17.  b3 . Dat maakt de witte koningsstelling kwetsbaarder, en verhoogt de kracht van de sluipmoordenaar op g7!

Het duurt even, maar nadat zwart zijn veelbelovende tegenstander gedwongen heeft een stuk te offeren, speelt die loper een belangrijke rol bij het gehakt maken van de restanten.

  Mink – Bert (37…Lc3+)

Uiteindelijk beslissen de inmiddels  vrije a- en b- pion  de partij definitief. Geen schande, en leerzaam voor Mink.

Ab was niet opgewassen tegen de kennis en ervaring van Marc. Die het Engels verkoos. Gek genoeg bedacht Ab zelf eerst best goede openingszetten.

  Marc – Ab (7.Db3)

Rond zet 7 gaat het een beetje mis. Hij gaat wat al te voortvarend te werk met centrumpionnen.  Meestal prima idee, maar niet als je inmiddels een achterstand in ontwikkeling hebt opgelopen. Die pionnen worden kwetsbaar.

  Marc – Ab (8…f5)

Hij verliest daar in het centrum na Ph3 en Pf4 een pion op d5 en later nog 1 op e4.

Daarna hoef je tegen Marc niet te rekenen op ernstige vergissingen zijnerzijds. Dus die schuift het rustig uit. Als hij inmiddels 3 pionnen voor staat volgt er nog een grappig kwaliteitsoffertje.

  Marc – Ab (31…a6)

32. Tc6+! , Pxc6 33. dxc6 en promotie van een der pionnen tot Dame is niet meer te verhinderen.

Thuis werd me de volgende dag duidelijk dat inderdaad na mijn vertrek Martin gewonnen had. En dat dat inderdaad niet vanzelf ging.

Maar het initiatief leidde weliswaar niet tot een doorslaande mataanval, maar wel tot winst van 2 pionnen. En dat was ook genoeg!

  Chris – Martin (24…Dxc3)

Martin:

‘ Mijn complimenten voor Chris. Lang en zorgvuldig verdedigd. Hij had zelfs kans om een stuk te winnen op zet 14.   (Eddy: nou ja, op zijn best een kwaliteit! Ook mooi )

  Chris – Martin (13…Pxe5)

14. f4! Dxg2+ 15. Dxg2 Lxg2

Hij heeft lang zorgvuldig verdedigd en het was ook lang niet duidelijk of mijn aanval zou doorslaan.

Echter de eindvariant is wel mooi, uiteindelijk een soort dammen met gedwongen zetten waar alle stukken met schaak van het bord verdwijnen.

Chris gaat zeker nog mooie partijen winnen!’

Commentaar van Ron:

‘Het werd weer eens een leuke partij tegen Frank. Martin gaf later aan dat hijzelf niet zo gecharmeerd is van die variant met Db3 en ik begrijp wel waarom.

  Frank – Ron (6.Db3)

Ik zag hem overigens regulier winnen tegen Chris, net zoals Bert tegen Mink en Marc tegen Ab.
De variant met c6 heb ik zelf nooit eerder zo gespeeld, had er wel eens naar gekeken en als wit was ik daar nooit zo blij mee.
Frank koos dus voor de aanval op pion d5. Die mag hij in veel varianten van mij gewoon hebben.

 Frank – Ron (6…e4)

Ik wist wel dat er varianten mogelijk zijn met 6…, Le6 en Pc6 (objectief de beste), maar niet meer helemaal precies het vervolg. Daarom zocht ik naar iets anders. 6…, d4 leek mij niet goed, maar 6…, e4 wel interessant. Dit blijkt ook eerder te zijn gespeeld. Op 7. f3 was ik nemen of Pc6 van plan (beiden goed), maar 7. d3 is natuurlijk meest logisch. Ik zag dat dit mogelijkheden gaf met Lb4 schaak en de meer opener stelling niet ongunstig hoefde te zijn. Na 7…., exd3 moest ik nog wel vooruit berekenen wat te doen op 8. Lg5. De complicaties na 8…, d4. 9. Pd5, Pc6! leken me echter best leuk.

Zowel Frank als mij kostte dit alles echter wel behoorlijk veel tijd.

8. Pxd5, Pxd5. 9. Lxd5, Lb4+! was nu beste voor wit, maar zie dat maar eens. Ik begrijp wel dat Frank meer veilig voor 8. exd3 koos. Nu moest ik weer kiezen.

  Frank – Ron (8.exd3)

8…, Pc6! lijkt toch beter dan d4. Tijd om meer te ontwikkelen. Op 9. Pxd5 zag ik immers 9…, Lc5 met actief spel en mogelijk kan ik ook nemen op d5 gevolgd door Lb4+.
Pas nu gaat Frank met 9. Pge2 echt in de fout (veel beter gewoon Pf3).

Diagram na 9… d4

Na 9…, d4 staat hij nu veel slechter.

Diagram na 12Kf1

12 ….. De7

12…., O-O van mij was echter veel beter geweest. Slaan op c6 en daarna b4 werkt dan niet vanwege een tactische truc.
Toen hij vervolgens op c6 sloeg, kreeg ik een wereldstelling en aanval.

 Frank – Ron (13…0-0)

14. Lxc6

   Frank – Ron (17.Le3)

I.p.v. 17…, Tfd8 was 17….,Df6 nog veel sterker. Maar ik blijf winnend staan. De loper op b7 is vreselijk.

Vergeefse expeditie

Hagel en sneeuw, het deerde ons niet. (Mijn vrouw was mee om op me te passen). Kom je aan in Wijk aan Zee, blijk je tegenwoordig ook als bezoeker een ticket op je telefoon te moeten hebben staan. Wisten wij veel!?Heel gedoe om dat alsnog voor elkaar te krijgen. Kost tijd. Ben ik nu nog wel op tijd bij de balie om foto’s te maken van  die genieën die daar bivakkeren in de masters- en de challengersgroep? Kan ik daar nog wel een plek vinden tussen al die zich reeds geïnstalleerd hebbende schaakfanaten. Ja, is best lastig als je een loodzware fototas op je rug hebt (2 camera’s en een heel zware lange telelens) en een ouwemannenstok in je hand. Maar het lukt. Uitpakken die tas, telelens opschroeven, aan de praat brengen, richten, prooi uitzoeken, schieten maar. Wat krijgen we nu? Stik !!! Wat is dat nu weer?  Hangt er tegenwoordig over de volle breedte van de zaal een dik plastic gordijn, dat de genieën afschermt van het klootjesvolk! Barst! Voor mij al moeilijk om er een beetje doorheen te kijken, laat staan voor mijn kiekdoos.  Kan ik nu nog wat? Ik weet uit de tijd dat ik mijn dierenportretten in dierentuinen maakte dat er een truc is om die beesten achter een hekwerk  zelfs gaaf te kunnen vereeuwigen. Maar achter dik plastic, dat ook nog licht spiegelt? Dat wordt echt niks. Knudde dus. Zware expeditie mislukt! Ga maar naar huis. Gelukkig zit onze Thomas vòòr het plastic en niet erachter. (Nog wel. Als hij zijn groep even wint, misschien volgend jaar ook.) Hem even kieken en naar huis. Misschien hagelt het niet meer.

Ik heb tegen beter weten in nog wat geprobeerd, en er nog veel kunst-en vliegwerk op toegepast, maar ik schaam wel voor de resultaten. Al die vorige jaren vaak met prachtige resultaten thuisgekomen, maar dit …. ? Knoeiwerk!

Nou ja, ik zal er toch nog een paar  uitkiezen die wel slecht zijn, maar het minst slecht. Sorry, sorry.


Saleh Salem, Verenigde Arabische Emiraten, rating 2630, GM,
Geb. 1993    Speelde remise tegen Nieman (!!!!), (USA)

Divja Deshmukh, India, rating 2420,
Geb. 2005         Won haar partij tegen Santos, (SP)

Max Warmerdam, rating 2625, Ndl.Kampioen in 2021 ,
Geb. 2000, speelde remise tegen Firouzja  (Fra)

Ding Liren, China,  rating 2720,   wereldkampioen 2022
Geb 1992,   won van Gukesh (IND)

En daar was hij weer.

Thomas Broek,  rating 2054 kampioen van Aris de heer, speelde remise tegen Seghers

Zou er niet toch nog iets leuks inzitten?

Komt daar die vent met die camera weer aan?

Nou dat  was het dan maar weer. Zal wel voor het laatst zijn. We doen het er maar mee.

Een goed begin

van 2024. Dat was duidelijk het geval. De goede wensen waren niet van de lucht in ons kleine maar gezellige zaaltje. De stemming was waarneembaar opgewekt: Lekker eindelijk weer eens een potje schaken, na dat wekenlang gedoe met vrienden en familie. Dan gaan die oliebollen toch tegenstaan.

En toen ik even vergeten was dat ik mijn lawaaiige mond  dien te houden en Ivar  schaakles wilde geven, werd er niet eens boos naar me gekeken maar vriendelijk corrigerend geglimlacht. Ja, een goed begin.

 Martin – Thomas (6…d6)

Een  goed begin is het halve werk. Dat was overal te zien, maar het meest bij Martin, bij Ivar en bij Ron. Maar bij Martin bleef het daarbij. Want in de Svesnikov tegen Thomas was zijn theoretische kennis kennelijk op bij zet 7.

Martin – Thomas (6…d6)

Hij speelde 7. Le2, in plaats van het gebruikelijke 7. Lg5 of 7. Pd5  Dat Le2 leek mij nog niet eens zo gek, misschien een leuk nieuwtje waar supergrootmeesters iets aan zouden kunnen hebben? Bedacht door een eenvoudige amateur in Holland. Maar waarvan Thomas rustig ging aantonen dat dat toch echt niet de allerbeste was. Hij kreeg gelijk ongeveer gelijkspel, en na een gewaagde poging van wit om toch ook wat in de melk te brokken te krijgen.

  Martin – Thomas (15.g4 )

15. g4? (15. Pc2!)? kreeg Thomas voordeel en rond zet 19

19 …. Lxa2 Hierna ging hij tot de aanval over en toonde aan dat een goed einde het hele werk is. Met een combinatie van 5 zetten diep. Mooi hoor.

Voor een deskundiger kijk van Thomas zelf, zie verderop.

En bij Ivar volgde op een redelijk goed begin ook nog een goed middenspel. Maar toen hij iets verder was dan de helft van het spel, een stuk voor en totaal gewonnen stond,

 IvarMink 15 … Le7?

15 ….Le7??? (stukverlies voor zwart 15. .. Dxg5 stukwinst voor zwart) 16. Lxe7 begon hij te knoeien en zag kans zijn voordeel volledig te verprutsen.  Een goed begin, en goed midden, maar slecht einde. Tot zijn troost moge dienen dat menig meer ervaren schaker ook de neiging vertoont te zorgeloos te worden  als hij gewonnen staat. Was het Bronstein die ooit zei: ‘Het moeilijkste bij een schaakspel is een gewonnen stelling ook te winnen’?  Misschien speelde bij Ivar ook mee dat hij minder tijd over had dan  Mink. Enfin, hij zal ervan geleerd hebben dat je kritisch je zetten moet blijven bekijken als je op winst  staat. Ik vond het trouwens zeer opvallend hoe snel en gemakkelijk Mink de mogelijkheden zag die hem toch nog werden geboden.

  Ivar – Mink (22…Tab8)

23. a3 ??  Pxa5  stuk teruggewonnen. Omdat b4 ‘gepend’ staat. Als die pion terugneemt verliest wit een Toren op b1! (2 keer aangevallen, 1x gedekt) Mink moet dit al eerder heb gezien en erop aangestuurd! Best knap!

Daarna een opmars van een vrijpion (Wat niet dodelijk had hoeven zijn. Maar Ivar liet zijn paard weglokken en toen was promotie tot Dame niet te voorkomen.)

 Ivar – Mink (34…Pxd4)

35. h4??  (Pa2!!) Pe2+   !!!  Een weglok-offer! Knap hoor.  (Toen ik zo oud was als Mink had ik dat vast niet gezien! ) 36.Pxe2  a2  en die wordt een Dame!   En later ook slim dat afronden met een matje. Toen ik thuis hun partij op de computer zette, viel me op hoe netjes ze de partij hadden genoteerd. En dat voor de eerste keer! Ik hoefde vrijwel nergens zelf te puzzelen. En toch ook hoe aardig die knullen al zitten  te schaken. Wel aan beide zijden enkele forse, vreemde vergissingen  in verder goed spel.  Maar dat wordt natuurlijk het komende jaar wel beter. Van je blunders leer je het meest!

Mink wilde Skandinavisch, maar daar had Ivar geen zin in. Toch kun je beter op d5 slaan omdat dan zwart moet kiezen: of een opening waarin eigenlijk de zwarte Dame te vroeg wordt gespeeld. Die krijgt er dus last van gemakkelijk opgejaagd te kunnen worden. Of je kunt er een gambiet van maken met 2. .. , Pf6

  IvarMink 2 ….  d5

2. Pc3 ( beter exd5) dxe4 (beter 2… d4)

Beter 2. exd5 Dxd5  ( 2. .. Pf6 is een aardig gambiet)3. Pc3 Da5 4. d4

Bovenstaande schreef ik natuurlijk niet voor de wat oudere leden van onze clubje! Die weten dat wel. Maar speciaal voor onze talentvolle jongsten!

Mink heeft door dat hij ondanks een stuk achter gestaan te hebben toch gaat winnen. Hij is handenwrijvend in zijn sas.

Ron had weinig moeite met Ab. Die tegenwoordig de volgende opbouw ambieert: eerst heel defensief een drie rijen-opstelling en dan later wel verder zien. Hij gaf Ron een volledig centrum cadeau. En dat kan natuurlijk niet goed zijn.

  Ab – Ron (9…Dd7)

Rustig bouwde Ron zijn voordeel uit, creëerde een koningsaanval en dat leidde al snel tot winst.

  Ab – Ron (21.Pa2)

21. .. Pg4!   Waar moet die aangevallen Dame heen? Op de g-lijn is Th2+ dodelijk. Naar e1? Ook dan is het voor zwart niet moeilijk om zijn aanval voort te zetten. Ab vond het niet nodig om zich dat te laten aantonen en gaf op.  Bijna een miniatuurtje!

Marc had het niet moeilijk tegen Chris. In de  Caro-Kann (1. e4 c6) weet Chris het bij zet 2 al niet meer.

want hij doet 2. Lc4 waar2. d4gebruikelijk is, en na 2…. d5 volgt nu zijn 3 Lb3? i.p.v exd5 en dan is hij al een pion kwijt.

Daarna bouwt Marc rustig aan een aanval op de witte koning. Na een afgedwongen 10. g3 volgt een lesje  over het bezwaar ervan als je geen loper op g2 hebt (gatenkaas), want die staat nu op de verkeerde flank en kan niet komen helpen.

  Chris – Marc (12…Lf3)

Dreigt Dh3 en mat. Niets helpt daartegen. Zelfs het gespeelde 13. h4 niet. 13. .. Dg4 14.Kh2 (Pf4 Lxf4!) Dxh4! (g3 staat gepend door Lc7) Dit is dus echt een miniatuurtje!

Voor een deskundiger kijk op deze partij zie verderop.

Bij Bert tegen Hugo speelden beiden hun favoriete opening,  en dat leidde tot een  grappige spiegelbeeldige stelling.

  BertHugo (8.c3)

Ik kreeg de indruk dat Bert de hele partij op zoek was naar aanknopingspunten voor wat aanval. Maar dat dat niet echt wilde lukken. Ik keek ernaar, en zocht, en zag het ook niet. En zag wel dat Hugo lang tevreden was met defensieve zetten. Logisch als je het tegen Bert moet opnemen.

Toen ik weg moest om de bus te halen meende ik dat dat vast in remise ging eindigen. En dat bleek de volgende dag inderdaad het geval te zijn. Ik dacht ook dat er niet veel echt opwindends was gebeurd. Wel grappig het eindeloos aantal afwachtende zetten (‘wanneer doet hij nou eindelijk eens iets foutiefs?’), vooral heel heel veel paardzetten. Wederzijds trouwens. Maar de volgende dag bleek de computer wel iets gezien te hebben, en Bert zelf ook achteraf. 

Bert:

Hierbij mijn partij.
Ik kwam langzamerhand wel wat beter te staan maar echt veel was er niet aan de hand.
Tot ik op zet 31 niet zag dat ik een stuk kon winnen met Db3 schaakgevolgd door c4.

  Hugo – Bert (30…Lb5)

31. Da2+? (Db3+!)

Daarna stond ik nog steeds iets beter maar ik zag niet hoe ik voortgang kon boeken. Op zet 40 gaf ik toen zomaar een pion weg en daarna had ik geluk dat ik nog een soort vesting had en Hugo nog maar weinig tijd had op de klok. Toen besloten we tot remise.

  Hugo – Bert (53.Le1)

Nu nog wat andere deskundiger informatie :

Marc:

Chris van de Steen – Marc Holla 

1.e2-e4 c7-c6 2.Lf1-c4 d7-d5 3.Lc4-b3 d5xe4 4.Pb1-c3 

 De witte openingsvariant is zo slecht nog niet. Een fan is Simon Williams, en zelfs Magnus Carlsen heeft dit wel gespeeld met wit. Voor de pion heeft wit een geweldige loper op b3 en als zwart het niet kent dan kan het snel mis gaan. Bijvoorbeeld: 1.e4 c6 2.Lc4 d5 3.Lb3 de4:

4.Dh5 (gebruikelijker dan het door Chris gespeelde 4.Pc3, en waarschijnlijk ook beter) g6 (4..e6 5.Pc3 Pf6 6.Dh4) 5.Dh4 Pf6 6.Pc3 Lf5 7.f3 ef3: 8.Pf3: Lg7 9.d4 0-0 10.Lh6 Pbd7 11.0-0 Pb6 12.Pg5 Pbd5 13.g4 Lg4: 14.Pd5: cd5: 15.Lg7: Kg7: 16.Tf6: Kf6: 17.Te1 Lh5 18.Pe6 Kf5 19.Dg5X. )

Het probleem is alleen dat dit soort varianten met vroege agressie, zoals 2.Lc4 en 4.Dh5, wel leuk zijn om te spelen, maar eigenlijk niet goed KUNNEN zijn. Zwart heeft immers nog niets verkeerd gedaan.  

 Wat de partij tegen Chris goed laat zien is dat wit de zwarte pion op e4 niet met rust mag laten. Desnoods moet wit er met d3 of f3 een echt gambiet van maken, maar de indringer in het witte kamp blokkeert de witte stukken te veel (ruimte als een van de drie elementen: time, space, harmony).  

4..Pg8-f6 5.Pg1-e2 Lc8-g4

Tijdens de partij had ik hier geen twijfel over, maar bij nader inzien denk ik niet dat Lg4 het beste is. Wit kan namelijk met nuttige zetten (en dus zonder tijdverlies) met een later De1 en Pg3 uit de penning stappen en druk zetten op e4. Een alternatief is 5..Lf5, of misschien nog beter 5..Pb8-a6-c5 en a5. 

6.a2-a3 e7-e6 7.0-0 Lf8-d6 8.Lb3-a2 Ld6-c7 9.b2-b4 (9.De1) Dd8-d6 10.g2-g3 Dd6-e5 11.Ta1-b1 De5-h5 12.d2-d3 Lg4-f3 13.h2-h4 Dh5-g4 14.Kg1-h2 Dg4xh4 0-1. 

Belangstelling voor een mooie aanval!

Thomas:

Tegen Martin had ik al eerder een Sveshnikov gespeeld, waarin ik een pion offerde en daar aanvankelijk onvoldoende compensatie voor kreeg. Op de 7e zet zijn zetten als 7. Lg5 en 7. Pd5 gebruikelijker maar 7. Le2 kost al vrijwel geforceerd een pion.

  Martin – Thomas (6…d6)

Toch ben ik in diverse databases de zet wel tegengekomen. Wit kon de pion wel terugwinnen via 15. g4 maar op zet 17 was het door Martin gespeelde 17. Le3 niet meer terug te vinden.

  Martin – Thomas (16…0-0)

Er was wel eens 17. h4 gespeeld en na 17.. Pe7 verloor wit snel. Analyse This/ Stockfish vindt de zet van Martin ook beter. Het staat dan ongeveer -2 terwijl het na 17. h4 ongeveer -3 staat. Toch is dit misschien ook weer zo’n voorbeeld van een “menselijke” keuze die wellicht meer praktische kansen biedt!

  Martin – Thomas (17…Pe7)

Dit zelfde apparaat vindt overigens direct 18. 0-0-0 beter dan eerst ruilen op e7 0p 18. Pxd5 dient dan 19. Txd5 gespeeld te worden en nu niet de kwaliteit winnen maar 19. b4. Geen zetten waar voor mij enige logica in zit, maar daar loop ik wel vaker tegen aan.
Gelukkig was met de zetten die ik speelde, ook niet veel mis al had ik continu het gevoel tegen iemand als Martin tegen een onverwachte “schwindel” aan te kunnen lopen! De wijze waarop hij enige tijd geleden knap tegen Hugo wegkwam is daar een goed voorbeeld van

  Martin – Thomas (21.b3)


21. b3 om te proberen de zwarte loper op a2 op te sluiten is verleidelijk, maar gooit toch de boel te veel open. Het moest wel secuur berekend worden maar na a5 is 23.. a4 in ieder geval voldoende om de loper te redden en lijnen rond de witte koning te openen.

  Martin – Thomas (22…a4)

Wit hield het nog een beetje dicht maar de druk werd op zijn stelling werd wel steeds groter. Relatief het beste was nog 25. c4 geweest, maar ook dan heeft zwart groot voordeel. Na de doorbraak in het centrum was er geen houden meer aan ( Eddy: zie hierboven)  en begon ik het nieuwe jaar met een partij waar ik wel tevreden over ben, zeker tegen een van de topspelers van Aris de Heer.

Dit was het dan weer. Ik wens u een goed begin! Nee, ik wens u meer,

(Eindcorrectie moet nog plaatsvinden)

Ronde 10, verslag

Over vrijdag een verslag, over maandag een verslag. Omdat ik wil voorkomen dat ik bezwijk onder de last van  schaakvrijwilligerswerk  dit keer misschien maar wat korter.

Veel grappigs vanavond voor de onpartijdige toeschouwer. Hugo die bewonderenswaardig een beetje overeind bleef tegen Thonas. Tot hij pardoes een toren weg gaf. Ron die Martin in de tang had en een mooie zet zag die zijn winst misschien wel  zou bewerkstelligen. En toen iets te gulzig in het vervolg toehapte, waarna Martin hem een fraaie matcombinatie voortoverde. Prachtig. Gerrit die in vroeg  stadium een pion weggaf en daarna het Bert toch knap lastig bleef maken, zelfs later een pion terugwon, maar daarna toch onder het geweld van oprukkende pionnen bezweek. Hans die Mink op een ’Albins tegengambiet’ tracteerde. Een zeldzaamheid bij Aris de Heer.  Daar kon Mink  bij gebrek aan theoretische achtergrond geen echte chocola van maken.  Ivar die tegen Chris van der Steen ook door een gebrekkige openingsbehandeling  eigenlijk al gauw met de rug tegen de muur stond, en verloor. Peter die al vroeg een stuk verloor tegen Marc. Nu eens niet door een blunder maar omdat Marc nu eenmaal nog meer  zetten diep kan rekenen.

Een en ander hieronder toegelicht:

Het Albins tegengambiet van Hans tegen Mink:

Mick - Hans (2.c4).jpg 

2 …. e5 !?

Hieronder wat de theorie zegt:

Mink doet het op zijn eigen manier:

Mink – Hans (2.c4)

2. ..  e5 3. cxd5 Dxd5  4. e3 exd4  5.exd4

 Mink-Nahs exd4

En wit heeft geen voordeel bereikt in de opening. Wat men wit toch eigenlijk wel de bedoeling is. Zwart speelde hier Lb4+  en Pc6 . Wit krijgt wat last met een geïsoleerde d4- pion. Hoewel er nog niet erg veel aan de hand is speelt het voor zwart toch gemakkelijker. Als wit dan zich ook nog laat opknappen met een geïsoleerde dubbelpion in een verwoeste koningsstelling gaat Hans rustig in de aanval. Mink heeft dan niets meer in te brengen. Alles door een verkeerde aanpak in de opening!

Het verlies van een stuk. Maar geen blunder. Bij Peter-Marc.

Peter – arc (5…d4)

6. Pxe5  Best moedig. Maar Marc kijkt dieper:

6. .. Lxe2 7. Pxe2 Da5+!! 8. Dd2 Dxe5 wint een stuk

 Peter – Marc (8…Dxe5)

De gebrekige openingsbehandeling van Ivar tegen Chris:

  2S7A1302WEB

(Plaatje groter? Tik erop.)

Wit heeft g3 gespeeld. Maar dan hoort je koningsloper naar g2. Anders heb je je koningsstelling verzwakt. En je koningsloper hoort zeker niet op d3, voordat de d-pion naar d4 is gespeeld. Nu kan pion d2 niet worden opgespeeld en is ook Loper c1 niet in staat de voor hem mooiste velden te bereiken. Om dat te herstellen moet je die loper van d3 weghalen. Dat kost een zet. In die tijd kan zwart iets nuttigers doen. We noemen dit tempoverlies. De verzwakking van de koningsstelling blijkt ook nog uit de slotstelling. Wit gaat mat op g2!

2S7A1306WEB

Bovenstaande is speciaal voor Ivar bestemd. Ik neem aan dat alle andere clubleden dat wel weten.

Het  bijzondere slot van Ron-Martin:

Opvallend bij Gerrit-Bert

  Gerrit – Bert (10…d6)

11. e5   Even Apeldoorn bellen. ‘Foutje …..bedankt’ Gewoon even tellen: twee keer gedekt, drie keer aangevallen.

Bert staat natuurlijk heel goed, en weldra totaal gewonnen Maar dat wil niet zeggen dat het simpel wordt. Zeker niet als je af en toe de allersterkste mist. Niet erg. Blijft gewonnen ’

 Gerrit – Bert (38…Tfd6)

Na Tfd6 overziet Bert een penninkje.  39. Dxf3!

Ik weet niet of ik de goede stelling op het bord heb, maar als Gerrit opgeeft in onderstaande stelling, geeft Komodo remise door de eeuwig schaak-dreiging na Dxe4 . (Misschien niet  de juiste stelling, maar wel grappige stelling.)

  Gerrit – Bert (48…Dxb2)

Tenslotte het commentaar van Thomas:

Het is altijd jammer als een partij abrupt beslist wordt door een blunder, zeker als beide spelers zich door afleiding van buitenaf moeilijk kunnen concentreren. Bij deze een vriendelijk verzoek: Kunnen we proberen zonder het gemoedelijke karakter van onze vereniging aan te tasten het geluidsniveau aan te passen zodat mensen zich wel kunnen concentreren? Bij voorbaat dank en ik hoop hiermee de wens van velen te uiten.
In een Engelse opening die ik al vaker tegen Hugo had, speelde hij op de 9e zet 9. Pxc6 wat op zich niet fout is, maar niet de meest ambitieuze zet.

 Hugo – Thomas (8…Pg4)

9 . e3 wordt wat vaker gespeeld en houdt wat meer spanning vast. Het is ook een kwestie van smaak en het is maar net waar je je comfortabel bij voelt.

  Hugo – Thomas (10…Pe5)

Gek genoeg vindt Stockfish 11. b3 nog de beste zet, terwijl dat een pion kost (plm -0,5). Waarschijnlijk omdat wit toch pion-verlies al moeilijk kan voorkomen.

  Hugo – Thomas (13.Tb1)

En mijn 13.. d6 waar ik achteraf een beetje spijt van had, wisselt stuivertje met 13.. Da5 om de eerste plaats.
Zelf had ik het gevoel dat ik Lg7 had moeten spelen.
Vooral 16. e5 was een lastige zet.

  Hugo – Thomas (16.e5)

Er zitten heel veel overgangen naar moeilijk te beoordelen eindspelen in.
In mijn zestiende zet stak ik ook zeer veel bedenktijd. Het beste was achteraf 16.. Lf5 17. Tb7, dxe518. Dxd8, Tfxd8 19. Txe7, Ld3 met voordeel voor zwart (plm -1) maar in winst omzetten is nog wat anders.
Tevens kom ik er nu bij het schrijven van dit bericht achter dat ik na 22. Txa7,

  Hugo – Thomas (22.Txa7)

een directe kwaliteitswinst met 22.. Lc2! gemist heb.
Ik bleef iets beter staan tot en met zet 26.

  Hugo – Thomas (26…Tc7)

Een mogelijk vervolg was geweest 27. Ta8, Txa8 28. Lxa8, Tc8 29. Lb7, Tb8 en zwart heeft duidelijk voordeel (-2). Maar er was dan nog strijd mogelijk geweest. Helaas blunderde Hugo een toren weg ( 17. Ta5?)en kon gelijk opgeven. Maar er komt beslist nog een kans dit seizoen.

Heerlijk avondje bij Aartswoud

Toen ik nog jong en vitaal was karde ik op de racefiets heel Noordholland door. Herken dus heel veel dorpjes en stadjes aldaar. Maar Aartswoud?? Geen idee. Nooit geweest. Dacht k. Maar intussen weet ik weer dat we al eens eerder kort voor sinterklaasavond tegen Aartswoud speelden. Maar nu herkende ik zelfs de naam niet. Ach ja, de leeftijd! Vreemd trouwens die naam: geen woud te bekennen. En ‘aarts’? Meestal in gebruik om een minder goede eigenschap te versterken : aartslui, aartslelijk, aartsvijand. Dat zal het hier wel niet zijn. Een enkele keer ook wel minder ongunstig: aartsengel, aartsbisschop.  Enig zoekwerk leverde op: Aartswoud, een zompig stuk bos, eigendom van ene heer Edaerts, al genoemd in het jaar onzes Heeren 1319.

Nu : Een klein dorp. 475 inwoners.  Kennelijk te klein voor een schaaklokaal in een mooi buurthuis, Want we moesten ze ontmoeten in Abbekerke. Het is een grote club: 50 leden.  Ik vraag me dan af: Waar halen ze al die leden in een klein dorp  vandaan? Die truc moeten ze ons ook eens leren.

Het zou een moeilijke avond voor ze worden. Want ons clubje (16 leden) opereert dit seizoen wonderbaarlijk sterk. Ik schat dat ik minstens 35 jaar lid ben van Aris. Maar van ons gezellige clubje heb ik nog nooit zo’n sterk team in actie gezien. Ook niet toen wij nog meer dan 40 leden hadden.

Aris de Heer zou dus een aartslastige tegenstander blijken voor het team dat Aartswoud  tegen ons opgesteld had. Maar halverwege de avond wist ik dat nog niet. Ik zag het ook nog niet aankomen.

Martin was namelijk al in sinterklaas-stemming. Hij had een beetje opgekeken van de opening die hij voorgeschoteld kreeg. Een echte Sokolsky, oftewel Orang Utang. Maar deed het niet slecht. Maar toen gaf hij in nette stelling pardoes een pion weg. Hij vertelde me later dat hij het tevoren best gezien had, maar daarna 2 zetten had verwisseld. Ja, dat is mij ook wel eens overkomen. Ook in een wedstrijd voor de externe. Zoiets vergeet je je je hele leven niet. En hij kwam niet alleen een pion tekort, maar had daarna ook nog een inferieure stelling met nog een zwakke pion op c6.

Aarts – Martn (17…Ld6)

En de manier waarop zijn tegenstander Rob Bijpost daarna opereerde maakte me duidelijk dat die er wel raad mee wist. Ik rekende dus op een nul voor Martin. Hij zelf ook, denk ik. Want hij trok  een gezicht waar de onvrede van af te lezen was. Aartsongelukkig. En hoewel Bert in het begin van het middenspel een kwaliteit won, begon ik er later toch aan te twijfelen of Peter Couwenhoven dit als leuk presentje op dit avondje bedoeld had,

Ik vond eigenlijk dat al die Aartswouders behoorlijk degelijk zaten te opereren. Thomas speelde een tweepaardenspel, en kreeg het echt terug zoals dat hoort: een pion meer, maar zwart heeft wel  compensatie door betere mogelijkheden voor zijn stukken. Dat wordt afwachten.

T. Broek – L. Boots (7…bxc6)

 En bij Mark en bij Paul ging het zeker niet slecht, maar ook bij die tegenstanders zag ik eigenlijk geen duidelijke missers.  

Bij Ron ging het wel lekker. Zijn tegenstander  creëerde een stelling voor zichzelf die er behoorlijk onbeholpen uitzag. Aartslelijk eigenlijk.

Maar korte tijd daarna ging er ineens veel goed. Het meest verbazingwekkend was wat er bij Martin gebeurde. Die bleek een engeltje op zijn schouder te hebben, een aartsengeltje dus. Want Rob Bijpost , die de hele avond heel sterk had zitten spelen, maakte ineens in een al bijna gewonnen stelling  1  (zegge één) fout. Maar die was dan ook gelijk dodelijk.

Aarts – Martn (26…Dh3)

27. Df6 ?? (De2!) Te6  28. Df4 Tg6+ en mat op de volgende zet

Niet veel later gebeurde bij Thomas ook iets bijzonders. Ik zag nagelbijtend hoe Lucas Boots  een kwaliteit leek te willen offeren voor een er erg gevaarlijk uitziende aanval. Zag Thomas dat nu wel goed? Dat offer aannemen of niet? Ja hoor, natuurlijk zag hij het goed.

Zie zijn commentaar verderop.

Zo, dat was 2-0.

Bij Ron een kleine tegenvaller. Die zag een leuk combinatietje en kon de verleiding niet weerstaan. Daarna stond hij een kwaliteit achter maar wel met 2 mooie vrijpionnen. Dat was toch gewonnen.!? Dacht hij. Zeker met zo’n rare witte stelling. Misschien wel. Maar het viel hem toch flink tegen. Zijn tegenstander keek steeds vrolijker en deed in flink tempo onbekommerd  goede zetten. En mede na een blik op de klok moest Ron remise voorstellen.

AARTS – Ron (37…Kf6) (1)

Zie zijn commentaar verderop

Volgde een nieuwe aardige surprise op deze pakjesavond: Bert wist in zijn toch echt wat mindere stelling remise te verkrijgen..

Aarts – Bert (33…Le8)

Toen zat verlies voor onze club er in ieder geval niet meer in. En het werd steeds mooier. Paul stond goed. En voor zijn tegenstander Gerard Buis restte niet veel meer dan afwachtende heen-en-weer-zetten. Paul deed alleen maar prima versterkende zetten. Vol verwachting klopte ons hart. Maar toch ….  Het duurde en duurde maar. En dan bezwijkt zwart eindelijk toch onder de druk. Zag hij een mat in 1 over het hoofd? Maar er was toen echt al niets fatsoenlijks  meer.

Paul – Aarts (33.Td6)

33. … Pf8 ? Dg8 mat

Half twaalf is alleen Marc nog bezig. ‘Hoeveel staat het?’vraagt hij. “4-1 voor ons” fluister ik. (mag dat eigenlijk wel volgens de reglementen?)  Hij staat echt behoorlijk beter, maar Ron van Putten blijkt wel een echte vechtjas. Die blijft met succes mogelijkheden zoeken voor toch nog tegenactie. Dat gaat dus heel laat worden. Ik hoop  dat nu ook Marc liever nog een beetje op tijd naar bed wil, en remise aanbiedt. Nee dus. Ook die wil winnen! Wordt toch nog spannend. O kom er eens kijken! Tijdnoodfase voor beiden. Mark ruikt dan waar de winst zit en speelt snel en sterk naar de ontknoping. Ziet hij toch iets over het hoofd?Twee ver gevorderde vrijpionnen tegen een toren. Dat kan erg tegenvallen. Zijn toren moet geofferd. Resteert een eindspel dat er eventjes verdacht uitziet. Wegens K+ randpion h4 tegen K + randpion h5. Maar gelukkig staat de witte K dichter bij, en na winst van de zwarte pion kan de zwarte koning de witte koning net niet opsluiten op de randlijn. Dat is dan toch remise. Nee, Marc wint.

Marc – Aarts

50 … g1D  51. Txg1  Kxg1  52. Kf6 Kg2 53. Kg6 Kg3 54. Kxh5 Kf4 55. Kg6 en de witte pion loopt door.

Zie zijn commentaar verderop.

Stand 5-1 voor ons. Tjonge. Alweer! Om te zingen en te springen en we zijn zo blij te zijn. We kwamen en gingen in  donkere nachten. Dat laatste wel heel laat. Maar het was de moeite waard. Een heerlijk avondje.

Details:

Commentaar van Thomas:

Het Tweepaardenspel in de Nahand met Pg5 is een scherpe opening die voor beide partijen kansen biedt. Aan de ene kant krijgt wit al vroeg een pion
” in de schoot geworpen”, aan de andere kant heeft zwart beter stukkenspel en kan hij voorsprong in ontwikkeling krijgen. De witte pionnen structuur is echter nog niet aangetast en bovenal het levert vaak leuke partijen op. Na zo’n zet of 10 bekroop me weer het gevoel: ” hoe was het ook alweer?”. We bleken nog tot en met zet 14 op bekend terrein te zitten.

Diagram T. Broek – L. Boots (14.Pf5)

Daar was ipv 14.. De6 al eens 14.. Pf4 gespeeld. Zwart moet iets doen tegen de dreiging Dg4  Analyse This/ Stockfish geeft als beste aan 14.. Tad8 met ongeveer+1.
Zwart slaagde er tot ongeveer zet 20 niet in echt tegenspel te ontwikkelen. Het slaan op c6 moest goed getimed worden want met een ongedekt paard op d6 kan zwart geen tegenacties met Tfc8 ontwikkelen.

T. Broek – L. Boots (21…exf4)

22.Dxc6
Een interessante fase ontstond na de winst van de tweede pion
Na 25. Dc5

T. Broek – L. Boots (25.Dc5)

 is 25.. Pe7 ook nog een mogelijkheid. Ik was daarop 26. g3 van plan, maar zwart heeft verrassend 26.. Dxh3! Op 27. Dxe7 volgt dan het ontnuchterende 27.. f3! en wit kan opgeven! Een ongelukje zit dus soms echt in een klein hoekje! Gelukkig kwam dit niet op het bord , maar na 27. Pc5, f3 werd het nog moeilijk genoeg.

T. Broek – L. Boots (29.Pd7)


Zo moest wit nog een valkuil omzeilen. Na 29. Pd7, fxg2 moet wit geen 30. Pf6+ spelen wegens 30. Txf6!! 31. Dxf6 , Dxh3 met mat of drukverlies.

T.Broek – L. Boots (30…Te6)

Ook op zet 31 zijn er nog bezwaren. Na 31. Pf6+, Txf6 32. Dxf6, Df3 is zwart ook niet zonder tegenkans.
Volgens Stockfish is er voor wit nog steeds niets aan de hand (+4) maar je wil zwart geen toevallige kansen geven.


T. Broek – L. Boots (32…fxe6)

33. Pf6+

Na de laatste moeilijke fase was het familieschaak een mooie afsluiter, tegen een speler die het mij toch behoorlijk lastig maakte.

Commentaar van Ron

Hoewel ik had aangegeven liever niet op vrijdagavond te spelen, had ik dit toch niet willen missen. De partijen waren allemaal boeiend. Mijn sympathieke tegenstander speelde slim eerst 1. Pf3 en toen pas 2. b3. Dat kan een aantal varianten in de Larsen voorkomen. Hij kan niet weten dat ik zelf ook 1. b3 open en daar een andere verdediging tegen heb voorbereid. Het lastige van 1. Pf3 vind ik dat dit in allerlei andere varianten kan overgaan en je niet weet welke je tegenstander wil spelen.
Helemaal onbekend was het voor mij niet en wat ik speelde met 4…, a6 is allemaal nog theorie. Op zet 3 heeft zwart ook nog een aantal andere mogelijkheden.

AARTS – Ron (8…Lf5)

Na 8…, Lf5 was ik beslist niet ontevreden. Zwart heeft al gelijk spel. Mijn tegenstander gaf later zelf direct correct aan dat hij veel beter a4 had kunnen spelen i.p.v. a3.

AARTS – Ron (16.a3)

Nu kreeg ik een heel prettige stelling. Cruciaal is de stelling na zijn 19. Thc1?

AARTS – Ron (19.Thc1) (1)

Dat kon niet goed zijn, maar hoe profiteer ik het beste? Ik heb ook naar19….,Pe8 gekeken. Dat is echter de een na beste, ik heb totaal niet naar 19….,Pd7! gekeken. Ook dan is er de dreiging van Lg5 (dit was door mijn tegenstander overzien) en ik kan daarna Pb6 spelen. Die positie is winnend. Ik zag echter dat ik na 19…, Ph5 voor een kleine kwaliteit 2 pionnen zou krijgen en dacht dat dit gemakkelijk winnend was.
Dat valt echter niet mee. Martin die aanschoof bij de na-analyse zag beter hoe zwart moest proberen te spelen en dat ik in veel varianten pion e6 niet hoefde te dekken! Ook dat de a-lijn openen gunstig voor zwart zou zijn. Mijn toren op c6 vervulde nu een zielige rol en hij had een monsterpaard op c5.

AARTS – Ron (26…Tc6)

 Martin had ook goed gezien dat ik op zet 23 ook pion h2 had kunnen nemen (ik heb daar in de partij ook naar gekeken), maar ook dat is niet winnend. Zwart kan stelling bereiken met Loper op g3 en pion op h4. Dit is meer dan voldoende compensatie voor het stuk.

AARTS – Ron (29.Te2)


Mijn tegenstander bood na 29. Te2 al remise aan. In oplopende tijdnood zat ik te puzzelen hoe ik nou kon winnen. Met onze torens geruild zou dat simpel zijn. Maar die kans gaf hij me niet. Ik zag wel dat hij helemaal niets kon doen. Na zet 37 toch de vrede getekend. Het is ook helemaal gelijk nog. Een zeer boeiend en niet vaak voorkomend eindspel. Toch weer heel leerzaam. Ik zag overigens dat Bert, met een kwaliteit tegen pion voor, tegen soortgelijke problemen aanliep. Hij kon zijn voordeel ook niet verzilveren.
Maar ons cluppie won met 5-1 dus we hadden niets te klagen.

Commentaar van Marc Hallo:

Marc Holla – Ron van Putten

1.c2-c4 c7-c5 2.Pb1-c3 Pb8-c6 3.g2-g3 Pg8-f6 4.Lf1-g2 e7-e6 5.e2-e4 d7-d6 6.Pg1-e2 Lc8-d7 7.d2-d3 h7-h6 8.0-0 Lf8-e7 9.h2-h3 a7-a6 10.Lc1-e3 0-0 11.f2-f4 Dd8-c8 12.Kg1-h2 Le7-d8

Stelling na 12..Le7-d8

Ik hou wel van dit soort stellingen. Alle stukken ontwikkeld, en alle opties open. Op de damevleugel heb ik als breek-zet b2-b4, in het midden d3-d4, en op de koningsvleugel eventueel een koningsaanval met g3-g4 en f4-f5. Dus eens kijken wat zwart gaat doen, en waar.

Voor zwart is het moeilijker: a6-a5 geeft wit Pb5, b7-b5 misschien maar ik heb altijd a2-a4, d6-d5 gaat niet, op e6-e5 volgt f4-f5, en g5 gaat ook niet. De computer geeft de stelling als gelijk, maar ik denk dat praktisch gezien wit hier best wel goed staat.

Zwart besloot tot 12..Le7-d8. Ik kijk altijd eerst wat het nadeel is, en in dit geval stapt zwart dus weg van de diagonaal a3-f8. Alles op deze diagonaal is dus een klein beetje zwakker geworden. Wit kan daar echter nog niet van profiteren (13.e5 de5: 14.Lc5 Te8 geeft wit niet veel), maar we houden het in gedachten. Goed, wat is het voordeel van Le7-d8? Ik droomde al van Pc3-d5-b6 of Pc3-a4-b6 als mogelijk motief voor de toekomst, maar daar doet zwart dus nu al iets tegen. Het meest waarschijnlijk leek mij dat zwart Lb6 wilde spelen, gevolgd door Pd4.   

13.a2-a3 (nu is 13..Lb6 niet goed vanwege b4) Ld8-c7 (ook niet slecht, op dezelfde diagonaal als de witte koning, dus iets om op te letten) 14.Ta1-b1 (eens kijken of ik zwart kan verleiden om a5 te spelen, dan heb ik Pb5 om van de positie van Lc7 te profiteren) Ta8-b8

Stelling na 14..Ta8-b8

Een interessant moment. Ik heb opties als b4 of d4, maar ik wilde iets doen met de diagonaal a3-f8 aangezien zwart zo aardig was om deze te verlaten. Toen bedacht ik, het zou mooi zijn als zwart een paard op b4 zou zetten, dan heb ik misschien op een gegeven moment Le3-c5 met vork Pb4/Tf8.

15.a3-a4!? (Ziet er zeer zeker niet logisch uit; eerst a3, dan Tb1, en dan a4 wat ook nog eens veld b4 weggeeft. Ik vraag mij af wat zwart hier dacht van mijn spel, ha, ha. Maar goed, er zat dus wel degelijk een idee achter) Pc6-b4 16.Dd1-d2

Stelling na 16.Dd1-d2

Ik heb hier lang nagedacht over 16.e5. Als 16..de5 dan 17.Lc5:, maar zwart heeft 16..Pe8 en na 17.Pe4 komt b6 waarna c5 voldoende gedekt is. Ik kon hier niet echt iets vinden, maar het zou toch mooi zijn als zwart b7-b5 zou spelen; dan is er namelijk geen b6 meer… Dus nog maar even wachten met e5, zo heel veel mogelijkheden heeft zwart niet, misschien komt b5 wel…

16..Kg8-h7 17.b2-b3 (nog steeds even wachten) Pf6-g8 (ok, b5 gaat niet komen, tijd voor actie) 18.e4-e5 f7-f5 19.e5xd6 (geeft zwart een zwakke pion op e6) Lc7xd6 20.d3-d4 (de zwarte stukken staan tijdelijk wat ongecoördineerd, dus alles maar open) Tf8-d8

Stelling na 20..Tf8-d8

De computer vindt de stand nog steeds gelijk, maar ik was wel tevreden over de zwakke pion op e6 en het blokkadeveld e5. Maar Td8 op dezelfde lijn als mijn koningin beviel me niet zo. De dame zou eigenlijk op f2 moeten staan, maar dan zonder Pb4-c2 of Pb4-d3 toe te laten.

21.Pe2-g1 (maakt plaats voor Dd2-f2, en het paard wil toch naar e5) Pg8-f6 22.Pg1-f3 Ld7-c6 23.Tb1-d1 Dc8-c7 24.Dd2-f2 (plan volbracht, en wie weet, misschien een keer Lb6 met vork Dc7/Td8) c5xd4 25.Le3xd4 Dc7-e7

Stelling na 25..Dc7-e7

Ok, dus geen Lb6. Hier werd ik wel een beetje moe van, hoe ga ik dit winnen als hij al mijn combinaties doorziet… Echter, er zit hier een mooie (wel wat moeilijke), combinatie in, die ik helaas totaal heb gemist: 26.Lb6! (alsnog) Td7 27.Pe5 Le5: 28.fe5: Pe8 29.Lc5. Dat is toch wel erg mooi, alsnog valt Pb4 via de diagonaal a3-f8.

26.Tf1-e1 Pf6-e4 27.Df2-e2 (alles op e6) Td8-e8 28.Pf3-e5 Pe4xc3 29.Ld4xc3 Tb8-c8 30.De2-h5

Stelling na 30.De2-h5

Het idee was om te profiteren van Te1 en De7 op dezelfde lijn, en misschien in de toekomst Df5:. En, als zwart het toelaat, Dg6, Td6:, Pf7 en mat op g7. Natuurlijk niet gedwongen, maar men moet toch iets proberen… De computer is meer gecharmeerd van 30.Td6: eerst en dan Dh5, of 30.Lb4: Lb4: 31.Lc6: en Td7, maar beide dat had ik niet overwogen.

30..Ld6xe5 31.Lc3xe5 Lc6xg2 32.Kh2xg2 Pb4-c6 (ok, geen Ld6 met vork) 33.Dh5-e2 Pc6xe5 34.De2xe5 Tc8-c6 (stopt Td1-d6) 35.Td1-d3 (idee Te1-d1) De7-c7 36.De5xc7 Tc6xc7 37.Td3-d6 Tc7-e7 38.Te1-e5 Kh7-g6 39.c4-c5 Kg6-f6 40.b3-b4 g7-g5 41.Kg2-f3 (beter is 41.g3-g4 maar beide spelers hebben hier niet veel tijd meer) h6-h5 42.h3-h4 g5xh4 43.g3xh4 Te8-g8 44.b4-b5 a6xb5 45.a4xb5

Stelling na 45.a4xb5

Zwart heeft hier een keuze, of Tg8-g4xh4 en hopen dat de witte pion niet promoveert aan de andere kant, of Tc8 en proberen de witte pion tegen te houden. Mijn computer waardeert beide opties met =0,01, maar moeilijke stelling en beide spelers inmiddels in tijdnood.

45..Tg8-c8 46.c5-c6 b7xc6 47.b5xc6 Tc8-c7 48.Kf3-e3 Tc7-a7 en vanaf hier heb ik niet meer genoteerd. Na nog vele zetten wint wit uiteindelijk. In wederzijdse tijdnoot is de witte stelling eenvoudiger om te spelen.

Dank voor die mooie commentaren. Heel leerzaam!