Alle berichten van Eddy Saraber

Stand na ronde 7, 31 okt. 17

Overzicht voor ronde 7, gespeeld op 31oct 2017

Wit

 

Zwart

Uitslag

Ab Hauer

Bert Kuijer

0-1

Peter van Putten

Gerrit van Dok

0-1

Herman Zwaneveld

Ron de Vink

0-1

Martin Zwaneveld

Afwezig met geldige reden

 

Frank de Geus

Afwezig met geldige reden

 

Jasper Ittmann

Afwezig met geldige reden

 

Marco van Wijk

Afwezig met geldige reden

 

Paul Verkooijen

Oneven

 

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 7

Nr

Naam

Punten

Wa

Gsp

Gw

Rm

Vl

Perc

1

Bert Kuijer

91,00

17

7

6

1

0

92,9

2

Ron de Vink

71,33

16

7

3

3

1

64,3

3

Paul Verkooijen

69,67

15

5

3

1

1

70,0

4

Martin Zwaneveld

64,33

14

5

3

0

2

60,0

5

Gerrit van Dok

58,67

13

7

3

1

3

50,0

6

Frank de Geus

50,67

12

3

2

0

1

66,7

7

Ab Hauer

47,50

11

6

3

0

3

50,0

8

Peter van Putten

35,67

10

5

0

2

3

20,0

9

Herman Zwaneveld

35,33

9

6

0

2

4

16,7

10

Jasper Ittmann

23,67

8

1

0

0

1

0,0

11

Marco van Wijk

14,00

7

0

0

0

0

0,0

 

Ronde 7, 30 oktober

Korte zitting vanavond, omdat Martin nog geen tijd had, en Frank verhinderd was, en Paul oneven. De computer bepaalde voor de rest:  de kampioenen tegen de aanstormende talenten. Die laatsten waren eigenlijk alle drie al snel kansloos.

Ab (wit) probeerde het weer met zijn drierijen-systeem,

7Ab1 7Ab1

de in de Beemster inmiddels wel bekende Hauer-Eröffnung, een van de zogenaamde ‘flankopeningen’.  

(A. Hauer was een begaafde leerling van Reti  (1889 – 1928), en tot leering ende vermaeck hier een fragment uit Wikipedia bij trefwoord Reti: “Het hypermodernisme is een stroming binnen de schaaktheorie die stelt dat het centrum niet moet worden bezet met pionnen, maar dat het vanaf de vleugels moet worden beheerst. Op die manier wordt de tegenstander uitgenodigd zijn pionnen in het centrum te plaatsen, die vervolgens kunnen worden aangevallen. Kenmerken van dit spel zijn het fianchetto en "pionnenstoten" waarmee het centrum van de tegenstander naar voren wordt gelokt in de hoop dat het centrum te "uitgestrekt" wordt en makkelijk kan worden vernietigd. Het hypermodernisme ontstond in de jaren 20 van de twintigste eeuw onder aanvoering van Richárd Réti en Aaron Nimzowitsch. Het was een reactie op de rigide (en in de ogen van de hypermodernisten dogmatische) ideeën van de klassieke school van Siegbert Tarrasch, die begin twintigste eeuw het schaken domineerden. Aljechin liet zich hierdoor inspireren voor zijn Aljechin-opening ( 1. e4  Pf6 ) “

Maar bij Hauer duurt het meestal iets te lang voordat die ‘pionstoten’  op het bord verschijnen. Reti pakte het altijd iets actiever aan :

_________________________________________________________________________

Bijv. :  Richard Reti – Efim Bogoljubov (1924)

1.Nf3 d5 2.c4! e6 3.g3 Nf6 4.Bg2 Bd6 5.0–0 0–0 6.b3 Re8 7.Bb2

 Reti1   reti1

Nbd7 8.d4!

________________________________________________________________________________

Dit is ook een dubbelfianchetto, maar met wel 2. c4 en 8. d4.   Ab komt pas op zet 11 met de ‘pionstoot’:

7Ab2  7Ab2

Beter laat dan nooit :  11. e4! En hij zou na 11. c5! ietsje minder staan. Maar dat is de prijs die Ab duidelijk graag betaalt voor het omzeilen van bergen theorie van ‘echte’ openingen. Bert speelt 11. …  c6 waarna de stand vrijwel gelijk is. Wat in principe wel mooi is als je zwart hebt. Als echter hierna Ab toch verder volhardt in gebrek aan echte actie krijgt hij last van dat zware zwarte centrum waaraan hij zijn belangeloze medewerking verleende.

7Ab3  7Ab3

13. .. fxe4! 14. dxe4  d4!  Dat was de bedoeling toch! De pionnen van dat zwarte centrum zich  te ver naar voren laten wagen en dan aanvallen. Jawel, maar dat blijkt hier nog niet echt eenvoudig. 15. Pe2 Pg6  (Tad8!?)

7Ab4 7Ab4

En nu zou  16. c3  konsekwent zijn geweest! Maar na 16. … dxc3 17. Lxc3  Td8 krijgt zwart een vervelende druk op de open d-lijn.  Wit probeert het maar met 16. c4  Wat weer het bezwaar heeft dat pion d4 daardoor een gevaarlijke vrijpion wordt!  Voorlopig niet en waarschijnlijk nooit meer onschadelijk te maken. Wit krijgt het moeilijk.

Even later:

7Ab5  7Ab5

Eindelijk rocheren. Kort of lang? Of helemaal niet? Ab zal weinig vertrouwen gehad hebben in zijn koningsstelling met f3,g3,h3. Probeert het dus maar met 0-0-0. Misgegokt. Na korte rochade staat wit ook moeilijk, maar viel er nog wat te spelen. De damevleugel is nog tochtiger.  Zwart valt onmiddellijk aan met a5, b5. Zwarte dame en loper staan al lekker op die damevleugel gericht. Spoedig stort de witte stelling krakend ineen:

7Ab6 7Ab6

23.Db1 (wat anders?)  c3 (stukwinst) 24.Pxc3 dxc3 25.Lxc3 Tb8 26.Pb3 (stukverlies) Lxb3. Wit geeft op.

Een nederlaag tegen Bert is geen schande. Maar eigenlijk ging het in de opening al verkeerd. Daarna hoefde Bert er niet heel veel energie in te stoppen. Tijd voor Ab voor een kleine koerswijziging in zijn flankspel.

 

Bij Peter (wit)  ging het tegen Gerrit ook al vrij vlot een beetje mis.

Na 1. e4 e5 2. Lc4 (het zgn.‘loperspel’) Pc6  3. Pf3 Le7  4 d4 exd4 5. Pxd4

7Gerrit1  7Gerrit1

staat het nog prima voor wit. Dit is een gewone opening voor gewone mensen. Maar nu 5…. Pe5 staat nog wel in mijn database, maar ziet er m.i. verdacht uit. (Je zou toch denken dat Gerrit hier zelfs slapend zijn Philidoriaanse zet 5. … d6 zou spelen. Maar nee dus!)   Na eerst 6. Lb3 schreeuwt de stelling om 7. f4! Met tempowinst. Wit staat beter. Maar hier maakt Peter een strategische fout: 6. b3 ???

Ik jat tussendoor weer even iets uit Wikikedia:  Het loperspel, dat  valt onder de open spelen.  De opening werd al in de 15e eeuw beschreven door Luis Ramírez de Lucena in zijn boek Repetición de Amores y Arte de Axedrez, en de opening werd hoog gewaardeerd door de 18e-eeuwse schaakmeester Philidor. (Een verre voorvader van Gerrit.) Met 2. Lc4 in plaats van het meer gebruikelijke Pf3 behoudt wit de mogelijkheid om met verwisseling van zetten het koningsgambiet (2. f4 of 3. f4 ) te spelen. De opening wordt ook wel gespeeld om het Russisch ( 1. e4 e5 2. Pf3 Pf6) te vermijden.’

7Gerrit2  7Gerrit2

Met 6. … Pxc4 7. bxc3 heeft zwart het loperpaar, en wit een dubbelpion. Het kan allemaal nog wel (wit heeft wel wat pionnen al in het centrum, en zwart nog niet) maar voor zwart wordt het nu vrij eenvoudig om plannen te bedenken.  7. …  Lf6! 8. c3  d6 en zwart staat wat beter. En dat wordt er in de komende 10 zetten niet beter op. Peter doet wel heel erg prijzenswaardig zijn best om actief te spelen, maar verliest een pion, en heeft te veel zwakke punten in zijn stelling om zijn aanvalletje kracht bij te zetten’  Stelling na zet 19. ….. Te8:

7Gerrit3  7Gerrit3

Een ‘loperpaar’ is sterk in ‘open stellingen.’ Dat is hier het geval. Bovendien doet die witte loper op b2 nog niet mee. Pion e4 is zwak (‘achtergebleven pion’) en veld e5 is t.z.t. een mooi veld voor zwarte loper of zwarte toren. Als dan wit met al die sores aan zijn hoofd,  ook nog even vergeet dat z’n toren op h6 wel staat aangevallen, gaat het hard:

7Gerrit4  7Gerrit4

Een grappige zet is hier 22. c4!?  , want  22. …  dxc4  23. Pc6!?  (of  22. …. Lxc4 23. Pc6!?) is niet helemaal voldoende, maar brengt nog leven in de brouwerij. (De grap is dat de loper op b2 ineens tot leven komt.)   Maar Peter speelt 22. Dh3?? En verliest na 22. … gxh6 23. Dxd3 dxe4 een kwaliteit (toren tegen loper) en ook nog een pion.

Gerrit blijft hierna goed wakker, maakt geen enkele fout, en wint. Peter hoopte natuurlijk op een foutje van zwart, maar dat blijft uit. Na afloop opperde  Gerrit een beetje: “Stond wel gewonnen , maar het duurde nog wel 20 zetten. Maar hij had wel eerder kunnen opgeven!“  Toen was zwarts pluspion op de a-lijn gepromoveerd.

 

Herman (wit) tegen Ron:

Na een minder goede 4e zet  1. d4 Pf6 2. Pf3 c5 3. dxc5 e6

7Ron1  7Ron1

4. Le3?   (Maar wel goed om te onthouden, het slaan van die pion op c5  (3.  dxc5)  is wel redelijk, maar het verdedigen van die tijdelijke pluspion op c5 heeft niet veel zin! Ook 4. b4 is niet goed, wegens 4. … a5!  Meestal wordt hier 4. c4 gespeeld, gevolgd door 4…. Lxc5  5. Pc3

Een beetje gedwongen door de immobiliteit van de koningsvleugel t.g.v. Le3 gaat wit lang rocheren. En toch verbaast het me elke week weer hoe Herman zonder al te veel ervaring toch best vaak de grote lijnen van het spel een beetje begrijpt. Maar de details willen nog niet altijd goed uit de verf komen.

7Ron2 7Ron2

Door die ongelukkige openingszet 4. Le3 (i.p.v. c4) is pion e2 geblokkeerd, heeft wit nu dus wat moeilijkheden met zijn koningsloper, en hij heeft minder pionneninvloed in het centrum. Zwart staat beter dus. Wit probeert ruimte voor pion e2 te maken (en dus zo later ook voor Loper f1)  met 8. Lf4. In principe geen slecht idee, ware het niet dat door wits tijdverlies met dit alles zwart het eerst  in actie kan komen en nu al gaat zeuren:   8.  … Pce4! 9. De1 (Dame stond aangevallen en ook veld f2. Eerst ruilen van een stel paarden is iets beter, maar veel scheelt het niet en verandert weinig aan de problemen van wit.) 9. .. Lb4  Ook dat nog.

7Ron3 7Ron3

Wit zit nu al in grote moeilijkheden.  10. Td4 Het helpt niks, maar hij verzint het toch maar. Da5!  (Lxc3!?)

7Ron4 7Ron4

Het beste kan wit nu maar een kwaliteit offeren (11. Txb4). Dan valt er nog wat te spelen. Maar Herman ziet het waarschijnlijk niet meer zitten, is in de war geraakt, en speelt 11. Kb1 wat niets zinvols teweegbrengt.  11. … Lxc3 12. Dc1 Lxd4  Zwart staat inmiddels een Paard en een Toren voor, dus het is wel voorbij. Een demonstratie van het belang van de opening.

En toch. 

Herman speelt 12. Dc1 .  Waarom?  Omdat het naar verhouding de beste is !! Wat Herman dus waarschijnlijk wel zag, is wat hem boven het hoofd hing na het volgende, voor de hand liggende    12. bxc3.   ???   Leuk om nog even naar te kijken:

7Ron5  7Ron5

12. …..  Pxc3+  ! 

13.  Kb2 Dxa2+ 14. Kxc3 Tc8+  15. Kd3 Dc2+  16. Ke3 Pg4 mat

13.  Kc1 Da3+  14.  Kd2 Pfe4 en ook hier kan groot materiaalverlies of mat niet ver weg zijn.

13.   Ka1  Dxa2 mat

En als Herman daar de details niet van zag, dan werd hij geleid door zijn intuïtie, en die is dan best in orde.  Maar ja, met alleen intuïtie red je het zelden tegen Ron. 

Na 12. Dc1 Lxd4 13. Pxd4 Pf2 staat zwart een Toren en een pion voor.  Herman frummelt nog 15 zetten door, maar is natuurlijk kansloos.

 

Zo, dit was voorlopig de laatste ronde met serieus schaak. Volgende maand 4 maandagen rapid. Hopelijk met wat gasten van elders.

Eindcorrectie heeft nog niet plaatsgevonden.

Stand na ronde 6, 23 oktober 2017

 

Overzicht voor ronde 6, gespeeld op 23 oktober 2017

Wit

 

Zwart

Uitslag

Frank de Geus

Herman Zwaneveld

1-0

Bert Kuijer

Paul Verkooijen

1-0

Ron de Vink

Gerrit van Dok

½-½

Ab Hauer

Peter van Putten

1-0

Martin Zwaneveld

Afwezig met geldige reden

 

Jasper Ittmann

Oneven

 

Marco van Wijk

Afwezig met geldige reden

 

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 6

Nr

Naam

Punten

Wa

Gsp

Gw

Rm

Vl

Perc

1

Bert Kuijer

78,67

17

6

5

1

0

91,7

2

Paul Verkooijen

61,83

16

5

3

1

1

70,0

3

Ron de Vink

61,67

15

6

2

3

1

58,3

4

Martin Zwaneveld

58,33

14

5

3

0

2

60,0

5

Gerrit van Dok

50,00

13

6

2

1

3

41,7

6

Frank de Geus

43,67

12

3

2

0

1

66,7

7

Ab Hauer

42,17

11

5

3

0

2

60,0

8

Herman Zwaneveld

31,17

10

5

0

2

3

20,0

9

Peter van Putten

30,67

9

4

0

2

2

25,0

10

Jasper Ittmann

23,67

8

1

0

0

1

0,0

11

Marco van Wijk

14,00

7

0

0

0

0

0,0

 

Hoera, een dochter

De nieuwe prachtige aanwinst:

Sofia Anita Maria Zwaneveld

20171023_182109WEB

Klik op de foto om deze nieuwe mens in volle glorie te kunnen bewonderen!

Aan Martin de taak om er een opvolgster van de Polgars van te maken. Of de nieuwe Machtelt v. Foreest.  Ik kan me vergissen, maar het lijkt alsof ze nu al ligt te grinniken. Om die laatste partij van haar vader.

Ronde 6

Niet veel super-opzienbarends vanavond. Hoewel …  toch wel opzienbarends. Bijvoorbeeld het hardnekkige verdedigen van Gerrit tegen Ron

En van Paul tegen Bert (wit) vond ik de opening interessant. Bert speelde tegen Paul’s koningsfianchetto een Pirc  (KoningsIndisch zonder c4) wat me verraste, en speelde f3 en g4 wat me plezier deed (scherp), maar rocheerde kort , wat me teleurstelde (minder scherp i.v.m. naderende pionnenstorm). Het werd al met al wel een echte schaakstelling.  Je zou niet zeggen dat hier amateurs aan het werk waren. Paul koos voor de tegenactie in het centrum met c5,  wat ik zelf ooit na enkele onprettige ervaringen in m’n repertoire verving door toch maar e5, en ook in de database  en bij Dr K  blijkt een sterke voorkeur voor e5.

6Bert1  6Bert1

De machine vindt dat wit nu na 10. a4 (wat) beter staat.  Het apparaat vraagt zich af of Bert’s 10. g4 niet wat te vroeg is. Stand dan gelijk. Ik denk i.v.m. de korte witte rochade en omdat het centrum nog niet vast ligt. Maar natuurlijk wel leuk om naar te kijken. En het doet een beroep op de kwaliteit van je tegenstander. 10. .. c4 (?)   Zo’n damepion-stelling  speelde Paul twee keer tegen me in een Colle. Met weinig succes. Het lijkt heel wat, maar je hebt er voorlopig weinig aan.  11. Lc2 en nu volgt alsnog 11. .. e5, waarop Bert besluit tot 12. Pg3 (12. d5!?)

6Bert2 6Bert2

En dit is een kritieke stelling. Ik vond Paul’s antwoord 12. …  d5  logisch en sterk. Tot mijn verbazing  reageert K. echter met 12. …..  exd4 13. Ld4  en accepteert gewoon dat die pion op d6 een slapjurk blijft. Ik denk dat dat schaakprogramma maar eens goed schaakboek moet kopen.

6Bert3 6Bert3

Bert had zich kennelijk voorgenomen er vanavond eens lekker tegenaan te gaan en met gevaar voor eigen (konings)leven volgt 13. g5!? Heerlijk! Na allerlei te verwachten ruiltransacties  zou ik met zwart toch ongerust geworden zijn: Wie a zegt moet ook b zeggen. En ja hoor  17. f5! 

6Bert4  6Bert4

Het ergste zal nu toch wel zijn dat f6 dreigt. En dan speelt zwart in feite voorlopig met een loper minder. Ik keek stiekem naar het gezicht van Paul. Dat verraadde:   n i e t s .  Het vervelende is dat 17. .. f6 niet kan omdat dan 18. fxg6 mogelijk is, en de loper op e4 zorgt voor rugdekking. Hier dacht ik al dat Paul totaal verloren stond. Doch …..  dat vindt K. helemaal niet. Die laat het allemaal gewoon gebeuren  17. .. Db6 !?  (dubbele aanval op pion d4)  18. Tf2!  ( slaan op d4 (Lxd4) faalt op 19.Pxc4!) Pd6  19. f6 Lh8   En K. heeft er kennelijk alle vertrouwen in dat die zielige crisisloper op h8 ooit wel weer betere tijden gaat kennen. Wit staat slechts een beetje beter volgens hem.  (Ik denk dat het schaakprogramma maar 2 schaakboekjes moet gaan kopen.)  Paul speelt met een stalen gezicht iets dergelijks 17. …  Pd6  18. f6  Lh8  19. Lf4 

6Bert5  6Bert5

Ik ging vast mijn kamera tevoorschijn halen, want dit kon toch echt niet lang meer duren. En opnieuw suggereert K. :  ….   Db6  Maar wel met intussen nog wat beterderder  spel voor wit (+ 0.50) Maar aanschouw die prachtige witte lopers, die armzalige zwarte loper, die penning van het zwarte paard op d6, dat zwarte gebrek aan ruimte en …  huiver!  Paul’s tronie verraadt nog steeds niets. 19. …. Pxe4? Na 20. Pdxe4! dringen de witte stukken de zwarte stelling verder binnen.  Maar heel verleidelijk is natuurlijk   20. Lxb8 kwaliteitswinst!!

6Bert6  6Bert6

Maar dat is toch fout ???   Als zwart nu 20. …  Pxg5 speelt, heeft hij een pion voor de kwaliteit terug, maar wat veel belangrijker is, die witte pion op f6 is dan niet meer te handhaven  en die zielige zwarte loper, voor straf in de hoek gezet, blijkt slecht schijndood en komt weer geheel tot leven.  En ook 20. …. Pxd2 biedt mooie vooruitzichten. Twee stukken voor een toren. Maar achter Paul’s pokerface is intussen kennelijk toch te veel gaande. 20. …. Pxg3????    Paul: “Zelf onnodig verloren, ik pakte met mijn paard op g3 het verkeerde stuk. Zag niet dat hij met zijn loper weer terug kon nemen. Foutje.   ”Brrrr.    ‘Foutje, bedankt.’     21. Lxg3 en zwart kan hier opgeven. Hij deed het drie zetten later. Toch interessant potje. Bert speelt ondernemend, is iets te gulzig, maar zwijnt.

Ron-Gerrit

Ron is tegenwoordig verzot op Engels en Koningsfianchetto’s.  Ik heb niet zo veel verstand van schaken als Ron, maar als je het mij vraagt vind ik de opstelling die Ron daaruit laat ontstaan met c4, d3, e4 maar weinig inspirerend.

6Ron1  6Ron1

9. … b5! Het duurt hierna dan ook vijf zetten  voordat wit wat vooruitzichten krijgt. (Omdat zwart eventjes een beetje meewerkt.)

6Ron2  6Ron2

14. Dc8  Valt de pion op h3 aan. (Beter was 14. bxc4 zegt K.)  Dus, logisch:  15 . Kh2  (maar direct 15. c5 is misschien actiever en iets sterker. De dekking van e5 wordt direct ondermijnd!)  15. … Le6  16. c5!

 6Ron3 6Ron3

Er gaan nu toch problemen komen voor zwart.  16. ..  dxc5  en als wit nu moedig verder gaat met 17. Pxe5 en spoedig f4  krijgt hij het type stelling waar hij van houdt! Die centrumpionnen. Die torenlijn. En zijn koningsloper wordt ook ineens heel wat sterker. Dat gaat een aanval worden. Maar wit speelt rustig  17. bxc5 en blijkt dan na … Pbd7 nog steeds weinig te hebben. Sterker nog, na 2 wat minder effectieve zetten  (19. Pa2  en 20 Pg5) heeft hij zelfs niks.

6Ron4  6Ron4

Meester K. geeft hier 20. … Pc7!! Met licht voordeel voor zwart  En na 20. ..  Lxg5 (gespeeld) totaal gelijke stelling. 21. Lxg5 waarna zwart het best 21. .. f6 had kunnen spelen. Maar 21. .. f5 is te moedig. (Is Gerrit een keer moedig, is het weer niet goed!)  Ik denk omdat nu ineens de tot nu toe de machteloze witte loper op g2 sterk wordt.  22. exf5 Lxf5 23. g4 (de betere schakers schijnen vanavond een voorkeur voor g4 te hebben.)

6Ron5  6Ron5

Wit kan er nu tegenaan:  ‘gaan met die banaan!’  Maar Gerrit laat zich niet zomaar plat walsen. Na ook wat klein gehannes van Ron staat de volgende leuke stelling op het bord:

6Ron6  6Ron6

Ron dacht, en ik dacht, en wrsch. zelfs Gerrit dacht:  ‘Geef mij maar wit! Eerst maar even een pionnetje winnen. ‘ En laat dat nu juist niet goed zijn. Komodo geeft als beste voortzetting:  27.Txb8 Dxb8 28.fxe5 Pd5 29.Lxd5+ cxd5 30.Pc3   met vrijwel gelijke stelling!!

Maar iedereen zou hier natuurlijk net als Ron ook spelen:  27. Dxc4 +  en 27. … Kh8 28. Txb8 en na Dxb8! zou de volgende schitterende stelling op het bord staan met schitterende mogelijke voortzettingen,   ( ‘Fire on the board’ zou Sjirov schrijven) waarvan ik iets (alles kan niet) wil laten zien omdat ik het allemaal zo schitterend vind:

6Ron7  6Ron7

Ik suggereer dat in ieder geval Ron en Gerrit dit nu likkebaardend op een bord gaan zetten. Wat wij eenvoudige stervelingen allemaal niet zien, maar grootmeesters vaak wel. Bijv.  Sjirov in  zijn betere dagen! Beemsterlingen, ook jullie stellingen zijn geschikt voor een boekje:  ”Fire on the Beemster board!”    28…Dxb8!!

29.fxe5 29…Pxg4+! 30.hxg4 Pxe5! 31.dxe5 Dxe5+ 32.Kh3 Dxg5 met betere stelling voor zwart, na een pionoffer en twee stukoffers!   (en na 31.Kg1 Pxg4 en na  31.Kh3 Pf3 en 31.Kg3 Pd3+  wit gaat eraf!)

29.dxe5 Pd5 30.Lxd5 cxd5 31.Dxd5 Db2+ 32.Dg2 (32.Kg3 Tb8) 32…Dd4 en geloof het of niet, zwart staat veel beter!! 33.e6 Pxc5 34.e7 Te8  en (het lijkt  erg op wat de heren zelf later op het bord smijten) veel betere stelling voor …..   zwart!

29.Lxc6 Db2+ 30.Lg2 exf4 met vele dreigingen! O.a.: 31.Lxf4 31…Pxg4+  (31.Lxf6 f3 32.Df1 Txf6)

Maar al dit moois komt helemaal niet aan de orde want Gerrit speelt 

6Ron8   6Ron8

28. Pxb8  Het lijkt logisch, omdat c6 nu gedekt blijkt. Maar uit voorafgaande analyse moge gebleken zijn dat de dame toch op b8 veel actiever staat dan op c8! Daardoor wordt een paardoffer op e5 interessant en de dame kan dan ook via de b-lijn zich met de witte koning kan gaan bemoeien.   29.dxe5 Pxg4+? alweer moedig (of ten onrechte wanhoop?) , maar niet goed (dit had tot winst voor wit moeten leiden!), en ook niet nodig.  Want 29…Pd5! 30.Lxd5 cxd5 31.Dxd5 h6! 32.Lh4 Txf4 met absoluut gelijke stelling 30.hxg4 Dxg4 31.e6   31.Lh3! is ook goed, maar niet beter (wat ik ter plekke dacht) 31…h6 wit staat gewonnen

6Ron9  6Ron9

32.e7?? gooit alles weg     32.Lh3! Dh5 33.Le7 Te8 34.Ld6  !!  en wit wint

Maar nu veert Gerrit op! Op zoiets zat hij te wachten. Zijn voortzetting is niet moeilijk te vinden, maar hij doet het wel perfect! 32…Dh5+! 33.Kg3 (33.Kg1 Te8 34.Lxh6 gxh6 35.Dd4+ Kg8 en na een spoedig Txe7 heeft wit zo ook niets meer) 33…Te8

6Ron10  6Ron10

Zoekplaatje. Wat doet wit nu met zijn loper op g5 ??  Als je die niet kwijt wil, wordt het remise door herhaling van zetten 34.Lf3 Dg6 35.Le4 Dh5  remise. Alleen Gerrit kan zo glunderen als ik hem nu weer eens zag doen! Terecht!

Peter weet waarschijnlijk niet dat hij (nou ja, samen met Frank) een echte, correcte opening speelde, een belangrijke variant van de Spaanse opening. 1. e4 e5 2.Pf3 Pc6  3.Lb5 a6! 4. La4 Pf6 5. 0-0 Lc5

6PHerman1  6Herman1

6. c3!  Hoewel het slaan van de pion op e4 er verleidelijk uitziet, en vaak ook mogelijk is (‘Open  Spaans’) is het hier niet echt aan te bevelen. Gebruikelijk is hier 6. … b5 7. Lb3 d6   6. .. Pxe4? 7. De2 (d4!?)

6Herman2 6Herman2

Tot hier staat alles ook nog in de openingenboekjes! In de database vond ik één partij,  Budapest 2007, met deze stelling. Zwart speelde hier 7. ..  f5 en verloor.

Mijn schaakmesjien kiest hier eieren voor zijn geld en slaat op f2:       7…Lxf2+ (7. .. Pxf2? 8. d4!) 8.Kh1 d5 9.d3 Pg3+ 10.hxg3 Lxg3; 7…d5 8.Pxe5!  Ik leerde vroeger uit één van de talloze schaakboeken van de Nederlandse wereldkampioen Dr Max Euwe, dat ruilen van 2 actieve lichte stukken tegen een nog niet zo actieve toren en een pion op f2 (of f7) niet zo goed is. Maar Komodo ziet kennelijk niets beters.

Herman speelt 7. ..  Pg5???. En tegen een matador als Frank is het dan eigenlijk wel al over en uit! Herman denkt meestal (extreem) lang na, maar hier dus komt hij één zet diepte tekort.   8. Pxg5 Dxg5 9. d4! Met dubbele aanval,  op de dame en op de loper, en dat kost dus een stuk.  Korte tijd later kan Frank in één zet mat geven, maar laat – vriendelijk mens als hij is, zwart zijn verkeerde zet terugnemen.

Ik vind wel wat Herman verder speelt er best goed uitzien.

6Herman3  6Herman3

Ik weet niet hoeveel Frank verder heeft voorgezegd, maar dit is wel een echte schaakstelling! Zwart heeft mooie centrumpionnen, bezet de torenlijnen, de lichte stukken staan er ook goed bij. Niks mis mee. Maar ja, wel een stuk achter!! En dat is te veel. Dat laat een schaaktalent als Frank zich natuurlijk niet meer afnemen.

Herman denkt, en denkt. Maar geeft aan het eind van de avond toch maar op.

Ab (wit)  praktiseert ten Peter natuurlijk weer zijn geliefde dubbelfianchetto.

6Peter2  6Peter2

Bereikt  (dus) niet veel. En door goed en logisch spel komt zwart al gauw beter te staan.

6Peter1 6Peter1

Wit heeft niet gerocheerd, en dat gaat misschien zelfs helemaal niet meer lukken. De zwarte stukken staan op de koningsvleugel elkaar voorlopig in de weg. De witte koningsloper kijkt uit op beton! Zwart heeft meer ruimte. Ik bedoel maar ….

Maar hoe nu verder? .  Peter speelt 13. …. Tb8  die ik niet goed begrijp. Waarschijnlijk wil hij met b6-b5 zijn damevleugel aan de gang zetten. Wat nu nog niet heel veel effect zal hebben.  Eigenlijk zijn bijna alle plannetjes wel goed.  Dame naar c7 of e7 om de torens te kunnen ‘verbinden’. Of eerst  13. ..  h6 om grapjes met g4-g5 er even uit te halen. Of eerst …. Tc8  Na 13 … Tb8  geeft Ab tegengas met 14. b3-b4 waarna zwart het beste verder kan gaan met de zetten die hiervoor al werden genoemd: Tc8, of De7, of Dc7, of h6. Nu trekt Peter een verkeerd plan 14. … Ld3? Het lijkt leuk zo’n loper stevig midden in de vijandelijke stelling, maar eigenlijk doet hij er niet zoveel, en erger: hij kan gemakkelijk worden aangevallen. 15. Pf4! c4  16. Lf1 (h4!?) Lxf1 17. Kxf1   Langzaam begin wit nu het initiatief over te nemen.  17. .. a5 18. h4!! Het valt niet mee voor zwart om verder te komen met zijn actie op de damevleugel, maar wit stoomt nu wel voorwaarts  op de koningsvleugel.

6Peter3 6Peter3

Wit gaat ooit met Pge2 , Peg3 en verdere ondersteuning van de aanvallende pionnen door Dame en/of Toren de witte aanval voortzetten. Peter probeert het wel te neutraliseren met een paardoffer op e3, en een aktie op de dame vleugel, maar redt het niet meer. Na g4-g5 moet het paard dat pion d5 dekte weg, en valt pion d5 ook nog, en dan is het wel bekeken.

6Peter4  6Peter4

Na zet 30 staakt Peter de strijd. Peter speelde de opening goed, had een mooie stelling, maar wist toen niet zo goed meer hoe het verder kon.

Na een moeizame opening vindt Ab wel het betere aanvalsplan en voert dat effectief uit.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden!