Alle berichten van Eddy Saraber

rondje vluggeren

Omdat iedereen nog met een kater rondliep van de laatste desastreuze bondswedstrijd besloot men maar te gaan vluggeren. Zo werd het toch nog wel een beetje gezellig. Kees Pruis (alweer hoog bezoek uit Purmerend) was er ook, en deed mee. Jos kwam ook nog even kijken.

Frank lispelde me toe dat het vreselijk was wat hij zat te doen, maar dat viel nogal mee. Hij werd eervol derde! Bovendien wist hij de deze avond wel erg op dreef zijnde Martin diens enige nederlaag te bezorgen. Bert is al een poosje niet meer in de topvorm waarin hij het grootste deel van het jaar verkeerde. Na drie remises en twee nederlagen moest onze kampioen genoegen nemen met een vijfde plaats. Gerrit hebben we ook wel eens beter op dreef gezien. Met een overwinning tegen Bert en een remise tegen Kees kon hij zijn score nog net een redelijk aanzien geven. Kees deed het prima. Alleen tegen Ron en Martin was hij niet opgewassen. Ab, die normaalgesprokern altijd heel snel speelt, ontdekte nu dat anderen dat ook kunnen, en voorlopig nog  beter. Hij kon de eer nog redden door een overwinning op Gerrit. En Peter kon dat ook, door een overwinning in de eerste ronde tegen Ab. Ron was deze avond weer eens niet te kloppen. Alleen Bert en Martin hielden hem op remise. En daarin speelde wellicht ook nog mee dat hij toen toch al moeilijk in te halen was.

Uitslag:

1. Ron         6 uit 7

2. Martin      5,5

3. Frank       4,5

4. Kees        4

5. Bert          3,5

6. Grrit          2,5

7. Peter         1

8. Ab              1

 

Er was eens

Er was eens een mooie schaakclub. Gelegen diep in de fraaie  NoordHollandse dreven. Vanuit de nabije en zelfs uit de verre omgeving kwamen de mannen toegestroomd om daar hun avondje onschuldig vertier In het Heerenhuis  te zoeken, met een houten bord en 32 houten poppetjes. Dat deden ze al vanaf 1906. Halverwege de 20e eeuw waren er daar elke vrijdagavond minstens 35 spelers te vinden. Ging niet om geld, maar gewoon om de lol. Soms konden ze met gemak drie schaakteams opstellen in de externe competities. Het was een sprookje.

Toen kwam er ineens, zoals in bijna elk sprookje, een boze heks. Die was jaloers natuurlijk.  Als ze zich kwam aanbieden hadden die mannen alleen oog voor hun houten poppetjes en niet voor haar. De meesten waren eigenlijk wel te oud , maar er zaten toen toch ook altijd een paar aantrekkelijke jongelingen bij. (Vrouwen zag je er zelden. Die konden niet zo goed tegen de sigaren- en sigarettenrook!) De boze versmade heks werd op een keer zo boos dat ze bijna haar bezemsteel in tweeën brak en schreeuwde: “Alles is ijdelheid! Alles is tijdelijk. Eens zullen jullie er niet meer in slagen één schaakteam bij elkaar te zoeken!”  Maar het onheilspellende ervan begreep niemand. Ze werd bulderend uitgelachen! Woedend verliet ze het speellokaal.

Doch helaas. In de loop van vele jaren bleek de kol behoorlijk  wat toverkracht te bezitten. Als de schakers voldaan huiswaarts waren  gekeerd, en droomden van hun die avond bedachte prachtige dameoffers, vloog de gemene toverkol hun openstaande slaapkamerraam in en fluisterde ze vreselijke  verleidingen in hun oor. Nee, niet wat u denkt, daar was ze intussen te oud voor geworden. Maar wel suggereerde ze met hese stem dat er nog zoveel andere leuke, en veel gezondere,  sporten waren, en leuke televisieuitzendingen. Dat je ook kon gaan bowlen of barbecuen, of uit eten met je vrouw. En geloof het of niet, dat had op den duur toch effect!  Elk jaar werd het aantal schakers op vrijdagavond wat kleiner.  Geregeld moesten er noodmaatregelen getroffen worden om de schaaktraditie te redden. Want minder schakers, minder geld! Wegens minder financiën weg uit dat dure Heerenhuis. Proberen of het helpt om van de vrijdagavond naar de dinsdagavond te verhuizen. Zelf de flesjes bier te gaan kopen en verkopen.  Een gratis locatie opzoeken en daar dan maar schaken tussen kauwende en lachende vreemdelingen. Een jeugdafdeling oprichten. Schaakles geven op het plaatselijke educatieve  instituut. Op zomermarkten voor gek staan in een slecht bezocht marktkraampje. Ze bedachten van alles. Maar niets, werkelijk niets, hielp. En bij elke jaarvergadering, elk jaar aan een kleiner tafeltje,  konden de daarvoor gevoelige deelnemers  in de verte het krassende gelach van de toverheks horen.  : ‘Hi,hi,hi.  Jullie wilden me niet geloven!  Maar alles is tijdelijk! Alles is ijdelheid! Hihihi!”

Dit seizoen, 2016-2017, werd de akelige profetie bewaarheid. Verschillende keren lukte het niet om voldoende sterke schakers bij elkaar te vinden voor dat ene team in de externe competitie.

Afgelopen donderdag toog Heer Verkooijen met zijn zeven dwergen naar het kasteel waar de gevaarlijkste tovenaar Purmarijn woont. Proberen om een onmogelijke opdracht uit te voeren. Preciezer gezegd,  om van acht onmogelijke opdrachten er zoveel mogelijk te laten slagen.

IMG_9872bWEB  9872bWEB  Foto groter of beter, erop klikken!

Nou dat begon al goed. Eén van de dwergen kwam helemaal niet opdagen. Dus grijnzend kon de tovenaar Purmarijn vaststellen  dat één van zijn hellehonden zonder enige krachtsinspanning, zonder één moordende beet, zonder enig bloedvergieten, zijn werk al direct tot voldoening volbracht had. Dat  betekende dus na een half uur  1-0 voor hem!

IMG_9873bWEB  9873bWEB

Onze twee topdwergen Jos en Ron hadden al een hele werkdag hard gehakt met hun werkhouweeltjes, in de diamantmijn, en waren eigenlijk al te moe thuisgekomen om aan deze ondankbare opdracht te beginnen, maar wilden de anderen niet in de steek laten.  Ze waren toch gekomen om te voorkomen dat er nog meer vuurspuwende draken en honden zonder enige inspanning  hun schat  zouden kunnen verdedigen, en dus de akelige tovenaar nog meer gratis winstpunten zou binnenhalen. En toen ze na een half uurtje kans zagen om zonder schat maar wel met een beetje eer en nog in bezit van alle ledematen het strijdperk te verlaten, deden ze dat kwiek! Twee remises. Niet iets dat aan het met succes voltooien van de grote eindopdracht  (met een gelijk spel het gevaarlijke degradatiespook overmeesteren) heel veel kon bijdragen, maar nou ja, het leek nog wel een beetje ergens op.

Onze meest ervaren dwerg , Gerrit, met zwart, moest wel het gevecht aangaan. Dat deed hij in het verleden ook meestal wel als er weer eens een onmogelijke opdracht volvoerd moest worden. Maar hij had nu best een heel gevaarlijk beest getroffen, met ogen ‘zo groot als theekopjes’. Dat viel dus niet mee. Het werd heel spannend,  net als in de Tondeldoos , het bekende sprookje van Andersen.  Na het voorlezen ervan kon ik als kind uren wakker blijven liggen. Heel griezelig! Nou, ook vanavond liepen de rillingen me over de rug. 

Nu had deze schatbewaarder wel heel grote ogen, maar gelukkig zag hij er niet altijd even scherp mee.  Achteraf uitte Ron  kritiek op de openingsbehandeling van Gerrit en achtte hem in het middenspel kansloos. Daar kunnen Dr. K. en ik het niet mee eens zijn. De opening had wellicht wat beter gekund , maar kansloos was Gerrit zeker niet!  Het zag er allemaal bloedstollend uit, maar eigenlijk stond hij helemaal niet echt slechter.  Pas na zijn foutieve 25e zet had hij in één klap vermorzeld kunnen worden, maar de enge bewaarder van de geldkist zag het gelukkig niet. Toen niet, na afloop wel. Het gevecht ging alsmaar door. Ten slotte bleek onze vechtdwerg ineens erg vermoeid. Ik geef het je ook te doen om de hele avond tegen zo’n agressieveling te moeten optornen. Je moet dan zelf ook alsmaar ogen van voren en van achteren hebben. Gerrit kreeg ineens de zelfde trekjes als dwerg Dommel.

Dommel  Dommel

Ook hij viel pardoes in slaap, bij zet 30, en gaf een loper weg. Die werd met smaak verslonden door Preeker. Een schatbewaarder  dus met een veel minder vredelievend karakter dan zijn naam zou kunnen doen vermoeden. Dus einde verhaal. Ik zal, als gebruikelijk, onder mijn globale verslag enkele plaatjes laten zien. Ditmaal dus van allerlei hoogtepunten uit deze remake van Sneeuwwitje.

De volgende beslissing viel bij teamleider Paul zelf. Die speelde zelf dus vanavond als de aanvoerder van de dwergen, dwerg Doc genaamd.  

Doc  Doc

Nou Doc trof het. Zijn tegenstander was lang zo agressief niet als Preeker. Tegen Paul’s  (laffe, maar ja dat vind ik nu eenmaal)  klassieke damegambiet (maar wel met 4. … Lb4, dat nog wel)  sloot hij zonder duidelijke  reden zijn dameloper op achter de pionnenketen en daarna was er niet veel meer aan de hand. Omdat Paul eveneens zonder duidelijke reden zijn loperpaar had weggegeven, kreeg de bewaarder van de kist met de zilveren munten toch een aardige stelling. En zeker toen Paul onnodig ook nog een pion in de aanbieding deed. U weet natuurlijk dat deze schatbewaarder vlg. het sprookje ‘ogen zo groot als molenstenen’ had. Ja, daar past geen bril overheen. Of hij was die avond ook gewoon niet in topvorm (ja, dat verschijnsel herkennen wij ook van onze spelers vanavond.)  Of hij had ruzie met tovenaar Purmarijn, en wilde die nu eens een keer niet helpen! Hoewel Paul verschillende keren niet al te doortastend stond te verdedigen, weigerde zijn tegenstander zijn kleine, maar duidelijke voordeel verder te benutten. Of hij zag het gewoon niet met die ogen. Hoe moet het nu verder? Ook remise. Nogmaals:  ‘Niet iets dat aan het met succes voltooien van de grote eindopdracht  (met een gelijk spel het gevaarlijke degradatiespook overmeesteren) heel veel kon bijdragen, maar nou ja, ook dit leek nog wel een beetje ergens op.’  En op twee andere borden ging het ook nog wel redelijk. Bijv. bij Bert gloorde er veel hoop. Martin zat te zwoegen, maar leek de boel onder controle te hebben.

Onze derde topdwerg Bert speelde vanavond ongelofelijk geconcentreerd, en sterk. Het was een Meraner. Bert liet zich nergens door verrassen. Hij kreeg voordeel en hield dat vast met zekere hand. Hoewel hij een wel erg ingewikkelde directe  winst bij zet 23. overzag  (zie diagram verderop) , bleven zijn zetten meer dan voldoende voor de winst. Hij kon een pion en een kwaliteit winnen bij zet 24, maar zag waarschijnlijk even spoken. Gaf niet. Winnen ging hij toch! Maar laat op de avond begon de machine onverwacht wat  te haperen. En op zet 36 gaf hij pardoes een toren weg! Wat een tragedie. Zo sterk spelen en dan alsnog door één missertje toch nog verliezen.  Toen ik het hoorde kon ik mijn oren niet geloven. Bert terecht zwaar de pest in. Hij zag er even uit als dwerg Grumpie.

Grumpie    Grumpie

Martin (wit) kwam tegen zijn sterke tegenstander goed uit zijn Engelse opening.

IMG_9874bWEB   9874bWEB

Na zet 17 Dd3? (Td2) nam echter De Veij het initiatief over. Na een misser van Martin op de 22e Ld6? ( c5!? Zie diagram verderop), een onnodig en naar spoedig bleek een onnuttig kwaliteitsoffer) had hij zelfs een gewonnen stelling. Het was triest om aan te zien dat Martin steeds meer op Stoetel ging lijken.  Dat was niet zijn schuld, want een goed plan was er eigenlijk niet, waardoor hij genoodzaakt was op zijn eigen terrein wat doelloos  heen en weer te schuifelen. En wachten tot het beroerder werd, of dat zijn tegenstander een missertje ging maken. Die had daar geen zin in. Haast had die niet. Langzaam en secuur schoof hij onze brave Stoetel van het bord.

Stoetel  Stoetel

Resteerde Frank. Die met zijn Siciliaan tegen de Alapin-variant  (2. c3) het niet helemaal goed deed  (5.  … Pe7 lijkt hier te langzaam,  dxe4 en Pf6 of direct Pf6 lijkt logischer) . Met vaste hand ontwikkelde Meijer verder. Na een wat wat al vroege, en ook veel te drieste poging van zwart om richting de witte Koning te manoeuvreren  was Frank al op zet 10. fors in de problemen. Ik stond ernaast en begreep toen al niet veel meer van zwarts plannen. De antwoorden van wit lagen toch wel erg voor de hand! Wat gebeurde hier? (zie diagram verderop) Zag Frank dingen waar ik te dom voor ben? Nou nee dus. De schijnbaar vernuftige zetten van zwart waren alle noodsprongen om een zaak te redden die niet te redden was. Doch …  wit was waarschijnlijk zo blij met zijn buitenkansje dat hij even iets te schematisch verder ging. Verspeelde een deel van zijn eigenlijk beslissende voorsprong. Maar bleef toch akelig veel beter staan. Het bleef een avondje zwoegen voor onze teamgenoot. Ik zag dat hij mijn blikken van ongeloof ontliep en denk dat hij zich schaamde. Al zo snel eigenlijk met de rug tegen de muur. En echt eigen schuld!

Bloosje  Bloosje

Toch leek het er later op dat hij nog vage remisekansen kreeg. Maar wat nog het ergste was: hij had heel veel tijd nodig gehad om alsmaar langs de rand van de afgrond het evenwicht te bewaren. Toen ik naar huis ging gaf ik geen stuiver meer voor de combinatie van 1 pion achter en geen tijd meer op de klok. Ik kon het niet meer aanzien. Zo hard werken, een hele avond, aan een al zo snel hopeloze opdracht.

En zo konden we met een smadelijke   6,5- 1,5 nederlaag  aan onze kabouterbroeken afdruipen richting Middenbeemster.  Wij deden ons best, maar zij waren gewoon stukken beter!

Wij degraderen naar de 3e klasse. Het eerlijke bordpunt van Marko Bosnjak dat de wedstrijdleider ons destijds ontnam (burokratisch m.i.) , was beslissend. Als we dat hadden gehouden, waren we precies gelijk geëindigd met Bakkum, maar op onderling resultaat (5-3 voor ons) niet gedegradeerd.

De ooit zo knappe jonge prins veranderd in een lelijke kikker. Het lelijke eendje van de nhsb.

Wat nu verder?

Ik sprak bij vertrek even buiten met Pruis, Hopman en Blees. “Ja, als al die Aris de Heer-spelers naar Purmerend deserteren (op hen drieën wijzend), ja hoe moeten wij het dan redden?” Waarop Pruis er nog eens op wees dat ze aktie ondernamen om ook wat spelers bij ons uit te lenen. Als dat eens zou lukken ……

Wordt dan de kikker toch weer een mooie jonge prins, en de lelijke eend toch een zwaan? En leefden we toch nog lang en gelukkig?

Ach ja, die sprookjes.

Voordat de olifant arriveert met de lange snuit, eerst nog even wat stills uit de remake van  Sneeuwwitje en de zeven dwergen.

Serkan Milli – Jos

ExtPrmrJos1  ExtPrmrJos1

Na 9 zetten theorie van de Dc2-variant van het NimzoIndisch geeft de database na Lxc3 alleen 10. Dxc3.  Milli speelt 10. bxc3  wat Komodo een heel klein tikkie beter vindt voor …  zwart!  Het vervolg  10. .. De7 11. e3   Jos moet bij de Purmerenders wel een verschrikkelijke reputatie hebben want op het thans  volgende remisevoorstel wordt gretig ingegaan! Zwart staat iets beter, maar hoe zie je dat? De geïsoleerde dubbelpion van wit? Maar vroeg of laat moet zwart kiezen voor een concessie aan zijn koningsmuurtje. En d5 is ook geen oplossing. Ik zou het niet weten. Leuke stelling om dat eens praktisch te testen.

Ron- Kees Kerkdijk

Na de London bij zet12

ExtPrmrRon1  ExtPrmrRon2

Tot 12. b5 ook theorie, maar nu volgt verrassend 12. … Pb8!? Is dat niet te traag? 13. Ld3  Pbd7  en remise overeen gekomen.

Ron: Ik ben enige uitleg schuldig. Er was tegen Kees nog genoeg om door te spelen. Je zou het op het oog niet zeggen, maar ik sta in die stelling gewoon nog beter. Het sterk lijkende zwarte centrum is best kwetsbaar. Ik kan daarnaast drukken op a7 en b7 (met bijvoorbeeld een paard op a5). Ik was Le2, 0-0 en dan Td1 van plan. In de na-analyse deed hij het eerst 3x fout. Maar ik had een heel emotionele dag achter de rug en was erg moe.”

Nou vooruit dan maar.

Luc Preeker – Gerrit

ExtPrmrGerit1 ExtPrmrGerrit1

Zwarts laatste zet 25. ..  Tg8, die mij wel logisch leek, was niet goed!  Hier wint direct de prachtige zet 26. Dg6! Zelfs als je verliest kan schaken veel vreugde geven! Als zwart de dame neemt volgt  hxg6  met mat! En anders is zwart zijn dame kwijt. De heren zagen het wel, maar pas na afloop! Zwart had i.p.v. Tg8 door moeten zetten met zijn tegenaanval op de damevleugel en 25. … a4! moeten spelen. Het is zo’n typische stelling met aanvallen van beide zijden op beide zijden. Wie komt het eerst? Vlg. mijn assistent Dr K komt zwart het eerst! Had ik niet gezien. Gerrit ook niet.

Frank van der Moolen- Paul

De eindstand:

ExtPrmrPaul1 ExtPrmrPaul1

Wit staat een pion voor, maar ziet geen heil in voortzetting. Maar hij heeft een vrijpion op e5, een akelige loper op d6 en een pion meer. Met een beetje pech was het 7-1 geworden!

Bert- Ruud de Groot

ExtPrmrBert1  ExtPrmrBert1

 Hier had Bert zijn latere vreselijke ellende kunnen voorkomen. Wel lastig, en een lang verhaal. En het was niet nodig want  23. Ta1 was ook best wel goed! Maar  23. Pc6! is dodelijk!

23. ….Pxe5 24. Pxe7+ Kh8  25. Dxe5        

23. … Lg5  24. Lxg7  Lxc1  25. Pe7 mat 

23. … Lf6  24. Lxf6  Pxf6  25. e5 Ph5  26. Pe7+ Kh8  27. De4 ( met dubbele dreiging:  mat op h7 of de toren slaan op a8.

Maar ja, dat is voor gewone stervelingen wel een beetje veel van het goede.

ExtPrmrBert2  ExtPrmrBert2

Toen ik deze stelling zag, dacht ik : ‘Kat in het bakkie! Bert slaat op g7. Daar kan toch niks tegen zijn. Pion en kwaliteit. Kassa!’ Maar Bert sloeg niet op g7, maar speelde 24. Lg3. Ik heb een groot respect voor Berts schaakkunde, en dacht “Nou ja,  Bert heeft natuurlijk iets gezien dat ik niet zie.” Maar Dr. K. ziet ook niets, geen enkel bezwaar tegen 24. Lxg7. Dus Bert zag spoken. Na 24. Lg3 staat wit natuurlijk nog steeds heel goed, maar toch vreemd.

Martin- De Veij

ExtPrmrMartin1 ExtPrmrMartin1

De Laatste zet van wit was 22. Ld6 Wat de diepere bedoeling is, zie ik niet. Wilde hij gewoon actie op de torenlijn, en dacht misschien ‘Wat initiatief voor een kwaliteitsoffer, dat moet kunnen ?’  Maar er komt geen initiatief. En geen actie op de d-lijn  22. … Txd6  23. Pxd6 Dxd6  24. Tfc1 (dit doet ook niks)  Lc5 25.Dc3 (Dit doet ook niks. Wat wil hij ermee?) Hierna is wit tot passiviteit gedoemd. Hij krijgt nergens kans meer om nog iets te bedenken.

Meijer-  Frank

Zwart heeft na 8. c3-c4 de keuze om de dame naar d8 of d6 terug te halen. Maar hij kiest voor 8. …   Dh5?

ExtPrmrFrank1  ExtPrmrFrank1

Je voelt met je klompen aan dat dit gedonder kan gaan geven. 9. Le2! (Er is meer mogelijk, maar dit is lastig genoeg.)   …  Ph4 ?? Bloedlink! Zwart moet gedacht hebben dat hij wel wat gemene grapjes zou kunnen gaan bedenken. Maar daar krijgt hij helemaal de tijd niet voor.   10. d5! Hierna staat wit ‘in hogere zin’ verloren. De oude waarheid uit Frank’s schaakjeugd blijkt gewoon nog steeds waar: een koningin moet je niet te vroeg in het spel brengen, want die kan altijd en overal worden aangevallen en moet dan vluchten en dat kost tijd die de tegenstander gebruikt om te ontwikkelen. En een andere waarheid ook: Paarden aan de randen zijn een schande!

10 … Pe5  11. Pxe5 Dxe5 12. Te1

ExtPrmrFrank2 ExtPrmrFrank2

 12.  ….   Ld6??  Een wanhoopspoging, denk ik.  Ik zag het gebeuren en dacht  : Wat doe je na gewoon 13. g3?    Die loper op e2 kan daarna gratis een of ander onheil gaan stichten, want alweer staat die Dame in.  Gelukkig doet wit het na 13. … Pf5 ook niet goed, en wordt zwart de euthanasie bespaard en wordt het gewoon een lange, lange lijdensweg.

En toen was het eindelijk dan toch tijd voor de olifant met de lange snuit, die het verhaaltje uitblaast.

Naschrift :  Er volgde nu al nuttig commentaar van Gerrit.

‘Ik zag de winnende zet voor wit 26. Dg6+ wel tijdens de partij, maar pas nadat ik zet 25. Tg8 had gedaan. Als dwergen ook een pokerface kunnen opzetten dan deed ik dat. Maar even afwachten of Luc het ook zou zien. Nee dus. Maakte hem er na afloop van de partij opmerkzaam op dat ie al op zet 25 de beslissende klap had kunnen uitdelen.’

  Eindcorrectie moet nog volgen.

 

 

1

8464357 

Kees Kerkdijk

 1837

 – 

8529532 

Ron de Vink

 1883

½-½

2

7844353 

Serkan Milli

 1613

 – 

7366095 

Jos Lohmann

 1881

½-½

3

8279876 

Ruud de Groot

 1828

 – 

7185981 

Bert Kuijer

 1830

1-0

4

8414340 

Frank van der Moolen

 1810

 – 

6808131 

Paul Verkooijen

 1741

½-½

5

6392309 

Ton de Veij

 1825

 – 

7826654 

Martin Zwaneveld

 1682

1-0

6

8286267 

Paul Meijer

 1709

 – 

7803114 

Frank de Geus

 1655

1-0

7

8255489 

Daniel Doorn

 1748

 – 

 

 

 

1-0 R

8

7312294 

Luc Preeker

 1743

 – 

7268195 

Gerrit van Dok

 1652

1-0

 

 1764

 

 1731

 

 

Hoog bezoek

Verrassend. Pieter Homan in ons huis. Een heel enkele keer zie je hem nog wel eens bij ons. Hij is zijn oude clubje kennelijk nooit helemaal vergeten. Hij was clubkampioen bij ons in 1988 en in 1989. Vertrok toen naar schaakclub Purmerend omdat hij bij ons uitgeleerd was en een carrière als profschaker (en –pokeraar) ambieerde.  Dat is, geloof ik, uiteindelijk slechts ten dele gelukt. Hij schaakt nog steeds. Met  Purmerend 1  in KNSB 1e klasse. (Elo 2307. Fide- meestertitel.) En geeft schaakles.  Ook op scholen.

Hij zou bij ons een vergaderingetje hebben bijgewoond over een eventuele belangstelling van schakers van Purmerend, die daar wel lid zijn maar zelden aanwezig in hun competitie. Wellicht  zouden er een paar bij ons in de interne willen meedoen. Als dat zou doorgaan lijkt me dat een zegen. Het zou ons afglijden in de afgrond wellicht tijdelijk of definitief kunnen tegenhouden.

Na de vergadering bleef hij nog even sparren met Paul Verkooyen. Die werd natuurlijk  ettelijke keren ingeblikt. Maar wel heel leerzaam. Ik schat dat Paul na dit lesje zeker 100 Elo-punten meer waard is geworden.

 IMG_9859bWEB  9859bWEB Beter of groter? Erop klikken!

Om misverstand te voorkomen, de echte schaakmeester zit in het midden!

Nog meer hoog bezoek?  Ach dat kun je zo ook misschien wel noemen. Jos Lohmann

kwam later op de avond even binnenzeilen. Dat vind ik altijd vertrouwenwekkend. Die is ons ook nog niet helemaal vergeten. Omdat Frank al vrij vroeg afgerekend had met Peter, kon Jos even trainen tegen Frank. (Stel je voor dat hij as donderdag toch nog mee zou doen in de externe!) Wat ik zag van de trainingssessie was leuk. Jos al gelijk met zijn hoogsteigen stijltje. Schaken is het leukst als er hoogst verdachte offers kunnen worden gebracht. Ik geloof dat Frank nog wel een beetje overeind bleef. In ieder geval : ook leerzaam voor iedereen.

IMG_9865bWEB  9865bWEB

En onze echte interne?

Gerrit speelde degelijk (te degelijk?)  tegen Ron. Die dus al gauw in opening en begin middenspel weinig te duchten had en later kans zag met zwart het initiatief te grijpen en een aanvalletje op te zetten. Heel erg gevaarlijk leek het aanvankelijk niet, maar na een onhandige damemanoeuvre  had zwart gelijk kunnen winnen, maar hij zag het niet. Desondanks bleven de mogelijkheden voor zwart ruimer voorradig dan voor wit. In een stelling waarin nog niets beslist was, bezweek Gerrit. Na een foutieve 26e zet  ging de zwarte aanval ineens op rolletjes. En na de 32e zet begreep Gerrit dat hij mat zou gaan in 7 zetten (haha) en gaf op.

Frank had al gauw een iets betere stelling tegen Peter. Dreigde dat een beetje te verknoeien met de hier al zo vaak bekritiseerde zet 11. c5.   (Zie hieronder bij ‘highlights’)

Peter’s reactie is aanvankelijk heel goed, maar bij zet 12. wat minder en weer heeft wit toch weer wat aanknopingspunten. Bijv. een zwakke zwarte pion op c6. Waardoor problemen met de ontwikkeling van een paard, het laatste nog onontwikkelde stuk. Materieel staat het nog steeds gelijk , maar de witte stelling is beter. Dat speelt Frank heel rustig en secuur  uit! Rond zet 25 is het pleit eigenlijk wel beslist. Zwart moddert nog een tiental zetten door. Met een piepklein combinatietje beëindigt Frank het inmiddels ongelijke gevecht.

Ab had toen ik binnenkwam al verloren van Marco. Maar voor mij werd niet duidelijk of dat een vluggertje was of een voor de interne meetellende partij.

Bert koos een degelijke opstelling tegen Martin. Die koos voor een Schlechter-variant van Het Slavisch (met c6, d5, g6, Lg7). Een bezwaar van Bert’s opstelling is de dameloper binnen de pionnenketen, opgesloten met e3. Zolang zwart hetzelfde niet gedaan heeft met e6, staat zwart wel bevredigend, en gaat het veel geduld vergen van wit om zijn dameloper wat actiever te krijgen. Zwarts probleem daarentegen is op welk moment hij zijn dameloper het veld in mag sturen (hij kan dat namelijk lekker wel!). Doet hij dat te vroeg (vóór de rochade) dan kan pionverlies dreigen. En als hij wel wacht tot het geschikte moment is Lf5 weer vaak niet zo geschikt omdat g6 verhindert dat de loper bij aanval (Met Ph4 of g4, je weet nooit) niet naar g6 kan uitwijken.

23Bert1  23Bert1

 

Martin speelt hier wel 5. .. Lf5 wat dus te vroeg en niet goed is. Bert schijnt het te weten want hij speelt  6. cxd5!  En nu zou na cxd5 7. Db3! heel vervelend zijn. Omdat er dan 2 pionnen aangevallen staan.  Eén op b7 en één op d5. Het beste is dan nog om met Pf6 de pion op d5 te behouden, en wit laten slaan op b7. Zwart heeft wel wat maar onvoldoende compensatie. Een pion is een pion! Dit is een standaardmanoeuvre in het Slavisch.   Bert speelt echter 7. Lb5? wat veel minder sterk is.

Nu redde Martin het nog wel zo’n beetje, tot Bert toch een pion won met Da4xa7?

23Bert2  23Bert2

11.  …….  0-0!   Het ziet er dreigend uit. Voor zwart. Want kan wit nu ook nog op b7 slaan? ‘Nee’zegt K.  :   12. Dxb7 12. Pxe5 dxe5  13. Dxe5 en dan zou zwart meer dan voldoende compensatie hebben voor die ene pion achterstand. Zal wel zijn wegens actief stukkenspel, sterkere lopers. Maar zelf zou ik met zwart ten onrechte behoorlijk in de rats gezeten  hebben i.v.m. die dubbele vrijpion op  a en b . Maar Bert zag dat wrsch. wel en deed het anders.  12. Lxc6 ( dan maar geen loperpaar) bxc6  13. Da6? (f3!?) Pd7 14. Pxd7  Dxd7

23Bert3   23Bert3

en ook nu zou zwart ondanks die pion achterstand niets te vrezen hebben.  Wonderbaarlijk.  Het  is zelfs zo dat wit zou moeten gaan oppassen na het opstomen van de zwarte e-pion. (Een sterker zwart centrum en een nog steeds totaal inactieve witte dameloper) Maar zwart wil nu meer, en bezondigt zich dan aan een iets te wilde damemanoeuvre en die wordt feilloos opgevangen door Bert. Die toch nog steeds een pion voorstaat! Maar ook wel nog steeds tobt met die inactieve dameloper en een minder centrum, en inmiddels ook moet optornen tegen een heel sterk loperpaar, want zelf het loperpaar kwijt is. Beide spelers hebben dus hun twijfels en vluchten dus samen in een drie keer herhaling van zetten.

Nog slechts een enkele andere highlight  (I.v.m. tijdnood, ik moet na vanavond weer aan de bak met het  verslag van de externe):

Gerrit-Ron

23Ron1  23Ron1

9. Pxf5

Ron: “Gerrit speelde vrij pretentieloos in de opening. 2. Pc3 en dan niet aansturen op e4 maar  4. e3. Maar toch lastig om daar doorheen te breken. Dus maar een soort van “London”- opstelling met zwart en dan toch maar c5. Dat hij vervolgens slaat op f5 en mij een dubbelpion bezorgt, vind ik niet echt erg, die pion is doorgaans niet zwak en ook van de isolani op d5 kan hij niet direct profiteren. Maar hij moet het daarna wel veel actiever spelen. Ik kreeg nu een mooie stelling.”

23Ron2  23Ron2

27. …   f5!  28. Db3 g4!  29. Lxe4  fxe4

Heel fraai om zwarte pionnen te krijgen op e4, f4, g4. Al mijn stukken stonden goed voor de koningsaanval.

23Ron3  23Ron3

30. …  gxh3  31. gxh3 Txh3  32. f3  e3   wit geeft op.    Dit was wel genieten….

De grap die Ron miste door te spelen  22. …  a6  was:

23Ron4  23Ron4

22. … Pxf2! 23.  Kxf2  ( 22. ….  Txf2?  23. Te1+! met damewinst )  23. ….  f5!  (0.a.!  Er zijn er meer)  en wit wordt er afgehakt.

Frank-Peter

Na 11. c5 ?  (Op cxd5   cxd5 volgt Pf4 met beter spel voor wit) Hierop liet Peter volgen:

23Frank1  23Frank1

11 …..    b6!  12. b4  bxc5?  Beter was geweest  12. … a5!  (13. bxa5 bxc5!  Of  13.Le3 axb4  14. axb4  Txa1  15. Dxa1  Pa6)   

Hierbij laat ik het even.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.

 

 

 

 

 

 

stand na ronde 22

Overzicht voor ronde 22, gespeeld op 20 maart 2017

Wit

 

Zwart

Uitslag

Paul Verkooijen

Ron de Vink

½-½

Gerrit van Dok

Bert Kuijer

0-1

Martin Zwanenveld

Afwezig met geldige reden

 

Frank de Geus

Afwezig met geldige reden

 

Joop Kuijer

Afwezig met geldige reden

 

Ab Hauer

Afwezig met geldige reden

 

Peter van Putten

Jasper Ittmann

1-0

Marco van Wijk

Afwezig met geldige reden

 

niels Kuier

Afwezig met geldige reden

 

Ranglijst bijgewerkt t/m ronde 22

Nr

Naam

Punten

Wa

Gsp

Gw

Rm

Vl

Perc

1

Bert Kuijer

249,33

18

20

13

4

3

75,0

2

Ron de Vink

239,00

17

20

7

12

1

65,0

3

Paul Verkooijen

217,33

16

16

6

8

2

62,5

4

Martin Zwanenveld

198,50

15

19

8

4

7

52,6

5

Gerrit van Dok

178,33

14

20

4

9

7

42,5

6

Frank de Geus

164,17

13

13

4

6

3

53,8

7

Jasper Ittmann

124,33

12

19

3

1

15

18,4

8

Peter van Putten

111,17

11

13

3

2

8

30,8

9

niels Kuier

95,67

10

10

3

1

6

35,0

10

Marco van Wijk

92,00

9

10

4

1

5

45,0

11

Ab Hauer

86,33

8

9

3

2

4

44,4

12

Joop Kuijer

21,00

7

0

0

0

0

0,0

 

Vechten als leeuwen

Dat deden ze. De koningen van onze kleine schaakwildernis.

Bert (met zwart) tegen Gerrit omdat hij tot zet 17 -met iets KI-achtigs tegen een London- eigenlijk wat minder stond, en daarna maar een tikje beter. Dat moest tegen die ouwe taaie Gerrit voorzichtig worden uitgebouwd, en dat vergde heel veel tijd en geduld. Maar Bert m o e s t winnen! Erg groot is zijn voorsprong op Ron niet. Als Ron in een resterende partij tegen Bert zou winnen kan die voorsprong vrijwel verdwenen zijn.

Gerrit: “Had in een eerdere fase al twee maal remise aangeboden, maar ja Bert gaat altijd door ….” Zei hij verwijtend. Maar na 52 zetten was dan eindelijk de prooi overmeesterd.

Ron vocht ook als een leeuw,  tegen jager Paul.

Eerst door vanuit zijn zwarte Najdorf-Scheveningen – achtige  Siciliaan tegen een niet al te gevaarlijke   (maar ook geen echt slechte) aanpak van wit erg krampachtig een beetje aanval te zoeken. Hij nam duidelijk risico’s. Want ook hij moest winnen. Hoopte kennelijk dat hij tactisch Paul de baas zou kunnen zijn. Maar dat viel tegen. Paul verdedigde uitstekend en kreeg duidelijk voordeel. Het groeide wat en het slonk wat , maar hij hield voordeel. En won een pion.  Ron vocht dapper verder. Dat hielp pas bij zet 28 en 29. Toen verspeelde wit een flink deel van zijn voordeel, maar hield desondanks zijn vinger aan de trekker.  En na een zwakkere zwarte 33e zet gevolgd door een mindere 34e zet, gaf niemand meer een stuiver voor het leven van ons dappere, maar aangeschoten roofdierl  Die stond nu al spoedig twee (!) pionnen achter. Hinkend bleef hij vluchten. Hij kon al lang niet meer winnen, maar nu was het streven tot alle prijs een nederlaag te voorkomen. Een welhaast onmogelijke opgave. Dan gebeurt het wonder! Bij zet 48. mist Paul met een vreselijke zet de directe winst. En nog erger, ineens  resteert een toreneindspel  met twee pionnen meer dat –miraculeus- voor Paul niet te winnen is. Ron zal zich later op de avond grommend maar niet helemaal ontevreden naar zijn hol hebben teruggesleept. Hij zal wel minstens een week nodig hebben om zijn wonden te likken.

Jasper vocht op zijn manier ook als een leeuw. Maar dan wel als een leeuwenwelp, met nog melktandjes en onvolgroeide klauwtjes. Hij wilde winnen van die eigenlijk al wat oude leeuw die nog niet helemaal kan vechten zoals hij dat tien jaar geleden kon. Maar wel toch op zijn oude dag weer goed in training isl Onder het motto ‘beter laat dan nooit’. En vanavond ging het wel weer aardig met Peter! Tegen hem kun je je echt niet meer veroorloven om 6 zetten lang een paard te laten instaan.  Want al die tijd vreesde Peter een list, maar toen vrat hij dat paard toch eindelijk maar op.  Intussen had hij wel zijn eigen toren in ernstige problemen gebracht, maar Jasper vergat daarvan te profiteren. Maar aan het eind van de jacht liet de ouwe leeuw zien dat hij het best nog kan: Zijn manoeuvres naar mat waren niet heel ingewikkeld, maar wel heel trefzeker en foutloos.  De  welp trok al vroeg met de staart tussen de benen huiswaarts. (Voor details zie hieronder.)  Maar het geheim van jonge welpen is: ze komen terug! Elke nederlaag maakt ze sterker. Hun tijd komt absoluut ook nog wel.  

Hoogtepunten (voor mij althans)

Gerrit- Bert

22Gerrit1  22Gerrit1

Zo’n Lf4 heb ik ook wel eens tegen me gehad in een normale KoningsIndische stelling. Omdat ik Bert eindeloos zag worstelen met de vraag hoe hij die  e-pion naar e5 kon krijgen (omdat nu ook de witte Loper dat veld dekt!) wijs ik hem maar even op de mogelijkheid die ik ooit uit een boekje van Euwe viste, en die hier in deze London misschien ook wel kan.   

5. ….. Pc6 !!?? Als wit nu 6. d5  speelt volgt verrassend 6 …   e5! Dankzij die witte loper op f4 heeft zwart dat tempootje.  (7. dxc6 exf4 is slecht voor wit)

Na 7. dxe6 ep  fxe6  en na 0-0 kan later gemakkelijk alsnog e5 volgen.    Na 7. Lh2 heeft zwart na Pe7 ( of zelfs Pb8! ) zijn  normale centrumpositie van het KoningsIndisch met de pion op e5 bereikt l  En daar is Bert een fan van. 

5. … Pc6 !!??   Als wit nu afziet van 6. d5 ?  

De boeken en computers geven bijv.  dit:

A.  6. e4  0-0  7. e5? dxe5 Terugslaan met de pion? Wit verliest de rochade.  Terugslaan met de Loper? Wit verliest het loperpaar  Terugslaan met het Paard en met Pd5 heeft zwart weer dat tempootje met aanval op Lf4 en volgens de kenners heeft zwart na daarna Pxc6 voldoende compensatie voor die geïsoleerde dubbelpion op c. Waarom snap ik niet goed, maar voor de beoefenaars van dit soort stellingen is dat misschien uit te zoeken.

B.   6. e4 0-0   7.   na alle andere zetten volgt  het gezochte 7.  …. e5!

C.   6. e3 en nu zal er wel na 0-0 wat extra steun moeten worden geïnstalleerd met Te8 of De8 maar e5 is meestal weer mogelijk.

 

Terug naar de partij. Stelling na zet 17.  ….   a6

22Gerrit2 22Gerrit2

Wit staat beter omdat dat paard op d5 nu of binnenkort kan worden verjaagd met c4, met overwicht in het centrum, wit het loperpaar heeft, en zwart’s pion op e7 nog steeds niet in staat is naar e5 op te rukken.  Denk ik. Komodo verwacht  18. b3! en 19.  c4  of 18. c4!  Gerrit speelt 18. Ld3 wat Komodo afwijst. Ik begrijp het wel. Al was het maar omdat wit vrijwillig afstand doet van zijn loperpaar! En ook nog het veld c4 prijsgeeft. Het sterke c3-c4 kan dan wel even vergeten worden!

Stelling na 43 Te2

22Gerrit3   22Gerrit 3

Gerrit:  “Volgens Bert had ik ergens kunnen winnen door het opspelen van pion f3 toen mijn toren op g1 stond en zijn toren ongedekt op g8.”

Ik heb het met Komodo nageplozen, maar niets kunnen vinden. Ook niet met h3-h4. Zwart zou vlg. K. hier groot voordeel hebben en houden:  -1.80  !!!  Maar vraag me niet waarom.  Achtergebleven pion op c3?  Geïsoleerde pion op f3? Zwak veld op f4?   (Zwart heeft ook een achtergebleven pion op e6.) Bert heeft op deze stelling aangestuurd. Misschien kan die het vertellen?

22Gerrit4   22gerrit4

Gerrit: “mijn beslissende fout kwam na TxTc3 met PxTc3. Had moeten terugslaan met TxTc3. Dan had ik nog een kans gehad op remise.  Nu werd pion d4 onhoudbaar en dat had ik over het hoofd gezien.”  Maar Komodo vindt Pxc3 een heel klein beetje beter dan Txc3. Maar op 51. Txc3 zou Komodo niet terugslaan met zijn toren.

Want inderdaad na 51 …. Txc3 52. Pxc3 heeft wit nog een kansje.  52. …   e5  53. dxe5  Kxe5  maar na 54. Kg3  d4 is het toch nog wel een beetje moeilijk voor wit. 

Maar als gezegd: Komodo slaat niet terug. Maar speelt 

22Gerrit5 22Gerrit5

Analysediagram.     51. … Ta8!  Fraai!  Met de dreiging Ta2+ gevolgd door Tb2!  

En na           52. Tc2 volgt Tb8  53. Tb2 Pd3!

Of                                           53. Pd2 Tb4 en pion d4 gaat verloren of pion b3.

Hogeschool van het eindspel!

Peter-Jasper

22Peter1  22Peter11

Jasper is expert in nutteloze paardaanvallen.  Daar heeft hij patent op aangevraagd. Maar het valt niet mee om nu maar toe te geven dat dat paard op g4 daar geen toekomst heeft. Gewoon 14. … Pf6 en wit heeft maar een klein voordeel. 15. Lxa6 bxa6  16. c4!

Het wordt een klucht om te zien hoe Jasper van de 14e t/m de 20(!)  zet weigert dat paard terug te trekken en hoe Peter zich laat intimideren en alsmaar denkt dat hij dat paard niet mag slaan.

14.h3 h5?? (14…Pf6!) 15.e4 (15.hxg4!) 15…b5 16.Lb3 Pc5 17.Tf5? (17.hxg4!) 17…g6 (17…Pf6!)  18.Tg5? De7 (18…f6!)  19.Pf3 a5? (19…Ph6!) 20.hxg4

Eindelijk. “Als je hem nu echt absoluut kwijt wil dan vreet ik hem nu toch maar op”. Maar op die manier leert Jasper nooit af dat zulke paardzetten alleen goed zijn als er meer stukken aan zijn aanval kunnen meedoen. Hij hoopt zijn tegenstander te intimideren. Nou, dat is in deze partij gelukt!

Fraai vind ik de koelbloedigheid waarmee Peter tenslotte de partij met mataanval besluit. Hij trekt zich niets aan van vage dreiginkjes op de damevleugel en stormt onvervaard op de zwarte koning af:

22Peter2  22Peter21

24.Pf5! Dd7 (alle zetten falen!) 25.Dh3 bxa3

22Peter3   22Peter3

26.Dh6 Dxf5 (is nog de minste van alle kwaden) 27.gxf5 Pd7 28.fxg6 opgegeven  (28…Pf6 29.g7  en mat)

Paul-Ron

Ik noemde het al. Ron neemt risico’s om aan te vallen.

22Ron1  22Ron1

13 …. g6 14.h3 Kg7? 15.Dd2 Th8? 16.Tad1 h5

22Ron2  22Ron2

Ron: “Het plan met Kg7 en aanvallen via de h-lijn is dus niet goed, ik wilde een pion naar h4 spelen en dan mijn paard naar h5 en dan f4. Dat ziet er toch leuk uit? Dacht dat de koning op die diagonaal nog niet direct bedreigd zou kunnen worden door de loper op b2, maar dat is dus onjuist. “  Paul ziet het aankomen en probeert h4 te plomberen.  17. h4!?  Safety First! ( Komodo:  0.00) Maar Komodo vindt dat wit zou moeten kunnen profiteren van het tijdrovende van de zwarte manoeuvres en het gat op d5 en richt zich eerst op het veld f7 met 17. Lc4 en 18. Pg5 en komt dan eventueel later nog met h4.

Dus 17. h4 is niet slecht!  En zeker niet als zwart dan antwoordt met 17. .. Pe8  Ron:  I.p.v. Pe8 moet ik Lg4 spelen, daar heb ik trouwens best lang over nagedacht. “

Nu vindt ook Paul de zojuist genoemde manoeuvre die Komodo aanbeveelt:

“18. Lc4 gevolgd door 19. Ld5! was erg sterk van Paul.

22Ron3  22Ron3

Na Tc8 had ik gezien dat hij op c6 kon slaan en daarna op e5 (!), maar dacht dat ik wel genoeg compensatie voor de pion zou krijgen dan. Dat is dus niet juist. “  19. … Tc8  20. Lxc6  Txc6 21. Pxe5!   Maar Paul deed het anders:  19. …  Tc8  20. Pg5! (ook niet slecht) Lxg5  21. hxg5 en zwart blijft in problemen. Hoewel wit niet altijd de allerallersterkste speelt staat zwart toch voortdurend met de rug tegen de muur. Maar bij zet  28. Vergokt Paul het.

 22Ron4 22Ron4

Ron:  “Nu deed Paul het vervolgens niet nauwkeurig. Hij had zelf direct de e-lijn moeten pakken (met Te1)” 

Komodo geeft dan inderdaad heel groot voordeel voor wit. Maar na het gespeelde 28. gxf6 ep?   Pxf6  29. f3? (Te1!) The8! Is er van het witte voordeel even weinig meer over.

22Ron5  22Ron5

Ron:  “Na 31. Pe2? kon ik dus Pxd5 spelen met direct gelijk spel. Ook nu (met 31. ..  Te5 was het nog remise, maar ik moet dan wel 32. Tc8 spelen en niet  na 32. Pf4 Tc3? want zijn paard mag niet via e6 naar d8 kunnen. “ 

22Ron9 22Ron9

33. Pe6+ Kf7 (Kh7!?)  34. Pd8+ en ineens zit zwart weer in grote moeilijkheden. Zwart gaat  een 2e pion te verliezen, na 35. Pb7.

22Ron6  22Ron6

35. Pb7!

Ron: “Paul stond glad gewonnen en ik heb meerdere keren gedacht om al op te geven.”

22Ron7  22Ron7

Ron: “Het sloteindspel met T en P wederzijds is ook nog totaal gewonnen voor hem. Hij kan i.p.v. Pc4? natuurlijk op d6 slaan en heeft dan een paardvork. Mogelijk dat hij door al die drank het miste…..”

Inderdaad, hier ging iets mis:

48. Pc4?? (Pd6!) Pxc4 49. bxc4 b3  50. Td3  en de kans op winst is verkeken.

22Ron8 22Ron8

Wit accepteert remise. Hoe is het mogelijk dat Ron toch nog remise uit het vuur sleepte. Dat was dus een voorbeeld van een rondje vechten als een leeuw. Paul speelde natuurlijk vrijwel de gehele partij geweldig, maar ja ….

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.