Over vrijdag een verslag, over maandag een verslag. Omdat ik wil voorkomen dat ik bezwijk onder de last van schaakvrijwilligerswerk dit keer misschien maar wat korter.
Veel grappigs vanavond voor de onpartijdige toeschouwer. Hugo die bewonderenswaardig een beetje overeind bleef tegen Thonas. Tot hij pardoes een toren weg gaf. Ron die Martin in de tang had en een mooie zet zag die zijn winst misschien wel zou bewerkstelligen. En toen iets te gulzig in het vervolg toehapte, waarna Martin hem een fraaie matcombinatie voortoverde. Prachtig. Gerrit die in vroeg stadium een pion weggaf en daarna het Bert toch knap lastig bleef maken, zelfs later een pion terugwon, maar daarna toch onder het geweld van oprukkende pionnen bezweek. Hans die Mink op een ’Albins tegengambiet’ tracteerde. Een zeldzaamheid bij Aris de Heer. Daar kon Mink bij gebrek aan theoretische achtergrond geen echte chocola van maken. Ivar die tegen Chris van der Steen ook door een gebrekkige openingsbehandeling eigenlijk al gauw met de rug tegen de muur stond, en verloor. Peter die al vroeg een stuk verloor tegen Marc. Nu eens niet door een blunder maar omdat Marc nu eenmaal nog meer zetten diep kan rekenen.
Een en ander hieronder toegelicht:
Het Albins tegengambiet van Hans tegen Mink:
2 …. e5 !?
Hieronder wat de theorie zegt:
Mink doet het op zijn eigen manier:
Mink – Hans (2.c4)
2. .. e5 3. cxd5 Dxd5 4. e3 exd4 5.exd4
Mink-Nahs exd4
En wit heeft geen voordeel bereikt in de opening. Wat men wit toch eigenlijk wel de bedoeling is. Zwart speelde hier Lb4+ en Pc6 . Wit krijgt wat last met een geïsoleerde d4- pion. Hoewel er nog niet erg veel aan de hand is speelt het voor zwart toch gemakkelijker. Als wit dan zich ook nog laat opknappen met een geïsoleerde dubbelpion in een verwoeste koningsstelling gaat Hans rustig in de aanval. Mink heeft dan niets meer in te brengen. Alles door een verkeerde aanpak in de opening!
Het verlies van een stuk. Maar geen blunder. Bij Peter-Marc.
De gebrekige openingsbehandeling van Ivar tegen Chris:
2S7A1302WEB
(Plaatje groter? Tik erop.)
Wit heeft g3 gespeeld. Maar dan hoort je koningsloper naar g2. Anders heb je je koningsstelling verzwakt. En je koningsloper hoort zeker niet op d3, voordat de d-pion naar d4 is gespeeld. Nu kan pion d2 niet worden opgespeeld en is ook Loper c1 niet in staat de voor hem mooiste velden te bereiken. Om dat te herstellen moet je die loper van d3 weghalen. Dat kost een zet. In die tijd kan zwart iets nuttigers doen. We noemen dit tempoverlies. De verzwakking van de koningsstelling blijkt ook nog uit de slotstelling. Wit gaat mat op g2!
2S7A1306WEB
Bovenstaande is speciaal voor Ivar bestemd. Ik neem aan dat alle andere clubleden dat wel weten.
Het bijzondere slot van Ron-Martin:
Opvallend bij Gerrit-Bert
Gerrit – Bert (10…d6)
11. e5 Even Apeldoorn bellen. ‘Foutje …..bedankt’ Gewoon even tellen: twee keer gedekt, drie keer aangevallen.
Bert staat natuurlijk heel goed, en weldra totaal gewonnen Maar dat wil niet zeggen dat het simpel wordt. Zeker niet als je af en toe de allersterkste mist. Niet erg. Blijft gewonnen ’
Gerrit – Bert (38…Tfd6)
Na Tfd6 overziet Bert een penninkje. 39. Dxf3!
Ik weet niet of ik de goede stelling op het bord heb, maar als Gerrit opgeeft in onderstaande stelling, geeft Komodo remise door de eeuwig schaak-dreiging na Dxe4 . (Misschien niet de juiste stelling, maar wel grappige stelling.)
Gerrit – Bert (48…Dxb2)
Tenslotte het commentaar van Thomas:
Het is altijd jammer als een partij abrupt beslist wordt door een blunder, zeker als beide spelers zich door afleiding van buitenaf moeilijk kunnen concentreren. Bij deze een vriendelijk verzoek: Kunnen we proberen zonder het gemoedelijke karakter van onze vereniging aan te tasten het geluidsniveau aan te passen zodat mensen zich wel kunnen concentreren? Bij voorbaat dank en ik hoop hiermee de wens van velen te uiten. In een Engelse opening die ik al vaker tegen Hugo had, speelde hij op de 9e zet 9. Pxc6 wat op zich niet fout is, maar niet de meest ambitieuze zet.
Hugo – Thomas (8…Pg4)
9 . e3 wordt wat vaker gespeeld en houdt wat meer spanning vast. Het is ook een kwestie van smaak en het is maar net waar je je comfortabel bij voelt.
Hugo – Thomas (10…Pe5)
Gek genoeg vindt Stockfish 11. b3 nog de beste zet, terwijl dat een pion kost (plm -0,5). Waarschijnlijk omdat wit toch pion-verlies al moeilijk kan voorkomen.
Hugo – Thomas (13.Tb1)
En mijn 13.. d6 waar ik achteraf een beetje spijt van had, wisselt stuivertje met 13.. Da5 om de eerste plaats. Zelf had ik het gevoel dat ik Lg7 had moeten spelen. Vooral 16. e5 was een lastige zet.
Hugo – Thomas (16.e5)
Er zitten heel veel overgangen naar moeilijk te beoordelen eindspelen in. In mijn zestiende zet stak ik ook zeer veel bedenktijd. Het beste was achteraf 16.. Lf5 17. Tb7, dxe518. Dxd8, Tfxd8 19. Txe7, Ld3 met voordeel voor zwart (plm -1) maar in winst omzetten is nog wat anders. Tevens kom ik er nu bij het schrijven van dit bericht achter dat ik na 22. Txa7,
Hugo – Thomas (22.Txa7)
een directe kwaliteitswinst met 22.. Lc2! gemist heb. Ik bleef iets beter staan tot en met zet 26.
Hugo – Thomas (26…Tc7)
Een mogelijk vervolg was geweest 27. Ta8, Txa8 28. Lxa8, Tc8 29. Lb7, Tb8 en zwart heeft duidelijk voordeel (-2). Maar er was dan nog strijd mogelijk geweest. Helaas blunderde Hugo een toren weg ( 17. Ta5?)en kon gelijk opgeven. Maar er komt beslist nog een kans dit seizoen.
Opmerking wedstrijdleiding: Bij het nalopen van de stand, is mij opgevallen dat de waardering van eerdere rondes vaak binnen 1 punt lag van de positie van de speler.
Na wat onderzoek heb ik gevonden dat het aantal bijgekomen leden, en de originele waarde berekening niet goed meer afgestemd waren.
Dit heb ik met terugwerkende kracht gecorrigeerd, daardoor is de punten spreiding weer correct, maar is er door het seizoen heen minder punten verdient.
Het gevolg is dat de stand van ronde 10 ronde de punten lager zijn bij Ronde 9. Mochten hier nog verdere vragen over zijn neem even contact met mij op dan kom ik hier bij je op terug.
Toen ik nog jong en vitaal was karde ik op de racefiets heel Noordholland door. Herken dus heel veel dorpjes en stadjes aldaar. Maar Aartswoud?? Geen idee. Nooit geweest. Dacht k. Maar intussen weet ik weer dat we al eens eerder kort voor sinterklaasavond tegen Aartswoud speelden. Maar nu herkende ik zelfs de naam niet. Ach ja, de leeftijd! Vreemd trouwens die naam: geen woud te bekennen. En ‘aarts’? Meestal in gebruik om een minder goede eigenschap te versterken : aartslui, aartslelijk, aartsvijand. Dat zal het hier wel niet zijn. Een enkele keer ook wel minder ongunstig: aartsengel, aartsbisschop. Enig zoekwerk leverde op: Aartswoud, een zompig stuk bos, eigendom van ene heer Edaerts, al genoemd in het jaar onzes Heeren 1319.
Nu : Een klein dorp. 475 inwoners. Kennelijk te klein voor een schaaklokaal in een mooi buurthuis, Want we moesten ze ontmoeten in Abbekerke. Het is een grote club: 50 leden. Ik vraag me dan af: Waar halen ze al die leden in een klein dorp vandaan? Die truc moeten ze ons ook eens leren.
Het zou een moeilijke avond voor ze worden. Want ons clubje (16 leden) opereert dit seizoen wonderbaarlijk sterk. Ik schat dat ik minstens 35 jaar lid ben van Aris. Maar van ons gezellige clubje heb ik nog nooit zo’n sterk team in actie gezien. Ook niet toen wij nog meer dan 40 leden hadden.
Aris de Heer zou dus een aartslastige tegenstander blijken voor het team dat Aartswoud tegen ons opgesteld had. Maar halverwege de avond wist ik dat nog niet. Ik zag het ook nog niet aankomen.
Martin was namelijk al in sinterklaas-stemming. Hij had een beetje opgekeken van de opening die hij voorgeschoteld kreeg. Een echte Sokolsky, oftewel Orang Utang. Maar deed het niet slecht. Maar toen gaf hij in nette stelling pardoes een pion weg. Hij vertelde me later dat hij het tevoren best gezien had, maar daarna 2 zetten had verwisseld. Ja, dat is mij ook wel eens overkomen. Ook in een wedstrijd voor de externe. Zoiets vergeet je je je hele leven niet. En hij kwam niet alleen een pion tekort, maar had daarna ook nog een inferieure stelling met nog een zwakke pion op c6.
Aarts – Martn (17…Ld6)
En de manier waarop zijn tegenstander Rob Bijpost daarna opereerde maakte me duidelijk dat die er wel raad mee wist. Ik rekende dus op een nul voor Martin. Hij zelf ook, denk ik. Want hij trok een gezicht waar de onvrede van af te lezen was. Aartsongelukkig. En hoewel Bert in het begin van het middenspel een kwaliteit won, begon ik er later toch aan te twijfelen of Peter Couwenhoven dit als leuk presentje op dit avondje bedoeld had,
Ik vond eigenlijk dat al die Aartswouders behoorlijk degelijk zaten te opereren. Thomas speelde een tweepaardenspel, en kreeg het echt terug zoals dat hoort: een pion meer, maar zwart heeft wel compensatie door betere mogelijkheden voor zijn stukken. Dat wordt afwachten.
T. Broek – L. Boots (7…bxc6)
En bij Mark en bij Paul ging het zeker niet slecht, maar ook bij die tegenstanders zag ik eigenlijk geen duidelijke missers.
Bij Ron ging het wel lekker. Zijn tegenstander creëerde een stelling voor zichzelf die er behoorlijk onbeholpen uitzag. Aartslelijk eigenlijk.
Maar korte tijd daarna ging er ineens veel goed. Het meest verbazingwekkend was wat er bij Martin gebeurde. Die bleek een engeltje op zijn schouder te hebben, een aartsengeltje dus. Want Rob Bijpost , die de hele avond heel sterk had zitten spelen, maakte ineens in een al bijna gewonnen stelling 1 (zegge één) fout. Maar die was dan ook gelijk dodelijk.
Aarts – Martn (26…Dh3)
27. Df6 ?? (De2!) Te6 28. Df4 Tg6+ en mat op de volgende zet
Niet veel later gebeurde bij Thomas ook iets bijzonders. Ik zag nagelbijtend hoe Lucas Boots een kwaliteit leek te willen offeren voor een er erg gevaarlijk uitziende aanval. Zag Thomas dat nu wel goed? Dat offer aannemen of niet? Ja hoor, natuurlijk zag hij het goed.
Zie zijn commentaar verderop.
Zo, dat was 2-0.
Bij Ron een kleine tegenvaller. Die zag een leuk combinatietje en kon de verleiding niet weerstaan. Daarna stond hij een kwaliteit achter maar wel met 2 mooie vrijpionnen. Dat was toch gewonnen.!? Dacht hij. Zeker met zo’n rare witte stelling. Misschien wel. Maar het viel hem toch flink tegen. Zijn tegenstander keek steeds vrolijker en deed in flink tempo onbekommerd goede zetten. En mede na een blik op de klok moest Ron remise voorstellen.
AARTS – Ron (37…Kf6) (1)
Zie zijn commentaar verderop
Volgde een nieuwe aardige surprise op deze pakjesavond: Bert wist in zijn toch echt wat mindere stelling remise te verkrijgen..
Aarts – Bert (33…Le8)
Toen zat verlies voor onze club er in ieder geval niet meer in. En het werd steeds mooier. Paul stond goed. En voor zijn tegenstander Gerard Buis restte niet veel meer dan afwachtende heen-en-weer-zetten. Paul deed alleen maar prima versterkende zetten. Vol verwachting klopte ons hart. Maar toch …. Het duurde en duurde maar. En dan bezwijkt zwart eindelijk toch onder de druk. Zag hij een mat in 1 over het hoofd? Maar er was toen echt al niets fatsoenlijks meer.
Paul – Aarts (33.Td6)
33. … Pf8 ? Dg8 mat
Half twaalf is alleen Marc nog bezig. ‘Hoeveel staat het?’vraagt hij. “4-1 voor ons” fluister ik. (mag dat eigenlijk wel volgens de reglementen?) Hij staat echt behoorlijk beter, maar Ron van Putten blijkt wel een echte vechtjas. Die blijft met succes mogelijkheden zoeken voor toch nog tegenactie. Dat gaat dus heel laat worden. Ik hoop dat nu ook Marc liever nog een beetje op tijd naar bed wil, en remise aanbiedt. Nee dus. Ook die wil winnen! Wordt toch nog spannend. O kom er eens kijken! Tijdnoodfase voor beiden. Mark ruikt dan waar de winst zit en speelt snel en sterk naar de ontknoping. Ziet hij toch iets over het hoofd?Twee ver gevorderde vrijpionnen tegen een toren. Dat kan erg tegenvallen. Zijn toren moet geofferd. Resteert een eindspel dat er eventjes verdacht uitziet. Wegens K+ randpion h4 tegen K + randpion h5. Maar gelukkig staat de witte K dichter bij, en na winst van de zwarte pion kan de zwarte koning de witte koning net niet opsluiten op de randlijn. Dat is dan toch remise. Nee, Marc wint.
Stand 5-1 voor ons. Tjonge. Alweer! Om te zingen en te springen en we zijn zo blij te zijn. We kwamen en gingen in donkere nachten. Dat laatste wel heel laat. Maar het was de moeite waard. Een heerlijk avondje.
Details:
Commentaar van Thomas:
Het Tweepaardenspel in de Nahand met Pg5 is een scherpe opening die voor beide partijen kansen biedt. Aan de ene kant krijgt wit al vroeg een pion ” in de schoot geworpen”, aan de andere kant heeft zwart beter stukkenspel en kan hij voorsprong in ontwikkeling krijgen. De witte pionnen structuur is echter nog niet aangetast en bovenal het levert vaak leuke partijen op. Na zo’n zet of 10 bekroop me weer het gevoel: ” hoe was het ook alweer?”. We bleken nog tot en met zet 14 op bekend terrein te zitten.
Diagram T. Broek – L. Boots (14.Pf5)
Daar was ipv 14.. De6 al eens 14.. Pf4 gespeeld. Zwart moet iets doen tegen de dreiging Dg4 Analyse This/ Stockfish geeft als beste aan 14.. Tad8 met ongeveer+1. Zwart slaagde er tot ongeveer zet 20 niet in echt tegenspel te ontwikkelen. Het slaan op c6 moest goed getimed worden want met een ongedekt paard op d6 kan zwart geen tegenacties met Tfc8 ontwikkelen.
T. Broek – L. Boots (21…exf4)
22.Dxc6 Een interessante fase ontstond na de winst van de tweede pion Na 25. Dc5
T. Broek – L. Boots (25.Dc5)
is 25.. Pe7 ook nog een mogelijkheid. Ik was daarop 26. g3 van plan, maar zwart heeft verrassend 26.. Dxh3! Op 27. Dxe7 volgt dan het ontnuchterende 27.. f3! en wit kan opgeven! Een ongelukje zit dus soms echt in een klein hoekje! Gelukkig kwam dit niet op het bord , maar na 27. Pc5, f3 werd het nog moeilijk genoeg.
T. Broek – L. Boots (29.Pd7)
Zo moest wit nog een valkuil omzeilen. Na 29. Pd7, fxg2 moet wit geen 30. Pf6+ spelen wegens 30. Txf6!! 31. Dxf6 , Dxh3 met mat of drukverlies.
T.Broek – L. Boots (30…Te6)
Ook op zet 31 zijn er nog bezwaren. Na 31. Pf6+, Txf6 32. Dxf6, Df3 is zwart ook niet zonder tegenkans. Volgens Stockfish is er voor wit nog steeds niets aan de hand (+4) maar je wil zwart geen toevallige kansen geven.
T. Broek – L. Boots (32…fxe6)
33. Pf6+
Na de laatste moeilijke fase was het familieschaak een mooie afsluiter, tegen een speler die het mij toch behoorlijk lastig maakte.
Commentaar van Ron
Hoewel ik had aangegeven liever niet op vrijdagavond te spelen, had ik dit toch niet willen missen. De partijen waren allemaal boeiend. Mijn sympathieke tegenstander speelde slim eerst 1. Pf3 en toen pas 2. b3. Dat kan een aantal varianten in de Larsen voorkomen. Hij kan niet weten dat ik zelf ook 1. b3 open en daar een andere verdediging tegen heb voorbereid. Het lastige van 1. Pf3 vind ik dat dit in allerlei andere varianten kan overgaan en je niet weet welke je tegenstander wil spelen. Helemaal onbekend was het voor mij niet en wat ik speelde met 4…, a6 is allemaal nog theorie. Op zet 3 heeft zwart ook nog een aantal andere mogelijkheden.
AARTS – Ron (8…Lf5)
Na 8…, Lf5 was ik beslist niet ontevreden. Zwart heeft al gelijk spel. Mijn tegenstander gaf later zelf direct correct aan dat hij veel beter a4 had kunnen spelen i.p.v. a3.
AARTS – Ron (16.a3)
Nu kreeg ik een heel prettige stelling. Cruciaal is de stelling na zijn 19. Thc1?
AARTS – Ron (19.Thc1) (1)
Dat kon niet goed zijn, maar hoe profiteer ik het beste? Ik heb ook naar19….,Pe8 gekeken. Dat is echter de een na beste, ik heb totaal niet naar 19….,Pd7! gekeken. Ook dan is er de dreiging van Lg5 (dit was door mijn tegenstander overzien) en ik kan daarna Pb6 spelen. Die positie is winnend. Ik zag echter dat ik na 19…, Ph5 voor een kleine kwaliteit 2 pionnen zou krijgen en dacht dat dit gemakkelijk winnend was. Dat valt echter niet mee. Martin die aanschoof bij de na-analyse zag beter hoe zwart moest proberen te spelen en dat ik in veel varianten pion e6 niet hoefde te dekken! Ook dat de a-lijn openen gunstig voor zwart zou zijn. Mijn toren op c6 vervulde nu een zielige rol en hij had een monsterpaard op c5.
AARTS – Ron (26…Tc6)
Martin had ook goed gezien dat ik op zet 23 ook pion h2 had kunnen nemen (ik heb daar in de partij ook naar gekeken), maar ook dat is niet winnend. Zwart kan stelling bereiken met Loper op g3 en pion op h4. Dit is meer dan voldoende compensatie voor het stuk.
AARTS – Ron (29.Te2)
Mijn tegenstander bood na 29. Te2 al remise aan. In oplopende tijdnood zat ik te puzzelen hoe ik nou kon winnen. Met onze torens geruild zou dat simpel zijn. Maar die kans gaf hij me niet. Ik zag wel dat hij helemaal niets kon doen. Na zet 37 toch de vrede getekend. Het is ook helemaal gelijk nog. Een zeer boeiend en niet vaak voorkomend eindspel. Toch weer heel leerzaam. Ik zag overigens dat Bert, met een kwaliteit tegen pion voor, tegen soortgelijke problemen aanliep. Hij kon zijn voordeel ook niet verzilveren. Maar ons cluppie won met 5-1 dus we hadden niets te klagen.
Ik hou wel van dit soort stellingen. Alle stukken ontwikkeld, en alle opties open. Op de damevleugel heb ik als breek-zet b2-b4, in het midden d3-d4, en op de koningsvleugel eventueel een koningsaanval met g3-g4 en f4-f5. Dus eens kijken wat zwart gaat doen, en waar.
Voor zwart is het moeilijker: a6-a5 geeft wit Pb5, b7-b5 misschien maar ik heb altijd a2-a4, d6-d5 gaat niet, op e6-e5 volgt f4-f5, en g5 gaat ook niet. De computer geeft de stelling als gelijk, maar ik denk dat praktisch gezien wit hier best wel goed staat.
Zwart besloot tot 12..Le7-d8. Ik kijk altijd eerst wat het nadeel is, en in dit geval stapt zwart dus weg van de diagonaal a3-f8. Alles op deze diagonaal is dus een klein beetje zwakker geworden. Wit kan daar echter nog niet van profiteren (13.e5 de5: 14.Lc5 Te8 geeft wit niet veel), maar we houden het in gedachten. Goed, wat is het voordeel van Le7-d8? Ik droomde al van Pc3-d5-b6 of Pc3-a4-b6 als mogelijk motief voor de toekomst, maar daar doet zwart dus nu al iets tegen. Het meest waarschijnlijk leek mij dat zwart Lb6 wilde spelen, gevolgd door Pd4.
13.a2-a3 (nu is 13..Lb6 niet goed vanwege b4) Ld8-c7 (ook niet slecht, op dezelfde diagonaal als de witte koning, dus iets om op te letten) 14.Ta1-b1 (eens kijken of ik zwart kan verleiden om a5 te spelen, dan heb ik Pb5 om van de positie van Lc7 te profiteren) Ta8-b8
Stelling na 14..Ta8-b8
Een interessant moment. Ik heb opties als b4 of d4, maar ik wilde iets doen met de diagonaal a3-f8 aangezien zwart zo aardig was om deze te verlaten. Toen bedacht ik, het zou mooi zijn als zwart een paard op b4 zou zetten, dan heb ik misschien op een gegeven moment Le3-c5 met vork Pb4/Tf8.
15.a3-a4!? (Ziet er zeer zeker niet logisch uit; eerst a3, dan Tb1, en dan a4 wat ook nog eens veld b4 weggeeft. Ik vraag mij af wat zwart hier dacht van mijn spel, ha, ha. Maar goed, er zat dus wel degelijk een idee achter) Pc6-b4 16.Dd1-d2
Stelling na 16.Dd1-d2
Ik heb hier lang nagedacht over 16.e5. Als 16..de5 dan 17.Lc5:, maar zwart heeft 16..Pe8 en na 17.Pe4 komt b6 waarna c5 voldoende gedekt is. Ik kon hier niet echt iets vinden, maar het zou toch mooi zijn als zwart b7-b5 zou spelen; dan is er namelijk geen b6 meer… Dus nog maar even wachten met e5, zo heel veel mogelijkheden heeft zwart niet, misschien komt b5 wel…
16..Kg8-h7 17.b2-b3 (nog steeds even wachten) Pf6-g8 (ok, b5 gaat niet komen, tijd voor actie) 18.e4-e5 f7-f5 19.e5xd6 (geeft zwart een zwakke pion op e6) Lc7xd620.d3-d4 (de zwarte stukken staan tijdelijk wat ongecoördineerd, dus alles maar open) Tf8-d8
Stelling na 20..Tf8-d8
De computer vindt de stand nog steeds gelijk, maar ik was wel tevreden over de zwakke pion op e6 en het blokkadeveld e5. Maar Td8 op dezelfde lijn als mijn koningin beviel me niet zo. De dame zou eigenlijk op f2 moeten staan, maar dan zonder Pb4-c2 of Pb4-d3 toe te laten.
21.Pe2-g1 (maakt plaats voor Dd2-f2, en het paard wil toch naar e5) Pg8-f6 22.Pg1-f3 Ld7-c6 23.Tb1-d1 Dc8-c7 24.Dd2-f2 (plan volbracht, en wie weet, misschien een keer Lb6 met vork Dc7/Td8) c5xd4 25.Le3xd4 Dc7-e7
Stelling na 25..Dc7-e7
Ok, dus geen Lb6. Hier werd ik wel een beetje moe van, hoe ga ik dit winnen als hij al mijn combinaties doorziet… Echter, er zit hier een mooie (wel wat moeilijke), combinatie in, die ik helaas totaal heb gemist: 26.Lb6! (alsnog) Td7 27.Pe5 Le5: 28.fe5: Pe8 29.Lc5. Dat is toch wel erg mooi, alsnog valt Pb4 via de diagonaal a3-f8.
Het idee was om te profiteren van Te1 en De7 op dezelfde lijn, en misschien in de toekomst Df5:. En, als zwart het toelaat, Dg6, Td6:, Pf7 en mat op g7. Natuurlijk niet gedwongen, maar men moet toch iets proberen… De computer is meer gecharmeerd van 30.Td6: eerst en dan Dh5, of 30.Lb4: Lb4: 31.Lc6: en Td7, maar beide dat had ik niet overwogen.
30..Ld6xe5 31.Lc3xe5 Lc6xg2 32.Kh2xg2 Pb4-c6 (ok, geen Ld6 met vork) 33.Dh5-e2 Pc6xe5 34.De2xe5 Tc8-c6 (stopt Td1-d6) 35.Td1-d3 (idee Te1-d1) De7-c7 36.De5xc7 Tc6xc7 37.Td3-d6 Tc7-e7 38.Te1-e5 Kh7-g6 39.c4-c5 Kg6-f6 40.b3-b4 g7-g5 41.Kg2-f3 (beter is 41.g3-g4 maar beide spelers hebben hier niet veel tijd meer) h6-h5 42.h3-h4 g5xh4 43.g3xh4 Te8-g8 44.b4-b5 a6xb5 45.a4xb5
Stelling na 45.a4xb5
Zwart heeft hier een keuze, of Tg8-g4xh4 en hopen dat de witte pion niet promoveert aan de andere kant, of Tc8 en proberen de witte pion tegen te houden. Mijn computer waardeert beide opties met =0,01, maar moeilijke stelling en beide spelers inmiddels in tijdnood.
45..Tg8-c8 46.c5-c6 b7xc6 47.b5xc6 Tc8-c7 48.Kf3-e3 Tc7-a7 en vanaf hier heb ik niet meer genoteerd. Na nog vele zetten wint wit uiteindelijk. In wederzijdse tijdnoot is de witte stelling eenvoudiger om te spelen.
Soms gebeurt er even niks. Iedereen zit lang en diep na te denken. En als er ergens een zet gedaan wordt, zie ik het wel uit de verte: ‘Ja logisch. Die zag ik een kwartier geleden al aankomen. Wat zou je anders moeten?’
Wat moet ik nu? Wat zal ik nu eens gaan doen? Kan nog wel even duren voor het leuker wordt. Een mailtje schrijven? Of een zet doen in één van mijn acht partijen op internet? In deze politiek roerige tijd even de stemwijzer invullen?
Brengt me op een ideetje: ik ga maar even zelf verkiezinkje spelen. Wie wordt vanavond de premier, de primus inter pares, de beste onder de gelijken. Zit die voor mij op links? Al een beetje op leeftijd, maar nog lang geen Biden. Altijd geneigd tot verandering en progressie. Niet te vaak dezelfde opening. Kijk, nou ineens weer de Grünfeld!
Of die knul daar, nog erg jong, nog wat te weinig kennis, maar vol idealen?
2S7A1265XWEB
Of wordt mijn verkiezing gewonnen door de man in het midden. Soms wat conservatief met alweer dat Engels, maar ook wel vaak gekke risico’s nemend in de campagnetijd. En bijna altijd als laatste de partijbijeenkomst verlatend, met veel verantwoordelijkheidsgevoel.
2S7A1269WEB
Of zit de winnaar van de avond vanavond meer in het rechter deel van de zaal. Beetje conservatief. Altijd dezelfde opening. Die ene met altijd dat koningsloperfianchetto, zowel met zwart als met wit. Pirc, of KI , al dan niet in de voorhand. De ander met altijd een opgesloten loper, vaak de Philidor.
Maar dan… hallo, even wakker worden! Even terug naar de realiteit! Er gebeurt ineens van alles. Ivar deed het lang heel aardig, maar lijkt nu een paard in de problemen te brengen, en dat beseffende kijkt hij te veel naar zijn rechter zijde. Hij had echter beter bij links wat concessies kunnen doen om de coalitie te redden, want daar laat hij zich in één zet mat zetten. Ab is altijd wel graag vroeg thuis. Maar nu is hij wel erg vroeg. Frank houdt hem en zijn leergrage opponent nog wel even bezig door uit te leggen dat het allemaal nog wel wat ingewikkelder was dan de combattanten (en in de gauwigheid ook uw journalist) het hadden gezien, maar daarna is het toch: gauw wegwezen. Kort na dit gebeuren weer nieuw werk voor uw verslaggever aan de winkel.
2S7A1271XWEB
Mink blijkt nog een maatje te klein voor ons nieuwe partijlid Marc. Op mijn kieslijst van vanavond prijkt iemand waarvan ik vermoed dat hij lid is van twee partijen tegelijk. Hij niet alleen trouwens. Geeft niet. Bij de echte verkiezingen staan er personen op de lijst die zelfs twee paspoorten hebben. Moet kunnen.
Frappant is wel dat beide nieuwe, jonge, veelbelovende, welkome, serieuze, aardige, ambitieuze schakers ter linker zijde van mij, ook ter linker zijde van zichzelf op vrijwel identieke wijze worden mat gezet.
Marc – Mink (24.Dxf6)
24 .. Tbd8 25 . Dh8 mat
Ab – Ivar (19.Dxd4)
19. … Pb5 20. Dg7 mat
En dan zijn er ook beslissingen aan mijn rechter zijde. Peter doet het prima tegen Gerrit. Dat wordt een in eerste instantie gelijk eindspel. Maar ja daar is Peter (lijstaanvoerder Partij voor de Pechvogels) veel minder goed in dan Gerrit (fractievoorzitter van de Partij van de Stukkenruilers). Ze gaan daarover in debat, en Gerrit wint dat debat gemakkelijk.
Gerrit – Peter (38.d6)
38. .. Kxd6 (gedwongen, anders is die niet in te halen) 39. Kxd4 f6 40. c5+ Kc6 41. Kc4 en ook pion b4 gaat er nog af.
Af en toe kijk ik even bij Bert (wit) tegen Thomas. Ik zie dat Thomas met zijn dossierkennis van de Grünfeld -kwestie niet veel opschiet tegen de met weinig theoretische maar wel met veel praktische ervaring toegeruste, voorzichtige, maar ook weer niet al te behoedzaam opererende, met remise wel tevreden zijnde, Bert. Ziet ernaar uit dat dat in ‘onbeslist’ gaat eindigen. En ja, dat wordt het dan ook spoedig. Misschien staat wit zelfs iets beter? Ja, als zelfs Thomas geen reden meer ziet om verder te knokken!
Resteren de partijen van Frank en Martin. Die worden beide steeds spannender.
Ik zie dat Martin (zwart) laat op de avond het initiatief grijpt. Maar Wouter zich manhaftig verdedigt. Martins stukken staan steeds agressiever opgesteld, maar een echt snelle winst zie ik om 23.10 nog niet.
Ik zie dat Hugo (wit) tegen Frank erg spannend wordt. Frank probeert de witte koning met torens aan te vallen over de g- en h-lijn. Hugo valt de lang gerocheerde zwarte koning aan met pionnen over de a,b en c lijn. Dat vind ik de mooiste schaakpartijen, die met wederzijdse flankaanval. Wie is het eerst? Lang denk ik nu dat de witte koning het best kan overleven.
Ik moet echt weg om 23.10. De bus gaat niet op me wachten. Bij echte verkiezingen denk ik ook om middernacht: ‘Ik ga echt niet wachten tot de uitslag morgenochtend. Ik ga naar bed!’
Ik denk dat zowel Frank als Martin waarschijnlijk toch gaan winnen. Morgen zie ik verder. Dan weet ik ook wie mijn ‘man of the evening ‘ wordt. En overmorgen of het land links of rechts wordt. Maar wat moet ik daar nu mee? Misschien moet ik toch maar eerst weer een stemwijzertje gaan invullen.
Wat aardige details:
Peter speelde best weer lang goed, nu tegen Gerrit. Bij zet 23 is er nog bijna niks aan de hand.
Gerrit – Peter (23.Lg3)
Maar hier begint het mis te gaan. Omdat Peter mist dat er 2 pionnen in staan. In ieder geval de konsekwenties daarvan.
23. .. a5? (bxc4!)
Het lijkt erop dat zwart pionverlies kan voorkomen, maar dat is niet zo.
Gerrit – Peter (27.b6)
27. … Db5 28. b7 Dxb7 29.Lxd6
Tja, en dan is Gerrit natuurlijk in zijn (eindspel)element, en raakt Peter op zijn minder sterke terrein.
Gerrit – Peter (38.d6)
N zet 38 is het echt afgelopen: 38. .. Kxd6 ( gedwongen) 39. Kxd4 f6 40. C5+ Kc6 41. Kc4 en ook b4 gaat er nog af.
Wouter-Martin
Wat de genoemde ‘gekke risico’s’ betreft ‘in campagnettijd’
1 e4 b6 de Owen-opening
Wouter – Martin (1…b6)
Wouter is er niet erg van onder de indruk. Hij doet het goed. De eerste die van de theorie afwijkt is Martin. Daarna ziet hij wonderbaarlijk genoeg toch kans om gelijk spel te krijgen.
Wouter – Martin (12…Pe5)
13. P2f3 (Lc2!?) hier laat Wouter zien dat hij het loperpaar behouden niet belangrijker vindt dan iets wat op tempoverlies lijkt. Dat is hier niet juist volgens de machines. Pxd3 14. Dxd3
Het zwarte loperpaar blijkt erg sterk. En daartegen vindt Wouter niet altijd het sterkste verweer. Geleidelijkaan raakt hij in moeilijkheden.
Wouter – Martin (19…Pf4)
Rond zet 24 is het eigenlijk wel afgelopen.
Wouter – Martin (24.b4)
24 … Dd1+ Slaan van de dame is mat in 2. Dus 24. …Pe1
Hiena is het vechten tegen de bierkaai. (En u weet die kerels die daar eeuwen geleden in Amsterdam werkten en al die tonnen bier moesten versjouwen, die waren oersterk. Daar kon je beter geen ruzie mee krijgen) Wouter verliest een kwaliteit en de zwarte stukken blijven oprukken. Toch blijft Wouter zich verzetten. Ik zag ook wel dat het Martin nog veel rekenwerk ging kosten om een finale klap te vinden.
Wouter – Martin (46…Tc8)
Maar dan stort wit toch in. Logisch. 47. Lb2 Td2+ met loperwinst . Opgegeven. ( 48. Te2 Txe2 49. Kxe2 Tc2+)
Martin: ‘Tevreden, ik kwam veel beter te staan. Maar niet meer weggegeven.’
Waar het mis ging bij Mink tegen Marc.
Bij zijn 16e zet staat het nog gelijk. (Wel dankzij een moment van onoplettendheid bij Marc) Maar dan:
Hier komt Mink niet echt meer overheen. Maar Marc pakt niet gelijk door. Doch bij zet 21 doet Mink iets opvallends
Mac – Mink (21.Ld4)
21 … Lf5? Hij zal gehoopt hebben het bombardement op f6 en f7 wat te vertragen. Maar hij verliest niet alleen een loper want na 22. exf5gxf5 volgen er weer nieuwe dreigingen. Hij had beter een ander offer kunnen proberen : 21. Pg4+ hxg4 22. Lc8 Ook niet voldoende maar wel beter. Enfin, enkele zetten later volgt het hierboven al gepresenteerde matdiagram.
Waar het niet goed begon te gaan voor Ivar tegen Ab:
Eigenlijk had Ivar niet veel moeite met de geïmproviseerde opening van Ab. Die offerde een pion, of raakte hem gewoon kwijt door onoplettendheid. Maar bij zet 17 gaat er iets mis.
Ab – Ivar (17.d4)
17. … Pa3?? (na flink wat stukkenruil, zou zwart gewoon een gezonde pion voorblijven. 17 …. Pxc3! 18. Dxc3, Lb7 (of La6) 18. d5, La6 ) Nu raakt dat paard op a3 in moeilijkheden. Zwart zou nog wel iets kunnen hebben , maar niet voldoende 18. Ta1 Pf6 19. Txa3 Pxe4 Maar na het gespeelde 16. .. exd4 17. Dxd4? volgt pas de echte fout Pxb5? (Pxc2!! ???? of is er iets fout inde notatie?) Gevolgd door het hierboven aangegeven mat.
De partij van Hugo tegen Frank:
Commentaar van Frank zelf:
‘Hierbij de partij van Hugo en mij. Een bizarre! Ik koos voor een lange rokade omdat ik snel op de witte koningsvleugel actief wilde zijn. Achteraf een foute keuze. Hugo speelde sterk en begon ook met zijn pionnen naar voren te stormen. Hij zette echter niet door.
Hugo – Frank (15…Pe6)
Waar de computer niet onder de indruk was van mijn plannen, kon hij die van Hugo meer waarderen. Die verzuimde echter om door te zetten met a5. Hij was bang voor b5, maar zag over het hoofd dat hij dan met direct daarna a6 echt wel beter staat. Ik speelde h4 maar was daar achteraf niet tevreden over en denk dat ik beter eerst g4 kon spelen. Nu deed Hugo dat en stond ik compleet vast.
Daarom gaf ik mijn g-pion om een half open lijn te creëeren. Daarna offerde ik een paard op g4.
Hugo – Frank (19.Le3)
Ik dacht dat het niet helemaal goed was (Eddy:’helemaal niet’), maar het was heel ingewikkeld om te zien en zag er in ieder geval dreigend uit. Het was ook niet goed, maar op dit soort momenten zie je dan toch dat je met psychologisch spel ook iets kunt bereiken. Hugo vond het er ook eng uitzien en gaf het stuk terug en speelde f3. Dat was een totaal foute keuze.
Hugo – Frank (20…h3)
21. f3 ??( Lf3!) hxg2
Ik stond daarna prima maar we kwamen beiden redelijk in tijdnood waardoor we beiden niet meer de sterkste voortzettingen vonden. Op een gegeven moment werd de stelling als compleet gelijk getaxeerd. Na het foute d5 van Hugo (ES ?)zag ik dat ik met mijn dame binnen kon dringen en dat dat toch genoeg zou moeten zijn voor de overwinning. Dat bleek ook.
Hugo – Frank (41.Df6)
41. Df6, Dh7 mat
Het laatste deel werd, met name voor Hugo, echt vluggeren en om 0.00 was de partij eindelijk ten einde met beide partijen bijna geen tijd meer op de klok. Een prachtige partij met ook alle credits voor Hugo voor zijn spel!’
Commentaar van Thomas:
‘Bert speelt altijd heel degelijk. Ook nu weer liet hij zich niet op grote avonturen in en stuurde het spel bekwaam vanuit een voordelige positie naar een plusremise stelling. De Grünfeld kent vele dynamische en scherpe varianten, maar juist mijn 5.. c6 was wat tam.
Bert – Thomas (5…c6)
Achteraf had ik misschien voor het scherpere 5.. c5?! moeten kiezen, met meer kansen om mis te tasten voor beide partijen, dat wel.
Bert – Thomas (8.cxd5)
Op zet 8 was 8.. Pxd5 wat beter met ongeveer gelijk spel (Stockfish, +0,2). 8.. cxd5 haalt de gebruikelijke Grunfeld-dynamiek uit de stelling en het wordt al gelijk +1. 10.. Kh8 was een zet die ik niet meer in de databases kon terugvinden. Het ontbrak aan een plan, eigenlijk was het meer anticiperen op een witte actie met bijvoorbeeld Dxb7 en vertrouwen op tactische mogelijkheden.
Bert – Thmas (11.Tc1)
Zo overwoog ik na 11. Tc1, Pd7?! 12. Pxd5, e5 wat in de na-analyse wel leuke varianten opleverde, maar Stockfish is niet onder de indruk: bijna+3! Bert vond het niet zijn smaak om zo te spelen
Bert – Thmas (13…Te8)
14. Pa4 ( en dus niet Dxb7)
en dat bleef zo tot zet 20,
Bert – Thomas (20…Dxc8)
waarin de vrede getekend werd. En zwart geen reden had om te weigeren gezien ook het vertoonde wat minder ambitieuze spel.’
Ik denk dat ik Martin hierbij maar uitroep tot winnaar van mijn eigen verkiezinkje. Man van de avond! De winnaar van de echte nationale verkiezing is inmiddels ook bekend. Maar daar wil ik het helemaal niet over hebben!