Categorie archieven: Interne competitie

Interview: Onze nieuwe kampioen

Thomas Broek. Een nieuwe kampioen. Een ‘verse kampioen’ zou ik eigenlijk willen schrijven. ‘Vers’ in de betekenis van nieuw, net geoogst.  Maar ook in de betekenis van smakelijk, en  kwalitatief hoogwaardig.

Een interview afnemen bij een nieuwe kampioen -al bijna een traditie geworden- – vind ik altijd wel leuk, maar hiernaar keek ik echt uit. ‘Dat wordt vast gezellig en leerzaam.’

En dat werd het. Thomas was erg open. Over zijn huidige fysieke situatie, over zijn schaken. En met heel zijn gevoel voor humor, met zijn bescheidenheid, met zijn sterke sociale eigenschappen. We waren moeiteloos anderhalf uur in gesprek. Zo wordt een interview afnemen echt een eitje.

Ik heb Thomas beloofd dat hij vóór de publicatie mag schrappen wat hem niet bevalt, maar als hij hierboven uit bescheidenheid wat wil doorhalen, ga ik dat stiekem laten staan.

Hoe vaak ben je nu al van een club kampioen geweest?

Het klinkt misschien stom maar ik ben de tel kwijt. Het is niet om onbescheiden te zijn. Nou ja, schrijf maar op dat ik het echt niet precies meer weet.

Van welke schaakverenigingen was je lid?

‘Ik heb schaken geleerd toen ik 8 was.  Dat wordt straks een vijftigjarig jubileum. Van een leraar op mijn school in Egmond aan Zee. Niet perfect want hij leerde ons dat je gewonnen had als je de koning geslagen had.

Ik was eerder op voetballen gegaan.  Maar na uren op een kletsnat veld  in kletsnatte  regen heb ik besloten : ‘Ik word geen tweede Johan Cruyff . Dit was mijn laatste voetbalwedstrijd.’

Kort voor mijn tiende werd ik lid van De Toren van Egmond. In het begin verloor ik bijna alles. Pas na twee jaar mijn eerste prijsje gewonnen. Op mijn 12e ging ik naar de senioren. Met voor jeugd aangepaste speeltijden. Ik eindigde in dat eerste seizoen al als 7e. Ik heb na mijn 13e jarenlang geregeld trainingspartijtjes geschaakt met een KNSB- speler in Egmond. Die speelde toen bij VVV. Daar heb ik veel profijt van gehad.  Wat later werd ik in Egmond clubkampioen. Een keer of drie, dat weet ik nog wel. Daarna ging ik naar Vredenburg in Limmen. Daar ook kampioen. Was wel moeilijker, maar toch. Ook een heel sportieve, leuke club. Aardige mensen. En in 1985 naar Castricum. Daar ben ik nog steeds lid van. Ik kom er ook nog wel. Een paar dagen geleden nog, een snelschaaktoernooitje.‘

Ging het nog een beetje?

Jawel het ging nog wel een beetje.’ (En daarna verontschuldigend en nauwelijks verstaanbaar en met zijn bekende lachje:) ’13 uit 14 ‘.

Ik heb ook nog eind juni ‘80 intern bij Weenink gespeeld. En ook alleen in de externe voor Lange Rochade. Sinds 2007 speel ik extern bij fusieclub Wijker Toren.

In augustus 2021 kwam ik hier in Breidablick en in november bij Aris de Heer.  Ik had een beetje contact met Warner de Weerd, en die heeft met Paul gebeld. Het was gauw duidelijk  dat er bij Aris de Heer wel wat te beleven was. Mijn eerste partij was tegen Sven Damen, en ik stond echt verloren. Maar in de tijdnood ging het toch nog mis voor hem.’

Je speelt ook veel in toernooien. Compensatie voor te weinig tegenstand bij Aris de Heer?

‘Nee, ik vind dat gewoon leuk. Nou nee. Zo kijk ik niet naar tegenstanders.  Er zijn genoeg spelers bij Aris de Heer tegen wie je het echt niet cadeau krijgt. Ron natuurlijk, maar ook Martin en Frank. Het was nu een beetje vreemd seizoen voor Martin, maar als alles weer gewoon is dan groeit die wel verder.  Bert is een degelijke speler, en vergeet Paul niet, dat is ook een taaie, en Hugo. Daar kun je ook niet zo maar met een snelle aanval even van winnen. Dat moet je echt rustig en degelijk opzetten, en niet te veel risico nemen.

Dat doe ik wel eens als ik in een slechtere stelling sta. Dan maar risico nemen. Misschien helpt dat nog. Tegen Ron bijvoorbeeld had dat ook gekund. In de partij die ik verloren heb, was er ook nog zo’n zet geweest. Met nog een kansje, zeker in de tijdnoodfase.  Maar dat zag ik pas later toen ik er met een kennis naar keek.’

Wat is je leukste en wat je vervelendste herinnering aan je schaken?

‘Het leukste was een overwinning op grootmeester John van der Wiel.  En nog wel in zijn lijfvariant, het Schots met h4. In de KNSB-competitie. Aan het 4e bord van De Wijkertoren. Tegen Leiden. Ik schrok wel even toen ik zag tegen wie ik moest, maar ik dacht: geeft niet, het wordt vast wel een leerzame partij en ik ga mijn huid duur verkopen. Ik had wel eens een aanbeveling van Pliester gelezen in zo’n variant. Hij had h4-h5 moeten spelen, vond van de Wiel achteraf, en toen hij dat niet deed, speelde ik h5 en dacht hij een kwaliteit te moeten offeren en dat liep niet goed voor hem af.

Een onprettige herinnering is een partij tegen Bruno Carlier. (Internationaal meester) Ik stond totaal gewonnen. Zeker na mijn stukoffer, waarna hij zo onder druk stond dat hij wel had kunnen opgeven. Maar ik overzag een zetje, was daarvan een beetje geschrokken, had alsnog met een tussenschaakje kunnen winnen, maar deed dat niet, speelde te snel, liet wel van hem een tussenschaakje toe en verloor een stuk.’

Je wekt de indruk veel theorie te kennen. Hoeveel uur besteed je dagelijks aan het schaken?

‘Nee, zeker geen uren per dag. Misschien een paar uur per week. Ik kies ervoor om veel verschillende openingen te spelen. Dat deed Jan Timman ook. De deskundigen zijn het er niet over eens wat het beste is. Er zijn misschien maar vier of vijf openingen die ik wat beter ken. Maar een expert word je natuurlijk nooit. Het gaat er toch vooral om je gezond verstand te gebruiken.  Theorie is ook niet alles. Ik speel vaak een theoretisch betere zet niet, omdat die niet past in mijn speelstijl. Liever dan maar een mindere zet waar ik me beter bij voel. Ik heb wel wat theorie opgedaan natuurlijk. Via internet ( Bijv. ‘Begrijp wat u doet’ van Herman Grooten) en van enkele boeken. Vooral een aantal deeltjes ‘Boost your chess’ van Joesoepov. En een boek dat ik kocht van een geldprijsje dat ik won in Wijk aan Zee. “Chesstraining for candidate masters” van Alexander Kalinin. Die ook stimuleert om voor jezelf te denken. Want er komt altijd een moment dat die theorie ophoudt! Ik wil natuurlijk niet suggereren dat ik mezelf een candidate master vind.

Openingen-theorie is niet onbelangrijk, maar het middenspel en het eindspel zijn ook heel belangrijk. ‘

Ja, maar eindspeltheorie dat is zo veel dat kun je niet onthouden. Alleen het Toreneindspel al dat zijn 7 boeken. ‘Jawel, maar je kunt je beperken tot wat het meeste voorkomt en waar de meeste fouten in gemaakt worden, zelfs door grootmeesters: Toren +1 pion tegen Toren. Er zijn wel een aantal vuistregels: Bruggetjes bouwen, hoe je ruimte creëert voor je toren, dat je niet te dicht op die Koning schaak moet geven. Dat soort vuistregels. Daar heb ik ook wel hele en halve punten mee gered.  Ik heb ook trainingen gevolgd van Jop Delemarre (internationaal meester ) .

En ik kijk wel achteraf op de computer wat ik beter had kunnen doen, maar ik hecht niet zoveel waarde aan +1 of -1/2. Je moet je eigen spel spelen, waar je je prettig in voelt. Wat past in je stijl.’

Wat denk je van de laatste computerontwikkelingen? Wordt dat de dood van het schaakspel?

‘Dat denk ik niet. Tenslotte is het gebruik van de computer of de telefoon tijdens de partij verboden. En correspondentie-schaak met wel een computer ernaast, dat vind ik echt niks.

En voor een mens komen andere dingen kijken dan voor een computer. Als zwart heeft gerocheerd en een pion op h6 heeft en wit offert daar zijn loper, en slaat terug met zijn dame op h6. Dan ziet de computer koeltjes dat dat niet zo erg is voor zwart. Maar een mens wordt een tikje zenuwachtig. Dus is dat volgens het rekenbeest niet zo sterke offer misschien voor de mens toch de beste zet. ‘

Volg je live partijen op de computer? Volg je bijvoorbeeld dat toernooi dat nu in Noorwegen gaande is?

‘Nee, niet live. Ik kijk wel eens achteraf hoe de uitslagen zijn en de stand is en wat er gespeeld is. Bij het WK heb ik wel eens op een schaakbordje meegespeeld, maar verder niet vaak.’

Heb je nog andere hobby’s?

‘Ik ben een beetje bezig met postzegels. En ik ben nu een boek aan het lezen dat ik voor mijn verjaardag kreeg. En ik hoop binnenkort met een vrijwilliger op een duo-fiets te kunnen gaan fietsen.’

Als ik je teksten lees, lijkt het of je ook belangstelling hebt voor voetbal, wielrennen en tennis.

Ach ik kijk een beetje ter verstrooiïng, maar niet speciaal uit interesse. Ik keek wel eens met iemand samen een samenvatting. We hebben wel in de recreatiezaal met een groep op een groot scherm gekeken toen Max Verstappen kampioen werd.’

Je hebt vrijwel altijd een glimlach in je ogen. Zelfs als je slecht staat in een partij en ik sta daar met een bedenkelijk gezicht naar te kijken zie ik dat lachje. Vrijwel altijd zie ik je monkelen. Alsof het je niet kan schelen dat je slechter staat.

‘Nou ‘niet kan schelen’ is te sterk uitgedrukt. Maar ik kan best goed relativeren, na alles wat ik heb meegemaakt. ‘

Je hebt duidelijk gevoel voor humor.

‘Ja ik houd wel van een lolletje. Maar ik heb ook wel eens mindere dagen hoor.’

Kijk je naar alle cabaret op de TV? Nee, zeker niet. Ik heb niet veel met dat hedendaagse cabaret. Ik vond ooit Bert Visscher wel even aardig, maar dat haalt toch niet bij Wim Kan, Toon Hermans, Wim Zonneveld, Paul van Vliet, Koot en Bie en dergelijke mensen. En Engelse humor daar heb ik wel plezier van. Zulke series bekijk ik wel. ‘Schone schijn’ bijvoorbeeld. En Fawlty Towers (Hotel op stelten).

Als ik de teksten lees die je me stuurt, merk ik op dat je hoog opgeleid bent en ook iets hebt met taal.

‘Ja taal.Mijn moeder was een Duitse, en mijn grootmoeder sprak Engels want ze leefde lang in de Verenigde Staten.  En mijn opleiding was VWO en HEAO (Economisch-Juridisch). Daarna lang gewerkt bij Geveke. Daarna allerlei werk gedaan. Administratief en adviserend. Cliënten adviseren bij belasting-aangifte, bij budgetbeheer, schuldsanering, e.d.  Daar kwam abrupt een eind aan. Ik ben nu ongeschikt verklaard en heb ook geen sollicitatieplicht meer. Zo heb ik tijd om aan mijn revalidatie te werken. Ik heb in die twee jaar wel geleerd om zo veel mogelijk zelf te doen. ( Thomas gaat dan even koffie zetten. ) Ik heb wel dagbesteding 4x per week ’s morgens  in het magazijn van Breidablick. Daar is ook een voormalig winkeltje. Daar help ik dan bij de kassa of administratief. Ik heb er wel vrede mee.  ’s Middags is er dan tijd voor een bezoekje, voor fysiotherapie, voor oefeningen en beweging op het terrein. Ik heb nu net van familie een stappenteller gekregen.’

Waarom zit je nu in Breidablick, met een antroposofische achtergrond? Heb je daar iets mee?

‘In die principes heb ik me nooit zo verdiept. Maar ik heb wel respect voor wat ze doen.

 Via een aantal instellingen (o.a. Heliomare in Wijk aan Zee, en zorginstelling de Marke in Bergen, wat prima was ) zocht ik ik toch iets dat me beter paste qua leeftijd. Ik ben op een wachtlijst voor  Breidablick geplaatst. Uitgaande van de gedachte dat het nergens 100% ideaal is, vond ik dit na informatieve gesprekken toch voor mij de beste mogelijkheid. Ik ben er wel tevreden over. Het is niet ideaal, maar dit is wel de beste oplossing. Goede hulp. Soms door personeelstekort hapert het wel eens even, maar over het algemeen wel goed.’

Heb je hier ook contacten?

‘Jawel. Bijvoorbeeld met een andere Eddy die je zojuist in de tuin zag. Dat is een grapjas. Hij spreekt moeilijk maar hij kan je wel verstaan. Verder eet je drie maal per dag met de andere bewoners gezamenlijk en drink je ’s avonds samen koffie. Verder krijg ik hier bezoek van familie  (ik heb een broer, een schoonzus,  en een zus) en van kennissen en vrienden. Soms krijg ik een onverwacht bezoek, en dat vind ik altijd leuk. Ik heb een oude vriendin in Bergen en we bellen elkaar geregeld.  En ik ga met de taxi zelf ook op bezoek bij familie en vrienden.’

Wat vind je van Aris de Heer?

‘Een gezellige club. Aardige mensen. Ze hebben me steeds opgehaald. En met die verschillende chauffeurs praat je dan en zo krijg je vanzelf  contacten.

Heb je een droom voor de toekomst?

‘Ja, dat ik weer meer kan met mijn linkerarm en dat ik weer wat beter kan lopen. Beter dan de deskundigen voor mogelijk houden. Daar werk ik aan. Ik ben nu aan het oefenen met een  vierpoot. En misschien ooit nog eens een overstap naar een nog wat meer zelfstandige woonvorm, misschien hier op het terrein. Maar dat is niet iets waar ik nu erg mee bezig ben. Dat is geen doel op zich. Dat is hoogstens voor de verre toekomst.

En voor de club hoop ik, dat het goed blijft gaan. Ik hoop op wat meer nieuwe leden. Dat zou mooi zijn. Dat hoeft niet persé jeugd te zijn.‘

Het werd hierna voor mij tijd eens op te stappen. Meer dan genoeg informatie in mijn rugzakje.  Over een wijze, sociale, sterke persoonlijkheid, die heeft geleerd het leven te relativeren. Die getroffen door onheil het leven toch goed aankan, en ook nog kans ziet even kampioen te worden van onze schaakclub.

Eerst nog even een foto van hem op het terras achter het huis. De bekende twinkeling in zijn ogen liet niet lang op zich wachten.

Hij brengt me naar de zij-ingang van het terrein vanwaar ik naar de bushalte ga lopen. Onderweg voorziet hij me nog even van een staaltje van zijn humor.

Ik : ‘ Ik stuur je binnenkort mijn verslag toe, en dan kun je me laten weten wat je er liever uit wil weglaten”

Thomas: ‘Ja dat is goed. Dan zal ik je zeggen dat die passage er maar uit moet, over dat ik vreemd ging met de vrouw van mijn beste vriend.’

Een mooie middag. Dat ik wegens een storing daarna een uur op de bus naar De Rijp moest staan wachten had ik er graag voor over.

PS1: U kunt op de website van sc Castricum lezen hoe Thomas met grote voorsprong hun snelschaaktoernooi won.

PS2: Thomas stuurde me zijn partij tegen John van der Wiel. Daar zal ik binnenkort fragmenten op de site zetten.

Prijsuitreiking 2022-2023

De prijsuitreiking werd zichtbaar een vrolijk gebeuren.

Eindelijk weer een normaal schaakseizoen met weer een eerlijke strijd om het kampioenschap van onze gezellige schaakvereniging. Van ons nieuwe lid Thomas Broek konden we wel verwachten dat hij hoge ogen ging gooien. Hij was van andere schaakverenigingen eerder ook al kampioen. Maar onze eigen vroegere kampioenen deden hem de titel niet kado. Uiteindelijk won Thomas toch, zij het met een klein verschil.

Ex-Kampioen Martin (rechts) feliciteert zijn opvolger Thomas Broek.

Twee ex-kampioenen die het duidelijk zichtbaar zeer sportief opvatten. 2e prijs voor Ron de Vink

Wat ook geldt voor Bert Kuijer, 3e plaats

We speelden dit jaar extern maar liefst in de 1e klasse NHSB. En daarom was de prestatie van Frank de Geus extra opmerkelijk: beste bondsprestatie, met 4,5 uit 6!

En een troostmedaille voor onze altijd goedgehumeurde Peter van Putten, een ‘donor’ voor onze altijd aanwezige gezelligheid.

Het was een goed seizoen. Fijn dat drie nieuwe leden lijken nu definitief ons te willen blijven versterken. Alleen jammer dat een paar nieuwe krachten die bij ons kwamen kijken, toch weer afhaakten . Waardoor we toch een beetje moeten blijven hopen op nieuwe leden voor ons kleine, maar gezellige clubje.

Laatste ronde ’22-’23, verslag

Ineens was het de  laatste ronde in plaats van de voorlaatste. Had het bestuur er even niet op gelet dat op 29 mei de heilige geest moet worden uitgestort over de apostelen en er dan dus geen gelegenheid is om ook nog eens prijzen op de schakers te laten nederdalen!  Zo zie je maar weer eens tot wat voor catastrofes de huidige onstuitbare ontkerstening kan leiden. Op zijn minst dreigt er een prijsuitreiking zonder prijzen.

De twee kampioenskandidaten wisten dat alles waarschijnlijk nog niet en hadden zich voorgenomen elkaar geen duimbreed toe te geven. In de twee rondes die ze meenden nog ter beschikking te hebben kan er altijd nog een wonder gebeuren. Je concurrent kan ineens te kampen krijgen met een plotseling onverklaarbaar verdwijnen van de heilige (schaak)geest. Dat overkomt zelfs wereldkampioenen wel eens. Maar dat gebeurde nu niet.

Beetje sneu voor Frank en Hugo. Want die waren vanavond nogal erg kansloos.  Frank nota bene al na 7 zetten. Die moet misschien toch weer in de komende schaakloze weken wat aan zijn openingenrepertoire werken. Want  Thomas deed niet echt iets bijzonders, doch Frank bleek even de theoriedetails kwijt en  moest het zelf bedenken. En dat gebeurde te zorgeloos. Opgegeven na 10 zetten.  Onze beste bondsresultaatbehaler schoof daarna verlegen lachend maar duidelijk beschaamd door het clublokaal.  

Hugo hield het iets langer vol maar liet zich toch al vroeg pijnlijk in de maling nemen. Hij verprutste op de 16e en 17e zet zijn tot dan nog alleszins redelijke stelling. En ook Ron hoefde daar niet zeer bijzondere staaltjes denkwerk voor te laten zien.

En dus is Thomas onze spiksplinternieuwe clubkampioen! Gefeliciteerd Thomas! Thomas heeft me toestemming gegeven voor een interview. Dus binnenkort hoort u meer van ons.

Daarentegen werd de partij van Bert tegen Martin steeds ingewikkelder. Deze  combattanten wisten wel al dat dit de laatste ronde was en vonden met een bord vol stukken dat het maar remise moest worden. Er stond niets meer op het spel. En om daar nu nog tot laat in de avond je hersens mee  te pijnigen? Dat doet Prof. Mr Dr K later wel, en die vindt de stand bij goed spel inderdaad gelijk. Maar vindt dat als gewoon mens maar eens in zulke stellingen.

Onze Peter had weer een donatie in gedachten vanavond. Alweer twee pionnen, alweer in een vroeg stadium, dit keer voor Gerrit. Die hem daarna leerde hoe je zoiets simpel en soepel naar winst voert. Ik adviseer ons bestuur om Peter te benoemen tot ere-donateur.

Nog wat illustratiemateriaal:

Hoe het niet moet in een versnelde Draak.

Thomas – Frank (6.Le3)

6. …. e6   ????  ( d6!)  7. Pdb5 !! ja wat nu te doen tegen Pd6!

  Thomas – Frank (7.Pdb5)

Niets helpt. Frank speelde  7 ….  Lxc3 8. bxc3, d5 9. exd5, exd5  10 Lf4 opgegeven

Hoe je een simpele afgang kunt beleven in een rustige Reti:

  Ron – Hugo (16.Da4!)

16. … Tab8?  (Ted8!?) 17.  Tb1 Pe4?

  Ron – Hugo (17…Pe4 )

18.cxd5 Lxd5 19.Pxd5 Dxd5 20.Txb8 Txb8 21.Dxa7 Dat was de eerste pion

  Ron – Hugo (21.Dxa7)

21. …. Db5? 22. Lxe4 fxe4 23. Pc3 en daar gaat de tweede. Hugo geeft het spoedig op.

Hoe je het jezelf moeilijk kunt maken in een soort DameIndisch en dan maar remise afspreekt:

  Bert-Martin  26 …hxg4

27. fxg4 Kg7  28. Df3 remise

Hoe je snel twee  pionnen kunt doneren in een Philidor:

 Gerrit – Peter (4.d5)

4. … Pd4? ( 4. …  Pce7!)  5. Pxd4 exd4 6. Dxd4

en

  Gerrit – Peter (16…c4)

16. … c4? (Tad8)  17. Pxe7+ Dxe7  18. Dxd6, Dxd6  19.Lxd6

Hoe je sympathiek kunt reageren kunt reageren op gestuntel van je tegenstander:

Thomas:

De tijd dat een snelle overwinning mij genoegen verschafte, ligt reeds lang achter me. In een bondspartij of in een toernooi is het nog wat anders, maar zeker in een interne partij hoop je op een mooie, spannende partij. Net als in het tennis waarin een spannende rally met mooie reddingen toch meer aanspreekt dan talloze aces scoren! Zeker tegen een speler uit de top vijf zoals Frank, stel je je in op een zware avond. Maar de partij was eigenlijk al verpest na 6.. e6? waar 6..d6 of 6..a6 normaal zijn. Maar is het allemaal zo hopeloos na 6..e6
7. Pdb5?

Mijn niet zo spraakzame analysemaatje geeft als mogelijkheden nog 7.. Kf8 , 7.. Da5 of 7.. Le5 als iets beter dan
7.. Lxc3+ maar wel met een waardering tussen+2 en +2,5.

  Thomas – Frank (9…exd5)

Ipv 10. Lf4 had ik eerst nog 10. Dxd5 in gedachten, maar na 10.. Dxd5 11. Pc7+, Kd8 12. Pxd5 is het wel beter voor wit, maar met een lelijke dubbelpion op de damevleugel nog geen gelopen race. Als zwart had doorgespeeld, had hij nog het beste kunnen voortzetten met 10. g5 of 10.. Kf8 (+2,5) maar Frank baalde duidelijk van zijn 6e zet en geloofde er niet meer in.
Hierna hebben we nog een aantal partijen “uit de losse pols” gespeeld en pakte hij me nog een fraai toreneindspel af.
Enkele weken geleden tijdens een vluggertjes avond zette hij me nog fraai van het bord en de volgende keer tref ik vast een op revanche beluste Frank aan, die al heeft bewezen beter te kunnen.

Eddy:

Ik wens u allen een vrolijk Pinksterweekend. Zal niet meevallen zonder schaakpartij.

U wist al van een vroeger verslag dat ik nog een beetje vreemder -als meestal al- word als het lente wordt. Afgelopen zaterdag was het eindelijk mooi weer. Dus gewapend met zware apparatuur naar het Kerkemeertje, bij ons in de buurt.  Alwaar een zeer fotogenieke grutto ons op een hek opwachtte en bleef zitten, om ons duidelijk te maken dat we het niet in ons hoofd moesten halen het hek te openen en zijn nest in gevaar te brengen.

Mooi hè! 

Allen een zonnige lente gewenst!

eindcorrectie moet nog plaatsvinden

Ronde 28 en Einduitslag 2022/2023

PosNaamPrtWRVScore
1Thomas Broek232021673
2Ron de Vink251672657,1
3Bert Kuijer22985489,5
4Frank de Geus201235480,7
5Martin Zwaneveld2512310471,8
6Gerrit van Dok248313356
7Hans Pelt19748346,4
8Sven Damen14545251,8
9Ab Hauer215016234,2
10Hugo Ent13337213,8
11Paul Verkooijen9414192,3
12Wouter van Waardt12417165,3
13Peter van Putten141013124,5
14Matthijs Groot5311110,8
15Fjodor Brahar8215100
16Nico de Koning10001083,8
17Doeko Wilms Floet421179,5
Nr.WitZwartResultaat
1Thomas BroekFrank de Geus1-0
2Ron de VinkHugo Ent1-0
3Bert KuijerMartin Zwaneveld½-½
4Gerrit van DokPeter van Putten1-0

ronde 27, 8 mei 23, verslag

Op de avond zelf al schreef ik het volgende:

‘Veel tactiek vanavond op de borden.  Bert keerde kennelijk geheel opgefrist terug van zijn vakantie. Hij ging  met wit vol in de aanval vanavond en daar was zelfs Frank even niet tegen opgewassen.

Ab speelde weer te snel in best zeer ingewikkelde stelling, waar Ron uiteraard wel veel tijd in stak, en met succes. Hij had veel verder gerekend dan Ab, die ogenschijnlijk met heel sterke lopers op weg was naar materiaalwinst, maar Ron liet zien dat het maar schijn was en wikkelde daarna geforceerd af naar een gewonnen eindspel

Hoe Gerrit ineens 2 pionnen achter raakte heb ik ter plekke niet meegekregen. Maar daarna was hij tegen een secuur spelende Hugo eigenlijk kansloos. Hoewel, met ongelijke lopers moet je toch tot laat in de avond heel wakker blijven. En dat bleef Hugo. Zelfs met 2 en later met 3 pionnen meer gaat het niet vanzelf. Maar hij won netjes. Een sterke partij van Hugo.

Het minst tactisch was vanavond het gevecht van Thomas met Paul. Paul hield met wit mooi stand in een strategisch gevecht. Er  werd langzaamaan veel afgeruild. Het bleef lang gelijk. Thomas hoopte -denk ik- in het vrijwel gelijke eindspel te kunnen profiteren van zijn sterke loperpaar. Het werd een demonstratie van de kracht daarvan. Wit werd langzaam geconfronteerd met steeds sterker gepositioneerde zwarte  stukken en wat gebrek aan bewegingsruimte. Na alweer een lastige zet van zwart hoorden we Paul luid verzuchten “Pfffffff”. “Sorry” reageerde Thomas met een glimlach. En dan vond Paul toch weer een sterke zet. Toen ik vertrok om de bus te halen vreesde ik desalniettemin  dat Pauls defensieve prestaties van vanavond toch niet beloond zouden worden. Intussen weten we wel hoe sterk Thomas meestal zijn eindspelen behandelt. Die vrees bleek terecht, bleek de volgende morgen op de site. Paul verloor toch nog. Zo handhaafde Thomas de kleine voorsprong in zijn verse koppositie.

Twee dagen later schrijf ik na raadpleging van de gekiekte notatieboekjes en Prof. Mr Dr Komodo. en mej Dra Stokvis:

Hugo won de eerste pion als volgt:

Hugo – Gerrit (14…Pe8)

15. Dg4!! e5?  16. Pxd5 met matdreiging

En kort daarop geforceerd zijn 2e pion op e5

Met ongelijke lopers later zelfs met 3 pionnen meer toch nog nadenken:

Hugo – Gerrit (46…Kf8)

Zwart geeft op. Bijv, 47 Ke5

In de opening bleef Frank goed overeind tot hij bij zet 8 een voor mij raadselachtige paardzet deed. Daar schoot hij niks mee  op:

Bert – Frank (8.0-0)

8. ….  Pg4

9. Pd5 Dd8 10. h3  Pf6  Niet heel erg, maar toch ..

Opvallend vond  ik  zet 12 van Bert, waaruit m.i. zijn nieuw verworven mentale frisheid blijkt

Bert – Frank (11…0-0)

12. g4!  Waarop zwarts … e6  veel te traag blijkt. Bedoeld om f5 even tegen te gaan, maar dat komt t.z.t. toch en de loper op c8 kan zich voorlopig niet meer verdienstelijk maken. Na een te krampachtige poging om zelf nog wat leven in de brouwerij te krijgen 13. Pe2  13 …. h5?  vindt Bert schijnbaar moeiteloos de goede aanvalsmogelijkheden.

Bert – Frank (20.Le4)

Frank kijkt natuurlijk zeer geconcentreerd naar de  uiterst dreigende onweerslucht boven zijn koningsstelling en hoopt met 20.    Pe5  niet alleen zijn paard maar eindelijk ook zijn loper aan de verdediging te laten deelnemen, maar overziet daardoor 21.c3 met stukverlies. Bijna een miniatuurtje .

De ingewikkelde stelling waarin Ab mooie mogelijkheden lijkt te krijgen, maar Ron aantoont dat dat maar schijn is

Ab – Ron (21.c5)

21 ……..fxe4  22, L c4 Le6  23 .Ld6

Ab – Ron (23.Ld6)

23. …. Txf1 24. Txf1  Lxc4 25. DXc4+ De6  26. Dxe6+ Txe6

Ab – Ron (26…Txe6)

Ron moet deze stelling al 5 zetten eerder als gewonnen hebben getaxeerd. Hij staat een pion voor, maar veel belangrijker zijn die twee verbonden vrijpionnen, die een voortdurende dreiging blijven vormen en de machteloosheid van het witte paard. Slechts een kwestie van tijd. Als wit dan nog een pion inlevert (offert?)is het snel gebeurd.

Ab – Ron (37…Ld8)

38. Tc6 Txc6 39. bxc6 Kd6  

Ab – Ron (39…Kd6)

opgegeven.

Een beetje tragikomisch om te zien dat het paard dat ooit na 10 .. cxd4 naar het zielige veld a2 werd teruggetrokken (in plaats van naar d1)  daar nooit meer vandaan is gekomen. Eigenlijk speelt wit de hele partij met een stuk minder.

Na de partij Paul-Ron in de computer te hebben in gevoerd kwam ik erachter dat Paul inderdaad meestal bijna gelijk stond. Wel steeds met initiatief voor zwart.

Enkele keren geeft Komodo wat meer voordeel voor Thomas aan, die dat echter dan snel zelf weer teniet doet.

Paul – Thomas (34.Pxb5)

Bijv:

34. … Ph4? (34 …. Tc4  (- 3.40)) 

35 Pc3! Tc4? (35.. Pxf3+ 36. gxf3 Tc4 (-0.40) )

36. Pxh4! (= 0.22)

En vlak voor het eind ziet Komodo 14 nog steeds geen echt voordeel voor zwart. 

 Paul – Thomas (41…Lb6)

42 Td6?  Tb1+  wit geeft op  (wegens 43. Kh2 Lc7)

Wat gebeurde hier? Ik was er niet bij, en mailde dus naar Paul om te vragen of hij inmiddels toch in tijdnood was geraakt. (Dat overkomt de meeste tegenstanders van Thomas!)  Ik kreeg het volgende antwoord:

Paul:

Ik had nog circa 16 minuten op de klok bij mijn laatste 42e zet, dus ruim genoeg om na te denken. Helaas had ik een gigantische hersenkronkel bij Td6. Ik zag alleen maar dat een loper weg gezet moest worden, met daarna eerst pionwinst met schaak en daarna simpel winst voor wit.

De simpele voortzetting Tb1+ voor zwart geheel over het hoofd gezien.

Die avond geen stress vanwege werk, dinsdag pas laat hoeven beginnen, helpt echt om rustig een partij te spelen. Helaas betaalde dat niet helemaal uit. Desalniettemin een leuke avond beleefd.

Thomas

Dit was pas mijn tweede partij tegen Paul. Toen ik nog maar kort lid was van de club na een lockdown kwam ik niet echt met voordeel uit de opening.
Sterker nog, Paul kreeg een comfortabele stelling maar
helaas maakte een misgrepen een abrupt einde aan de partij. Gisteren niet zulke drama’s , wel een interessante opening ; het
Schots Gambiet. Niet de bekende variant met 5. 0-0, Pxe4 6. Te1, d5 7. Lxd5, Dxd5 8. Pc3 maar het eveneens speelbare 5. Pxd4.

Paul – Thomas (5.Pxd4)

Zwart kan dan een centrumpion winnen met 5….Pxe4 waarop kan volgen 6. Lxf7+, Kxf7 7. Dh5+, g6 8. Dd5+, Kg7 9. Pxc6, bxc6 10. Dxe4 waarna zwart het loperpaar heeft maar wel de rochade kwijt is. Ik was gisteren sowieso wel in een wat risico mijdende bui. 

Na 10. Pd2, 0-0 11. b4, Lb6

Paul – Thomas (11…Lb6)

12 Le2 (bekend nog 10. f4)

heb ik overwogen een pion te winnen met 12.. g5 13. Lg3, Pxc4 14. Pxc4, Pxe4 maar had mijn twijfels vanwege de verzwakking van de zwarte koningsstelling. Liever een klein voordeeltje en dat proberen rustig tot meer uit te bouwen.

Paul – Thomas (21.Db3)

Na 21. Db3 heb ik een tijd getuurd naar Dh5 met het idee om eventueel op h3 te offeren maar na 22. Dxb7 geloof ik niet dat zwart veel compensatie laat staan mataanval heeft.
In deze fase was het voordeel voor zwart inderdaad klein, enkele tienden, maar ik vond mijn stelling gewoon veel prettiger spelen. Na de dameruil blijft het een tijdje zo maar vanaf zet 30 wordt het even wat serieuzer.

Diagram na 34 Pxb5 


Op het moment dat ik het wat geforceerde 34.. Ph4?! speelde gaf direct 34.. Tc4 toch de waardering -3. De onderste rij is dan voor wit toch echt een probleem! Het materiaal en de energie raakte uitgedund al poogde een vervaarlijk blaffend hondje mensen weer enige energie te verschaffen.

Paul – Thomas (37.Ta8+)

Na net de moeilijke keuze tussen 37. …Kf7 en …Kh7 te hebben gemaakt, was ik door 38. Lxf4 verrast (het werd al laat, maar dat geldt natuurlijk voor iedereen!) en na 38. .. g5 hield ik alleen rekening met 39.Lxg5, hxg5 40. Pf3 en misschien nog winstkansen vanwege het loperpaar. Ipv 38.. g5 was 38.. Td3 sterker, volgens mij gaf Frank dit nog aan bij de analyse of was dit een ander moment?

Paul – Thomas (38…g5)


Paul miste nog een goede remisekans met 39. Th8+!, Kxh8
40. Le5+, Kh7 41. Lxc3, gxh4 en nu wederom door Frank aangegeven 42. Lf6 wint nog een tweede pion voor het stuk en het moet raar lopen wil dit niet remise worden.

Paul – Thomas (42…Tb1+)

Ook in de slotstelling had wit nog de mogelijkheid 43. Kh2, Lc7 en nu de lastig zonder elektronische hulp te vinden zet 44. Lf4! en na 44.. Lxd6 45. Lxd6 zal het toch technisch een lastige klus zijn voor zwart om dit te winnen.

Ron liet weer geen steken vallen
en met nog twee ronden te gaan en nog geen halve banddikte voorsprong voel ik soms net de arme wielrenner die in de laatste meters voor de meet de achtervolger hijgend in zijn nek achter zich weet, loerend op een kans!

eindcorrectie moet nog plaatsvinden