Categorie archieven: Interne competitie

RAPID 3, 30 SEPT 24

Ik kreeg partijen opgestuurd van Frank en van Thomas. Met commentaar. Eén partij van Frank genas mij bijna van mijn onlangs uitgesproken mening dat  er tegenwoordig veel beter geschaakt wordt dan in mijn vitalere tijd.  Maar misschien was dit een stoeipartij van twee bevriende kwajongens. Niet om aan te zien.

Deze partij van Mink ook eigenlijk niet echt. Maar wel grappig.  

Gelukkig voor Mink was Thomas wel lovend over deze veelbelovende tegenstander.

FRANK:

Hierbij 2 van mijn partijen. De partij tegen Chris had ik niet genoteerd omdat mijn spullen nog in de auto lagen.

Chris gaf in de opening onnodig een pion weg en stond direct veel slechter. Met een open torenlijn en wat penningen was er al snel geen houden aan. Na afwikkeling hield ik een stuk met nog 3 pionnen over waarna Chris het ook wel geloofde.

De tweede partij was tegen Mink. Dat werd bijna een miniatuurtje. Met wat zetverwisseling raakten we in een soort Frans waarbij zwart al g6 had gespeeld.

Mink wist niet zo goed hoe hij er mee om moest gaan zei hij mij na afloop. Na 6 Le3 is er nog niets aan de hand. Het gaat fout vanaf zet 9 als zwart f6 speelt. Hij heeft zijn rochade hiermee op. Dat is nog niet direct verliezend

 Frank – Mink (10.Pd6+ )

Analyse:  10. …. Kf8 11 Db4 De7

als zwart Kf8 speelt, hij speelt echter Ke7. Hij zag het niet meer zitten en speelde daarna fxe5, waarna hij z’n dame verliest na 12.Pxb7+ De zet erna gaf zwart op.

De laatste partij was met zwart tegen Martin. Een wilde partij vol fouten van beide kanten. Ik wilde geen Engels spelen en Martin geen Damegambiet. Wit kwam daardoor niet goed uit de opening.

Ik had op de 8e zet volgens de computer al direct op e4 kunnen slaan, maar verzuimde dat.

  Martin – Frank (12.h3)

Zet 12 h3 was echt fout waarna er groot voordeel voor zwart ontstaat na Df6. Ik sloeg echter op f3. Na Kf1 zou er niet veel aan de hand zijn volgens de computer, maar Martin ging naar de damevleugel waarna de partij in principe gewonnen zou moeten zijn voor zwart. Zoals ik echter al schreef was het een waar foutenfestijn.

  Martin – Frank (16.b4)

In plaats van 16 Lg7+ en een toren te winnen speelde ik cxb4 wat in principe ook nog voldoende voordeel houdt. Martin durfde het niet aan om op d3 te slaan en ik niet om Lxc4+ te spelen. Op zet 20 offerde ik een toren, maar de engine blijft -4 aangeven. Nog steeds veel beter dus. De zet erna moet ik volgens de computer gewoon doorlopen met mijn pionnen, maar ik koos ervoor mijn dame om te spelen en mijn voordeel verdampte als sneeuw voor de zon.

 Martin – Frank (21.Kb2)

Als wit zijn loper offert en terugpakt op c3 loopt hij mat, dat had ik niet gezien, toch weer die tijdsdruk van de rapidpartijen.

Martin – Frank (23.a4)

Zet 23 a4 is fout waarna ik weer groot voordeel heb, tenzij ik en passant sla wat ik deed… De stelling is nu gelijk, maar ik sta nog wel een toren achter.

26 Dd2 is weer minder van wit waarna zwart weer beter staat.

 Martin – Frank (26.Dd2)

 Na 27 De1 is de partij eigenlijk uit als ik gewoon heel logisch Tb3 speel, maar ik deed a2. Dan is er nog niets aan de hand, maar dan moet ik het wel goed afruilen en dat deed ik niet. Bij het stoppen van het noteren is de stand 0.0 We speelden toch nog  zetten door en Martin stond mat op b2. De precieze zetten wisten we echter niet meer gek genoeg.

THOMAS:

Ik was van plan alleen de partij tegen Stefan in te zenden, maar bij het invoeren van de partijen bleek er nog een leuke zet voor Mink in gezeten te hebben. Mink, die toch sinds onze vorige ontmoetingen behoorlijke progressie lijkt te hebben gemaakt, kwam de openingsfase nu goed door en bood nu taaier verzet.

Mink zette de opening goed op, het werd een Grunfeld met zo’n 10 zetten theorie,

  Mink – Thomas (11…Lg7)

echter in het vroege middenspel bracht een vroege paard uitval naar het centrum hem in lichte problemen.

 Mink – Thomas (15.Pe5)

15… Pxe5 16. exe5

Er ging een pion verloren, maar er zat nog wat venijn in de stelling. Zo zou het te gretige 16.. Lxe5? zwart duur komen te staan na 17. Td5) De zet 17..f6? om de loper te dekken werkt dan niet vanwege het aftrekschaak 18. Txe5+ en zwart verliest groot materiaal.
De volgorde met eerst slaan met Lxe5 (als de dame uit de penningslijn is) lijkt logisch maar Mink had een betere voortzetting tot zijn beschikking.

  Mink – Thomas (18…Lxe5)

Na 18..Lxe5 was 19. Lxf7+! mogelijk en na geforceerd 19.. Kh7 (19.. Txf7 20. Td8+! is nog erger) 20. Lxe5, Dh5+ 21. Kg1, Dxe522. Ld5 met genoeg compensatie voor de pion en volgens Stockfish zelfs enkele tienden in de plus.
Maar toegegeven, dergelijke voortzettingen zijn lastig te voorzien.
Zoals het nu ging kwam Mink in een slechter eindspel terecht en vanwege dreigend verder materiaalverlies moest hij de vlag strijken, echter de progressie is duidelijk!


Stefan, even over uit “Down Under”, trakteerde mij op een soort Schots Gambiet en de strijd verscherpte al snel.

Stefan – Thomas (9…h5)

9. ….  h5?! was dubieus maar ik dacht de zaak onder controle te hebben.

  Stefan – Thomas (12…Lxf3)

Na 12….. Lxf3 rekende ik op het automatische 13. Pxf3, Pxc4 14. Dxc4, d5 en de witte aanval lijkt onder controle. 13. exd6 is zo’n typische tussenzet waar je geen rekening mee houdt. Overigens kwam ook 13. e6!? in aanmerking, kortom zo een open stelling herbergt heel wat mogelijkheden!

  Stefan – Thomas (16…Pxe7)

Op zet 17 was 17. Txe7 ipv 17. dxe7+ ook een interessant alternatief. Hierna leek de witte aanval dood te bloeden maar vlak voor het einde miste hij nog een kans.

 Stefan – Thomas (24.Dg5)

Na 24. Lxf3 wat er prima uitziet maar door Le6 of Tg6 vervangen had moeten worden, was 25. Dxg7 een groot probleem voor zwart geweest.
Hij moet dan waarschijnlijk materiaal inleveren om mat te voorkomen. Nu raakte Stefan de a-toren aan om op d1 te zetten wat een toren zou kosten en gaf hij op , ook met nog maar heel weinig tijd.

Voor alle resultaten en de stand zie Onderlinge competies, bovenaan het scherm.RAPID 3, 30 SEPT 24

Lesavond1, 23 sept 24

Thomas gaf les. Hij koos vanavond als onderwerp: het pionneneindspel.

Eerst de kwestie remise of winst met K+p  tegen K. , met de essentiële zijsprongetjes naar ‘de oppositie’, en ‘het magisch vierkant’ bij de jacht op de rennende vrijpion. Nuttig! Ook voor de mensen die dit wel ooit bestudeerd hadden. Voor hen een goede geheugen-opfrisser.

Daarna een bekende wonderbaarlijke studie van Reti, een schijnbaar totaal verloren  stand voor wit, die toch te redden is.

En tenslotte het moeilijkste onderwerp van vanavond: een stelling uit de match Fischer-Spasski 1972. 10e matchpartij.

Zwart staat een kwaliteit achter, maar heeft goede compensatie. 2 verbonden vrijpionnen. En een pion meer.

De partij werd gewonnen door Fischer (wit) , maar Spasski had het beter kunnen doen. Wat destijds door grootmeesters in de schaakbladen werd gesuggereerd. (computerprogramma’s bestonden nog niet)

Een leerzame avond. Thomas had zich goed voorbereid. Goede stellingen gevonden, en duidelijke uitleg.

Ik vond wel het slot van de scéance wat rommelig worden. Naar mijn smaak wat te veel luide en snelle bemoeienis van enkele gasten en voor de eenvoudige schaker te weinig tijd om rustig na te blijven denken. De analyses gingen zo ver de diepte in, dat ik dan geen stuiver meer gaf voor de juistheid ervan. Maar daar kon Thomas natuurlijk niets aan doen.  Duidelijk werd zo wel hoe moeilijk eindspelen kunnen zijn.

Bedankt Thomas!

Rapid2, aanvulling Mink

Ik merk dat ik een partij van Mink vergeten ben. Dat s niet aardig, want het is toch wel erg mooi dat Mink Wouter op remise weet te houden. (met een beetje mazzel) Dus hier is die alsnog:

Rapid, ronde 2.

Ik heb me voorgenomen mij zelden op de rapid-avonden te vertonen. Het is voor mij lastig om op die partijen commentaar te geven, en bovendien betekent dat een verlichting van mijn taak als wepmeester. Waar ik wegens leeftijdsperikelen een beetje aan toe begin te geraken.

Afgelopen maandag was de eerste avond dat ik ging spijbelen. Kwam goed uit, want dinsdag t/m vrijdag was ik weg voor een vakantietje. We  zaten in Amersfoort.  Is daar wat te doen in (of all places) Amersfoort? Jawel, dierportetten kieken inde Dierentuin, naar het Mondriaanmuseum ( fantastisch !!!), een rondvaart door de grachten,  historische huizen en gebouwen bewonderen ( ook de ‘muurhuizen’ ) .   Helemaal geen tijd voor uw website!

Maar er kwamen wel partijen binnen, van drie clubgenoten.  Ik ga daar nu toch maar wat mee doen. Later dan u gewend bent. En ook wel wat soberder.

Ik zal het analysewerk overlaten aan de inzenders zelf.

Natuurlijk heb ik wel gekeken naar wat  er verrassend of interessant was op deze avond.

Mijn indruk is dat er toch in onze club nu veel sterker geschaakt wordt dan in mijn betere dagen. Zo zag ik tot mijn grote genoegen dat Frank tegen Marc een echt BlackmarDiemer gambiet was. Marc probeerde – denk ik- een Skandinavisch gambiet uit te lokken, maar daar dacht Frank anders over. Die wilde zelf gambieteren. (Niet ‘een soort van’, de kwalificatie van Frank, maar een  echte Diemer!!) 9 zetten pure theorie!En ook gelijk een sterke variant van de vele die er mogelijk zijn tegen dit gambiet. Met vroeg Lf5. Niet de allersterkste voortzetting daarin, maar lastig genoeg voor wit. In de vele boeken die ik over dit gambiet bezit , wordt in deze variant het gespeelde 7…. Lxc2 niet als gunstig genoeg beoordeeld.  Toen ik destijds mijn serie artikelen schreef over de Diemer, was er verder in de club  niemand die iets over dit gambiet in huis had. Nu zijn die er dus wel.

Bij het naspelen van de partijen was ik diverse malen verbaasd over hoe vaak onze clubspelers moeiteloos de betere zetten van de computer zelf kunnen bedenken. Natuurlijk niet altijd, maar dan zouden we hier veel grootmeesters in huis hebben, en dat is helaas niet zo. Maar ik stond wel af en toe versteld van partijfragmenten van o.a. Frank, Mink, Wouter en zelfs Gerrit.

Thomas schrijft dat hij vindt dat Wouter zo vooruit is gegaan. Dat vind ik ook. En toch wel bijzonder dat Wouter gewoon Thomas op remise houdt! Omdat ook Ron dat mooi doet, zal Thomas niet echt tevreden zijn met zijn score tot nu toe.

Beetje te  vroeg om nu al te gaan filosoferen over wie de rapid-competitie gaat winnen. Maar het gemak waarmee Frank bereikt dat hij nu alweer bovenaan staat, wekt wel vermoedens. Het is intussen mij wel duidelijk dat hij bij ons degene is die het snelst kan denken.

Nu de commentaren en partijen die mij werden toegestuurd:

Frank:

De eerste partij was met zwart tegen Ab. Hij opende met 1.b3 en probeerde op kenmerkende wijze de boel dicht te houden. Dat gaf mij veel meer ruimte en mogelijkheden om te manoeuvreren. Dit resulteerde in een doorslaggevende aanval op de koningsvleugel waarbij de zet 23.Pf5 een mooie manier was om de winst binnen te slepen. Wit zou het nog iets kunnen uitstellen, maar de partij was al verloren.

Hierna mocht ik met wit tegen Mark. We kwamen in een soort Blackmar terecht waar ik uiteindelijk niet ontevreden over was. Na zet 17 vond ik mezelf beduidend beter staan dan Marc, de computer gaf op dat moment +2,2 aan. Toch wist ik het uiteindelijk niet te winnen. Marc verdedigde goed en ook de tijd speelt een grote rol in de rapid-potjes. Dat maakt het wat mij betreft wel leuk!

Op zet 25 had ik als beste optie nog de pion op a6 kunnen pakken, maar ik wilde het paard niet uit de penning laten lopen. In de eindstelling wordt er nog steeds licht voordeel voor wit gegeven, maar ik zag de winst niet meer zitten, we hadden ook nog maar weinig tijd en ik denk dat Marc het gevoel had dat hij erg goed was weggekomen. Remise dus.

Laatste partij met zwart tegen Gerrit, die aardig op dreef is en al eerder op de avond van Martin had gewonnen. De partij ging lang gelijk op en tot zet 29 was het vrijwel gelijk. Toen speelde Gerrit Kf1 ipv het sterkere Kg1. Op zet 31 verzuim ik Txf2 te spelen waardoor de partij in 1x uit zou zijn. Ik verlies zelfs een kwaliteit door (wederom) te snel te spelen. Met 2 verbonden vrijpionnen en een paard + pion tegen een toren was het echter zeker nog niet uit. Gerrit behield licht voordeel tot hij Kc4 speelde. Toen was de stelling vrijwel gelijk. Door op zet 46 Tc3 te spelen kwam hij echter in de problemen en is de partij eigenlijk verloren voor Gerrit. De 2 vrijpionnen kunnen ongehinderd oprukken en met wat tempo’s die ik won wordt het erg lastig voor wit. Hij moddert nog een paar zetten door en geeft dan op. Met de opmerking dat ik glad verloren stond. Daar ben ik het echter maar deels mee eens.

Mink

Mink-Chris

Thomas:

Niet om je veel werk te bezorgen, maar enkele partijen waren zeker de moeite waard. Zeker die tegen Ron is erg inhoudsrijk en mooi te zien hoe Wouter stug verdedigde en op het eind zelfs wat beter kwam te staan, nadat ik na de opening dacht de buit wel even binnen te halen.

Tegen Ron had ik na 10. a5 het idee enig voordeel te krijgen, echter 13.. d5 was voor mij een echte ” pretbederf”- zet. Het werd behoorlijk gecompliceerd na 15. Pf5 , was echter niet gerust op 15. Pxe3 met verlies van het loper paar maar deze variant kwam niet op het bord. Na nog wat verwikkelingen bood Ron in een iets betere stelling remise aan. Ondanks de korte duur was er heel veel in de partij gebeurd!

Tegen Wouter had ik eveneens het idee beter te staan vanaf de opening, maar dan ook flink beter. Het blijkt achteraf mee (of tegen) te vallen.
In de fase grofweg tussen zet 15 en zet 20 had ik even een flinke plus maar misschien had ik de dames (nog) niet moeten ruilen. 29. gxf6+ blijkt tot mijn verbazing volgens Stockfish nog iets beter te zijn dan 29. Lxf6+ waar ik ook naar gekeken heb. Op de 31e had ik torens moeten ruilen gevolgd door 32. Tg7+ met ongeveer gelijk spel. Zoals het nu ging na Ld5 moest ik nog een beetje oppassen maar Wouter had minder tijd en accepteerde mijn remisevoorstel. Ik heb wel het idee dat Wouter behoorlijk vooruit gaat.

Dat was het weer. Dank voor de zendingen.


Keizer, ronde 1

Komt vader nog wel thuis? Hij zei dat hij ging vissen. Maar God weet waar hij uithangt. Ons kleine doch gezellige clubje met een zomerse aankleding van de wanden.

(Foto’s groter? Klik erop,)

Maandag 9 sept. mocht ik het genoegen smaken de eerste ronde van een nieuwe Keizercompetitie te mogen meebeleven.

De stemming zat er al direct goed in! Knabbelend op een koekje voor rekening van de club is het gelijk weer interessant.

Weliswaar kon ik maar tot 22.00  blijven, want wegens wegwerkzaamheden reed de bus niet of ergens anders maar ik wist niet waar. Gelukkig mag ik dan met Ab mee terug rijden, maar die is natuurlijk nogal vroeg klaar met zijn schaakpartij.  U weet, dat is zijn specialiteit.

Hij werd door Chris na een wellicht niet zo slimme lange rochade klem gezet, en het draaide uit op een portie snelschaak in een behoorlijk ingewikkelde stelling.

Die griezelige schuinsmarcheerder op g2 zal de partij beslissen. Na slaan op c6 en e4-e5  is er al gauw geen redden meer aan.

Beide heren waren zo opgewonden aan het schaakstunten dat er geen tijd over was voor notatie. Dus kom ik niet verder dan zet 25. Het was wel mooi om te zien. Chris maakte geen fouten en won nogal vernietigend en fraai.

Wouter speelde met zwart een tamelijk goede partij tegen Frank. Die laat toch kans zag wat aanval te creëren. Ik vermoedde dat Wouter nog wel kans had wat heftiger tegen te spartelen, maar kon dat ter plekke  niet verder controleren.  Misschien heb ik het weer eens erg mis. Wellicht na het ontvangen van de notatie beter na te gaan. Zie verderop. Hoe dan ook Frank won.

Er dreigt nu h3 met pionwinst na Ph6 met Dxh5. En zwart zit behoorlijk vast. Op de damevleugel staan drie stukken een beetje te lanterfanten. Ik dacht dat hier 18 … g5 misschien niet goed was, maar wel nog wat leven in de brouwerij zou brengen. Na 19. fxg5 ep , Dxg6 heeft de dameloper wat lucht en kan ook het paard en daarna de toren wat gaan doen. De computer leerde me thuis dat ik het weer totaal mis had. Niet zozeer omdat zoals Frank me vertelde hij niet en passant zou hebben geslagen, want dat is toch echt verreweg de beste. Maar omdat je na Dxg6 dan ook na h3 en Tf3! niet vrolijk wordt.

U weet intussen wel dat ik iets heb met portretfotografie. Ik vind mezelf daar ook best een beetje goed in. Ik lees in het gastenboek bij mijn expositie destijds van dierportretten best veel lovends erover. Dat leidde tot enig zelfrespect. Waar ik eigenlijk zelden veel last van heb.

Ik zat naar FrankWouter te kijken, en ineens kon ik het weer niet laten. Zoveel fotogenieks, dat kun je toch niet laten lopen.

Sorry! Maar het moest even.

Ron moest tegen Ivar. Het zal u niet verbazen dat die nogal genadeloos werd ingeblikt. De opening (Siciliaan, Taimanov )

7.Lf4 ? e5 8. Pxc6 dxc6  9. Le3 met prettige stelling voor zwart

Het ging redelijk tot zet 11. Als je toch te veel intuïtief blijft spelen en niet probeert toch echt iets verder vooruit te controleren, dan blijft er tegen Ron natuurlijk niet veel van je heel.

11. b3? Lb4 12. Dd2?? (Ld2!? 0–0–0 13.Ld3 exf4 14.gxf4] Maar ook heel goed voor zwart) Td8!!  13.Df2 (Ld3 Da5!)Lxc3 14. Ke2 Lg4!  En de enige manier om mat te voorkomen is de dame op te offeren. Hier is het dus voorbij, maar Ivar speelde nog lang door.

Misschien is het sterke punt van Ivar ook zijn zwakte: het lijkt erop dat hij te goed tegen verlies kan. Als ik zo’n partij als vanavond zie, ben ik een beetje bang dat Ivar erdoor beschadigd raakt en hij een andere hobby gaat kiezen. Dat zou ook voor ons jammer zijn. Maar iedere keer is hij er tot nu toe gelukkig toch weer bij.

Ron stak na de partij veel tijd in schaakles aan Ivar, en daarna ook bij Mink.

Mink hield goed stand tegen Gerrit. Dat heb ik wel waar kunnen nemen.  Helaas kan ik er verder niet veel over schrijven, want ze noteerden beiden niet, en ik heb er toch te weinig bij gestaan.

Ik zag ook nog dat Peter In de opening wel een poosje stand hield tegen Thomas.  Geen anders nogal eens opdoemende blundertjes, behoorlijke stukontwikkeling, fatsoenlijk centrum.

Peter – Thomas (11.Lxff)

Even denk ik dan : ‘Peter wordt zo direct alweer een reuzendoder! Kan niet waar zijn.’ Nou, dat was het ook niet. Thomas kreeg toch aanval, en het werd voor Peter toch te ingewikkeld.

Ik kreeg de indruk dat Martin het al gauw een beetje moeilijk had tegen Marc. Martin moest nu eens met zwart zelf tegen zijn geliefde Engels en deed dat met 1 … e5 en 3. …Lc5, wat volgens mij een van de betere  varianten is tegen dat Engels, met zijn ontelbare mogelijke tegenopstellingen.  Misschien nog beter 1. e5  en Lb4. Even later zag ik tot mijn verbazing dat Marc een kwaliteit in de aanbieding deed.  Dat werd wel een bijzondere materiaalverhouding!

Marc - Martin (9...Lxc4).jpg 

10.  dxc5 !? LXF1   Is dat theorie of bedenkt hij dat zelf? In mijn onnozelheid dacht ik dat wit nu wel wat beter stond, maar dat bleek te simpel gedacht. Zwart  bleef alsmaar net een beetje overeind.

(Zie verderop het commentaar van Marc.)

Toen ik vertrok was mij nog niet echt duidelijk of zwart kon overleven. Hij had nota bene wel kans gezien om materieel bijna gelijk te blijven Een boeiend geheel. .

Ik wacht met spanning op zijn commentaar en dat van Marc.

­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­___________________________________

Commemtaar van Thomas:

In het Tweepaardenspel in de Nahand koos Peter voor de rustige opzet met 4. d3 in plaats van het scherpe 4. Pg5.

Het bleef tot de zevende zet theorie, maar mijn 7.. Ld7 kon ik niet meer terugvinden.

In de jaren 90 was in Canada een partij gespeeld met 7.. Lh5 die uiteindelijk door zwart werd gewonnen. Wel overwoog ik deze zet om eventueel op 8. g4 wat in die bewuste partij werd gespeeld, met het speculatieve 8. Pxg4?! te vervolgen. Ik zag er vanaf omdat ik het wat vroeg vond voor dergelijke risico’s.
Gek genoeg vindt het elektronische schaakgenie de stelling na 9. hxg4, Lxg4 10. Pbd2, Dd7 iets beter voor zwart (bijna -1) maar ik was eigenlijk de hele avond in een voorzichtige bui.

8. Pg5 is wat driest en zwarts stelling ziet er prima verdedigbaar uit. Maar je weet het nooit, een ongelukje zit in een klein hoekje. Na 11.. Pa5 had ik 12. La2 verwacht waarna het spel na 12.. c5 een Spaans karakter krijgt.

  Peter – Thomas (11…Pa5)

12. b3? is minder en ik dacht zelfs even een stuk te winnen maar Peter wist het nog te beperken tot pion verlies en verlies van het loper paar.

 Peter – Thomas (16.Ph4)

16.. Dxa5 was wel erg voorzichtig. Er was niets mis met de vork 16.. g5
en na 17. Le3, gxh4 18. Lxh6, Dxa5 staat zwart uitstekend (-2)
De laatste kans voor wit om het
ergste onheil te voorkomen, lag na 18.. Lxf5 in de tussenzet Ld2.

  Peter – Thomas (18…Lxf5)

19. exf5?

19. Ld2, Db6 20. Txf5, Pg3 hoewel nog steeds met flink voordeel voor zwart.


Daarna ging het snel bergafwaarts voor wit. Samengevat voor beiden een wat onwennige seizoenstart, want ik speelde zelf soms nodeloos voorzichtig

____________________________________

Martin over zijn partij tegen Marc:

Ik denk dat ons gevoel van de partij dat wit een groot voordeel heeft wel wordt bevestigd door de computer.

Ik heb nog niet door geanalyseerd, echter in onze nabesprekingen zagen we wel dat Wit kansen heeft, maar dat die wel erg lastig zijn te verzilveren.

En dan hier het zeer leerzame commentaar van Marc:

Marc- Martin

Allereerst een vraagje in het algemeen: wat is sterker, twee lopers of een toren en een pion? In “punten” is het gelijk: Loper 3 + loper 3 = 6, en toren 5 + pion 1 = 6, maar zo eenvoudig is het niet.

Op een open bord beheersen twee lopers in het centrum 26 velden (2×13), en een toren in het centrum 14 velden. De lopers zijn dan duidelijk sterker, maar staan de lopers aan de rand of in de hoek dan beheersen ze 14 velden, net als de toren ongeacht waar die staat. Dan kunnen er natuurlijk ook nog stukken in de weg staan. Waarschijnlijk heeft de toren daar in het middenspel meer last van dan de lopers, dus degene met de toren krijgt het makkelijker in het eindspel. Daarbij komt dat de partij met de toren ook nog een pion heeft, die mogelijk kan promoveren. Maar goed, 14 velden of 26 velden is nogal een verschil. Lastig dus! In de partij had ik de twee lopers en Martin de toren en pion.

De totstandkoming van de materiaalverhouding

1.c2-c4 Pg8-f6 2.Pb1-c3 e7-e5 3.g2-g3 Lf8-c5 4.Lf1-g2 Pb8-c6 5.Pg1-f3 d7-d6 6.0-0 0-0 7.e2-e3

Stand na 7.e2-e3

Tot zover alles standaard theorie, met veel opties voor beide kanten. Martin koos voor 7..Lc8-e6, hetgeen mijn computer afkeurt, en na 8.d2-d4 e5xd4 9.e3xd4 Le6xc4 (anders komt d4-d5 met een vork) 10.d4xc5 Lc4xf1 11.Dd1xf1 d6xc5 12.Df1-b5 Tf8-e8 13.Db5xc5 hebben we de twee lopers tegen toren en pion materiaalverhouding. Trouwens, op zet 12 en 13 heeft de computer een lichte voorkeur voor zowel Lg5 (de sterkste zet, direct na de partij aangegeven door Frank) als Le3 (ook een verbetering, direct na de partij aangegeven door Martin). Een belangrijk punt is dat de toren op a1 dan de onderste rij onder controle heeft.

Middenspel

Stand na 13.Db5xc5

Ik ging voor deze stelling, maar ik vind het toch wel enigszins verassend dat de computer deze stelling als duidelijk beter voor wit beoordeeld. De witte loper op c1 staat nog een beetje in de weg, en zwart domineert op de twee open lijnen hetgeen me toch wel gunstig lijkt voor de partij met de toren, en niet te vergeten dat wit moet oppassen op de onderste rij.

13..Pf6-e4 14.Pc3xe4 (de computer geeft de voorkeur aan 14.Dc4 of 14.Da3) 14..Dd8-d1 15.Lg2-f1 Te8xe4 (in de analyse na de partij keken we samen met Thomas ook naar 15..Df3: 16.Pg5 Dd1 17.Df5 Te1 18.Dh7: Kf8 en nu niet 19.Dh8 Ke7 20.Da8: Tf1: 21.Kg2 Tg1 22.Kh3 Dh5X, maar 19.Dh3 met een complexe stelling. De computer geeft echter het nog betere 19.Ph3!+- (een echte computer zet) hetgeen een mat op g1 voorkomt, waarna wit met dreigingen als b3 en Dh8 beter staat) 16.Kg1-g2 Ta8-d8 (de zwarte stukken staan vrijwel optimaal, maar de computer geeft in het middenspel toch wel duidelijk de voorkeur aan de twee lopers en blijft voordeel voor wit aangeven) 17.b2-b3 Pc6-d4

Stand na 17..Pc6-d4

Ik speelde hier 18.Pf3xd4 (de computer geeft 18.Pg5 Pe6+-) 18..Dd1xd4 (ik hoopte op 18..Tdxd4 19.La3 of 18..Texd4 19.Lb2 maar dat is eigenlijk een beetje flauw en daar trapt Martin natuurlijk niet in. Misschien is 18.Pd4: trouwens wel een grote fout (?) omdat de positie nu overgaat naar het eindspel. Ik weet het eigenlijk niet want ik vind het eindspel moeilijk te beoordelen, maar waarschijnlijk is het verstandiger voor wit om in het middenspel te blijven en dame ruil te vermijden) 19.Dc5xd4 Te4xd4 20.Lc1-e3 Td4-d1 21.Ta1xd1 Td8xd1

Eindspel

Stand na 21..Td8xd1

Hoe staat het nu? Is wit beter? Of gaat zwart een vrijpion creëren en winnen?

Een beetje terzijde, maar er is in deze stelling een tactische mogelijkheid. Ik wilde graag 22.La7: spelen, maar deed dat niet omdat ik bang was voor 22..b6 23.Lb8 Td7 waarna mijn lopen opgesloten is op b8. Echter, analyse met de computer laat zien dat wit wint, bijvoorbeeld: 24.Lb5 Te7 25.b4 f6 26.a4 Kf7 27.a5 ba5: 28.ba5:

Ik speelde 22.Lf1-e2 en Martin 22..Td1-d7. Een veilige keus, want La7: kan nu worden beantwoord met Td7-d2xa2. Echter, Ron liet na de partij zien dat 22..Ta1 beter is, want het is meer actief. De computer geeft ook na 22..Ta1 de voorkeur aan wit, maar in de analyse na de partij wist Ron redelijk overtuigend met zwart te winnen…!

In de partij volgde nog 23.b3-b4 b7-b6 waarna we besloten tot een remise.

De eindstand na 23..b7-b6

Ik heb eigenlijk geen idee wie hier nu beter staat. De computer geeft +- met 1,89 in het voordeel van wit. Misschien iets voor op een regenachtige dag, als lange analyse sessie met de computer, of, Thomas, misschien wel een leuke stelling / onderwerp om te bekijken op één van de lesavonden? Er is niet veel literatuur te vinden over het eindspel met twee lopers tegen toren en pion, vooral niet als er ook nog wat extra pionnen op het bord staan.