Categorie archieven: Externe competitie

Er was eens

Er was eens een mooie schaakclub. Gelegen diep in de fraaie  NoordHollandse dreven. Vanuit de nabije en zelfs uit de verre omgeving kwamen de mannen toegestroomd om daar hun avondje onschuldig vertier In het Heerenhuis  te zoeken, met een houten bord en 32 houten poppetjes. Dat deden ze al vanaf 1906. Halverwege de 20e eeuw waren er daar elke vrijdagavond minstens 35 spelers te vinden. Ging niet om geld, maar gewoon om de lol. Soms konden ze met gemak drie schaakteams opstellen in de externe competities. Het was een sprookje.

Toen kwam er ineens, zoals in bijna elk sprookje, een boze heks. Die was jaloers natuurlijk.  Als ze zich kwam aanbieden hadden die mannen alleen oog voor hun houten poppetjes en niet voor haar. De meesten waren eigenlijk wel te oud , maar er zaten toen toch ook altijd een paar aantrekkelijke jongelingen bij. (Vrouwen zag je er zelden. Die konden niet zo goed tegen de sigaren- en sigarettenrook!) De boze versmade heks werd op een keer zo boos dat ze bijna haar bezemsteel in tweeën brak en schreeuwde: “Alles is ijdelheid! Alles is tijdelijk. Eens zullen jullie er niet meer in slagen één schaakteam bij elkaar te zoeken!”  Maar het onheilspellende ervan begreep niemand. Ze werd bulderend uitgelachen! Woedend verliet ze het speellokaal.

Doch helaas. In de loop van vele jaren bleek de kol behoorlijk  wat toverkracht te bezitten. Als de schakers voldaan huiswaarts waren  gekeerd, en droomden van hun die avond bedachte prachtige dameoffers, vloog de gemene toverkol hun openstaande slaapkamerraam in en fluisterde ze vreselijke  verleidingen in hun oor. Nee, niet wat u denkt, daar was ze intussen te oud voor geworden. Maar wel suggereerde ze met hese stem dat er nog zoveel andere leuke, en veel gezondere,  sporten waren, en leuke televisieuitzendingen. Dat je ook kon gaan bowlen of barbecuen, of uit eten met je vrouw. En geloof het of niet, dat had op den duur toch effect!  Elk jaar werd het aantal schakers op vrijdagavond wat kleiner.  Geregeld moesten er noodmaatregelen getroffen worden om de schaaktraditie te redden. Want minder schakers, minder geld! Wegens minder financiën weg uit dat dure Heerenhuis. Proberen of het helpt om van de vrijdagavond naar de dinsdagavond te verhuizen. Zelf de flesjes bier te gaan kopen en verkopen.  Een gratis locatie opzoeken en daar dan maar schaken tussen kauwende en lachende vreemdelingen. Een jeugdafdeling oprichten. Schaakles geven op het plaatselijke educatieve  instituut. Op zomermarkten voor gek staan in een slecht bezocht marktkraampje. Ze bedachten van alles. Maar niets, werkelijk niets, hielp. En bij elke jaarvergadering, elk jaar aan een kleiner tafeltje,  konden de daarvoor gevoelige deelnemers  in de verte het krassende gelach van de toverheks horen.  : ‘Hi,hi,hi.  Jullie wilden me niet geloven!  Maar alles is tijdelijk! Alles is ijdelheid! Hihihi!”

Dit seizoen, 2016-2017, werd de akelige profetie bewaarheid. Verschillende keren lukte het niet om voldoende sterke schakers bij elkaar te vinden voor dat ene team in de externe competitie.

Afgelopen donderdag toog Heer Verkooijen met zijn zeven dwergen naar het kasteel waar de gevaarlijkste tovenaar Purmarijn woont. Proberen om een onmogelijke opdracht uit te voeren. Preciezer gezegd,  om van acht onmogelijke opdrachten er zoveel mogelijk te laten slagen.

IMG_9872bWEB  9872bWEB  Foto groter of beter, erop klikken!

Nou dat begon al goed. Eén van de dwergen kwam helemaal niet opdagen. Dus grijnzend kon de tovenaar Purmarijn vaststellen  dat één van zijn hellehonden zonder enige krachtsinspanning, zonder één moordende beet, zonder enig bloedvergieten, zijn werk al direct tot voldoening volbracht had. Dat  betekende dus na een half uur  1-0 voor hem!

IMG_9873bWEB  9873bWEB

Onze twee topdwergen Jos en Ron hadden al een hele werkdag hard gehakt met hun werkhouweeltjes, in de diamantmijn, en waren eigenlijk al te moe thuisgekomen om aan deze ondankbare opdracht te beginnen, maar wilden de anderen niet in de steek laten.  Ze waren toch gekomen om te voorkomen dat er nog meer vuurspuwende draken en honden zonder enige inspanning  hun schat  zouden kunnen verdedigen, en dus de akelige tovenaar nog meer gratis winstpunten zou binnenhalen. En toen ze na een half uurtje kans zagen om zonder schat maar wel met een beetje eer en nog in bezit van alle ledematen het strijdperk te verlaten, deden ze dat kwiek! Twee remises. Niet iets dat aan het met succes voltooien van de grote eindopdracht  (met een gelijk spel het gevaarlijke degradatiespook overmeesteren) heel veel kon bijdragen, maar nou ja, het leek nog wel een beetje ergens op.

Onze meest ervaren dwerg , Gerrit, met zwart, moest wel het gevecht aangaan. Dat deed hij in het verleden ook meestal wel als er weer eens een onmogelijke opdracht volvoerd moest worden. Maar hij had nu best een heel gevaarlijk beest getroffen, met ogen ‘zo groot als theekopjes’. Dat viel dus niet mee. Het werd heel spannend,  net als in de Tondeldoos , het bekende sprookje van Andersen.  Na het voorlezen ervan kon ik als kind uren wakker blijven liggen. Heel griezelig! Nou, ook vanavond liepen de rillingen me over de rug. 

Nu had deze schatbewaarder wel heel grote ogen, maar gelukkig zag hij er niet altijd even scherp mee.  Achteraf uitte Ron  kritiek op de openingsbehandeling van Gerrit en achtte hem in het middenspel kansloos. Daar kunnen Dr. K. en ik het niet mee eens zijn. De opening had wellicht wat beter gekund , maar kansloos was Gerrit zeker niet!  Het zag er allemaal bloedstollend uit, maar eigenlijk stond hij helemaal niet echt slechter.  Pas na zijn foutieve 25e zet had hij in één klap vermorzeld kunnen worden, maar de enge bewaarder van de geldkist zag het gelukkig niet. Toen niet, na afloop wel. Het gevecht ging alsmaar door. Ten slotte bleek onze vechtdwerg ineens erg vermoeid. Ik geef het je ook te doen om de hele avond tegen zo’n agressieveling te moeten optornen. Je moet dan zelf ook alsmaar ogen van voren en van achteren hebben. Gerrit kreeg ineens de zelfde trekjes als dwerg Dommel.

Dommel  Dommel

Ook hij viel pardoes in slaap, bij zet 30, en gaf een loper weg. Die werd met smaak verslonden door Preeker. Een schatbewaarder  dus met een veel minder vredelievend karakter dan zijn naam zou kunnen doen vermoeden. Dus einde verhaal. Ik zal, als gebruikelijk, onder mijn globale verslag enkele plaatjes laten zien. Ditmaal dus van allerlei hoogtepunten uit deze remake van Sneeuwwitje.

De volgende beslissing viel bij teamleider Paul zelf. Die speelde zelf dus vanavond als de aanvoerder van de dwergen, dwerg Doc genaamd.  

Doc  Doc

Nou Doc trof het. Zijn tegenstander was lang zo agressief niet als Preeker. Tegen Paul’s  (laffe, maar ja dat vind ik nu eenmaal)  klassieke damegambiet (maar wel met 4. … Lb4, dat nog wel)  sloot hij zonder duidelijke  reden zijn dameloper op achter de pionnenketen en daarna was er niet veel meer aan de hand. Omdat Paul eveneens zonder duidelijke reden zijn loperpaar had weggegeven, kreeg de bewaarder van de kist met de zilveren munten toch een aardige stelling. En zeker toen Paul onnodig ook nog een pion in de aanbieding deed. U weet natuurlijk dat deze schatbewaarder vlg. het sprookje ‘ogen zo groot als molenstenen’ had. Ja, daar past geen bril overheen. Of hij was die avond ook gewoon niet in topvorm (ja, dat verschijnsel herkennen wij ook van onze spelers vanavond.)  Of hij had ruzie met tovenaar Purmarijn, en wilde die nu eens een keer niet helpen! Hoewel Paul verschillende keren niet al te doortastend stond te verdedigen, weigerde zijn tegenstander zijn kleine, maar duidelijke voordeel verder te benutten. Of hij zag het gewoon niet met die ogen. Hoe moet het nu verder? Ook remise. Nogmaals:  ‘Niet iets dat aan het met succes voltooien van de grote eindopdracht  (met een gelijk spel het gevaarlijke degradatiespook overmeesteren) heel veel kon bijdragen, maar nou ja, ook dit leek nog wel een beetje ergens op.’  En op twee andere borden ging het ook nog wel redelijk. Bijv. bij Bert gloorde er veel hoop. Martin zat te zwoegen, maar leek de boel onder controle te hebben.

Onze derde topdwerg Bert speelde vanavond ongelofelijk geconcentreerd, en sterk. Het was een Meraner. Bert liet zich nergens door verrassen. Hij kreeg voordeel en hield dat vast met zekere hand. Hoewel hij een wel erg ingewikkelde directe  winst bij zet 23. overzag  (zie diagram verderop) , bleven zijn zetten meer dan voldoende voor de winst. Hij kon een pion en een kwaliteit winnen bij zet 24, maar zag waarschijnlijk even spoken. Gaf niet. Winnen ging hij toch! Maar laat op de avond begon de machine onverwacht wat  te haperen. En op zet 36 gaf hij pardoes een toren weg! Wat een tragedie. Zo sterk spelen en dan alsnog door één missertje toch nog verliezen.  Toen ik het hoorde kon ik mijn oren niet geloven. Bert terecht zwaar de pest in. Hij zag er even uit als dwerg Grumpie.

Grumpie    Grumpie

Martin (wit) kwam tegen zijn sterke tegenstander goed uit zijn Engelse opening.

IMG_9874bWEB   9874bWEB

Na zet 17 Dd3? (Td2) nam echter De Veij het initiatief over. Na een misser van Martin op de 22e Ld6? ( c5!? Zie diagram verderop), een onnodig en naar spoedig bleek een onnuttig kwaliteitsoffer) had hij zelfs een gewonnen stelling. Het was triest om aan te zien dat Martin steeds meer op Stoetel ging lijken.  Dat was niet zijn schuld, want een goed plan was er eigenlijk niet, waardoor hij genoodzaakt was op zijn eigen terrein wat doelloos  heen en weer te schuifelen. En wachten tot het beroerder werd, of dat zijn tegenstander een missertje ging maken. Die had daar geen zin in. Haast had die niet. Langzaam en secuur schoof hij onze brave Stoetel van het bord.

Stoetel  Stoetel

Resteerde Frank. Die met zijn Siciliaan tegen de Alapin-variant  (2. c3) het niet helemaal goed deed  (5.  … Pe7 lijkt hier te langzaam,  dxe4 en Pf6 of direct Pf6 lijkt logischer) . Met vaste hand ontwikkelde Meijer verder. Na een wat wat al vroege, en ook veel te drieste poging van zwart om richting de witte Koning te manoeuvreren  was Frank al op zet 10. fors in de problemen. Ik stond ernaast en begreep toen al niet veel meer van zwarts plannen. De antwoorden van wit lagen toch wel erg voor de hand! Wat gebeurde hier? (zie diagram verderop) Zag Frank dingen waar ik te dom voor ben? Nou nee dus. De schijnbaar vernuftige zetten van zwart waren alle noodsprongen om een zaak te redden die niet te redden was. Doch …  wit was waarschijnlijk zo blij met zijn buitenkansje dat hij even iets te schematisch verder ging. Verspeelde een deel van zijn eigenlijk beslissende voorsprong. Maar bleef toch akelig veel beter staan. Het bleef een avondje zwoegen voor onze teamgenoot. Ik zag dat hij mijn blikken van ongeloof ontliep en denk dat hij zich schaamde. Al zo snel eigenlijk met de rug tegen de muur. En echt eigen schuld!

Bloosje  Bloosje

Toch leek het er later op dat hij nog vage remisekansen kreeg. Maar wat nog het ergste was: hij had heel veel tijd nodig gehad om alsmaar langs de rand van de afgrond het evenwicht te bewaren. Toen ik naar huis ging gaf ik geen stuiver meer voor de combinatie van 1 pion achter en geen tijd meer op de klok. Ik kon het niet meer aanzien. Zo hard werken, een hele avond, aan een al zo snel hopeloze opdracht.

En zo konden we met een smadelijke   6,5- 1,5 nederlaag  aan onze kabouterbroeken afdruipen richting Middenbeemster.  Wij deden ons best, maar zij waren gewoon stukken beter!

Wij degraderen naar de 3e klasse. Het eerlijke bordpunt van Marko Bosnjak dat de wedstrijdleider ons destijds ontnam (burokratisch m.i.) , was beslissend. Als we dat hadden gehouden, waren we precies gelijk geëindigd met Bakkum, maar op onderling resultaat (5-3 voor ons) niet gedegradeerd.

De ooit zo knappe jonge prins veranderd in een lelijke kikker. Het lelijke eendje van de nhsb.

Wat nu verder?

Ik sprak bij vertrek even buiten met Pruis, Hopman en Blees. “Ja, als al die Aris de Heer-spelers naar Purmerend deserteren (op hen drieën wijzend), ja hoe moeten wij het dan redden?” Waarop Pruis er nog eens op wees dat ze aktie ondernamen om ook wat spelers bij ons uit te lenen. Als dat eens zou lukken ……

Wordt dan de kikker toch weer een mooie jonge prins, en de lelijke eend toch een zwaan? En leefden we toch nog lang en gelukkig?

Ach ja, die sprookjes.

Voordat de olifant arriveert met de lange snuit, eerst nog even wat stills uit de remake van  Sneeuwwitje en de zeven dwergen.

Serkan Milli – Jos

ExtPrmrJos1  ExtPrmrJos1

Na 9 zetten theorie van de Dc2-variant van het NimzoIndisch geeft de database na Lxc3 alleen 10. Dxc3.  Milli speelt 10. bxc3  wat Komodo een heel klein tikkie beter vindt voor …  zwart!  Het vervolg  10. .. De7 11. e3   Jos moet bij de Purmerenders wel een verschrikkelijke reputatie hebben want op het thans  volgende remisevoorstel wordt gretig ingegaan! Zwart staat iets beter, maar hoe zie je dat? De geïsoleerde dubbelpion van wit? Maar vroeg of laat moet zwart kiezen voor een concessie aan zijn koningsmuurtje. En d5 is ook geen oplossing. Ik zou het niet weten. Leuke stelling om dat eens praktisch te testen.

Ron- Kees Kerkdijk

Na de London bij zet12

ExtPrmrRon1  ExtPrmrRon2

Tot 12. b5 ook theorie, maar nu volgt verrassend 12. … Pb8!? Is dat niet te traag? 13. Ld3  Pbd7  en remise overeen gekomen.

Ron: Ik ben enige uitleg schuldig. Er was tegen Kees nog genoeg om door te spelen. Je zou het op het oog niet zeggen, maar ik sta in die stelling gewoon nog beter. Het sterk lijkende zwarte centrum is best kwetsbaar. Ik kan daarnaast drukken op a7 en b7 (met bijvoorbeeld een paard op a5). Ik was Le2, 0-0 en dan Td1 van plan. In de na-analyse deed hij het eerst 3x fout. Maar ik had een heel emotionele dag achter de rug en was erg moe.”

Nou vooruit dan maar.

Luc Preeker – Gerrit

ExtPrmrGerit1 ExtPrmrGerrit1

Zwarts laatste zet 25. ..  Tg8, die mij wel logisch leek, was niet goed!  Hier wint direct de prachtige zet 26. Dg6! Zelfs als je verliest kan schaken veel vreugde geven! Als zwart de dame neemt volgt  hxg6  met mat! En anders is zwart zijn dame kwijt. De heren zagen het wel, maar pas na afloop! Zwart had i.p.v. Tg8 door moeten zetten met zijn tegenaanval op de damevleugel en 25. … a4! moeten spelen. Het is zo’n typische stelling met aanvallen van beide zijden op beide zijden. Wie komt het eerst? Vlg. mijn assistent Dr K komt zwart het eerst! Had ik niet gezien. Gerrit ook niet.

Frank van der Moolen- Paul

De eindstand:

ExtPrmrPaul1 ExtPrmrPaul1

Wit staat een pion voor, maar ziet geen heil in voortzetting. Maar hij heeft een vrijpion op e5, een akelige loper op d6 en een pion meer. Met een beetje pech was het 7-1 geworden!

Bert- Ruud de Groot

ExtPrmrBert1  ExtPrmrBert1

 Hier had Bert zijn latere vreselijke ellende kunnen voorkomen. Wel lastig, en een lang verhaal. En het was niet nodig want  23. Ta1 was ook best wel goed! Maar  23. Pc6! is dodelijk!

23. ….Pxe5 24. Pxe7+ Kh8  25. Dxe5        

23. … Lg5  24. Lxg7  Lxc1  25. Pe7 mat 

23. … Lf6  24. Lxf6  Pxf6  25. e5 Ph5  26. Pe7+ Kh8  27. De4 ( met dubbele dreiging:  mat op h7 of de toren slaan op a8.

Maar ja, dat is voor gewone stervelingen wel een beetje veel van het goede.

ExtPrmrBert2  ExtPrmrBert2

Toen ik deze stelling zag, dacht ik : ‘Kat in het bakkie! Bert slaat op g7. Daar kan toch niks tegen zijn. Pion en kwaliteit. Kassa!’ Maar Bert sloeg niet op g7, maar speelde 24. Lg3. Ik heb een groot respect voor Berts schaakkunde, en dacht “Nou ja,  Bert heeft natuurlijk iets gezien dat ik niet zie.” Maar Dr. K. ziet ook niets, geen enkel bezwaar tegen 24. Lxg7. Dus Bert zag spoken. Na 24. Lg3 staat wit natuurlijk nog steeds heel goed, maar toch vreemd.

Martin- De Veij

ExtPrmrMartin1 ExtPrmrMartin1

De Laatste zet van wit was 22. Ld6 Wat de diepere bedoeling is, zie ik niet. Wilde hij gewoon actie op de torenlijn, en dacht misschien ‘Wat initiatief voor een kwaliteitsoffer, dat moet kunnen ?’  Maar er komt geen initiatief. En geen actie op de d-lijn  22. … Txd6  23. Pxd6 Dxd6  24. Tfc1 (dit doet ook niks)  Lc5 25.Dc3 (Dit doet ook niks. Wat wil hij ermee?) Hierna is wit tot passiviteit gedoemd. Hij krijgt nergens kans meer om nog iets te bedenken.

Meijer-  Frank

Zwart heeft na 8. c3-c4 de keuze om de dame naar d8 of d6 terug te halen. Maar hij kiest voor 8. …   Dh5?

ExtPrmrFrank1  ExtPrmrFrank1

Je voelt met je klompen aan dat dit gedonder kan gaan geven. 9. Le2! (Er is meer mogelijk, maar dit is lastig genoeg.)   …  Ph4 ?? Bloedlink! Zwart moet gedacht hebben dat hij wel wat gemene grapjes zou kunnen gaan bedenken. Maar daar krijgt hij helemaal de tijd niet voor.   10. d5! Hierna staat wit ‘in hogere zin’ verloren. De oude waarheid uit Frank’s schaakjeugd blijkt gewoon nog steeds waar: een koningin moet je niet te vroeg in het spel brengen, want die kan altijd en overal worden aangevallen en moet dan vluchten en dat kost tijd die de tegenstander gebruikt om te ontwikkelen. En een andere waarheid ook: Paarden aan de randen zijn een schande!

10 … Pe5  11. Pxe5 Dxe5 12. Te1

ExtPrmrFrank2 ExtPrmrFrank2

 12.  ….   Ld6??  Een wanhoopspoging, denk ik.  Ik zag het gebeuren en dacht  : Wat doe je na gewoon 13. g3?    Die loper op e2 kan daarna gratis een of ander onheil gaan stichten, want alweer staat die Dame in.  Gelukkig doet wit het na 13. … Pf5 ook niet goed, en wordt zwart de euthanasie bespaard en wordt het gewoon een lange, lange lijdensweg.

En toen was het eindelijk dan toch tijd voor de olifant met de lange snuit, die het verhaaltje uitblaast.

Naschrift :  Er volgde nu al nuttig commentaar van Gerrit.

‘Ik zag de winnende zet voor wit 26. Dg6+ wel tijdens de partij, maar pas nadat ik zet 25. Tg8 had gedaan. Als dwergen ook een pokerface kunnen opzetten dan deed ik dat. Maar even afwachten of Luc het ook zou zien. Nee dus. Maakte hem er na afloop van de partij opmerkzaam op dat ie al op zet 25 de beslissende klap had kunnen uitdelen.’

  Eindcorrectie moet nog volgen.

 

 

1

8464357 

Kees Kerkdijk

 1837

 – 

8529532 

Ron de Vink

 1883

½-½

2

7844353 

Serkan Milli

 1613

 – 

7366095 

Jos Lohmann

 1881

½-½

3

8279876 

Ruud de Groot

 1828

 – 

7185981 

Bert Kuijer

 1830

1-0

4

8414340 

Frank van der Moolen

 1810

 – 

6808131 

Paul Verkooijen

 1741

½-½

5

6392309 

Ton de Veij

 1825

 – 

7826654 

Martin Zwaneveld

 1682

1-0

6

8286267 

Paul Meijer

 1709

 – 

7803114 

Frank de Geus

 1655

1-0

7

8255489 

Daniel Doorn

 1748

 – 

 

 

 

1-0 R

8

7312294 

Luc Preeker

 1743

 – 

7268195 

Gerrit van Dok

 1652

1-0

 

 1764

 

 1731

 

 

De gevaarlijke Krijgers van Heer Hugo

Om welke Heer Hugo het nu eigenlijk gaat, schijnt niemand zeker te weten. Was het Hugo van Assendelft, die in 1296 door de WestFriezen werd verslagen? Of was het Hugo II van Akersloot. Die in 1250 de broeders van abdij Egmond bedankte voor de aanleg van de Huijgen(=Hugo)dijk die verdere overstromingen moest voorkomen. Hoe dan ook wij kregen de Bende van Heer Hugo voor onze ‘Benauwde veste’. En wij maar hopen dat `het hemelse gerecht zich ten langen leste` over ons zou `erbarmen`. Zoals lang geleden scheen te geschieden in de Gijsbrecht van Vondel.

Maar nee.

Aan onze opstelling lag het niet. Al het krijgsvolk was opgeroepen en was er ook. Ditmaal onder aanvoering  van Ridder Jos gingen wij ons te vuur en te zwaard tegen het gevaar van degradatie verdedigen. Ridder Jos was zelf wel weer het eerste klaar. Hij dacht een roemruchte krijgsheer tegenover zich te hebben. Kennelijk had onze spion zijn werk niet goed gedaan, want het was gewoon maar een eenvoudige hellebaardier. Het bleek een tactische opstelling dus, van deze toch al gevreesde tegenstanders. Waar we intrapten. Dat kon Jos niet weten en zijn eenvoudige tegenstander wist wel wie hij tegenover zich had en vond remise dus prima na 12 zetten, ondanks  een iets betere opstelling.  

Foto's beter of groter, klik erop!

IMG_9745WEB  IMG_9745WEB 

Bij Ron ging het niet veel anders. Alleen was het hier wel een gevecht tussen elkaar kennende  ridders van aanzien. Dus het werd een ‘schijngevecht’.  Komt wel vaker voor  in zo’n toernooi: gewoon om de toeschouwers te vermaken.  Ze wilden elkaar niet verwonden want respecteerden elkaar. En voor hen persoonlijk stond er niet veel op het spel. Ze hadden al een partner en er zat dus geen schone jonkvrouwe op de tribune gespannen te wachten op de winnaar. Ook al na 14 zetten remise. Zo’n vredelievende oplossing is beter voor je gemoeds- en je nachtrust en bovendien wordt je wapenuitrusting niet beschadigd, want die was altijd al erg duur.

De rest zat langer te knokken. Maar al vrij spoedig leek het er toch op dat er gaten in onze wallen zouden worden geslagen. Wie konden er voor ons in de bres springen? Zelfs onze befaamde boogschutters achter de kantelen hadden het moeilijk. Bert werd geconfronteerd met een vierpionnenspel tegen zijn KoningsIndisch.  U weet -als ik- wellicht uit het verleden dat hij daar wel ervaring mee heeft. Maar niet zo’n prettige. Ook nu kreeg hij zijn vizier niet erg op scherp.

IMG_9735WEB  IMG_9735WEB

Paul ook niet. Die zag misschien een beetje dubbel. Maar dat kan nog komen van dat  kroegenschaaktoernooitje dat hij zo nodig de dag ervoor moest beleven .

Gerrit, onze meest ervaren krijgsman, moest tegen een nog vrij jonge schildknaap. Maar wel een met aanleg voor het vak. Zijn beschermheer Hugo bleek zich niet voor niets over hem ontfermd te hebben.  Gerrit raakte een pion kwijt, en werd daarna soepel verder in problemen gebracht. Plaagstootjes werden vakkundig op het schild opgevangen en zwaaien met de goedendag met schijnbewegingen omzeild.  Toen hij nog een pion verspeelde had hij kunnen opgeven.  Maar zo zit hij niet in elkaar. Doorvechten tot de laatste snik! Het leven veil voor je volk en je heer! Gerrit als een soort terrorist avant la date.

IMG_9737WEB  IMG_9737WEB 

Bij de resterende partijen zag het er wel wat beter uit. Maar of die de loop van het gevecht nog echt zouden kunnen veranderen? De voorhoedes van de vijandelijke zwaardvechters waren al binnengedrongen en  stonden al op het kasteelplein. Dit kon hoogstens nog een achterhoedegevecht worden.

Martin won een pion. Hij verdedigde de goede kant van zijn  reputatie op indrukwekkende wijze.  U kent natuurlijk die reputatie:  soms speelt hij als een agressieve en ijzersterke zwaardvechter , soms als een beginnende onervaren page, nog in de hoofse leertijd bij de jonkvrouw.  Vervelend want op weg naar zijn ridderslag (1700 Elo) moet hij iedere keer weer opnieuw beginnen omdat zijn maliënkolder te veel schade heeft opgelopen. Vandaag toonde hij gelukkig weer zijn sterke kant.  Hij verdedigt zijn voorsprong hardnekkig. Gooit op tijd gesmolten lood en kokend water op het hoofd van zijn hardnekkig aanvallende vijand.  Maar ja, één pion?

IMG_9743WEB  IMG_9743WEB 

Frank  speelde vooral op zeker.  Moet in het krijt treden tegen een vijand met een iets betere wapenuitrusting. (1730) Hij had het voordeel dat hij moest strijden tegen een Frans georiënteerde  tegenstander. Maar met die strijdwijze heeft Frank heel veel ervaring. Vooral met zwart. Eindelijk zie ik te midden van al het krijgsrumoer eens een witspeler die niet gelijk op de  3e zet al zijn troeven weggeeft en op d5 ruilt. Maar nu speelt juist de zwartspeler het na 3. Pc3 wel een beetje simplistisch met 3. ..   dxe4.  Zo geeft juist zwart zijn troeven uit handen. De Franse strategie is juist bedoeld om vanuit een wat defensieve positie ineens gevaarlijk te voorschijn te komen.  Plotseling blijkt dan de vijand nog reservestrijders in het bos te hebben verstopt die met ingewikkelde manoeuvres het pleit komen beslechten. Dat is veel minder het geval na 3. … dxe4. Na  4. Pxe4 Pd7  5. Pf3 Pf6 hoopt zwart op een wederzijdse slachting van vendeldragers om de gevaren te bezweren.  Wellicht is het natuurlijk uitziende 6. Pg3 toch niet  de scherpste manier om wat voordeel voor wit te handhaven. Het  beroemde historische boek over oorlogsstrategieën (Powerbook) geeft aan dat (toch maar ) 6. Pxf6 of 6. Ld3 tot iets betere resultaten leidt. Misschien dat Frank daar nog eens naar kan kijken. Dat kan hij, want – verklap ik maar vast- hij zal dit gevecht wel overleven. Hij moet wat concessies doen en zijn harnas loopt wel een deukje op, maar na zet 20 is de lans van zijn tegenstander wat bot geworden en Frank redt het eigenlijk vrij eenvoudig. Na zet 23 schudden ze elkaar de hand.

Bert staakt de strijd. Paul ook. Bij beiden zie ik zo gauw niet echt goed waarom dat echt nu ineens nodig is. Maar ja. Ze zullen wel gelijk hebben. Misschien toch onder de indruk van de heraldiek van hun tegenstanders. (Of ik heb niet alle zetten vastgelegd. Verderop kom ik er nog op terug.)

Nu is de Burcht van Beemster wel al zo ongeveer veroverd.  De blijden en rammeien hebben hun werk gedaan, de vijand is binnen.

IMG_9738WEB  IMG_9738WEB 

Niet alleen Heer Hugo’s leger kent een ridder in wording, binnenkort  ‘op het schild te heffen.’  Ook de onze  doet het prachtig. Onze ongetwijfeld binnen afzienbare tijd ook tot ridder te promoveren Marko heeft niet heel veel moeite met zijn iets minder sterke tegenstander. Hij wint een pion en een open lijn. Zijn dame-pionnen rukken op. Hij speelt zeer nauwkeurig. Blijft het initiatief houden.   Het kleine voordeel wordt geduldig verder uitgebouwd. De vraag is nog slechts:  blijft hij wakker en waakzaam?  Even één momentje niet, zijn tegenstander dreigt zich te kunnen herstellen. Oei! Maar Marko vecht geduldig en onvermoeibaar verder. Hij wil absoluut winnen. Verdient dat ook! Het wordt voor zwart langzaamaan al te ingewikkeld. Wits winst is fraai. Met een stukoffer  als bekroning maakt hij de partij uit.

IMG_9736WEB IMG_9736WEB 

Martin blijft ook heel wakker en waakzaam. Zijn tegenstander probeert echt hem in verwarring te krijgen, maar dat lukt niet. Martin krijgt een flinke voorsprong op tijd, de stelling is ingewikkeld, de tegenstander heeft het moeilijk en de zandloper maakt het hem niet eenvoudiger. Martin wint fraai en ook heel verdiend na een gedegen gecompliceerde partij, zonder echte blunders.

Einduitslag    3,5-4,5.   Niet oneervol, tegen de als eerste geplaatste.  En voor de bordpunten wellicht belangrijk om degradatie te ontlopen.  Des te vervelender dat de nhsb begint te zeuren over een niet geregistreerde speler. En er 2,5-5,5 van maakt. Terwijl het toch echt allemaal leden van Aris de Heer waren. Waarschijnlijk een administratief foutje van ons, of van de nhsb. Als daar niets meer aan te doen is, is dit weer een voorbeeldje van ergerlijke bureaucratie bij de nhsb. Als het om de nog maar net van een kruistocht teruggekeerde aanstaande ridder Marko gaat, des te vervelender voor hem. Die vecht voor een hogere  elorating , maar heeft daar iedere keer pech mee.

De mannen van Heer Hugo konden met opgeheven hoofden over de weer neergelaten ophaalbrug  van  de kasteelgracht van Het Middenpunt  huiswaarts.  Ze zullen ongetwijfeld door hun Heer met eerbewijzen worden overladen en door hun geliefde jonkvrouwen als helden worden verwelkoomd. En terecht. Ze waren sterker, moesten er toch voor vechten, en dat hebben ze gedaan.

Enkele bezienswaardigheden en wapenfeiten:

Bert Kuijer – Karel Keesman

extBert2  ExtBert2

Konings-Indisch, het vierpionnenspel.  Bert probeert hier 6. ..  e5  Wat niet erg gebruikelijk is.  Vaker heb ik hem het normalere 6. .. c5 zien spelen. Wat meestal verder gaat met  7. d5 e6  8. Pf3 exd5 waarna wit de keuze heeft tussen terugslaan met e-pion of de c-pion. Dat laatste deed ik zelf altijd. Wat een wederzijds interessante, spannende stelling oplevert (die ik vaak met wit heb mogen winnen). Bert’s actuele 6. .. e5 is niet echt slecht maar passiever. Na 7. fxe5 dxe5 8. d5 zal de belangrijke zwarte koningsloper voorlopig veel minder aan het spel meedoen dan in de ‘normale ‘ vierpionnenvariant. Eigenlijk zou zwart moeten kunnen profiteren van die aanvechtbare witte opstelling met vier pionnen, door Euwe ooit gekwalificeerd als een ‘kolos op slappe benen’ Na uitvoering van het verder normale en aan te bevelen KI-plan ( zwart stormt op de koningsvleugel, wit op de damevleugel)  staat bij Bert na zet 21. de volgende stelling op het bord:

 extBert3 ExtBert3

 Iedereen zal vinden dat wit veel prettiger staat. Het lijkt er op dat het witte initiatief veel sneller effect gaat hebben dan het zwarte. Daar gaat het in dit soort stellingen om: wie is het eerst! Waarschijnlijk had Bert geen zin in een verdedigende rol te worden gedwongen na 21. … Pf7 22. Pc4 . Hij offert een stuk tegen twee pionnen.  21. ….  Pdxe4 22. Pxe4  Dxd5. Moedig, maar het effect valt tegen.  Na 23. Pxf6 Txf6  24. Tad1 Dc6  25. Pc3 (vooral om het veld e4 te dekken) ziet Bert dat waar hij waarschijnlijk op hoopte – een pionnenstorm in het centrum  en zo ook activering van zijn koningsloper – er nog lang niet inzit.  Hij erkent grootmoedig dat zijn offer niet opleverde wat hij dacht en geeft op.

ExtBert1 ExtBert1

Misschien had hij tegen beter weten in toch nog even met 25. .. g5 en later Taf8 kunnen proberen wat herrie te schoppen. Maar ja.

Paul Verkooijen- Oscar van Ewijk

Paul raakt op vrij kinderachtige wijze zijn rochaderecht kwijt.

extPaul1 ExtPaul1

8. h3 ?  Pxe3  9. fxe3 Lg3+  Even niet goed opgelet. Daarna staat hij met de rug tegen de muur. Hoe ontwikkel je dan je stukken? En wat doe je met die achtergebleven pion op e3? Vervuld van zorg zag ik het aan. Paul ook, denk ik. Zwart neemt rustig de tijd. Met wits  ontwikkeling komt het wonder boven wonder nog wel een beetje goed , maar die zwakte op e3 blijft.

extPaul2  ExtPaul2

Ik kan met het genoteerde 24. Tf2 niet goed nagaan met welke Toren nu gespeeld is.  24. T1f2 faalt op Pg5! en de Toren op f3 heeft geen velden meer. Maar 24. T3f2 houdt de mogelijkheid open dat zwart zich vergist en   24.  … Dxe3?  speelt  25. Dxe3!  Txe3  26. Txf7! Txf7   27. Txf7 met gelijke stand. Wit dreigt zowel Txg7 als Tf8+.  Wel is 24. … Pg5 heel sterk omdat bij nadere beschouwing wit dan na h4 toch een pion verliest en de zwakte van e3 blijft bestaan. Maar of zwart het gezien had?  Paul had met opgeven nog even kunnen wachten. Of speelde hij T1f2 en zag daarna direct dat Pg5 dodelijk is?

Mats Bakker- Gerrit v. Dok

Gerrit: “Ging tot en met de 19e zet vrij gelijk op denk ik.    /    Mijn 20e zet Dh5 was een verkeerde keuze. Ik dacht daarmee enige druk op de koningsstelling te bereiken en ik was bang voor Df4. Maar Db4 was veel gevaarlijker en die had ik niet in mijn berekening meegenomen.”

extGerrit1 ExtGerrit1

21. Lf3 Dg6  (Dc5 !? om Db4  te verhinderen. Kan nog geprobeerd worden.)  22. Db4! 

extGerrit2  ExtGerrit2

Een aanval op b7 èn op d4. En inderdaad dit kost een pion. Hierna kan Gerrit alleen nog maar spartelen. Wit ruilt zo snel mogelijk zo veel mogelijk stukken, slaat op d4 en houdt een subliem eindspel over.

“Toch had ik na mijn 27e zet (na een complete afruil en verlies van een pion)
mogelijk nog wel remisekansen, maar ik gaf vervolgens op knullige wijze nog een pion weg. “ 
Ik kan moeilijk geloven in echte remisekansen.

extGerrit3  extGerrit3

Met ongelijke lopers OK. Maar nu? Inderdaad is de vergissing  31. …  h6? onder Gerrit’s niveau. Hij verliest na ruil op e5 ook nog de pion op g6. Rommelt tot ongeloof van de omstanders nog 20 zetten door. Maar Bakker laat geen steek vallen en Gerrit schiet uiteraard geen steek op. 1-0.

Frank de Geus –  William Thomson

extFrank1 ExtFrank1

Hier speelt wit  13. Pb5  wat mij verbaasde. En -naar me later bleek-  Komodo ook. Ik zag wel 13. …  a6  14. Pd6+  Lxd6  15. Dxd6 wat lijkt even de rochade van wit te verhinderen.  (Die had trouwens beter al eerder kunnen rocheren! )  Maar wat is er dan tegen …. Txc2? Want na Dc7 en Dc5 is de rochade toch alweer mogelijk. Dat is toch gewoon pionverlies? En zwart’s 13. .. Db6 is ook voor de hand liggend en sterk.  14. a4  en nu a6 en geef mij maar zwart. Maar gelukkig begint zwart nu ook wat te aarzelen.  Hij ruilt het paard. En geeft dus gratis het loperpaar  op.  Is toch een beetje bang voor de veiligheid van zijn koning en ruilt dus ook nog de dames . Een witte dubbelpion op de b-lijn is dan nog een klein troefje  voor zwart, maar je moet wel grootmeesterniveau zijn om daar nog wat mee te doen. En dat zijn we hier niet.

Zwart ruilt alles wat hij tegenkomt en wit doet er met graagte aan mee. Ja, dan wordt het snel remise. Waar ze dus kennelijk beiden tevreden mee zijn.

Resteren me de highlights van de boeiendste, echte, knokpartijtjes van vanavond:

Marko Bosnjak- Eric de Jong

extMarko1  ExtMarko1

Marko staat superieur. Hij heeft de open c-lijn bezet en zijn damepionnen rukken vervaarlijk op. En dan is er vooral nog die armzalige, geïsoleerde dubbelpion van zwart. Marko wint zijn pion met de bekende grap:  21. Lxa6!  Hij had wellicht nog beter kunnen kiezen voor 21. b5 axb5 22. axb5 Ld7 23. Dxd5! Maar goed, deze a-pion is ook wel gezellig. Daarna schuift Marko geduldig verder. De problemen stapelen zich op voor zwart.

  extMarko2  ExtMarko2 

Als wit maar goed blijft opletten is winst zeer voor de hand liggend. Maar wit speelt 34. Pb4? (34. a6 of 34. Pf4 waren veel beter) Db5!  (Brrrr.  Dat lijkt een akelige penning van het paard èn een aanval op a5. Heeft Marko het nu toch nog vergokt? ) 35. Da3 ? Dat leek ons een oplossing , maar zwart krijgt toch  tegenkansen en het zou toch gemakkelijk tot remise kunnen leiden!

Komodo heeft een beter idee:

extMarko3  extMarko3

35. Dxd5! Dat is een mooie, door Komodo aangegeven winstvariant. Een paardoffer  t.b.v een ver opgedrongen vrijpion. 35. … Dxb4  36. Dxb7

extMarko4  ExtMarko4

en nu 

36. … Dxa5?  Dc6!  vrij baan voor de vrijpion + aanval op het Paard op e8.

36. … Db1+  37. Kg2 en hierna kan zwart spartelen wat hij wil, maar die twee witte vrijpionnen zijn dodelijk.

Na de door Marko gekozen ‘redding’ 35. Da3 wordt het nog heel spannend. Maar hij neemt al gauw weer het heft in handen.

extMarko5 ExtMarko5

37. a6 !!  Dxb6? (maar niets is meer voldoende!   37. … bxa6  en de b-pion is dodelijk, want   38. Dxa6! Dxb4   39. Da8 Kf8 40. b7  en zwart zal zijn dame moeten offeren tegen de te halen witte dame.)  38. a7! Pc7

extMarko6  ExtMarko6

En nu ziet Marko het fraaie 39. Pxd5 !!!! Zwarts Dame staat in. Zo krijgt zwart ook de tijd niet om zijn paard op a8 te nestelen.  39. …  Dc6  (Pxd5  40. a8D) 40. e4! Kf8 (Pa8 41. Pe7+ met damewinst)  41. Pxc7 en de witte pion promoveert. Zwart geeft op.

Martin Zwaneveld- Maarten de Haas

In een Siciliaan die op een Draak gaat lijken, krijgt zwart (Martin) al gauw wat beter spel. Door een onhandigheid verliest wit op de 14e zet een pion.  Zwart speelt zeer geconcentreerd. Houdt het voordeel goed vast. Houdt ook de druk op de witte stelling gaande. Heeft mooiere lijnen tot zijn beschikking. En een dreigend centrum. Maar een foutje is snel gemaakt. Als je bijv. een pion weggeeft, is ook de winst weg.

extMartin1  ExtMartin1

Hier moet het wit toch benauwd om het hart zijn geworden. Hij was blijven vechten, maar het hielp aldoor net niet. En dan ook nog tijdnood. Veelal raken tegenstanders van tijdnoodklanten daarvan juist van de kook. Maar Martin niet. Hij laat zich niet opjagen. En elke zet is een voltreffer.

39. …  f5!  40. Ld2 e4!  41. fxe4  fxe4  42. c4?  (Maar wit staat zowiezo verloren.)

extMartin2  ExtMartin2

43 … d4!  44. Dg4  e3!  Wit geeft op. Terecht. In veel varianten komt ook d3 er nog aan en die centrumpionnen zaaien dood en verderf.

 

 

 

1

 

Jos Lohmann

 1881

 – 

 

Edwin Vermeulen

 1682

½-½

2

 

Ron de Vink

 1883

 – 

 

Rob Spaans

 1866

½-½

3

 

Bert Kuijer

 1830

 – 

 

Karel Keesman

 1854

0-1

4

 

Paul Verkooijen

 1741

 – 

 

Oscar van Ewijk

 1821

0-1

5

 

Martin Zwaneveld

 1682

 – 

 

Maarten de Haas

 1768

1-0

6

 

Frank de Geus

 1655

 – 

 

William Thomson

 1730

½-½

7

 

Gerrit van Dok

 1652

 – 

 

Mats Bakker

 1640

0-1

8

 

Marko Bosnjak

 1526

 – 

 

Eric de Jong

 1467

1-0

 

 1731

 

 1728

 

 

Bekeren tegen Wijker Toren

Heel slecht ging het niet. Pas laat in de partijen vielen de steken. En dus – alweer-  verloren. Maar dat zijn we gewend, dat was altijd al in bekerwedstrijden.

Bert speelde uitstekend. Hij moest optornen tegen een Grünfeld-Indisch. Ik vond het altijd een nare opening om tegenin te moeten zwoegen. Kun  je tegen het KoningsIndisch ( met d6) nog wel eens wat spannends proberen (Vierpionnenspel, of Sämisch met f3 en lange rochade) tegen Grünfeld (met d5) wordt het altijd  eindeloos positioneel geschuifel op de lange termijn.

BekerBert1  BekerBert1

Bert vertelt altijd dat hij nooit iets aan theorie doet, maar hij speelt wel de beste (?) en meest gespeelde variant  ( de ruilvariant met 4. cxd5   Pxd5  5. e4  Pxc3  6.  bxc3 Lg7  )  En wat nu?

BekerBert2  BekerBert2

Het is wits bedoeling om nu iets aan te vangen met zijn dankzij  tempowinst sterke centrum. Maar Grünfeld    ( 18931962,  was een Oostenrijkse schaker. In 1950 werd hij grootmeester. )  had uitgevonden dat dat nog niet zo simpel is. 

Zwarts bedoeling is een tegenstoot met c7-c5. Wat doe je daartegen met wit? Je moet je centrumpionnen nooit  te snel doorschuiven.  (Later wel natuurlijk.) Dus maar vast zorgen voor voldoende dekking van dat d4-pionnetje. De meest gespeelde zetten zijn hier 7. Pf3  en 7. Le3   en 7. Lc4. Dat laatste om, na het altijd in de lucht hangende Lg4 met Pe2 de pion op d4 te kunnen dekken, zonder je koningsloper  in te sluiten en f2-f3 erin te houden. Het is zonder twijfel een van de meest logische varanten. En dat speelt Bert dus. Niet omdat hij de theorie heeft bestudeerd- stel je voor- maar gewoon omdat hij een beetje kan schaken.

7. Lc4 c5  8  Pe2 0-0  9. 0-0 Pc6 10. Le3

BekerBert3  BekerBert3

Absoluut van alle Grünfeld-Indische varianten de meest gespeelde. Zwart kan hier van alles. 10. … Lg4  (toch)  11.  f3! (dat kan nu)  of  10. … Dc7  of   10. … Pa5  en nog wat van dat type van soort. Alles goed voor bijna gelijkspel. Zwart kiest hier voor 10 cxd4 11. cxd4 Lg4. Alles kan.  12. f3  Ld7  en nu begint dat eindeloze positionele geschuifel waar ik het over had. Wit staat -als behoort- een heel heel klein tikkie beter  (centrum!), maar ja. Ooit moet wit zijn centrumpionnen gaan opspelen. Maar wanneer? En welke?  Iets voor mensen met veel geduld. Voor Bert dus. Aan mij was dat vroeger nooit besteed. Pas Bert’s zet 13 staat niet meer in de boeken. Maar is ook nog best goed. Bij zet 15 acht Bert de tijd rijp om te gaan centrumstormen.

BekerBert4 BekerBert4

Komodo vindt het toch nog te vroeg.  Die suggereert 15. Db2 Om in ieder geval de dames op het bord te houden.  15. e5?  Dxd2  16. Lxd2  Tfd8 en er is geen wit voordeel meer. 17. Tab1  b6?  (Lf5!?)

  BekerBert5BekerBert5

18. La6!  Pxd4   (Een heel diep strategisch offertje. Ook in andere partijen blijkt , je kunt die Beverwijkers geen gebrek aan moed of saaiheid verwijten. Het wordt nu best ingewikkeld! Maar het is leuk, maar niet echt correct Dat laat Bert even zien. Gewoon normaal18. .. Tb8 met iets beter spel voor wit was toch beter geweest) 19. Pxd4  Lxe5 (dit was de bedoeling)  20  Le3 Txc1+   21 Txc1

BekerBert6  BekerBert6

Wit staat een stuk voor tegen  2 pionnen. Dat moet lukken. Het wordt door Bert langdurig prima uitgespeeld.  Waar mogelijk worden – met slimme manoeuvres- stukken afgeruild, op weg naar een gewonnen eindspel. Na zet 34:

BekerBert7  BekerBert7

Met  35. g4!  Zou zwart ernstig in moeilijkheden geraken. De zwarte Toren moet de dekking van pion a5 opgeven. Er zijn voor hem geen andere velden op de 5e rij beschikbaar. 35. Ld4+ Dat moet ook nog voldoende zijn voor winst, maar is wel wat minder.

Voor de tweede keer binnen een week laat Bert na een machtig gespeeld spelletje de winst in het eindspel glippen. En nu kwam het niet door tijdnood. Wat zal hij achteraf de pest in gehad hebben.

BekerBert8BekerBert8

41. fxg5 fxg5  42. Pd5! Ld6  zou lang niet zo lastig zijn als wat in werkelijkheid in de partij  gebeurt. 41.  Lxa5 ? Ld6 !! Jasses! Wat een akelige penning is het nu.  Het echte voordeel is nu plotseling helemaal verdwenen. Met 42. Pd5 zou wit nog voor winst kunnen zwoegen, maar van de schrik laat Bert zich nu 42. Tf1? Ontvallen. Zwart maakt  maximaal gebruik van de penning op f4, en wikkelt af naar een  remise door herhaling van zetten-situatie.

BekerBert9   BekerBert9

47. Kf2  ( 47. Te2  Tg3!) Th2 + 

Gerrit was ook best lang in de race.

“In  de analyse achteraf gaf men aan dat ik op mijn 9e zet i.p.v. Le2 beter Lb3 had kunnen spelen, en op de 12e zet beter Le3 in plaats van Lh2.”   (Komodo vindt dat op zich wel juist, maar geeft minimale verschillen.) De stand is ongeveer gelijk. En dat blijft zo tot zet 18.

BekerGerrit1  BekerGerrit1

Vreemd genoeg vindt Komodo dat het aanstaande gedonder wordt veroorzaakt door  wit’s  19. f5? Zoiets speelt toch bijna ieder normaal mens? Maar Komodo vindt hier 19. Pf3 noodzakelijk. Met = .  Gerrit doet voorlopig verder niets fout (al denkt hij zelf van wel) , maar zwart jammer genoeg ook niet. Die staat wat beter.

BekerGerrit2  BekerGerrit2

Gerrit:  “Mijn 22e zet vond ik zelf al niet best: Pxe5. Opende voor zwart de d-lijn voor zijn toren.”  Die conclusie is wel juist. Maar zwart handelt ook de zaken niet geheel vlekkeloos af. De situatie is echt niet volkomen hopeloos voor wit. Tot zet 27.

BekerGerrit3  BekerGerrit3

Wit is een pion achter geraakt, maar heeft wat compensatie in de vorm van initiatief tegen de zwarte koningsstelling. Een mooie stelling ! Gerrit ziet waar zijn mogelijkheden liggen, maar kiest de verkeerde route. Met 27. Lxg7!   Had hij zijn tegenstander behoorlijk kunnen laten schrikken.  Dxc5+ 28. Kh1  Kxg7  29. f6+!  Kg8  (Kh8 30. Dh5! En mat in 4) 30. Tf4  ( om het paard op c4 te dekken) en Dh5 komt eraan! Met minstens remise.

27. h4  met goede bedoelingen, maar te langzaam.   27. … Lxc4 en als wit nu met de dame slaat,  kan hij met een pion achterstand nog vechten.  Maar na 28. Lxc4 (wil Gerrit eens een keer geen dames afruilen, is het ook weer niet goed! Een ‘petite combination’ zet hem de voet dwars!) Dc5+  29. Kh1 Dxe5  30 hxg5  Td4 !! (knap vooruit gezien)

BekerGerrit4  BekerGerrit4

Wit verliest een stuk op c4 of gaat na De2 mat na Th4+.  Gerrit:  “Al met al geen beste partij van mijn kant.”

Daar is Komodo het niet helemaal mee eens. Alleen die combinatie aan het eind was niet gezien. De rest ging best wel.

Martin,  een dergelijk verhaal. Zijn tegenstander hoopt hem met met het weinig gebruikelijke (en ook iets minder goede) 1. f4 gelijk te ontregelen. Dat lukt niet. Martin gaat er solide tegenin. Op de 7e zet doet hij alweer die riskante Zwaneveldzet  b5  (of met wit b4) als in die hoek er diagonaal tegenover een stiekeme loper staat te loeren.

BekerMartin1  BekerMartin1

Ik stond erbij en schrok, en begon gelijk te rekenen. Offeren met c2-c4? Van die loperdiagonaal gaan profiteren. Of e4? Maar Komodo vindt dat Martin dit keer gelijk heeft. Het kan gewoon!  8. c4 bxc4 9. dxc4 Lb7! 

Wit speelt gewoon 8 e4  d4?   (8…dxe4!? 9.Pg5 0–0 10.Pxe4 Pxe4 11.Lxe4 Lb7!)  Maar 8. … d4 ? 

BekerMartin2  BekerMartin2

Weer zo’n enge. Weer met veronachtzaming van die gevaarlijke loperdiagonaal? Ik sta weer gelijk te rekenen 9. e5!? Maar ook dit kan nog net!  

9…Pd5 10.c4 bxc4 11.dxc4 Pb6 daar staat hij ook heel goed! 12.Pxd4 Pxd4 13.Lxa8 Pxa8!

Wit speelt echter 9. De2  Ook wel netjes. Maar zwart staat solide! En als die b5-pion geen kwaad kan dan staat hij er toch maar mooi, nu al !  Ook verder speelt Martin sterk. Zes zetten later geeft K. de voorkeur aan zwart. Maar wit gooit inmiddels alles op de aanval  en wint langzaam terrein.  Na 19. .. Ph7:

BekerMartin3  BekerMartin3

De stelling is vrijwel gelijk. Het lijkt alsof wit leuk op de zwarte koningssteling afstevent, maar het is allemaal zo erg niet. 20.g5? Met een serie voortreffelijke zetten versterkt zwart zijn verdediging. En staat na zet 23 eigenlijk beter.

BekerMartin4  BekerMartin4

maar met de vlg zet geeft hij dat een beetje prijs.  23…Pe7? [dit paard had beter ter assistentie van de verdediging via d8 naar f7 kunnen springen. Maar zwart staat toch nog minstens gelijk. Wit begint nu een beetje te rommelen. Die beseft dat zijn aanval toch niet zo voorspoedig verloopt als hij zou wensen. Na zet 26 staat zwart nog steeds prima!

BekerMartin5  BekerMartin5   

En dan komt de klad er een beetje in. 26. .. Kg7? (Komodo geeft de volgende veel sterkere verdediging: 26…gxf5 27.exf5 e4!! 28.dxe4 Lf7)  7.h4!  En nu krijgt wit weer wat aanknopingspunten. 27…gxh4 28.Dxh4 g5! 29.Kf2

BekerMartin6 BekerMartin6

 Met 29.  ..  Pg6 had zwart nog wel op de been kunnen blijven. Wellicht gaat nu ook tijdnood een rol spelen. Want nu volgen twee mindere zetten van zwart en daardoor stort pas nu zijn stelling echt in    29…Th8?? (29…Pg6 30.fxg6 gxh4)  30.Th1 Kf8?? (30…Pxf5 beter. Maar ook niet goed genoeg meer  31.exf5 Dxf5+ 32.Kg1 Dg6)  31.Dh6+ Kf7 32.Lf3! (Zelfs die gaat nu meedoen aan de aanval.)

BekerMartin7BekerMartin7

32…Pg8 33.Lh5+ Ke7 34.Dg7+ en opgegeven.

Dus ook bij Martin ging het lang goed en pas laat op de avond toch nog mis. Helaas voor hem. Maar ook voor deze Beverwijker gold dat hij er alles aan deed om het toch nog spannend te maken. Dus wel verdiend!

Ook bij Ron (zwart) probeerde wit al gauw te ontregelen. Met het ‘gesloten’ Siciliaans. Waarom heet dat eigenlijk zo? Erg gesloten ziet het er niet uit . 1. e4 c5  2. Pc3! d6 3. f4!? Die zet is lang zo aanvallend niet als hij eruit ziet. Die f4-pion staat ook het een en ander in de weg.  Onze Siciliaan-fan heeft dat natuurlijk al vaak voor de kiezen gehad en wordt er dus niet warm of koud van. Hij speelt 10 zetten theorie. Daarna de beste. Maar hij heeft wel zwart. En hij zou graag willen winnen. Dus gaat hij nu maar een risicootje nemen.

BekerRon1 BekerRon1

12. …..   0-0-0  Moedig. Want je koning vraagt nu om aanvallende ideeën van wit. Zo’n stelling waarin wit aan de ene zijde op de koning afgaat en zwart hetzelfde doet aan de andere zijde van het bord noemen ze – geloof ik – een ‘tweesnijdende’ stelling. Dat brengt in ieder geval leven in de brouwerij. Maar wit is helaas niet van plan iets fout te doen. Na 18 zetten:

BekerRon2 BekerRon2

18. .. Pg4  Nu al? Ik begreep dat niet echt. Dat vraagt toch om 19. h3 ?  19. De2? Die begreep ik dus ook niet. Nu had zwart misschien beter dat paard  maar weer terug kunnen halen. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Maar zoiets doe je natuurlijk niet graag. Laten zien dat je vreest dat je het fout gedaan hebt. Ja kom nou!  19. … Lxg5 en na het voor de hand liggende 20. fxg5 staat wit echt beter!  Maar ….  20.  Dxg4? 

BekerRon3 BekerRon3

Nu gaat de lol er gauw af. 20. .. Lf6! 21. Lc3  wit vindt remise genoeg. En daar kun je je nauwelijks meer tegen verzetten in zo’n stelling.  21. …   Lxc3  22. bxc3 Wat betere pionnenstelling van zwart. Of is die h3-pion potentieel zwak? Een Toreneindspel met gelijkstaand materiaal. Dat wens je je ergste vijand niet toe. Het vreemde is dat volgens K. toch wit iets betere kansen houdt. Die heeft zeker een ingebouwde eindspel-module tot zijn beschikking. Voor mensen lijkt me dat moeilijk.

Na zet 28:

BekerRon4  BekerRon4

K. geeft 29. c4!? En ziet het nog zitten. Maar Camille Hol niet meer. En Ron ook niet. Terecht denk ik. Remise. Ron heeft met zwart zijn best gedaan om er nog wat van te maken, maar zijn tegenstander weigerde mee te werken.

Conclusie. We werden niet weggeveegd. Maar de Beverwijkers wonnen terecht. En ze speelden vooral leuke partijen.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden;.

 

1

Ron de Vink  1883  –    Camile Hol  1938

½-½

2

Bert Kuijer  1830  –    Han Jansen  1849

½-½

3

Martin Zwaneveld  1682  –    Hans Wiemerink  1736

0-1

4

Gerrit van Dok  1652  –    Cornelis Meems  1670

0-1

 1761            1798

 

Aris vleugellam

Verslag van Waagtoren5-Aris de Heer, dankzij zeer gewaardeerde medewerking van vijf speciale vogelbeschermers.

Ik heb het gezien: we zijn geen dreigende roofvogel meer, geen trotse pauw, geen brutale kraai, we werden vanavond gewoon een zielig gekwetst koolmeesje.  Aris werd een Avis, een Avis Miserabilis.  Het probleem zat vooral in de staart. De kop ging nog wel. Met een beetje geluk was het daar  4-1 voor ons geworden. Maar ook daar liepen we kwetsuren op.    Eerst een overzicht. Daarna wat highlights, voor zover beschikbaar.

Bert werd echt onze pechvogel. Hij stond totaal gewonnen maar   “Ik was erg moe en gebruikte teveel tijd. Ik kwam huizenhoog gewonnen te staan en wilde toen snel afwikkelen. Ik was eigenlijk aan het wachten tot hij opgaf. Toen kwam ik in tijdnood en heb het vergokt.”

Ron fluistert  troostende woordjes: “Bert had een heel boeiende partij. Ik dacht ten onrechte dat hij in de vijandelijke aanval ten onder zou gaan. Hoop dat je die partij van hem krijgt, want uiteindelijk blunderde hij in gewonnen stelling en zal dus wel balen. Maar Bert heeft lang heel knap gespeeld.”

Gerrit schijnt ook heel erg  goed te hebben gestaan.

“Was een spannende worsteling. Denk dat ik uiteindelijk rond de 25e zet veel beter stond met mijn sterke Paard op b6. Maar ik wist niet goed hoe dit verder te verzilveren.”

Ron:  ”Ook Gerrit speelde echt heel goed, die moet ergens gewonnen hebben gestaan, nadat hij zijn witte paard op b6 kreeg. Zijn tegenstander kwam erg passief te staan.”

Van Martin zelf kreeg ik voor dit overzichtje te laat materiaal binnen. Wel óver hem. Duidelijk is dat hij – anders dan bij hierboven genoemde  pechvogeltjes– zelfs met een beetje geluk – het niet gered zou hebben. Hij blijft toch onvoorspelbaar. Kan fraai gekleurd twinkelerend winnen en ook somberzwart krassend verliezen. Hij blijft gewoon een vreemde vogel.

Ron, zoals gebruikelijk,  zonder al te veel scrupules:  “Martin zat weer eens ouderwets te klooien. Hij kreeg in Siciliaans  Dxd4 tegen zich. Ik speel dan altijd a6 en daarna Pc6 met tempowinst. Martin deed direct Pc6 maar ook toen ging zijn tegenstander direct weg (naar d3). Er is dan niets aan de hand voor zwart. Ik stel me dan altijd op met g6 en Lg7 en ga niet e5 spelen zoals Martin deed. Want welk nut heeft die zet in deze stelling? Martin kwam niet goed te staan, offerde daarom maar een pion, maar dat werd dus zelfs een stuk. Tja, kansloos weg gespeeld.”

Gelukkig konden er twee de veren nog wat gladstrijken:

Daar was allereerst  Paul,  die me al op de wedstrijdavond om 22.00 uur zijn partij had gemaild. Die leek met de snelheid van een slechtvalk (360 km per uur) zijn partijtje te hebben uitgeschoven. Zo’n vogel is een snelle moordenaar, geen zangvogeltje.  Zijn eigen commentaar was dan ook superbeknopt en bijna onhoorbaar:   “Leuk potje, maar ging wel heel makkelijk. “  

Maar alle gekheid op een vogelstokje, u weet Paul leek wel even een snelle slechtvalk, maar dat is-ie natuurlijk niet. U weet, hij is natuurlijk gewoon onze secretarisvogel. Ook een moordenaar, maar niet zo snel.  In Wikipedia vond ik:  ‘Secretarisvogel: Voedsel: slangen, die hij in hun geheel inslikt, kleine zoogdieren, andere vogels. De secretarisvogel vangt zijn prooi door die met zijn lange poten dood te trappen.’ Dat laatste deed hij, volgens Ron:

“Paul walste over zijn tegenstander heen en besliste met een fraai stukoffer.”

En verder was er Ron, himself. 

“ Ik zal je een update geven, want ik heb genoten.” “ Volgens mij heb ik hier nu eens een foutloze partij gespeeld en zag veel. Kwam ook nog eens niet in tijdnood, hij had minder tijd dan ik. Gewoon heel fraai om met een pion te kunnen doorstomen naar e6 in een dergelijke stelling. Daarna kon ik op diverse wijzen winnen, maar wat ik koos was wel zo dwingend en volgens mij snelst.”

Heerlijk om onze Dr. Vogel nu ook eens met tevredenheid over zichzelf te horen zingen. Zoals u weet een zeer zeldzaam natuurverschijnsel.

Hoe teleurstellend ook, we zaten we aan de kop dus nog op 2,5-2,5.  Maar aan de staart ging het erg fout.

Niels zat als een ziek vogeltje gewoon thuis. Rest mij slechts hem beterschap te wensen.

Jasper, onze vrolijk tjilpende huismus leek het goed te doen. Ron: “Jasper speelde verrassend goed. Helaas brak gebrek aan ervaring hem op. Ik hoop dat je zijn partij krijgt, want als hij gewoon eerst op c3 slaat (beste zelfs direct na Dg5 en niet eerst g3 spelen; en niet de torens ruilt op d-lijn, waarna hij niet meer op c3 kon slaan) staat hij gewoon veel beter en waarschijnlijk gewonnen. Daarna heeft hij het nog wel geprobeerd, maar mocht niet baten.”  (Helaas kreeg ik de partij niet.)

Ab  is onze eigen kleurrijke halsbandparkiet. Een exoot, overgevlogen uit warmere streken maar inmiddels zich hier vestigend. Tot nog toe vooral in steden, maar hopelijk nu ook in dorpen als Middenbeemster.

Ron:  "Ook Ab werd, net zoals Martin, overspeeld. Ab probeerde het met èn g5 èn b5 met zwart en zijn koning in het midden houden, maar dat is natuurlijk niet goed. Wit kwam door centrum heel sterk in de aanval."

En zo kwam helaas ook Ab in het Alkmaarse vangnet terecht.

Een verdrietige avond. Blij dat ik het allemaal niet hoefde aan te zien. Wat kunnen we doen om deze met uitsterven bedreigde Av(r)is miserabilis  te redden? Naar verluid worden in Purmerend de trekvogels gewoon uit de lucht geschoten en als lekkernij opgepeuzeld, en HeerHugowaarders zijn er ook niet vies van. Blijven we dan toch dit jaar aan de lijmstok hangen? Ik vrees dat we het niet meer in eigen hand hebben. We mogen alleen nog  hopen dat de Heilooze koolmezen of Bakkumse roodborstjes  ook geen nieuwe fourageerplek meer kunnen vinden, en we dan op bordpunten of onderling resultaat net niet in een derdeklas volière worden opgeruimd.

( Als u vindt dat uw papegaai te veel vervelend lawaai maakt gooit u maar een doek over de kooi.)

Enkele highlights uit partijen die me werden gemaild:

Bert:

De vijandelijke aanval waar Ron het over heeft:

ExtBert1  ExtBert1

Wit heeft op de 21e zet een paard geofferd op h7. Daar krijgt hij 2 pionnen voor terug. Maar Bert toont aan dat dat niet voldoende is. 22. h5  d5! 23. Lxg6 Kh6  24. dxe5 Lg5! Bij zet 29 wint zwart ook nog een kwaliteit. Bij zet 30. nog een pion. Nu staat zwart een Toren voor tegen 1 pion. Het is uit en over.

ExtBert2  ExtBert2

Wit rommelt nog wat. Met e5-e6 waarna Bert het zekere voor het onzekere kiest en die vrijpion blokkeert met Le7.  Was niet echt nodig, maar het scheelt veel rekenwerk, en uit is het toch wel. In tijdnood volgend nog een paar mindere zetten, maar even goed  nog geschikt voor de winst. En dan volgt een blunder. Wat een ellende na zo’n gave partij! Eén moment van onbedachtzaamheid dat een hele avond werk verknoeit.

ExtBert3  ExtBert3

Hier is 37. … Kf8 voldoende om de witte vrijpion te blokkeren en tegelijk een akelig aftrekschaakje  te voorkomen. Maar Bert is inmiddels moe en gehaast. Zeer zelden vergist hij zich zo. Maar nu dus even wel.  37. ….  Kxf7 ?? 38. Ld3+ schaak met torenwinst. Zwart geeft op.

Gerrit

Staat inderdaad na de 25e zet veel beter.

ExtGerrit1 ExtGerrit1

Komodo 10 adviseert hier 26. c2-c4 met beter spel voor wit. “Het logische vervolg op het gespeelde 26. Tac1 Le8? was toch 27. c4! maar daarmee kwam ik wel met een geïsoleerde pion op d4 te zitten”  Maar Komodo zit daar niet mee: 27. .. dxc4 28. Lxc4 Lc6

ExtGerrit2  ExtGerrit2

29. d5!  Lost de geïsoleerde pion op! Gerrit’s zetten blijven heel goed, ook al denkt hij zelf later van niet. 29. …  exd5 30. Lxd5 Lxd5  31. Txc7!  Dxc7

ExtGerrit3  ExtGerrit3

Gerrit staat op winst. Onze Wijze Mijnheer De Uil adviseert hier :  32. Pxd5! omdat de zwarte Dame nauwelijks goede velden heeft! Op vrijwel alles volgt dodelijk Pe7+ met damewinst!  En indien 32. …  Dc4  dan 33. Pf6+ Kh8  34. Dh6!  met ondekbare matdreiging op h7. Het beste is 32. .. Dd8 maar na 33. Df4! blijven de witte dreigingen dodelijk. Zwart moet op de gaten in zijn koningsstelling letten, op de zetten Pf6+ of Pe7+, en ook op zijn  Toren op b8. Zwart zit zwaar in de problemen.  Maar Gerrit speelt 32. Dxd5 en onderschat daarmee de zet 32. … Td8! Waarmee het witte voordeel ineens verdampt is. Wellicht van de teleurstelling raakt wit nu de greep op de stelling een beetje uit. Zwart veert op. Wint een pion. Dat wordt ‘de verst verwijderde vrijpion’ in een toreneindspel. (Zo heet dat in de boekjes.) En die rukt alsmaar verder op! Griezelig.

ExtGerrit4  ExtGerrit4

Enige troost voor Gerrit: de zwarte Toren hoort achter zijn vrijpion en niet ervóór. Als wit nu maar tot alle prijs voorkomt dat die zwarte Toren even zijn plekje kan verlaten met een schaakje, is er nog hoop voor wit. En dat doet wit:  55. Kf4! Hierna zou een grootmeester met zwart misschien toch nog wel winnen, maar dit wordt begrijpelijkerwijs te moeilijk voor heer Poland.  Hij geeft zijn a2-pion op , in ruil voor een pion op de de f-lijn. Maar nu is zijn pluspion veel minder gevaarlijk dan toen die nog op a2 stond. Dit soort toreneindspelen (met  alle pionnen op één vleugel) zijn wel heel erg lastig. Het lukt zwart niet meer, en wit gaat knap zijn kansen op remise grijpen.

ExtGerrit5 ExtGerrit5

“Hij had het in het eindspel mogelijk wel beter kunnen doen……… Werd dus toch remise door eeuwig schaak of verlies van de zwarte pion op f6.”

Paul:

Hij bespeelde de zwarte Pirc met wit rustig en sterk. Won hier en daar een tempo wegens moeilijk te begrijpen zetten van zwart. (zet 11 ….  Dd8?  Zet 13 Tg8?) en sloeg keihard toe na  Een echte misser  van zwart  15. .. d5??  Want nu kan wit een stuk offeren. En dat zag onze listige secretarisvogel. Natuurlijk!

ExtPaul1  ExtPaul1

16 Peg5+  !!  hxg5  (schijnt wel te moeten omdat anders een familieschaak volgt op f7!) 17. Pxg5 +. Helaas voor zwart,  nu volgt desalnietteminniettegenstaandedat het familieschaak alsnog. 17. … Kh8 18.Pxf7   en  “The end” . Knap hoor.

Ron:

In een (met een ommetje uit Engels) Konings-Indisch doet zwart de vreemde zet 3.Pc6 en reageert Ron direct met 4. d4 en 5. d5. Het lijkt erop dat dit een lijfvariantje is van Toepoel. Bedoeld om de geëigende theorie te ontwijken. Nou dat lukte: Ron: “Na 3. .. Pc6 was ik echt al uit mijn theorie, want meestal wordt wat anders gespeeld (c5 of Pf6 of d6).” 

ExtRon1 ExtRon1

Wat niet wegneemt dat Ron toch lang ‘theorie’ speelt, die hij dus ter plaatse zelf bedenkt. Tot zwart ook uit zijn ‘theorie’ is. Waarna Ron toch steeds sterke zetten doet. Na zet 13 staat hij er prettig bij:

 ExtRon2 ExtRon2

De zwarte standaardzet b5 is verhinderd, na Pf6 zal wel spoedig het door de KI-spelers meestal niet erg enthousast  verwelkoomde Lh6 komen,  f5 zit er ook nog even niet in. En wits  f4 wel! Toepoel  heeft wrsch. geen zin in een passieve stelling en speelt het mijns inziens wonderbaarlijke 13. … h5? Komodo en ik kijken elkaar verbijsterd aan. Hij schudt hier het wijze grijze hoofd. En helemaal na 14. f4!  f6 ??

ExtRon3  ExtRon3

Iedereen zou hier in gepeins verzinken en naar het verleidelijke  15.  e5 gaan zitten kijken. In verband met dat tempootje, door dreiging Ld3xg6+. Ron ziet het natuurlijk ook!   Ron :  “de zwarte stelling stort nu snel in, f5 16. e6 (leuk om te kunnen spelen)”

ExtRon4  ExtRon4

Wat een misère voor zwart.  Hoewel Ron hierna wel eens de allersterkste mist, blijft het allemaal vooral plezierig voor wit.

ExtRon5  ExtRon5

“Het is hier al over en uit. Paul probeert nog wat drastische maatregelen. 21…, Lxe6 22. dxe6” Op de 23e zet verliest zwart nog een loper en staat dan 2 stukken achter! Kan dan nog wel even de witte koning opjagen, maar die vindt al gauw een veilig plekje. Niet moeilijk te zien, dus hier had zwart hier wel kunnen opgeven. Maar misschien gunt hij Ron een elegant slotcombinatietje:

ExtRon6  ExtRon6

Th1 (een klein grapje dat nu direct partij beslist)”. Zwart geeft op. Hij ziet dat na Dxh1 Taxh1 de zwarte Toren niet kan slaan op h1 wegens mat in 1 met Dg8+. Leuk allemaal. Voor wit althans.

Martin:

Ron doet vlg. Komodo en vlg. databases te negatief over de opening van Martin. Na wit’s 11e  zet staat zwart nog ongeveer gelijk!

ExtMartin1  ExtMartin1

Maar dan gaat het een beetje mis:  Martin: “Zet 11 had ik al vraagtekens bij gezet. Maar ik maak op zet 16 echt een blunder,… ik heb geen idee hoe ik dit heb kunnen laten gebeuren. Geen tijdnood. Nix.”

11. ..  Lxb5? (11. …..  Le6!?  11. ….  Lg4!?)  12. cxb5 d5  13. Lxf6 Lxf6  14. exd5 en dit is dan dat pionoffer waarover Ron het had. En na 14. … e4 15. Pxe4 Pxd5  16. Tfd1

ExtMartin2  ExtMartin2

is dit wat Martin een blunder noemt. Met 16. … Pb6 had hij nog een beetje in de buurt kunnen blijven. (Komodo: 1.39 voor wit) Maar 16. … Te8 verliest gewoon een stuk.  17. Dxd5 Dxd5  18. Pxf6+    Au!! Tussenschaakje gemist. Stuk pleite! 5 zetten later geeft zwart op.

Met het mea mea culpa van Martin besluit ik het verslag van deze verdrietige externe ervaring, waar ik gelukkig niet bij kon zijn. Met dank aan alle inzenders. (Sorry voor de vertragingen. Dat kon even niet anders.)

Eindcorrectie moet nog plaats vinden. Voor op- en aanmerkingen houd ik mij aanbevolen.

 

 

1

7468362 

Paul Toepoel

 1787

 – 

8529532 

Ron de Vink

 1883

0-1

2

7809285 

Albert van der Meiden

 1756

 – 

7185981 

Bert Kuijer

 1830

1-0

3

7282033 

Gerrit Lemmen

 1705

 – 

6808131 

Paul Verkooijen

 1741

0-1

4

7399469 

Nico Mak

 1725

 – 

7826654 

Martin Zwaneveld

 1682

1-0

5

6214153 

Jan Poland

 1724

 – 

7268195 

Gerrit van Dok

 1652

½-½

6

7210137 

Arjen Dibbets

 1720

 – 

 

 

 

1-0 R

7

7321534 

Ronald Kamps

 1605

 – 

8643855 

Jasper Ittmann

 

1-0

8

8182416 

Andre Bremmers

 1712

 – 

8749169 

 

 

1-0

 

 1716

 

 1757

 

 

 

 

 

 

 

Reservebank in actie

Ik dacht dat dat alleen met het Nederlandse voetbalelftal gebeurde. Alle sterren in de lappenmand. Mooie gelegenheid om de nieuwe talenten  in de basis op te stellen. Doen ze bij Ajax ook wel eens, tegen Standaard Luik bijvoorbeeld. ‘Die kunnen we wel hebben met onze jonkies. Kunnen ze eens met het echte werk ervaring opdoen die jongens. Leren ze dat ze nog veel moeten leren.’  

Aris de Heer deed dat ook tegen Koedijk.  Maar dat is geen team dat je gemakkelijk kan hebben met je tweede keus. Een team met geen enkele echt zwakke speler, alleen maar ouwe rotten.  Aris de Heer deed dat dan ook niet om strategische redenen. Het was gewoon pure noodzaak.

De gevolgen waren snel zichtbaar.

Jasper deed het een poosje helemaal niet onaardig. Hij gaf op de 4e zet een pion weg. Maar met enige goede wil kon je daar ook nog wel een interessant pionoffer in zien:  compensatie door snelle ontwikkeling van zijn stukken. Maar bij zet 16 zag hij een eenvoudige penning over het hoofd en verloor een dame. Tegen  een loper. Jammer!

jasperext1  JasperExt1

16. Ld5!  Dan mag je opgeven, maar Jaspertje wou nog even verder. ‘Het is hier toch leuker dan thuis in je bedje.  Ja toch?!’   Zijn terechte commentaar later: “Ja, jammer, maar ik heb mijn best gedaan!”

Ook Niels startte goed. Met wit, in een Philidor,   17 zetten lang niets aan de hand. 

nielsext1  NielsExt1

Zwart lijkt wat actiever te staan, maar Komodo ziet geen problemen na 18. f3  Ld7  19. Kh1 (even uit de dreigende penning) h4  20.  g4.  (Als zwart dan eindelijk ook lang gaat rocheren staat ook wit gereed voor zijn aanval, op de damevleugel.)

Maar dan kiest Niels een ogenschijnlijk logisch, maar toch minder goed plannetje.  18. Le2? Hij denkt  waarschijnlijk: “Zwart valt toch een beetje aan, stukken ruilen maar. Dat vertraagt zijn actie en wellicht smoort dat zijn plannen.”   Maar na 18 …  Dc8!  19. Lxg4 Dxg4 wordt de dreiging alleen groter.   Wit gaat nu een pion verliezen. Ook in de beste variant, die Niels keurig toepast! En nog erger,  de open torenlijn gaat hem nu toch onherroepelijk parten spelen.  Niels vecht voor zijn leven. Hij kiest daarna 10 zetten lang de beste voortzettingen, maar helaas dat doet zijn  tegenstander ook.  Dat levert zwart een  kansrijk eindspel op (die akelige vrijpion op de h-lijn).   Na nog een kleine witte onnauwkeurigheid bij zet 33.  (Lc1?) gaat het hard. Na zet 34. Txe4 beseft iedereen wel dat het hier ‘einde verhaal’ is.

nielsext2 NielsExt2

Niels doet nog lang zijn best, hoopt op een foutje van zijn  tegenstander. Maar dat komt niet. Die mijnheer is gewoon (nog) te sterk. Na 57 zetten geeft Niels op. En ook voor hem geldt:  “ik heb mijn  best gedaan.”   Stukken beter in ieder geval dan  in de vorige externe wedstrijd. Nu was hij  wel degelijk  “er met zijn hoofd bij.”   En hier kan hij ook weer van leren.

En die andere oudere jongere? Peter? Nou die deed ook zijn best. Hij moet bij zijn debuut in de externe wel een beetje zenuwachtig zijn geweest. En dat zal er niet beter op geworden zijn, toen hij een weinig gebruikelijke , behoorlijk agressieve opening op zijn bordje kreeg. 1. e4  Pc6 (OK, bestaat, maar weinig populair) 2. Pf3 f5? (OK, bestaat, maar kan niet goed zijn.) Iets uit de ouwe doos van het 19e eeuwse romantisch schaak. Ik denk dat de zwartspeler dat ook wel wist maar begreep dat hij een wat minder ervaren speler voor zich had, en dat hij zo probeerde verwarring te zaaien. Het is duidelijk dat Peter alles achter het bord zelf moet uitdenken. Maar dat doet hij niet onverdienstelijk.

peterext1  PeterExt1

De databases geven nu 3. exf5 als meest gespeeld  3. ….  d5  4. Lb5 Lxf5  5. Pe5 (of eerst d4) met veel beter spel voor wit). Peter kiest voor 3. e5 wat zeker niet slecht is, maar rustiger dan nodig. Zijn 5e zet is weer een voltreffer:  5.  d5!

peterext2  PeterExt2

5.  ..  e4?  (Pd4!?  Of Pb4!?) en nu had wit 6. Pg5 moeten spelen met goed spel. Op h6 volgt 7. Dh5+  Op Pe5 volgt 7. Dd4  Op Pf6 volgt 7. dxc6 Dxd1 8. Kxd1  h6? 9. cxb7!    Dat zag Peter niet, of hij vond het te gevaarlijk en hij speelde 6.  dxc6 maar zit dan na 6. ..  Dxd1 7. Kxd1 exf3 8. gxf3  (Lf4!?) opgescheept met het verlies van de rochade en een weinig gezellige pionnensteling .  En net als we bij die twee oudere jongeren hiervoor zagen, één onnauwkeurigheidje in een vroeg stadium en onze Arishelden komen dat niet meer te boven, ook niet als ze heel erg hun best blijven doen. Want die tegenover hen zetelende heren zijn gewoon (nog) te sterk. Ook Peter vecht hierna verdienstelijk voor zijn leven. Vrijwel foutloos. Tot hij verzeilt in de fase van de schaakpartij waarin hij zich nog heel erg onzeker voelt: het eindspel. Ondanks het feit dat zwart hier een enorme kans mist om de partij genadeloos snel te beëindigen ( 29. ..  Txf4?  i.p.v. Txd2 ), blijft wit hier kansloos, en vervalt zijn stelling steeds verder van kwaad tot erger. Rond zet 45 geeft Peter op.

Ik denk dat Paul Verkooijen het efficiënt uitdrukte: “Ik vind dat we het al met al niet slecht hebben gedaan. En chapeau voor de drie laatste borden, ze zijn er toch maar weer bij!”

En de kernploeg? Martin lijkt overspeeld te worden, maar misschien ontsnapt hij. Hij kan al spoedig geen vin meer verroeren. Afwachten maar. Ook Frank lijkt al spoedig enigszins klem te zitten. Idem.

Paul heeft bij zijn antwoord op het Leningrader Hollands wel wat strategische minpunten opgelopen (slechte loper, minder ruimte) maar zijn tegenstander weet er niet van te profiteren. 

paulext1  PaulExt1

Maar Paul vindt de weg naar gelijkheid zonder veel moeite.

paulext2  PaulExt2

Hier besluiten de kemphanen tot remise. En terecht!  Bijv.  22. …  Txd1 23. Dxd1 Da1 24. Dxa1 Lxa1  25. f3!  En de zielige loper komt weer tot leven. En als zwart de invloed op de open torenlijn nog niet wil opgeven?  Na 22. .. De7  23. Txd8 Dxd8 kan wit na Lf1 of f3 met vertrouwen een gelijkstaand eindspel tegemoet zien.

Gerrit speelt zijn Philidor  (1.e4 e5 2.Pf3 d6 3.Lc4 Le7 4.d4 exd4 5.Pxd4 Pf6) , en wit probeert eens wat anders met 6. De2 en 7. Pd2?  i.pv.  het normalere  6.Pc3 0–0 7.0–0 Pc6 8.a4. Maar dat levert hem weinig op. Integendeel zwart krijgt mogelijkheden.  En nog meer na 10. Ld3?

gerritext1 GerritExt1

dxe4 11.Lxe4 Pxe4 (11…Te8! 12.0–0 Lb4 13.Pg5 De7 14.f3 h6!) 12. Dxe4 Lf6  (La6!). Hoewel het nog wat sterker had gekund, staat zwart hierna minstens bevredigend. En dat blijft zo. Gerrit onderneemt niet veel, maar doet ook geen slechte zetten.

gerritext2

Achteraf meent hij dat het actiever had gekund en suggereert:   Lxd4 19.Lxd4 Txb2 Heb dit wel overwogen maar was te voorzichtig……..   maar Komodo ziet daarna 20.Te5! Tab8 (20…Le4 21.f3 f6 22.Te7 Lg6 23.Txc7 Te8) 21.Lxa7 en geen echte problemen voor wit. Misschien was Gerrit hier terecht wel voorzichtig.   Beide heren blijven behoedzaam  en in de eindstelling zijn ze het er roerend over eens: dit is remise.

gerritext3  GerritExt3

Alleen Komodo10 vindt dat zwart een fractie beter staat (-0.30). Maar ja, die vindt zoveel! Probeer dat als mens –zelfs als je eindspel-fan bent- maar eens te winnen van Jan van Dam!

Ron doet het goed met zwart. Het  jeugdige talent tegenover hem verkiest de Alapin-variant. (1.e4 e5 2. c3!?) Persoonlijk werd ik daar heel lang ‘niet blij’ van. Ik kocht het prachtige vuistdikke boek van Svesnikov  (ja dat genie van die fantastische jachtvariant in het Siciliaans) om er eindelijk snuffelend eens wat vat op te krijgen. (helemaal lezen onmogelijk: 574 bladzijden)  Svesnikov ziet 2 hoofdvarianten : direct 2. ….d5   of 2. .. Pf6, en vindt de 1e goed genoeg, en de 2e sterker. Maar eerst 2. … e6 kan ook wel. En dat doet Ron.  Svesnikov geeft er twee voorbeelden van in zijn bijbel:  Twee partijen van hemzelf  (Met wit. Ja als hij dat zelf  met wit speelt dan moet het wel goed en spannend zijn!) , één tegen Vaganian 1-0 en één tegen Polugajevsky  ½- ½. ) 3. d4 d5

ronext1  RonExt1

Hierna leert de database dat exd5 verreweg het meest gespeeld wordt. 1438 partijen. Score 50%.  Maar Svesnikov besluit zijn analyse van de partij tegen Polu met “After this theoretical important game I stopped playing the system with 4. exd5.”   Wegens 4. ..  exd5.

Zou  Brian Mollenkamp (1875) die bijbel gelezen hebben? Je weet het nooit met die jonge honden.  Hij speelt  4. dxc5 . En als Ron de 2. c3-variant al in zijn hoofd had, moet hij waarschijnlijk nu zelf al gaan denken.  4. .. Lxc5  5. exd5  En ook nu staat zwart voor de keuze 5. …  exd5 of    5. …  Dxd5 en zelfs  5. …  Pf6!  Slaan met dame vindt Komodo ietsje minder (maar niet slecht).  Dat doet Ron: 5. .. Dxd5 6. Dxd5 exd5 en het mindere enthousiasme van K. zal wel te maken hebben met die geïsoleerde d-pion. Waar best nog wel wat aan te doen is. Bovendien heeft zo’n pion ook nog wel voordeeltjes. Het bezwaar voor wit lijkt me dat de waarschijnlijk agressievere 2. c3- speler nu zijn dame kwijt is , en probeer zonder haar in deze stelling maar eens lekker-ingewikkelde aanvalspatronen te ontdekken. En de rochade van wit zal veel prenatale zorg vereisen.  Ron doet het goed. Wit krijgt dus inderdaad lichte problemen met het niet gerocheerd zijn van zijn koning.

ronext2  RonExt2

Met zijn konsekwente spel heeft Ron nu toch iets bereikt. Komodo geeft hier  17. .. f5! 18. g3  g5!  Of  17.  …  Lxe3  18  fxe3  Pe5 (loert naar c4) met wat beter spel voor zwart.

Ron speelt echter  17. ….Pe5? en vreemd genoeg kan wit zich nu 18. Txd5! veroorloven!(18. ..  Txd5 19. Pxd5 Pc4+ 20. Kf3 Pxb2  21. Pxb6  hxb6  22. Tb1 Pc4 met gelijke stand).   Maar logisch dat wit dat niet allemaal kan uitrekenen. Die speelt 18. Pd2 om veld c4 te dekken. Maar ook nu had Ron met f5 (eventueel voor of na Pg6) duidelijker voordeel kunnen krijgen. Hij speelt echter 18. ..  h5? Wat ook niet slecht is , zeker niet na het onduidelijke  19. Thf1 (of klopt de notatie hier niet?)  (Zie hieronder ook het commentaar van Ron)

ronext3  RonExt3

En nu was ook 19. .. f5 weer heel goed geweest. (20. Pxf5? Pc4!) Maar Ron speelt  minder duidelijk 19. … Te6. Nog steeds staat zwart wat beter. Maar de spelers besluiten tot remise. Ron ziet kennelijk geen duidelijk aanvalsplan. Maar had toch met zijn bedoelde Tde8 de boel voorlopig onder druk kunnen laten staan. En wit zal er wel mee tevreden zijn geweest, want die was al bijna de hele avond tot passiviteit gedoemd.

Bij Frank dacht ik al bijna de hele avond dat hij het moeilijk had.  Zwart speelde de Tartakower-variant van de Caro Kann. Niet de sterkste, maar wel een leuke! Voor beide partijen. Na 10 zetten is de ‘theorie’ in Powerbook op.  1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pf6 !? (Tartakower)  5.Pxf6+ exf6 6.Pf3 Ld6 7.Ld3 0–0 8.0–0 Te8 9.h3 Pd7 10.c4 c5 11.d5

frankext1  FrankExt1

Wat niet wegneemt dat Komodo heel tevreden is over Frank.  (0.38)

Maar ik volgde het live en was er niet gerust op.

frankext2  FrankExt2

Wat een prachtige loper heeft zwart, vergeleken met die zielepoten op c2 en c1. Zwart kan veel gemakkelijker zijn stukken verder ontwikkelen en de verbinding tussen zijn torens laten opbloeien. Maar ik blijk weer eens weinig van het spel te begrijpen. Komodo geeft hier 0.82 voor wit! Na 19. b4!  En Frank schijnt het wel te begrijpen, want die speelt dat!  19. …  b6 en nu kan wit met bxc5  20. Lxc5  Lb2 een veelbelovende stelling verkrijgen. Nu heeft híj  ineens een mooie loperdiagonaal. En staat de zwarte koning  nog wel veilig? Frank ziet het licht aan het eind van de tunnel en speelt gelijk 20. Lb2, maar na Lxb2 is dan die mooie loperdiagonaal  er toch niet. Komodo geeft desondanks aan de witte stelling  toch de voorkeur, zeker na 20. .. Df6??

frankext3  FrankExt3

21.Lxd4 (21.La4!?) 21…cxd4 22.Tbd1 en zwart verliest een pion La6 23.Dxd4! Dxd4 24.Txd4

En geheel tegen mijn sombere verwachtingen in stevent wit nu af op een overwinning. Tot …. helaas ….

frankext4  FrankExt4

27.Lc6?? een blunder. Daar gaat de winst.  Maar door de tijdnood denk ik.   (27.Lb3 en wit staat stukken beter 27…Td6 28.f3 exf3 29.gxf3 Lb7 30.Kf2 en dat wordt voor wit een gezellig eindspel met een pion meer27…Txc6! (want de toren op d4 staat ongedekt) 28.b5 de enige 28…Lxb5 29.dxc6 Txd4 30.cxb5 Ke7 en inderdaad dit lijkt bedenkelijk op remise.  Ik dacht dat Frank hier voor een Houdini-act had gezorgd, maar dat was onjuist. Met evenveel recht zou je kunnen zeggen dat zwart ontsnapt, was.  Dus een sterke partij van Frank!

Was er dan bij Martin wel sprake van een Houdini- voorstelling  (de boeienkoning dus, niet het schaakprogramma)?

In een Paulsen-achtige variant van het Siciliaans komt Martin uit de kast met een wel heel eigenaardige en riskante voortzetting.

martinext1   MartinExt1

7. .. Df6? Ik stond ernaast en schrok er een beetje van. Dat vraagt –al of niet op termijn – toch om problemen voor die dame? Op zijn minst wordt het tempoverlies. Of erger: Dame in Last. Martin moet zijn tegenstander hebben willen provoceren. Maar voorlopig komt hij van een kouwe kermis thuis. Na zet 10. wordt het al een beetje lastig. Heeft die dame wel genoeg vluchtvelden?

martinext2 MartinExt2

Martin hoopt de problemen voor te blijven met 10. … Dh6  Maar dat werkt niet erg. Gelukkig is wit wat te haastig . 11. e5 (eerst Pc3!) f5 (de beste) 12. Tf3  (Pc3! Of 12. exf6)  g6? (g5!) 13. De2? (Th3! Dg7 14. c4 )   13. .. a6? (g5!)

martinext3  MartinExt3

Wit staat nu toch goed, maar profiteert niet.  Beide partijen blijven wat voortmodderen. Het blijkt te ingewikkeld voor ons 2e klassers.  Dat heeft Martin dan toch maar bereikt, met dat vissen in troebel water. Hij schijnt het te gaan redden.

Dan komt er een nieuw moeiijk te doorgronden plannetje (althans voor mij) :

martinext4 MartinExt4

16. .. Kf7?  17. c5!!  En nu wordt  het wel erg moeilijk om die onontwikkelde stukken op de damevleugel nog iets te laten betekenen. En wit gaat dat uitbuiten. Na zet 21. Ke8  :

martinext5 MartinExt5

Het is niet met droge ogen aan te zien. Zwart verkeert in doodsnood. Chronisch ruimtegebrek. Hoe kom je aan lucht? Alles bij wit staat gedekt. Zwart kan slechts afwachten wanneer de bom valt. Hij kan hoogstens hopen op wat gerommel richting  witte koningsstelling. Maar met te weinig stukken. Want half zwart staat op nonactief!  Na zet 24 ..  g5!?

martinext6 MartinExt6

Daar komt-ie. Dan maar aanvallen met slechts 2 stukken. ‘Het wordt natuurlijk niks, maar ik moet toch wat.’ Met 25. Kh1 kan wit de zwarte actie aanzienlijk vertragen,  25. .. Tg8   26. Tg3 Dh7  27. Dh5 en daarna zelf met de zwarte damevleugel kortemetten maken.  Maar vanaf hier begint wit danig te knoeien. En het is voor de toeschouwers haast een wonder te mogen beleven hoe Houdini-Zwaneveld zich met krachtige hulp van zijn tegenstander van zijn boeien mag bevrijden.

25.fxg5? (Kh1!) hxg5 26.Tfd3?? Th4! 27.De3?   Brrrr , geeft een stuk weg! Tijdnood? Txc4 Niet alleen dat wit nu een stuk achter staat, maar dankzij die toren op c4 komt er ook veel meer zicht op bevrijding van de invalide zwarte damevleugel. Veel denkwerk vraagt dat dan niet meer, wel geduld.

Dat heeft zijn voltooiing bereikt bij zet 40:

martinext7  MartinExt7

Wit staat een stuk achter en het zwarte probleem is opgelost. Wit geeft op.

Deze overwinning levert Martin eindelijk eens flink Elo-punten op.  En geeft de uitslag van deze bondswedstrijd een iets draaglijker aanzien. 

En nu maar hopen dat Bert en Jos volgende keer er wel bij kunnen zijn, en eventueel Ab Hauer lid is geworden en mee kan doen. En hoe zit het nu eigenlijk met Marco. Heeft die ook de benen genomen? En is Marko nog niet terug?

img_0890bweb

"Waar is mijn dame gebleven? Die nam de benen, terwijl ik toch zo mijn best heb gedaan."

12-12-2016 Aris de Heer  –  Schaakgroep Koedijk 3 – 5
1 8529532  Ron de Vink  1883  –  8295562  Brian Mollenkamp  1875 ½-½
2 6808131  Paul Verkooijen  1741  –  7635155  Danny Stoop  1852 ½-½
3 7826654  Martin Zwaneveld  1682  –  7421524  Jan Barteling  1783 1-0
4 7803114  Frank de Geus  1655  –  7728435  Hans de Jong  1740 ½-½
5 7268195  Gerrit van Dok  1652  –  7399216  Jan van Dam  1712 ½-½
6 8486467  Niels Kuijer    –  7691651  Paul Roomer  1670 0-1
7 8643855  Jasper Ittmann    –  7969379  Ron Mollenkamp  1648 0-1
8 7079655  Peter van Putten  1123  –  7386060  Jan Meringa  1616 0-1
   1622    1737