De Sint hield z’n intocht in Aartswoud.
Dat zou natuurlijk een heerlijk avondje worden! De jarige heiligman die kadootjes ging uitdelen aan brave schakertjes.
Nou, dat laatste ging op grote schaal gebeuren.
GROTERE OF BETERE FOTO'S. kLIK EROP!
Niels was de eerste vreemdeling die verdwaald was zeker. Op de 10e zet speelde hij weer die bijna altijd dubieuze zet in het Slavisch (zie vorige website-verslag) :
Te vroeg 10. c5? Daarbij zachtjes een sinterklaasliedje neuriënd : ‘Wiedewiedewiet, ik hoor Eddy wel maar ik zie hem niet.’ Daarop volgde nu natuurlijk gelijk 10 … e5! Als destijds al enkele malen door mij geopperd. En als je dan daarna ook nog eens 11. Te1 speelt (i.p.v. 11. dxe5 Pxe5 12. Pxe5 Txe5 13. Tb1 met ook dan nog beter spel voor zwart, maar vooruit, je krijgt misschien later toch nog wel wat lekkers in je lege schoen.) Na 11. Te1? roep je stukverlies middels de vork … e4 over je af. “Ik was er met mijn hoofd niet bij” was zijn verweer. Dat zal wel kloppen, want daarna gaf hij ook nog een kwaliteit weg. Hij leek in niets op de Niels van een maandje geleden.
Frank kreeg het met zijn Slavisch met een niet erg overtuigend plan toch wat lastig tegen de degelijke opzet van zijn tegenstander. Die gelukkig toch ook weer niet altijd even konsekwent opereerde. En toen werd Frank wat overmoedig. Het kan toch niet zomaar zo’n saaie remise worden. Die hebben we de afgelopen week wel genoeg gezien in NewYork. Frank: “Ik kwam niet voor niets bij het vallen van de avond helemaal uit Denemarken, waar ik deze dag moest wezen voor een andere intocht! ‘Ja hij komt, door donkere nachten, in zijn wagen o zo snel!’ En dat zal wit weten ook.”
Zijn paardje huppelt ongeduldig op en neer: 16. … Pg4? Die begreep ik niet erg. Zal wel het ‘Je moet toch wat!’ geweest zijn. Wat is er nu tegen gewoon 17. h3? Vort, terughuppelen jij! Moet dan h3 te zijner tijd een verzwakking blijken? Is dat de geheime bedoeling? Geen idee. Maar vreemd genoeg het werkt wel een beetje. Wordt de tegenstander een beetje zenuwachtig en bang dat deze roetpiet minder begrijpelijke plannetjes met hem heeft? 17. Lf1? Die begrijp ik ook niet. Wat doet dat nu weer? Is dat om pion c4 te dekken? Dat is onnodig want als zwart op c4 slaat, gaat pion e4 eraf en dat is een zwarte lastpost minder. Of wil wit zijn loper actiever opstellen en naar e2 spelen? Maar h3 is toch ook een mooi plekje voor de raadsheer. Ik voelde weer iets van de opwinding die me beving toen ik kleuter was, en al dat mysterieuze gebeuren op zo’n sinterklaasavond niet erg begreep. 17. … Dg5? ‘Je moet toch wat!’ 18. h3 Hèhè. 18. .. Pf6 En wat is er nu wezenlijk veranderd? 19 Kh2? (Komodo geeft hier: 19. c5 en daarna met b4 en a4 op de damevleugel het initiatief pakken. ‘Die manoeuvres van zwart op de koningsvleugel, dat is toch allemaal maar verzinsel. Een sinterklaasverhaaltje waarin alleen heel jonge schakertjes nog geloven.’ ) 19. .. h5! Als wit nu alsnog op de damevleugel gaat optreden wordt het misschien nog wel leuk. Het witte en het zwarte initiatiefje zouden elkaar in evenwicht houden. Maar wit laat zich intimideren. Hij is te voorzichtig. ‘Je moet toch uitkijken met zo’n regenboogpiet.’ Zwart krijgt heel heel langzaam toch wel iets in handen.
24. Lc1?? Weer begrijp ik het niet. Goed dat ik ermee gestopt ben. Ik word echt te oud voor dit spelletje. Wat doet dit tegen dat dreiginkje? Zie, ginds komt de stoomboot, over de h-lijn. ( 24. Kh1!? niet heel erg indrukwekkend, maar heeft tenminste nog wat nut: de koning weg om uit die penning door Lc7 te geraken.) 24. .. h4! 25 Ld1 Gelukkig die snap ik. Zo dekt de dame de velden f2 en g2 en maakt de weg vrij voor eventueel noodzakelijke manoeuvres richting koningsvleugel middels Pe2 , en/of De2, en/of Dg2. 25. .. hxg3 niet slecht. Maar Komodo10 vindt dat het eigenlijk tijd wordt om er nog een aanvallend stuk bij te halen. Beter 25. Pe7!? op weg naar f5. En daarna hxg3.
26. fxg3
En nu komt er een prachtig kado uit de zak van sinterklaas. Met gedicht: ‘Sint heeft lang lopen denken, wat hij Herman Pomstra nu kon schenken, Piet zei: dat zie ik zo, doe hem een lopertje kado”. 26. .. Lxg3 ?????? De omstanders kijken verbijsterd naar dit lieve vriendelijke gebaar. Na 26 … Pe7! houdt de zwarte blufpiet het betere spel, moedig bijeen gesprokkeld. 27. Txg3. Zwart geeft op. ‘Ik heb me verrekend!’ stamelt hij nog.
Bronstein speelde eens de voor hem ongebruikelijke Engelse Opening als een eerbetoon voor zijn gastheren, omdat hij op dat moment in Engeland aan een toernooi deelnam. Je zou dus verwachten dat er vanavond veel Spaans op de borden zou verschijnen. Maar dat was niet zo. Paul bijvoorbeeld kreeg een avondje Weens voor zijn kiezen. Minstens zo oud als de bisschop zelf. En nog steeds wel leuk! 1. Pc3 Pf6 2 e4 e5 4 3. f4 waarna 3. d5 een prima zetje is. Maar na het gespeelde 3. … d6 en 4. … Lg4 blijft het toch wat gezelliger voor wit. Dat waren dus de pepernoten, voorafgaand aan de echte pakjes, later op de avond. Langzamerhand komt er voor wit nog meer wat lekkers en wat zoets op het bordje.
Komodo vindt dat wit na 9. d4 er heel braaf bij staat. En na eerst 10. 0-0 ook heel netjes. Maar wit weet het nu ook niet meer zo goed en speelt 9. d3 en dan heeft zwarte piet (sorry, andersgekleurde piet) na 9. … Pe5 niet veel meer te vrezen. Wit blijft zijn best doen, met Pe5 en g4, om ons hart vol verwachting te doen kloppen.
Ron schreef me een paar dagen later: ‘Paul snapte ik niet, tegen de storm in kort rocheren? Waarom? En als je dat doet moet je het daarna veel actiever spelen.’ Dat idee had ik als toeschouwer zonder computer ook al. Komodo vindt echter een lange zwarte rochade niet nuttig en meent dat er na zet 14. toch echt nog niets aan de hand is.
Volgens Komodo begint de narigheid pas bij zet 20:
Nu krijgt Marcel Kuiper zijn kado. 20. .. g5 ?? Een ernstige verzwakking van de koningsstelling. Het is zo’n ouderwetse surprise: een pak in de grootte van een koelkast waaruit je na het verwijderen van drie jaargangen kranten en een liter stroop een mooi gouden sieraadje moet vinden. Marcel Kuiper begint welgemoed aan die opdracht, maar zijn bevende vingers hebben moeite om al dat plakband eraf te krijgen. Af en toe moet Paul een beetje helpen. Wit verdubbelt de torens op de h-lijn, laat ook de andere pion opstomen. Bijna heeft wit de klus geklaard. Maar dat laatste plastic, dat vereist toch nog wel wat nadenken. Niet zomaar de schaar erin en de inhoud beschadigen! Maar het lukt:
25. Tf2! Pf7 ( 25. .. Tf7 26. Thf1 Dg7 27. Pf6+) 26. Pf6+ en zwart geeft op. Ook dit was toch een mooi kadootje, al kostte het wat meer moeite om het uit te pakken. Maar de ontvanger was er zichtbaar blij mee. “Dank je wel!” riep hij tevreden naar de pakjespiet.
En nog was de pakjesregen niet voorbij. Ook de tegenstander van Ron werd goed bedacht. “Ik heb op zich heerlijk gespeeld. Heb wel VAN ALLES gemist. Ik heb op zet 21. echt ruim een half uur naar het prachtige Pf5 gekeken. Daardoor kwam ik later in enorme tijdnood en als klap op de vuurpijl bied ik in totaal gewonnen stelling remise aan! Ongelooflijk, maar het maakte toen voor onze club niet meer uit.”
Ron speelde heel sterk en constant. Al na zet 11. staat hij zichtbaar beter. En na zet 20:
En hij heeft gelijk. Een mooie stelling: 21. Pf5!
Een paar variantjes :
- 21.Pf5 gxf5 22.fxe5 Pxe5 (22…dxe5 23.Dg5+) 23.Dg5+ Pg6 24.exf5+-
- 21.Pf5 Dc5 22.fxe5 dxe5 23.Pxe7+ Dxe7 24.Lg5+-
- 21. Pf5 Lf8 22.fxe5 dxe5 23.Lxf8 Txf8 24.Dh6 gxf5 25.Txf5+-
Ron speelt echter 21. Pf3 Ook nog wel goed. Zwart blijft onder druk. Maar bij zet 22, bij zet 23, en bij zet 26 mist wit de beste zetten. Desondanks houdt hij de beste kansen. Maar als gebruikelijk bij onze Ronaldus: ten koste van veel tijd! Het wordt voor hem een gevecht tegen de minuten. Desalniettemin, na zet 35 rest zwart niet meer dan de hoop dat de sint geen tijd meer heeft en nodig naar huis moet. Onder luidkeels gezang natuurlijk: “Luister naar ons afscheidslied”. De enige manier om daar nog wat plezier aan te beleven is:
42. Df1 onder het mompelen van een zwaar teleurgesteld “Ik bied remise aan”.
Verbazingwekkend dat er na een volle avond schaken nog zoveel op het bord staat! En wit accepteert dit kado met vreugde. Liever had hij een ander kadootje gekregen, een vallende klok bijvoorbeeld, maar hij is te sportief en te fatsoenlijk om de goede gever daar een verwijt van te maken. Komodo laat zien hoe het gewonnen had kunnen worden: De Dame gaat van f1 naar h1. Daarna zit o.a. Lc5 in de stelling en de zwarte Dame raakt overbelast. Die moet het paard op h7 helpen bewaken, maar ook pion d6. En als zwart op c5 neemt, gaat de dan ontstane vrijpion op stap: d5-d6. Met rampen als gevolg.
En Martin? Was ook daar sprake van een kadootje? Misschien. Maar dat is wellicht wat te simpel gedacht. Ron: “Martin heeft kansen gemist en speelde positioneel op gegeven moment slecht e4, kwam met remise weg.”
Martin speelde weer Engels, kreeg gelijk 1. f5 ten antwoord. Een zet die ik ook eens tegen hem deed en ermee verloor! Zijn commentaar destijds : “Ik ben nooit zo bang voor 1 …. f5, want dan komt er toch een gat in die koningsstelling en een leuke diagonaal a2-g8.” Misschien is dat een beetje te simpel. Martin koos weer voor zijn handelsmerk: zo snel mogelijk b4. Omdat nu zwart zijn koningsloper niet fianchetteerde is dat hier niet zo riskant.
Is 10. e4 echt positioneel slecht? Ik denk ook van wel.
Wit staat er gezellig bij. Maar na 10. e4? Met meer of minder geruil in het centrum, altijd wordt de werking van die mooie loper op g2 sterk gehinderd! Die stond zo mooi Maar het zal wel even duren voordat die weer mee mag spelen met zijn vriendjes. Zwart staat daarom gelijk beter en het duurt tot zet 16 dat wit ook weer wat te vertellen krijgt. Maar toch blijft die witte koningsloper het witte plezier vergallen. Zelfs als wit een pion weet te winnen. Totdat ….
Met Dh5 kan zwart een paar kleinigheden dreigen: Pe5 staat aangevallen, ruim baan voor een toren naar e8 of d8, en misschien wordt Pe2+ nog iets? Maar zwart zet de dame naar de andere kant van het bord. Dat is niet handig 22 . .. Da4?. Want dan is veld g6 niet meer gedekt. 23.Pg6! En nu volgt een heel boeiend maar heel moeilijk potje. Beide partijen hebben mogelijkheden. De loper op g2 ontwaakt omdat zwart toestond dat zijn blokkerende pion op e5 door het paard werd geslagen. Maar de zwarte stukken doen ook allemaal mee. En zwart staat een pion voor! Van zet tot zet verschuift het voordeel. Van wit naar zwart, van zwart naar wit.
Gaat wit toch winnen? 30 Lh3 !! Eindelijk kan die ook meespelen. En hoe! Kan nu 30 … Lxh3 ondanks kwaliteitsverlies (Dxe8) wegens toenemende dreigingen tegen de witte koning? Als dat niet kan, moet de Dame terug naar c6 om e6 te dekken. En dat doet zwart niet graag, omdat hij dat stuk natuurlijk niet bij de aanval op de witte koning wil missen. En Tde7 kan natuurlijk ook niet omdat die toren niet op e6 kan terugnemen wegens Dxg7 mat! Ja ja, er stond ook nog een leuke loper op b2! Wat een heerlijke stelling. Het is dus niet zo dat Martin met remise goed wegkwam. Hij speelt dus hier 30. Lf3? Dat durf ik toch wel een klein kadootje te noemen. Niet Martin, maar Peter Couwenhoven komt hier goed weg! De stelling wordt zo ingewikkeld dat beide partijen om de beurt sterke zetten missen. Ik vind wel dat Martin bewonderenswaardig agressief bezig blijft. Hij is in deze fase echt even een beetje sterker dan zijn tegenstander. Het zwarte paard op e2 is zijn doelwit. Na zet 33. staat hij echt op winst.
34. Tb4-b3! Die toren stond even aangevallen. Maar ook ….. waar moet dat zwarte paard nu naartoe? Doch Martin speelt het niet! Maar ook na het wel gespeelde 34. a3 blijft de stelling gevaarlijk voor zwart. Na de 35e zet mist Martin nog een kans om alsnog dat zwarte paard naar de slager te verbannen. (met –alweer- Tb3!) En daarna grijpt zwart de kans om zijn paard in veiligheid te brengen. Die mag eindelijk op stal om samen met de schimmel van de sint bij te komen van de emoties. Nu vervlakt het spel snel. En na 38. Kg2? zien beide heren in dat de lol er wel een beetje af is. Maar wat was het een spektakel! Beiden konden mijns inziens vrolijk zijn over de afloop. “En ze zingen en ze springen en ze zijn ….” Nee, je kunt niet zeggen dat Martin goed weg kwam met remise. Ze kwamen beiden goed weg. Je kunt niet zeggen dat Couwenhove hier een kadootje kreeg. Ze gaven elkaar kleine kadootjes!! En een heleboel nog wel!
In de andere partijen werden geen kadootjes uitgereikt. Gerrit speelde een echte partij! Met zwart, en natuurlijk Philidor. (Als die eens een Siciliaan zou spelen, zou ik mijn kamera uit mijn handen laten vallen van de schrik.) Na de 7e zet is wit door zijn theorie heen, en heeft zwart niet veel meer te vrezen. (Ja, zo blijft het bij Gerrit natuurlijk de Philidor, tot in eeuwigheid.) Daarna gaat het vrijwel gelijk op. Soms heeft wit een heel klein beetje meer, en dan weer zwart. Maar echt adembenemend wordt dat niet.
Na 30 zetten waardeert Komodo de stelling als 0.00! Ja, meer gelijk kan niet.
Maar toch. Ik maakte me wat zorgen. Gaat die pion op b4 eraf? Die toren op e7 staat er wat onbeholpen bij. Hoe kun je die activeren? Maar Gerrit had het al lang zien aankomen.
Gerrit: “Van belang is mijn keuze na 26. Dxe4 terug te nemen met fxe4. Mijn keuze was ingegeven door de idee dat ik anders weinig meer kon doen tegen het ophalen van mijn b4- pion.” (ES: Die witte toren stond bij zet 26 nog op f3. Dus knap gezien! ) ‘Wit maakte vervolgens een fout met 30. g3. Hierdoor kon ik 30. .. e3+ spelen en kwam hij aan het veroveren van pion b4 niet meer toe.’ Komodo vindt 30. g3 geen fout. Een andere zet zou 30. Ke3 geweest zijn. Maar ook dan is het goed dat dankzij 26. fxe4 nu e3 mogelijk is. 30. Ke3 Pg3 31. Txb4 (toch) Pf5+ 32. Kf2 Ph4 en het rekenbeest vindt dit in alle varianten ook remise! Ondanks die pion meer. Een mooie stelling om eens lekker op te kauwen. Tussen de marsepein en borstplaat door. Vooral als je wel van eindspelletjes houdt.
Resteren de twee formaliteitjes van vanavond. Jos en Bert. Beiden kennelijk niet gebrand op een hevige langdurige strijd.
Bert: ‘Hier mijn partij. Ik wilde wat anders proberen dan gewoonlijk. Dus ging ik voor g3 en Lg2. Maar het bleef allemaal veel te tam om er echt iets van te kunnen maken. In plaats van 12. Lb2 had ik beter eerst 12. Pb3 kunnen doen (bleek vooral in de analyse omdat hij daar niet zo goed op gereageerd zou hebben). Maar ook dan was er niets aan de hand bij goed spel van de tegenstander.’ Neemt niet weg dat Komodo na 23 zetten toch een klein voordeel voor wit signaleert. Met een bord vol stukken. Maar de heren besluiten tot remise en zitten een goed deel van de avond gezellig samen te analyseren.
Hoe Jos het iedere keer weer voor elkaar krijgt om aan een hoog bord, en vaak met zwart, na een handvol zetten de tegenstander remise te laten accepteren, is mij een raadsel. Ik zie het nooit gebeuren, want het heeft altijd al plaatsgevonden als ik binnenkom. Bedreigt hij ze? “Als je dat niet accepteert ga ik allerlei afschuwelijke dingen over je aan sinterklaas vertellen? “ Koopt hij ze om? Of heeft hij nog van vroeger zo’n enge reputatie dat ze maar gauw ja zeggen. Zegt hun wedstrijdleider tegen ze: ‘Buiten staat zijn knokploeg van antipieten op je te wachten, dus geef hem zijn zin maar.‘ Of roert hij ze tot tranen met een verhaal over een zwaar ziek kind waar hij snel naartoe moet om het te troosten en te bemoedigen? Of over de op handen zijnde geboorte van zijn kind, nou ja dat gelooft niemand, van zijn kleinkind. Of zaait hij twijfel over zijn gezondheid? Ik weet het niet. Ik herinner me dat ooit mijn tegenstander, de bekende betonmiljonair Pagel van Koningsclub Bergen, me helemaal van mijn à propos bracht door zwaar te gaan zitten zuchten, met een gekweld gezicht zijn voorhoofd te masseren, mij om een asperientje te vragen, en halverwege de avond remise voor te stellen. Wat ik accepteerde hoewel ik gewonnen stond. Waar ik dus mijn hele verdere leven spijt van heb gehad.
Wel weet ik dat het bij Jos meestal na een wilde gambietachtige opening gebeurt. Dit keer ook, maar het was toch weer wat anders dan anders. Niet Jos koos voor herrie in de tent, maar zijn tegenstander. Die koos voor de Orang Oetan – opening. 1. b4 !?! Ook wel beschaafder de Sokolsky-opening genoemd. Niet populair bij de betere schakers. Rob Bijpost vermoedde wrsch. wie hij tegenover zich zou krijgen en nam aan dat hij het met een traditionele opening niet zou gaan redden. En koos voor een verrassingswapen. Maar Jos was niet verrast. Die wist nog van vroeger wat je dan kunt doen, om snel het gif uit die opening te halen. Eigenlijk is alles wel goed (1. d5, 1. e5 of 1. Pf6), maar je moet er dan wel wat van weten, want het kan scherp worden. Maar de keuze van Jos is doodlogisch en simpel te onthouden. Om die reden heb ik zijn variant ook zelf ooit uitgezocht, om iets eenvoudigs te hebben om tegen Gerrit te spelen. Gerrit, notabene Gerrit, die experimenteerde een poosje met 1. b4.
1. b4!? c6 2. Lb2 Db6! (gelijk aanvallen dat gekke ding) 3. a3 a5 4. c4 axb4
5. c5 Dc7 (Dxc5? axb4 met torenwinst!) 6. axb4 Txa1 7. Lxa1 b6 8. e3 La6
Tot zover alles theorie! Ik vermoed dat wit het verder niet meer wist en geen zin had om tegen een theorieboek verder te spelen. En Jos vond vanavond toevallig dat het leuk was om heel vroeg weer naar huis terug te keren. (“Hé Jos, ben je nu al weer terug?” “Ja, ze vierden daar pakjesavond, en daar houd ik niet zo van!”) Remise na 8 zetten. Een record, zelfs voor Jos, dat in het grote boek van de zwarte bisschop zal worden bijgeschreven.
Voor ons derdewereld-clubje niet erg. Tenslotte konden die halfjes een nog veel beschamender uitslag een heel klein beetje voorkomen.
Maar desastreus werd de uitslag wel.
We wonnen er niet één! Omdat er heel veel kadootjes werden uitgedeeld. Nou ja, voor de gezelligheid. Voor een keertje. Maar zo kon het natuurlijk zeker voor ons geen heerlijk avondje worden!
Dit kiekje werd me opgestuurd door de webmaster van Aartswoud. Sta ik er ook eens op!
Toen ik wegging kon ik in de zaal die knechten horen lachen. ‘Wie slim speelt krijg lekkers, wie stom is de roe.’
Enigszins aangeslagen parkeerde ik wat onhandig uit, zag een klein paaltje niet, en reed mijn voorbumper een beetje aan gort. Maar een beetje schade kost tegenwoordig gelijk duizend euro. Gelukkig ben ik allrisk verzekerd.
Of ik ook zo goed verzekerd ben tegen zulke nederlagen van ons schaakclubje, betwijfel ik. Als dat nog een keer gebeurt, kunnen ze zingen: “Zou die goede vent wel komen, nu hij het weer zo lelijk vindt.”
Nee, vanavond scheen de maan niet door de bomen.
Eindcorrectie moet nog plaatsvinden