Nee dit wordt geen beschouwing over een beroemd boekje van Nescio. Veel op de lijst gezet door scholieren. Omdat het zo lekker dun is, gemakkelijk leest, en desondanks elke leraar Nederlands er zo verzot op is dat je er een goede beurt mee kan maken. De openingszin kent (bijna) iedereen: Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik 't zelf. De enige die later toch nog goed terecht komt in de door de jongens verfoeide consumptiemaatschappij, is de hoofdfiguur, Koekebakker. Een andere hoofdiguur, Bavink, eindigt zelfs in een gekkenhuis. Hoop dat het met onze titaantjes beter afloopt!
Maar ik moest er wel even aan denken toen ik aan mijn verslag begon.
Kan ik de partij van Bert en Ron kwalificeren als een titanenstrijd? Of is dat te veel gezegd? En die van Gerrit en Paul? Of kunnen we hier hoogstens spreken van de strijd tussen onze kleine titaantjes. En wie waren hier nu koekebakker? Paul die de winst liet glippen tegen Gerrit, Bert die denkt Ron eens stevig aan te pakken, wat echter totaal niet lukt, waardoor Ron zomaar dichterbij kan komen, Marco die Martin gewoon de winst in de schoot wierp?
Nou, ik vond wel Bert–Ron een titanenstrijd. Ron speelt Dame-Indisch. Dat wordt vaak saai. Maar vandaag niet echt.
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 b6 4. Lg5 h6
Bert's 5e zet 5. Ld2 komt in de boeken niet meer voor. (Maar ook 5. Lh4 en 5. Lxf6 zijn niet gevaarlijk. Misschien is 4. Lg5 al niet zo sterk. Het meest gespeeld worden hier 4. g3 en 4. a3) De 7e zet van wit ziet er actief uit, maar Houdini wijst hem af. In zo'n vroeg stadium beetje te wild. En ook Ron laat zien dat wit er niet echt mee opschiet.
Stelling na 7. b4 .
7. .. dxc4 8.Lxc4 Pbd7 9.0–0 Ld6
In stellingen van dit type van soort verschijnt vaak een Loper op e4, of een Paard. Om zo lang mogelijk e3-e4 tegen te houden. Bert speelt nu 10. Lc3. Die derde (!) loperzet is voor mij te diepzinnig. Nu is immers 10. .. Pe4! extra aantrekkelijk! en na 11. b5 is voor iedereen, vooral voor Houdini, duidelijk dat zwart niets te klagen heeft. De pion op b5 doet niet veel en dat paard op e4 is hinderlijk. 11… 0–0 12. Pfd2 ("Ik wil zijn paard op e4 weg! En mijn andere paard kan nog niet weg van b1. En als hij bezwijkt voor de verleiding en Pxc3 doet, ben ik weliswaar mijn loperpaar kwijt, maar die dameloper van me doet toch niets in de gesloten stelling en ik ontwikkel – eindelijk- mijn damepaard met tempo! Dus vooruit maar." Ik verzin maar zo'n beetje wat Bert gedacht zou kunnen hebben.) 12. .. Dh4. Hier blijkt dat Ron echt in oorlogsstemming is. Als hij nog een (kleine) kans op een kampioenschap wil hebben, moet hij winnen! Met zwart! Ik stond zelf aan 12. … Dg5 te denken. Maar dat blijkt achteraf niet erg veel verschil te maken.
Nu moet wit wel op zijn tellen gaan passen. Bijv. 13. g3? Pxf2! 14 Txf2 Lxg3! 15. De2 Lxf2 16. Dxf2 Dg4+ 17. Dg3 Pf6 en zwart heeft twee pionnen voor de kwaliteit en een actievere stelling. Natuurlijk ziet Bert veel van zulke dingen ook wel en speelt -wrsch. met tegenzin- toch de beste in deze stelling 13. f4 om vervolgens aan dat paard op e4 te gaan morrelen, wat echter slechts een verse knol op e4 oplevert: 13. .. Pdf6 14. Pxe4
met 14. .. Pxe4. Ik zei later tegen Ron dat ik hier zelfs het paardoffer 14. … Pg4 had staan overwegen. Hij zei dat hij dat ook gedaan had, maar dat het hem niet goed genoeg leek. Groot was mijn voldoening toen ik thuis op Houdini vaststelde dat het inderdaad veel sterker is: 14. .. Pg4! 15. h3 (wegens matdreiging er is niet anders) Pxe3 16. Le1 De7 en nu staat er een witte dame aangevallen, een paard op e4 en een loper op c4. 17. Dd3 Pxc4 18. Dxc4 Lxe4 Zwart heeft dan het loperpaar, een pion meer, en een betere pionnenstelling.
Ron achteraf: "Een belangrijk moment is zet 14. Ik kan dan met belangrijk voordeel Pg4 spelen. Ik zag wel dat na 15. h3, Pxe3 zijn loper op c4 ook in staat, maar was er niet zeker van of hij toch ergens niet ‘iets’ had (Bert heeft mij al vaker verrast) èn was bang dat na 16. De1 en verplichte dame-ruil er ondanks pionwinst dan onvoldoende overbleef om te winnen (ongelijke lopers). "
Na 14. .. Pxe4 15. Le1 Df6 vervlakt de stelling. Na 16. Pd2 (16. Ld3!?) Pxd2 17. Lxd2 a6! staat zwart nog steeds een beetje beter, maar het zal toch nog wel een toer worden om te winnen. Maar Bert begint een beetje in tijdnood te raken. En hij staat een beetje onder druk. Zijn 19e , 21e, en 22e zet zijn niet de allerbeste. Die vindt Ron wel steeds! Langzaamaan wordt de situatie voor wit nijpender. Ron : "Met 17…, a6 kies ik vervolgens weer het goede plan. De remisemarge is dan nog niet overschreden, maar Bert vindt niet de goede verdediging en komt steeds meer in de problemen en gebruikte inmiddels behoorlijk wat tijd. 25…, c5 is dodelijk… "
Opmerkelijk is dat Ron's 27e zet nu niet de winnende zet is, maar Bert wel opgeeft. Ron zelf verklaart een en ander als volgt: "(Winst) overigens niet door dan 27…, cxd4 te spelen. Ik deed dit op basis van zijn tijdnood (niet te lang nadenken). Dat wint wel een pion en ik sta veel beter, maar 27…, Td3! is veel en veel sterker. Ik had gemist dat na 28. Ke2 dan Txd4 kan. Bert gaf op met nog minder dan 1 minuut op zijn klok. Hij zal niet tevreden zijn over zijn partij, hij is nergens lekker in het spel gekomen."
Was dit m.i. een titanenstrijd, de partij tussen Gerrit en Paul was er een tussen titaantjes. Paul wilde een Schots gambiet, maar Gerrit wilde daar niet echt lekker aan meewerken. Die houdt niet van dat onoverzichtelijke gedoe.
4. .. Le7? super-voorzichtig. Meest gespeeld wordt hier 4. .. Pf6 en na 5 e5 d5 en na 5. Pg5 ook 5. .. d5 6. exd5 De7+ 7. Kf1 Pe5! 8. Dd4 Dc5 met volkomen gelijk spel! Dat was allemaal al bekend in de 19e eeuw! (Echt!!) 5. c3 en nu speelt Gerrit 5. .. d6 (Ik ga niet voor pionwinst met dxc3! Veel te lastig!) en staat nu duidelijk wat minder. (Vreemd is dat hier veel 5. .. Pf6 gespeeld wordt en na e5 6. Pe4, maar dat Houdini hier Pa5!? aanraadt.) 6. cxd4 ( nog sterker schijnt hier 6. Db3! , konsekwent op de gambieltoer blijven.) 6. .. Lf6 en dat is te langzaam. (6. … Pf6 zal nu toch wel moeten, en dan maar gauw rocheren) en nu krijgt Paul met gewone logische en sterke zetten een mooie stelling. Rond zet 20 is de zwarte koningsstelling zo tochtig (en het witte centrum zo machtig) dat je op een zwarte longontsteking kunt wachten. Na zet 23. wordt de zwarte ademnood heel erg hevig:
24. Tc1 ! En na c5 volgt 25. e5+ ( na c6 ook natuurlijk) en dan kan daarna exd6 volgen, want dan kan zwart daar niet terugslaan.! Zo moest het, maar Paul kan de verleiding niet weerstaan en speelt gelijk 24. e5+ En ja hoor, nu kunnen we weer eens waarnemen hoe Gerrit toch het vege lijf schijnt te gaan redden (net medewerking van Paul) :
24. .. f5! 25. exd6? (g4!) cxd6 26. Dxc8 Txc8 27. Txb4
en ja, wit staat een pion voor, en ja de zwarte pionnen lijken een zootje ongeregeld! Maar de tochtige koningsstelling is minder belangrijk geworden (dames zijn van het bord) en – zoals zal blijken- is het nog niet zo heel eenvoudig om de volle buit binnen te halen. Wordt dit nu weer een stelling waarvan je achteraf denkt: " Waarom kon ik tegen Gerrit alweer zoiets niet winnen? Ik stond toch echt gewonnen!? Dit is niet eerlijk. O nee ! "
Eerst ziet zwart kans om de belangrijkste troef van wit te elimineren: dat is natuurlijk de vrijpion op b2. Wit denkt dat dat niet erg is want hij krijgt er de zwarte pion op d6 voor terug, en zo heeft hij in zijn d-pion toch nog steeds een pion meer, en dat is ook weer een vrijpion. Maar het lukt hem maar niet om die pion te laten opstomen. Wel worden er verder pionnen geruild, maar daar schiet wit niet zo heel veel mee op.
Direct 39. d5 kan niet wegens Tf1! (op weg naar d1) en dan wordt het daarna lastig om die d-pion te verdedigen,laat staan op te laten rukken. Eerst moeten de steuntroepen voor de opmars beter worden georganiseerd. Ik zou hier eerst maar 39. Kg3 gespeeld hebben. De koning gaat hoogstpersoonlijk op weg naar het front. Houdini keurt die zet goed, en geeft als alternatief 39. Ta5 en daarna ook Kg3. En dan maar hopen dat het gaat lukken om die d-pion verder te krijgen. Maar Paul blijft onbaatzuchtig zijn medewerking verlenen aan Gerrit's onnavolgbare goocheltruc ('en hier is dan de remise!', waarna applaus van het publiek)! 39. Kg1? (Dat is de verkeerde kant uit!) 39. .. Ta2 40 Pe5?
Gerrit : "Na de 40e zet van wit Pe5 gaf Paul aan dat ik direct remise had kunnen maken met 40. ….Txg2. Deze zet totaal niet gezien." ( 40. .. Txg2 41. Kxg2 Ph4+! 42. Kf2 Pxf5 43. d5 Kf6)
Maar ook na 40. .. Pxe5 41. Txe5 Td2 42. Te4? (d5, toch maar, maar ook nog moeilijk) wordt het onmogelijk om het beruchte 'toreneindspel met 1 pion meer' te winnen. De witte toren hoort dan achter de vrijpion, niet de zwarte! Wit moddert er nog wat aan voort, maar ziet rond zet 50 in dat het niet gaat lukken.
Gerrit in zijn mail: "Paul miste denk ik een aantal keren de nodige scherpte om het af te maken."
Ik denk dat van onze Titaantjes Gerrit zich meer in de succesvolle Koekebakker kan herkennen en Paul meer in de tragische Bavink.
En Marco? Die blijft dapper zijn nederlagen verwerken tegen de oudere heren. Het wordt tijd dat die hem eens de winst gunnen. Anders houdt hij het niet vol, en dat zou heel jammer zijn. Want hij behandelt een mysterieuze 6e zet van Martin prima! Na een zwakke tiende zet staat wit 'in hogere zin' gewonnen.
Houdini suggereert hier namelijk 11. dxc5 gevolgd door 12. b4 en de witte stukken beheersen het bord. Marco kiest 11. d5 wat er voor mensen ook nog zeer acceptabel uitziet.
Na zet 12 … Lg4 laat wit het voordeel een beetje verdampen:
Hier durft hij 13. h3 Lh5 14. g4 Lg6 15. Pg3 Te8 16. Te1 niet aan. Begrijpelijk! Toch jammer! Wit staat dan beter. Het paard op a6 staat er voor joker. Wit kan kiezen waar hij verder gaat: op de damevleugel ( krachtig ondersteund door de loper op g2) of op de koningsvleugel (opstomende pionnen). Marco speelt 13. Dd3 ook niet slecht maar wel wat minder 13. .. Pc7 14. Pe4? wat als bezwaar heeft dat er stukken geruild kunnen worden. En dat maakt de taak voor zwart weer iets lichter. (alsnog 14. h3!?) Nog niet ernstig. Maar dan bij zet 16. volgt een wel ernstige misser. (Vergis ik mij, of zakt Marco vaak rond de 15e zet weg? Dan extra concentratie voor het middenspel vereist!)
16. De3? waarna direct 16. .. g5 dodelijk is. Loper f4 kan nergens heen. 16. .. b5? Martin ziet het niet! Nu snel alsnog Dd3, de loper heeft weer ruimte om terug te trekken, en de stand is toch nog wel gelijk. 17. b3? Marco ziet het nog niet. Martin ook niet. 17. .. Lf6 Ook goed, maar minder. 18. Ta2 g5! Eindelijk. Nu wel! "Vooruit dan maar, als je zo aandringt …. !" En nu is de partij natuurlijk voorbij. Wit verliest een loper. Ik hoop dat Marco de aanmoediging op de website van Jos om partijen niet te snel op te geven niet gelezen heeft. Maar hoe dan ook, hij krijgt nu geen enkele kans meer. Al met al alweer jammer voor Marco. Hopen dat het wel leerzaam was. Het kan toch niet zo heel lang meer duren dat Marco zich bij de titaantjes van Aris de Heer gaat scharen. Positiegevoel heeft hij! Beter opletten rond de 15e zet!
Jasper doet tegen Sven alweer zo'n al te optimistische, vroege, aanvallende paardzet. Daar moet hij nu maar eens mee ophouden!
6. .. Pg4? met aanval op f2. Maar dat laat zich eenvoudig riposteren. 7. d4! exd4 8. cxd4 Lb4 en nu staan er twee stukken van zwart ongelukkig te niksen in de vrije ruimte. 9. Ld2 (Pc3!?) Df6? 10. h3 en daar begint het gedonder. Hoeveel zwarte stukken worden er nu al bedreigd, respectievelijk moeten in veiligheid worden gebracht. Het wordt Jasper nu al teveel. Na 10. .. d6 verliest hij nu al een stuk. Sven doet dat verder netjes. Die geeft de nog wat naspartelende Jasper geen enkele kans meer. En ja, een stuk is een stuk. In een eindspel ben je dan kansloos. Hier laat Jasper zich zelfs per ongeluk mat zetten voor dat dat aan de orde komt. Daar moet Jasper toch in de opening met meer eerbied mee omspringen. Iets verder vooruit denken. Niet alleen je eigen plannetje bekijken , maar ook meer mogelijkheden voor de tegenstander overwegen. Nee, dit was nog geen titanengevecht.
Eindcorrectie moet nog volgen!