Terug van een 10-daags tripje naar de Duits-Tsjechische grens om een Beierse bruiloft te mogen meebeleven, heb ik nog steeds die vurrukkulukku stukken Duitse Torte in mijn herinnering. Die al bijna even groot zijn, als hun karaffen bier. Vandaar de beeldspraak in de titel.
De taart was vanavond voor mij het baksel van Gerrit en Martin. De kers zat op het slot ervan.
Ook wel spectaculair, maar toch minder, was het gerecht dat Paul en Ron bekokstoofden. Maar toch ook wel smakelijk, ook al omdat Ron een beetje een koekje van eigen deeg aangeboden kreeg, en daar toch verder niets bijzonders van kon (of wilde) bakken.
Ja, en dat heer Zwaneveld van Bert verloor omdat hij een pionvork met stukverlies over het hoofd zag, en dat Jasper al bij zet 6 een stuk weggaf en daarna (bijna)werd weggeschoven door Ab, dat was wat minder verrassend voor de fijnproevers. Hoewel Jasper nog heel even toch nog wat kruidigs in zijn recept wist te roeren, en het vuur op hoog draaide, en het er heel even op leek dat cuisinier Hauer toch nog de boel zou kunnen laten aanbranden, wist die toch tijdig de pot van het vuur te halen.
Koekje van eigen deeg:
Engels van Ron. Dat doet hij tegenwoordig geregeld. Meestal zonder eigenlijk iets bijzonders te bereiken in de opening. Hij vertrouwde me toe dat hij dat tegenwoordig verkiest omdat de betere tegenstanders te geoefend zijn in het Siciliaans of het Damegambiet of KoningsIndisch en dat je met e4 of d4 dus ook nooit veel bereikt. Voordeel van het Engels: het is gewoon moeilijk en doet verderop een flink beroep op inzicht en strategie bij je tegenstander.
Ik heb eigenlijk ooit van Paul afgekeken (weet hij niet, maar ik nog wel) dat één van de betere opstellingen tegen het Engels is: gewoon ordinair doen alsof je een gewoon e4-partijtje speelt met : Pf6, Pc6 en Lc5 en later d6.
Maar Paul deed het nu anders: Hij fianchetteerde de koningsloper en creëerde zo een stelling die voor zwart als twee druppels water op het KoningsIndisch lijkt.
Hier speelt Paul 9. .. Lg4 wat ik een beetje een overbodige zet vind. Na 10. h3 moet die loper alsnog terug (opgeven loperpaar is ook niet zo zinvol) en 10. h3 is geen tempoverlies, want m.i. altijd later nog wel eens nuttig. Maar Ron doet er niet veel mee, en dan krijgt zwart de kans om met 14. .. f5! een stelling op het bord te krijgen die -als ik me goed herinner- nogal lijkt op die van Ron (zwart) van een jaartje (of zo) geleden, die hij won van Bert. Toen kreeg dus Bert een koekje van eigen Konings-Indisch deeg, en nu Ron idem.
En ook hier krijgt zwart langzaam wat beter spel. Maar wit loert op verbetering, en dat komt. Ik stond er af en toe naast en dacht verbaasd: Die drommelse De Vink gaat het hem toch weer lappen. Ik zag ook Paul af en toe even, nauwelijks merkbaar, het bezorgde hoofd schudden. Achtergebleven pion op d6, geblokkeerd en wel, lastige witte vrijpion op f5:
23. … Kh8? (23. .. Df7 24. Dxd6 Dxa2 is misschien nog iets) 24. g4 Dc6 en als wit nu niet zelf ruilt, wat de zwakte van pion d6 opheft, maar konsekwent 25. Td1 en daarna 26. Le3 speelt, zou wit nog steeds kleine winstkansen hebben volgens de geleerden. Maar Ron heeft er geen zin meer in. Hij ruilt de dames op c6 en biedt remise aan.
Kruidig recept?
Ab staat dus een stuk voor. Rond de 30e zet krijgt Jasper wat mogelijkheden voor toch nog een redelijk baksel, zij het dat het eigenlijk met een beetje nep-ingrediënten gebeurt. Maar door een aantal minder sterke zetten van wit (die man heeft altijd haast) 32. Tfc1? (Txc7!?) 34. Dc1? (Th2!?) 35. Dd1? krijgt ons koksmaatje ineens toch nog een mogelijkheid om zijn gerecht te redden:
Na 35 Dd1? Had zwart met 35. .. Dxd1 36. Txd1 Lg4! 37. Tc1 Lf3! toch nog kansen gekregen. De Toren op h1 staat aangevallen en heeft weinig mogelijkheden, de witte stukken op de koningsvleugel zijn even vrij machteloos. Dus zwart kan zijn damevleugelpionnen op stap sturen. Maar Jasper speelt 35. .. Lb5 en na 36. Dxf3 exf3 37. Tc1 a5 38. Txc7! krijgt wit toch vat op die damepionnen, waarna hij eigenlijk met z’n ogen dicht toch op de overwinning kan aansturen.
De taart met de kers
Martin trekt zich steeds minder aan van de wijsheid van Giri: ‘Voorzichtigheid is de moeder van de porceleinkast.’ Hij is een aanhanger geworden van de wijsheid van Tarrasch: “Geeft niet dat je wat slechter staat, als de stelling maar levendig is.” Hij speelde derhalve nu de Marshall-variant van het Skandinavisch. 1. e4 d5 2. exd5 Pf6
waarvan o.a. de bedoeling is niet met de zwarte dame op d5 te hoeven terugslaan, wat in het echte Skandinavisch leidt tot meerdere angstige vluchtzetten van die geregeld bruut aangerande dame, en dus tot tempoverlies.
Gerrit speelde nu 3. Pf3 Best een degelijke zet. Vaker wordt hier het actievere 3. d4 gespeeld, of 3. Lb5+, of ook wel 3. Pc3 (Zwart hoopt echter op een poging om de pion voorsprong te handhaven met 3. c4? . Waarna hij met 3. .. c6 4. dxc6 Pxc6 en spoedig e5 , Lf5 of Lg4, en Lc5 een mooie ontwikkeling krijgt à raison van 1 pionnetje. Een echt gambiet dus.) Omdat Martin nog niet zo veel ervaring heeft met zijn nieuwe gambietrepertoire doet hij het nog geregeld niet zo logisch. 3. …. Dxd5? en dus 4. Pc3 en derhalve toch weer gewoon klassiek Skandinavisch. Waar is dan dat eerst 2. … Pf6 goed voor? Beter lijkt dus 3. … Pxd5!? Ook dat leidt vroeg of laat tot (slechts) één zetje tempoverlies, maar een voordeel is dat er voor zwart leuk open spel is en dat de meeste (3e klasse-) clubspelers nu uit hun repertoire zijn.
Alles gaat nu verder volgens de geijkte Scandinavische paden. Waarbij Gerrit alsmaar weigert zijn centrumpositie te versterken met 5. of 6. of 7. d4!
7. d3? Niet slecht hoor, maar wel voorzichtig en terughoudend. Wit is zijn openingsvoordeeltje (ontwikkelingsvoorsprong) nu wel bijna kwijt. Hij pakt wel nog met Ph4 het loperpaar, wat in dit soort stellingen moeilijk is te voorkomen, maar veel betekent dat hier nog niet.
Na de wat eigenaardige zet 12. … Ph7 (kan dat niet beter?) 13. Pe4 (d4!? Nog steeds!) blijkt M’s mysterieuze agressieve bedoeling 13. … g5 ??.
Leuk idee, maar fout natuurlijk. “Dankuwelalstublieft” (Toon Hermans) hoorde ik Gerrit mompelen. 14. Pd6+. Brrr ….. Dat kost zwart de rochade. Ik denk dat onze wildebras, (aanvalllluuuuhhhh!) daar even helemaal niet op heeft gelet. Terwijl hij het zijn leerlingen al zo vaak heeft voorgehouden: ‘Jongens niet alleen letten op wat je zelf wilt gaan doen, maar ook wat de tegenstander zou kunnen gaan uithalen.’ Ik denk: gewoon een voorbeeldje van schaakblindheid! En daar zit ene Gerrit natuurlijk altijd op te wachten. 14. … Kf8 15. Lg3 Zwart vindt dit allemaal niet zo stroken met zijn aanvallende ideeën, en gaat het nu met de moed der wanhoop proberen met nieuwe schijnbaar agressieve zetten. 15. … e5 16. Pc4!! 16. …f5
Ik raakte gefascineerd door dit potje. Ik waardeerde Martin’s blufschaak zeer. Dit is boeiend! Er dreigt wel even het een en ander: g4 of f4 ?! Maar ik voelde wel op mijn klompen aan dat dit toch nooit de oplossing zou mogen en kunnen zijn voor zwarts problemen. Even de correcte zet vinden! En dat is 17. h3! En dan na 17. .. f4 gewoon 18. Lh2 . Maar nu is het de beurt aan Gerrit om een simpele dreiging over het hoofd te zien: 17. Pxe5 ?? (Lxe5 is dan nog iets beter) Pxe5 18. Lxe5 (Dxe5!?)
18. … g4!! Ik denk dat Martin hier al aan dacht bij zet 16. En dat is verdienstelijk. Dan maar aanvallen! We zien wel. Wit verliest nu een stuk. Dat hoeft niet echt dodelijk te zijn. Want hij krijgt er 3 pionnen voor en de zwarte koning blijft er onprettig bij staan, en de zwarte torens doen beide nog nulkommanul. Maar nu kan zwart weer schaken. 19. Pf6! Het wordt nu echt een mooi spannend partijtje. Het lijkt erop of Gerrit een beetje aangeslagen is. Die houdt niet zo van stukverlies. Ook niet met compensatie. Hij zoekt wat onzeker naar kansen tegen die gedeplaceerde koning. En Martin blijft nieuwe vragen opwerpen. Na 23. …. Th6
dacht ik dat Martin nog steeds enigszins in moeilijkheden zat. Dat paard staat toch vervelend gepend. Ik stond ernaast te herkauwen, vooral op 24. g4!? . Maar begreep wel waarom Gerrit dat niet speelde. Dat vraagt veel rekenwerk, wegens gelijk of later mogelijkheden met Tg6, waarna wit toch weer wat tijd moet verliezen met h3 en/of Kh1. Daarom is hier een plan met Te2 en Tae1 meer voor de hand liggend. Toch vindt K. 24. g4 – na heel lang rekenen- wel de beste. (24.g4!? Td8! 25.g5 Tg6 26.h4 Met een heel klein beetje betere kansen voor zwart. Maar niet zo eenvoudig te verzilveren)
Maar Gerrit speelt 24. Dg3 ?? Dat leek mij onhandig. Een voorbeeld van Gerrits onzekerheid? Zo slecht staat hij niet. Maar met Dg3 heft hij zelf die penning van Pf6 op. Die dame stond juist zo goed op f3! Ik zou maar gewacht hebben op Kg8 (wat anders?) , wat ook wel bezwaren zou hebben. Martin ruikt een kans op verdere complicaties . …. Als de stelling maar levendig is. 24. .. Ph5!? 25. Dg5
En nu verknoeit Martin het een beetje: 25. … Lxe5? Toch gelijk 25. … Kg8 was beter. Op 26 Te2 volgt 26. …. Tf8 Of 25. … Df7!?. (Er is nog geen echte dreiging op g7.) 26. dxe5 En Komodo geeft: totaal gelijke stelling. Maar Gerrit heeft er geen vertrouwen in. En dat blijkt uit zijn volgende serie onzekere zetten. Hij mist vier keer achter elkaar de sterkste.
28. Df3+ ? Misschien bang voor Pf6? Maar dan volgt Dd4. Of gewoon om schaak te geven? ( Beste was nu 28. g3!? geweest. Om dat achterbakse paard van verdere actie te laten afzien.) Kg8 (dat moest toch ooit wel eens gebeuren) 29. Tad1 ? (met de bedoeling op d7 tegengas te geven, maar dat is wrsch. te laat) Tf8 (niet de beste : Dg5!) 30. Dg4? (Ongelofelijk hoe vaak die dame inmiddels heen en weer heeft staan schutteren tussen de g- en de f-lijn. Na 30. Db3+ geeft K. -0.25. Dus : vrijwel gelijk! ) Maar na 30. Dg4? komt de kers! :
30. Df7! 31. Td2 ? (31. f3) Pf4!
31. … Pf4 !! 2. Td7 (te laat, maar andere zetten zijn ook onvoldoende) Ph3+ !!!
En Gerrit geeft op. Ook knap. Namelijk om te zien dat hij kan kiezen tussen mat in 1 (Kf1), in 2 (Dxh3) , in 4 (gxh3) of in 6 (Kh1). Ziet u het ook?
Lekker hoor! Heeeeeerlijk! Vurrukkulluk!
Heel smakelijk partijtje van Martin. Verdiend door hem gewonnen. M.i. Niet omdat hij nu zoveel sterker speelde dan Gerrit, maar omdat hij risico’s nam om het leuk te maken, en omdat hij vanuit een mindere positie agressief bleef doorknokken. En wegens de kers!
De partij Ron- Paul vertoonde veel minder onnauwkeurigheden. Stond wellicht op hoger niveau. Maar Gerrit-Martin was leuker.
Eindcorrectie moet nog plaatsvinden