Weinig spanning maandagavond 4 maart op de borden, op die paar borden.
Op
drie borden werd gewandeld op onbekende wegen.
Ron en Jos hadden geen zin in een gevecht en gingen samen openingen zitten
bestuderen. Proberen nieuwe, minder bekende maar fascinerende paden te
ontdekken. Waarover ze ooit argeloze tegenstanders (in de externe liefst)
het verderf in zouden kunnen lokken. Een gezellig en ongevaarlijk onderonsje
dus.
Bert en Mathijs probeerden eens wat anders en kwamen heel snel van een kouwe
kermis thuis.
Mathijs stapte in een Aljechin- opening. De roemruchte wereldkampioen en het tactisch genie Aljechin die kon er wat mee. Die had bedacht dat als hij met zwart een tempootje prijs gaf hij de tegenstander kon verleiden om een breed centrum op te zetten en die dat te vroeg naar voren zou laten marcheren, waardoor zwakke plekken in de witte opstelling zouden ontstaan waar hij zijn genie op zou kunnen gaan richten. Maar ja, Mathijs is nog geen Aljechin.
Ik heb een half jaartje op de Aljechin gestudeerd. Ook omdat ik wel eens wat anders wilde. Deze opening is zo weinig populair dat je inderdaad -op ons niveau- er vrijwel iedereen danig mee verrast. Door grootmeesters wordt het tegenwoordig nooit meer gespeeld. Die geloven er niet meer in. Tegen de huidige stand van theorie is de Aljechin niet meer voor 100% opgewassen. Maar op ons niveau, moet het nog best kunnen. Bezwaar is alleen dat je dan zelf wel goed moet weten waar je mee bezig bent, want anders raak je al gauw volledig de weg kwijt tegen die aanstormende witte pionnen in het witte centrum. En een bezwaar is dat wit een nogal ruime keuze heeft in de manier waarop hij het kan gaan aanpakken. Zelf ben ik er dus ook maar weer vrij vlot mee opgehouden, want m’n geheugen bleek niet sterk genoeg voor al die varianten, en bovendien was ik tactisch ook bepaald geen Aljechin. Hetgeen me enkele keren in de praktijk pijnlijk duidelijk werd gemaakt. Mathijs bleek er gewoon te weinig van te weten. Frank bleek ook niet 100% deskundig, maar voor wit speelt het veel gemakkelijker. Na 10 zetten stond Mathijs eigenlijk al verloren en na 15 zetten gaf hij maar op. En toch vind ik dat hij niet de fout moet maken om de Aljechin dan maar gelijk op de mesthoop te gooien. Al verliezende leert men. Daarom hieronder enkele betere varianten ook maar even aangegeven. Misschien heeft iemand daar nog wat aan.
Frank-Mathijs
En
Bert probeerde een Schots gambiet.
Maar ook zonder veel theoretische achtergrond. Dus bij zet 6 verliest hij een
pion (met een beetje, maar te weinig compensatie) . Hij probeert nog wat leven
in brouwerij te krijgen, maar Martin
is onverstoorbaar. Als dan wit bij zet 18 door een blundertje ook nog een
kwaliteit verliest heeft hij er geen zin meer in.
Hieronder hun openingsfase met enkele officiëlere varianten. Voor de goede verstaander. Die heeft aan een halve zet genoeg.
Bert-Martin
Alleen
Peter ging niet op verkenning op
onbekend terrein. Daarvoor is Gerrit’s
gebruikelijke Philidor te bekend. Zoiets
heeft ook Peter vast wel wat vaker gezien. Hij speelt dus vanavond foutloos. Er
wordt veel afgeruild. Gerrit rekent erop dat hij in het eindspel wel een kans
krijgt. Maar dat is niet zo. Dit moet
voor Peter een geweldige opkikker geweest zijn. Ik gun het hem.
Ter voorkoming van misverstanden, ik bedoel met die titel vooral
mijn eigen misverstanden. Waar ik deze avond genadeloos mee geconfronteerd
werd. Sommige waren onschuldig. Kan iedereen gebeuren. Maar vele hebben me ernstig verontrust. Voortijdige
aftakeling. Mooier kan ik het niet maken.
Het begon onschuldig. Ik dacht dat Koen had laten weten dat
hij er zou zijn vanavond. We wisten toch allemaal dat de externe wedstrijd
tegen Purmerend wellicht de laatste kans zou zijn om degradatie te ontlopen.
Hier moest een ernstig misverstand achter schuilgaan. Er was al eens eerder een
tragedie met iemand die in de kou vergeefs had staan wachten tot hij opgehaald
zou worden. Ook nu verkeerde afspraak?
Toen ik om 20.35 binnenstapte bleek Gerrit al een stuk
achter te staan, en al een zet of 20 op zijn formulier te hebben. Hier moest
ook van een misverstand sprake zijn: Gerrit moest plotseling invallen, en dacht
natuurlijk dat het een avondje rapid was. Maar dan nog. Ik vond Gerrit altijd een
tegenstander die lastig te verslaan was, tegen wie ik nooit verloor maar naar
mijn idee niet vaak genoeg won. Maar de knaap tegenover hem had kennelijk weinig
last van een soortgelijk misverstand. Hoe het allemaal precies ging kon ik niet
achterhalen omdat ik geen foutloze notatie had. Ik denk niet dat Gerrit dat
heel erg zal vinden.
Direct nadat ik was binnengeschreden, keek ik rond hoeveel
bekende Purmerenders ik kon waarnemen. Ik herkende alleen Kees Kerkdijk. Later
zag ik ook Ton de Veij. Wat was er nu opnieuw aanwezig van dat team Purmerend 2
dat ons zo verschrikkelijk toetakelde in 2017 (6,5-1,5).
Hadden ze nu nog sterkere spelers gestuurd, omdat ook voor hen degradatie
in het verschiet ligt? Dat verwachtte ik eigenlijk wel. Maar nee, misverstand, want
daar zie ik twee heel jonge gozertjes zitten. Eén herken ik nog van de
wedstrijd van vorig jaar toen wij het kinderteam van Purmerend 7 met 6-0 belangeloos
bijles gaven. Hadden ze nu dus een zwakker team gestuurd? Nee, dat blijkt een
misverstand. Die knapen schijnen in één jaar een ongelofelijke progressie te
hebben getoond. Ze horen nu gewoon echt in Purmerend N1. Ik was
er intussen toch van overtuigd dat we het
vanavond weer niet gingen redden. Maar ook die veronderstelling van mij bleek verkeerd.
Maar daarover later meer.
Als u ook dit keer weer rekent op een uitgebreid verslag,
met beeldspraak (over sprookjes of zo) dan hebt u het mis. Ik heb dit keer niet
zoveel tijd. Mijn echtgenote heeft me opgedragen een ingestorte schutting te
gaan vervangen, en dat moet deze week af zijn. En als zij dat zegt dan moet
dat. Daarover kan absoluut geen misverstand bestaan.
Jos (zwart)speelde weer zo’n uniek openingetje.
Ik zag het aan en dacht dat het hem dit keer nu eens echt niet zou gaan lukken om de schaduwzijden van zijn
originaliteit weg te poetsen dankzij beoogde verwarring bij zijn superjeugdige
tegenstander. Die echter niet zichtbaar werd.
Ik zag al spoedig een stelling waar ik zelf behoorlijk nerveus van zou worden. Toen ik mijn pessimisme aangaande twee vijandelijke pionnen in een nog niet erg ontwikkelde stelling even ventileerde, antwoordde Jos achteloos : ”Ach het heeft voor-en nadelen.” Tot mijn verbazing accepteerde Romayn Brandsma na zet 15 remise.
Daarna zaten Pieter Hopman, Romayn en Jos in een hoekje nog lang te analyseren. Ik hoorde later dat ook Hopman (vanavond natuurlijk verreweg de sterkste schaker in ons schaakcafeetje) vond dat de stelling best wel remise-achtig was. Dat had ik dus ook wel even helemaal verkeerd! En eigenlijk begrijp ik het nog steeds niet echt. Maar zelfs Prof Dr Ir K. is het wel zo’n beetje met ze eens.
Ron was als vaker niet echt tevreden met zijn aanpak. ‘Ik zelf was hele week ziek geweest en deed het verkeerd. Beter eerst Pc3 en dan zelfde plan met c5. Nu kon hij dus tussendoor op b1 nemen (!) (ES: en daarna a6 spelen) en had ik niets meer. Ik kom nooit meer tot b5. Goed gezien door mijn sympathieke tegenstander Rob. Daarom snel remise aangeboden.’
Prof Dr Ir K vindt echter de stelling voor wit nog steeds
niet slecht. Pas na zet 16
begint hij zelf ook echt over remise te denken. Na het gespeelde 16. e4? Wat mij een volstrekt logische zet lijkt. Wit heeft een loperpaar, dat echter in de gesloten stelling weinig kan uitrichten, dus opengooien dat centrum. Helaas, dat is een misverstand. K. ziet er voor wit niks leuks meer in na het gespeelde 16. … dxe4 17. Pxe4 Pxe4. en geeft de voorkeur aan bijv. eerst 16. f3. Dus remise is nu na 16. e4 wel logisch omdat Ron daardoor ook verder even aan zijn genezing kan werken. Zelf zou ik het idee hebben dat we na 16. e4 pas echt waren begonnen. Maar ja, ik heb het vanavond voortdurend ernstig mis.
BertK.2 (wit)speelde een rustige en gedegen opzet
tegen een soort Pirc ( vreemd genoeg zonder fianchetto van de zwarte
koningsloper, maar toch met de daarvan bekende snelle actie met c6 en b5 en a5
). Bij zet 18 stokte me de adem even. Had hij iets over het hoofd gezien?
Dat leek me even lastig. Er dreigt 19. … e4 en als je om dat te
voorkomen op e5 slaat dan krijg je Lxg2 en god weet wat daar dan weer voor
ellende uit voortkomt na bijv. Lxh3. Doch net als tegen Castricum bleek Bert2
het weer beter bekeken te hebben dan uw nepmeester. (Sorry, vergissing, ik
bedoel wepmeester.) Die zich daar niet diep voor hoeft schamen, want die
schaakt op zo’n avond een beetje simultaan, aan 8 borden. Maar toch …. Mijn zoveelste vergissing vanavond! Na het gespeelde 19.Pxe5 Pxe5 20.Dxe5 Lxg2? 21.Tfe1
Tfe8? staat wit zelfs bijna gewonnen volgens
K. (En 19. Ta5! kon ook, waarna pion b5
instaat, en is zelfs nog iets sterker :
19. …. e4? (19…Lc6
20.Pxe5) 20. Lxb5 en na exf3? staat
de loper op e7 in!
Wit speelt 22. Dg3. Ik zag wel dat de ergste donderwolken nu waren overgedreven, maar toch vertrouwde ik het nog niet. Ten onrechte! Het blijkt voldoende te zijn voor remise. Dat heeft BertK2 dus allemaal weer goed gezien. Wat hij niet zag, maar dat was wel onmetelijk diep, is dat een supergrootmeester hier had kunnen winnen:
22.Lc3!
aaanvaaallluuuuh f6 23.Dh5!!
a. 23. ….g6 24.Lxg6 hxg6 25.Dxg6+ Kh8 26.Te5!!! fxe5? 27.Lxe5 en mat in 2
b. 23… Kf8 24.Dxh7 Lh1 25.Te4 blokkeert de
samenwerking tussen zwarte dame en loper
c..23…. h6 24.Dg6 Lc6 25.Dh7+ Kf8
26.Lg6;
d. 23…. Lh1 24.Dxh7+ Kf8 25.Te4 blokkeert de samenwerking tussen zwarte dame
en loper.
e. 23…. Lf3 24.Dxh7+ Kf8 25.Te3!! Ld6
26.Lg6 Txe3 27.fxe3 en na Dh8+ en Dxg7
stort zwart in
Maar na 22. Dg3 ging het aldus
verder 22…Ld5 23.Te5
Hoofdschuddend liep Ron rond: ’23.
Te5??? Waardeloos. Nu volgt gewoon 23.
… Lf6 ’
….. Lf6 24.Txe8+ maar dat dit ook remise kon bewerkstelligen, ook dat zag Bert beter. (24.Lc3! was nog iets beter geweest.) Bert had in een mail beloofd dat hij vanavond zou winnen. Remise, jammer, maar hij zat behoorlijk in de buurt.
Een mooie partij!
Deze vier partijen waren het eerste uit. En we stonden nog steeds achter. Dat was eigenlijk niet de bedoeling.
Over Paul maakte ik me een poosje ongerust. Het zal u nu niet meer
verbazen dat later bleek dat dat ten onrechte was. Hij moest een KoningsIndiër
bestrijden en deed dat zonder al te veel kennis van zaken, en een beetje slapjes. En stond dus rond zet 15 al niet erg lekker
meer.
Wit staat een beetje gedrongen. Zwart heeft een loperpaar met ruimte. Een lastige stevige vrijpion op d4 (na c5).Het paard, dat naar a2 moest vluchten, wat je ook niet voor je genoegen doet, maakt hierna van de nood een deugd en gaat via c1 naar d3. Herinnert u zich mijn webverhaaltjes over “Mein system” van Nimzowitsch? Ik denk dat Paul zich daarvan iets herinnerde. Van het paard dat op het veld ervoor de vrijpion moest blokkeren. Nimzo zou alleen daarom al Paul’s witte stelling nu superieur vinden. Maar die had wel vaker zulke misverstanden. Zwart staat echt nog steeds beter, maar het wordt nu wel veel lastiger om een goed plan te vinden om dat aan te tonen. Paul begint aan een koele, taaie verdediging. Hij krijgt loon naar werken bij zet 29.
Zwart kan wat voordeel houden als hij zelf de dames ruilt. Bijv. 29…Dxd5 30.cxd5 Tad8 31.d6 f6 32.exf6 Txe1+ 33.Txe1 c4
Rob Hahlen heeft vast wel
in de gaten dat het met die rots in de branding op d3 niet zo eenvoudig gaat
worden, en hij vreest de centrumpionnen op d5 en e5 als hij zelf de dames
ruilt. Hij laat de eer aan Paul: Tad8?
30.Dxe6 Txe6, hoopt druk op de e5
pion te kunnen gaan ontwikkelen, maar heeft na 31.f4 eigenlijk helemaal niets meer.
De zwarte loper doet niet veel. Het witte paard staat daar als een bewijs voor Nimzo’s theorieën: Hij dekt f4, hij dekt e1 (na eventueel f7-f6), hij dekt e5 en is onaantastbaar daar op d3. (Want na b6-b5 offeren en dan c5-c4 zal het middel wel erger dan de kwaal blijken)
Rob Hahlen krijgt geen kans meer.
Paul schuift vrij eenvoudig maar secuur naar remise. Weer goede partij. Maar
dat zijn we nu al weer een poosje gewend van Paul.
Maar nog steeds geen enkele partij gewonnen en nog steeds staan we achter. (2-3) Maar ik krijg toch wat hoop. Een gelijkspel is misschien ook wel genoeg voor ons. En ik denk op dit moment dat Bert goed staat, Martin ook, en Frank zeker niet slechter.
Bert K1 speelt zijn Siciliaantje geduldig en precies. Bij zet 13 mist hij
de sterkste voorzetting (…. Lxb2) , en
kiest een wat mindere, die wel leven in de brouwerij kan brengen.
13. …. f5 Kerkdijk staat wat minder, maar speelt veel sterke zetten, en blijft tegen Bert’s agressie lang overeind. Na zet 20 dreigt de witte stelling toch in te storten.
Hier mist Bert o.a. de voortzetting Dc5+ (of Db6+) gevolgd door Pe3. Dan was het wel bekeken geweest. Een zet later krijgt zwart nog een kans op groter voordeel. Ook gemist. Toch bleef ik erop vertrouwen dat Bert1 ging winnen. Ik ging vooral bij Martin kijken, want die stond ineens echt prachtig. Toen ik weer terug kwam stond Bert in het eindspel 2 pionnen voor. Ik keek niet erg goed. Ik hoorde Kees remise aanbieden. En ik reageerde hardop “Nee toch, schurk! “ (of zoiets) Ik dacht dat het een bluf-aanbod was. Misverstand1. Kees moest er smakelijk om lachen!
Ik dacht dat dat was omdat hij gezellig de boel probeerde in de maling te nemen. Misverstand2. Ik denk na raadpleging van K. dat de stelling inderdaad remise was en dat Kees dat wist en lekker blij lachte omdat hij zich zo mooi uit een slechte stelling had gered. Kortom, ik zat er weer voortdurend goed naast. Het ging pas een beetje tot me doordringen na het volgende latere gesprekje: Ik: “Bert, we zijn safe, nu jij gewonnen hebt! “ Bert: “Ik heb niet gewonnen, het werd remise.” Ik : “Huuuuh???? “
Dus, we staan nog steeds achter. Toch heb ik nog wat hoop. Want Frank staat gelijk – denk ik – en Martin …… !! Ik fluister hem in de wandelgangen toe: ‘Dit moet je kunnen winnen!’ Hij haalt zijn schouders op. Ik wilde hem moed inspreken, maar het is natuurlijk een stomme opmerking van me. Zoiets maakt de druk alleen maar groter, wat alleen maar ongunstig kan zijn. En onnodig, Martin weet natuurlijk best hoe belangrijk zijn partij is geworden.
Een van de twee moet winnen. Dan spelen we in ieder geval gelijk, en dat
kan net voldoende zijn. En dan volgt voor mij een grote verrassing bij Frank.
Ik dacht dat hij de hele avond heel degelijk speelde, de hele partij gelijk
stond, en rekende een beetje op remise. Toen ik later thuis de partij in mijn
schaakprogramma had gezet, bleek dat ik het een beetje mis had. Komt
tegenwoordig wel eens vaker voor.
Volgens de veel deskundiger K. verwerft Frank In een Grand Prix
Attack langzaam wat voordeel. Dat houdt hij knap vast! Voordeel dat rond zet 24
zelfs even oploopt tot 1.40 ! Daarna
wordt het even iets minder, maar nog steeds aanzienlijk. Even keek ik niet
meer, want hij stond wel stevig, maar ik zag zo gauw geen aanknopingspunten, dus
dat ging wel remise worden. En richtte mijn aandacht op de partij van Martin. Daar
zal het wel van moeten komen. En daardoor miste ik de kers op de taart. Ineens
zie ik dat Frank een toren geofferd heeft en daardoor zijn tegenstander voor
een onoplosbaar probleem gezet heeft. Die gaat mat! Tjonge! Heeft die
tegenstander zeker een akelige blunder gemaakt. Mispoes! Had ik even helemaal verkeerd ingeschat. “Jij hebt een sterke partij gespeeld” zeg ik
hem na afloop. “Hij trekt een
bedenkelijk gezicht. “Ik kon me niet
goed concentreren vanavond.” “Zeker mijn schuld?” “Onder andere!” Dankuwelalstublieft. Pas thuis ontdek ik dat het
van Frank een volledig foutloze partij was, dat hij zijn kleine voordeel mooi
uitgebouwd heeft en tenslotte met een mooi offer afgerond! Wat zou het geworden zijn als hij zich wel
had kunnen concentreren?
Wit staat mooi. Zwart kan nog wat spartelen met 34. …. Te5 Maar hij ziet het gevaar totaal niet, speelt het verleidelijke 34. …. Txg3?En dat blijkt dus mat in 4 ! Het is nogal geforceerd en dus wel te vinden, maar wel een beetje onverwacht, en je moet het dus maar wel even doen Als je weet dat inmiddels alle ogen zijn gericht op Kwatta! En Frank doet het! Hij zal het al bij zet 34 Tde1 hebben zien aankomen.
35. Txa7+ !! 35. …. Kxa7 36. Da5 + en mat in 2 volgt. Met assistentie van die andere toren via e7.
Zo, nu staan we eindelijk gelijk en als Martin nu zou winnen …. ???
Martin werd in zijn zwarte Siciliaan geconfronteerd met ook al
een Grand Prix Attack. Hij doet het goed tot zet 13. Hij neemt met een
ondernemend 13. … f5 wat te veel risico. Bij zet 15. begon ik een
beetje te vrezen.
Nu ziet 15. g5! er als een logische zet uit. Ik dacht dat zwart het dan moeilijk gaat krijgen. Maar wit speelt 15. Ph4? Ik zag direct dat zwart nu met ruilacties wat kou uit de lucht kan halen. Als hij dat nu maar doet! Ja hoor dat doet hij. Als wit het daarna weer niet op zijn allersterkst speelt, krijgt zwart langzaam wat voordeel. Dat wordt keurig uitgebouwd tot een echt voordeel. Zwart wint een pion. Wit lijkt een beetje aangeslagen, want daarna komt er niet veel vernuftigs meer uit. (Dat is er misschien ook niet.) Zwart wint nog een pion. Maar die gaat later weer verloren. Maar wit is zwaar in problemen, en probeert met een stukoffer nog wat spel te krijgen. Ik sta erbij en kijk ernaar. Dat kan ook niet goed zijn!! Maar ja, toch spannend!
30. Pxd6 Pxd6 31. dxc5 Kan die vrijpion op c5 nog wat? Pf5 32. Lxb4
Ik vind het wel knap dat wit in zijn wanhoop toch nog wel bereikt heeft dat er voor zwart nog wel iets te denken overblijft.
32. ….. Pxh4
33. Kh2? Pf5 34.Lc3 Te8 35. Te1
En hier openbaarde zich bij uw nepmeester weer eens een misverstand. Ik dacht: laat die boel op de koningsvleugel lekker staan, dat staat daar goed, en dat komt later wel, en richt even je aandacht op de damevleugel. Ron schreef in zijn gebruikelijke mail achteraf: ”Al maakte Martin het zich onnodig moeilijk. Laat paard op f5 staan en pion op g4 (zodat die niet verloren kan gaan, nu kon wit nog stormen met zijn pionnen op damevleugel, deed hij gelukkig niet en dan g2 winnen) Dus loop met koning naar damevleugel en maak eerst die dreiging daar onschadelijk. Simpel toch? Zwart blijft gebonden aan andere kant door dubbele vrijpion.” Zwart speelde hier namellijk 35. g3+. En wij dachten: als dat maar goed gaat. Gelukkig was dit dus niet alleen mijn misverstand, maar ook een van Ron. Martin mailde me: ‘Bedankt voor de complimenten. In zo’n gewonnen eindspel is het vooral belangrijk dat je een variant speelt waarvan je weet dat hij winnend is. En het liefst zo gemakkelijk mogelijk.’ ‘Ik was er van overtuigd dat dit zou winnen, dus of het sneller en beter kon is misschien voer voor betere schakers dan ik.’ En Prof Dr Ir K. geeft hem gelijk. Ook al gaat de g-pion verloren overal blijft het programma hem groot voordeel aangeven. Het duurt zo misschien wat langer, maar is inderdaad misschien eenvoudiger. Ik zag kennelijk wolven en beren. (Bijv. dat Martin zou verzeilen in een eindspel K+P+L tegen K. Ik kon het ooit winnen, maar ben al lang vergeten hoe precies. Ik denk trouwens dat weinigen van onze club dat klusje kunnen klaren.)
Hulde voor Martin. Wie is de man of the match? Frank of Martin. Beiden geweldig gespeeld. Ik vind Martin. Want die heeft nog langer in spanning gezeten, moest nog meer problemen oplossen, en stond als laatste speler onder nog grotere druk.
Zo werd het toch nog winst met 4,5 –
3,5. Dat konden we gebruiken.
En nog steeds geldt voor Purmerend
inderdaad Kerkdijks uitspraak op hun website: Net als Aris de Heer hebben we
een sterk team maar het lukt steeds net niet.
Jammer voor Purmerend, want het zijn
aardige, sportieve tegenstanders.
Ron:
‘Wat een narrow escape. Zag er lang niet zo uit. Hulde aan Frank
en Martin.’
Mocht u overwegen om na dit verslag van uw nepmeester over zijn talloze
misverstanden overwegen een andere verslaggever te zoeken dan heb ik daar veel
begrip voor.
O ja, bijna vergeten, de rest van de club speelde geen interne, maar
brak zich in broederlijke gezamenlijke inspanning de hoofden over een akelig
schaakprobleem. Dat onopgelost bleef. Ik kon het ook niet vinden. Hoor graag
hoe het nu eigenlijk zit.