Ik
doel op de thuiswedstrijd tegen sc-Castricum N2. Nee, ik bedoel even niet dat er
verschrikkelijke of smerige of akelige dingen gebeurden, en ook niet dat de
veestapel gehalveerd moet worden wegens CO-uitstoot, of de varkensvleescomsumptie
moet worden gehalveerd om die vreselijke dieronvriendelijke varkensfokkerijfabrieken
een halt toe te roepen. Moet wel natuurlijk, maar daar gaat het even niet om.
Nee, ik bedoel dat die maandagavond 7 oktober er zo verschrikkelijk gezwijnd
werd. Heel soms door hen, maar meestal door ons.
In
een vorig wedstrijdverslag over een ontmoeting met Castricum schreef ik dat ik
eigenlijk niks heb met die plaats, maar wel met de mooie omgeving ervan. Ik had
ook geen mooie herinneringen aan hun schaakclub. In onze archieven heb ik een zwaar bevochten gelijkspel van ons team gevonden,
maar meestal ontluisterende nederlagen.
Maar
na 7 oktober 2019 is er ineens wel één een beetje leuke herinnering. Wegens die
zwijnerij. Waar we niet echt trots op kunnen zijn. Maar wat misschien wel heel
belangrijk zal blijken voor onze toekomst.
Oh
wat zag het er lang belabberd uit.
Eerst
maar even een globaal overzicht om u de spanning te laten meebeleven. En daarna
nog wat diagrammen van highlights.
Gerrit stond al snel 2 pionnen
achter.
Ab dacht weer in een
vluggertjestoernooi te zitten en zag kans met zijn Formule1- snelheid vanuit
een redelijke stelling in een verloren eindspel te geraken. Dat was dus vast en
zeker al heel vroeg 0-2. Jos zag
weer kans met zwart met een obscure variant voordeel te verwerven. En in een
prenataal stadium remise aan te bieden vanuit een intussen (met zwart!) wat
betere stellingl Na zet 13! Het had nog zo mooi kunnen worden! Maar goed,
hij zat aan het eerste bord en was vanmorgen al om 5 uur op. om naar Arnhem te
vertrekken, en moest ook nog heen en weer vandaag, dus sterk vermoeid, en
misschien was het dus toch wel verstandig. Maar goed, na 3 partijen in een half
uur theoretisch al met 0,5-2,5 achter staan is niet hoopgevend.
Intussen
begon het ook al duidelijk te worden dat Bert’s
stelling er wat moeizaam begon uit te zien.
Gelukkig
was het nog wel een beetje leuk om naar de borden van Paul en Ron te kijken.
Paul kreeg een Pirc-verdediging te bestrijden. Daar weet hij niet heel veel
van (waarvan wel eigenlijk?) maar hij deed het redelijk. En zoetjes aan
leek hij wel wat initiatief te ontwikkelen
in de vorm van wat aanvalsdreiginkjes. Ron was ook bezig tegen iets Pirc-erigs,
maar het was duidelijk dat die wel wist wat hij deed. Met een heel vroeg f2-f4!
Zelf speel(de) ik dat ook maar het liefst tegen Pirc of KoningIndisch. Aan die borden dus geen ellende. Bij Martin en Bert K. II was alles nog onduidelijk.
Ik
ging me maar een half uurtje verpozen met mijn tablet.
Daarna
leerde een nieuwe rondje kijkbegerigheid me :
Ab zat een poos goed te
spelen, begon in het eindspel te knoeien, verloor nog een pion, en toen niemand
meer een stuiver over had voor zijn
stelling, ging Ab over tot een
wanhoopsoffensiefje, offerde nog een pion, om zelf ook een vrijpionnetje te
creëren, en warempel toen verknoeide zijn tegenstander op zijn beurt de
winst. Daarna stond ineens Ab op winst.
K+ D tegen K+ L + tot de 3e rij opgemarcheerde vrijpion. Die had Ab
m.i. van promotie kunnen afhouden, met wat
moeite. Maar Ab scheurde alsmaar jolig de bochten om en raakte van de weg af. Paul Harmse mocht van hem toch zijn
pionneke promoveren. En zo kwam Ab zelfs achter te staan met een curieuze
stelling: wit: K+ D tegen zwart: K+D+L. En toen besloten ze maar tot remise.
Terecht, want (m.i.) is dat dan voor zwart echt niet te winnen. Zo’n uitslag
was in ieder geval stukken beter dan we vroeg in de avond hadden verwacht. Wat
een toestanden allemaal. In 54 zetten van beiden in totaal een klein uurtje. Ik
had graag wat kritieke stellingen van dat eindspel op de site gezet, tot
leeringhe ende vermaeck, maar helaas ging het met Ab’s notatie ergens mis, en
ik kon het zelf niet meer foutloos reconstrueren. Als ik weer eens meer tijd
heb zal ik er nog eens wat op puzzelen.
Maar Gerrit ging inderdaad al vroeg in de
avond als voorspeld aan de vroeg opgelopen averij tenonder. Die hoopte
natuurlijk nog wat reddende listen te kunnen bedenken in de fase van het spel
waarin hij het sterkst is, maar dat ging niet door. Zijn tegenstander Nico
Kemp (175 elopunten minder dan Gerrit), speelde het eindspel uiterst
secuur en foutloos. Hij nam geen enkel risico. Hij zette zwart tenslotte ook nog
volkomen vast, met zo’n stelling waarin die geen vin meer kan verroeren. Doet
hij dat wel dan is hij die vin ook gelijk kwijt. Gerrit realiseerde zich dat
een nog grotere achterstand dan 2 pionnen zelfs hem geen perspectief op redding
meer bood, en gaf op.
Ron speelde ook heel secuur.
Hij had intussen een fraaie aanvalsstelling opgebouwd. Ik begon wel een beetje
te vrezen voor zijn klok. Maar gelukkig voor hem tikte die van Hans Leeuwerik ook steeds sneller door.
Logisch, want de druk op diens stelling werd zijns inziens zo groot , dat hij
maar besloot tot een dameoffer tegen Toren en Loper. (Gek genoeg was dat op dat
moment juist even niet echt nodig.) Maar dit offer zou zijn ondergang gaan
worden. Dachten we allemaal. Dat varkentje ging Ron wel even wassen.
Bij
Paul werd het ineens heel spannend.
Zijn aanvalsdreiginkjes waren veranderd in verschrikkelijke dreigingen en Wim Pool vond dat hij genoodzaakt was zijn
koningsstelling verder te verzwakken, waarna ik
watertandend begon uit te zien naar een in de lucht hangend paardoffer.
Als Paul dat nu maar zag! Of moest hij eerst een pion slaan en dat offer nog
even in de koeling houden? Maar kon zwart dan misschien nog maatregelen
treffen. Ik dacht van niet. Ja dat even uitstellen was misschien nog beter. Nou
ja, even geduld. Paul zou wel goed
uitrekenen in welke volgorde de karbonaadjes op de grill moesten worden gelegd.
Na enig nadenken dacht Paul kennelijk dat gelijk dat paardoffer tegen 2 pionnen
goed genoeg moest zijn. De zwarte koningsstelling leek dan gatenkaas, en als dat
ging tegenvallen waren die twee pionnen er ook nog. Ik zag ook pas na het offer
dat het effect van direct Pxg5 inderdaad ging tegenvallen. Zo slecht stond die zwarte
Koning nou ook weer niet! Ook Paul’s gezicht begon te betrekken. Als hij een
laatste de koning beschermende pion ging opruimen kon zwart zijn dame geven
tegen 2 torens, en nog steeds zonder direct winnende mogelijkheden voor wit.
Dat was pech! Pool leek hier toch nog goed weg te komen. Hij zwijnde. Nou ja,
een beetje, want ik denk wel dat hij vantevoren had bekeken dat wit het wel
goed moest doen en niet zoals het nu ging, want dat hij er anders toch nog goed
mee weg kwam! En ik zag even later dat hij nu zelfs beter stond. Ging Paul dat
nu nog verliezen? Dat zou wel enorm vervelend zijn voor het team. Die Dame van
hem werd voortdurend door die Torens belaagd.
Maar die wist wel steeds nog een plekje te vinden. En zwart zag kennelijk
niet hoe zijn volgens prof.dr. ir K. betere
spelletje nu nog te winnen. Dat zou minstens nog heel veel tijd kosten en dat
had hij niet meer. Dus remise. Paul keek opgelucht. Maar toch jammer. Hij was
wel heel erg dicht bij de winst.
En
ja hoor, alweer een nederlaag tegen die Castricumse slagers leek in aantocht.
Gemiddeld 80 elopunten lager dan wij, maar op het beslissende moment zetten ze
er absoluut vakkundig het hak mes in.
Ron stond gewonnen, maar werd
waarschijnlijk toch nerveus, kreeg wat haast, wat net even te ‘voorzichtig’ na zijn prachtige
precieze partij, zag wellicht wolven en beren op de weg, en kon de winnende
voortzetting(en?) niet vinden. En de klok begon te dreigen. Hij had het bij zet
37 er helemaal mee gehad, en waarschijnlijk ook met zichzelf, en accepteerde in
nog steeds veel betere stelling maar remise.
Nou
dat ging dus weer een afgang worden.
Stand nu 2-3.
En
op de resterende borden was het ook niet erg smakelijk : Bert z’n schnitzeltje bleef ongaar, Bert
Keizer z’n kluif bleef een hele kluif, en Martin zijn schijnbaar smakelijke
varkenshaasje begon zelfs ineens een beetje bedorven te rieken. Brrrrr !
Maar
hierna begon dan ineens ons grote zwijnen!
Eerst
bij Bert, die dankzij een misser van
zijn tegenstander op de 34e zet eindelijk even uit de narigheid
raakte en ineens wat beter kwam te staan, waar de tot hier sterk spelende Egbert Kooiman een beetje door van slag
scheen te raken. Want in een iets mindere
stelling waarin nog wel te vechten was, sloeg hij op de 37e zet de
plank mis en gaf op de 38e
zet zelfs een toren weg.
Daarna
was Hemmo Dekkers, de tegenstander van
Bert Keizer, zo vriendelijk, na zijn zeer vakkundige
koningsaanval, in een totaal gewonnen stelling, zijn dame weg te geven.
En
tenslotte werd Martin, na een potje met de rug tegen de muur en later zelfs vanuit
een compleet verloren stelling waar zijn tegenstander Han Duinker gelukkig te weinig van profiteerde, in een nog steeds
iets mindere stelling ook verblijd met de dame
die zijn tegenstander pardoes weggaf.
En
zo won ons clubje onverdiend met 5-3 van Castricum. Vooral omdat die charcutiers
dit keer veel te oneerbiedig omgingen met hun vrouwelijk personeel.
Nu
maar wat voorbeelden van zwijnerijen wederzijds, maar vooral van ons:
Zwijnerij
van hen: Ron laat de directe winst
liggen:
‘Ik heb inderdaad niet geslapen. Zelden heb ik
zo’n fraaie aanvalspartij opgezet. Zijn stukken werkten niet samen. Als ik
gewoon Lg5 (!) doe of Tg2 (‘s nachts uit mijn hoofd) i.p.v. het verleidelijke
f5 heeft hij tegen f5 dan geen enkele verdediging meer! Dit maakt dat ik met
wedstrijdschaak wil stoppen, ook omdat ik later in tijdnood nog Ph5 mis.’
Zwijnerij
van hen :Paul laat goede kans op de
winst liggen:
Zwijnerij van ons: Bert
Grote zwijnerij van ons: Martin:
De
grootste zwijnerij van ons: Bert Keizer
Nu
nog enkele gewoon interessante (voor mij) stellingen:
Eerst
de slotstelling van Ron. Op gevaar
af dat hij zijn dreigement te stoppen met schaken dan echt gaat realiseren.
Hoewel …. Hopelijk voor ons is hij nu
weer wat uitgerust en wat reëler. Grootmeesterlijk is het nog steeds niet
steeds, maar een Elo van 1905 is toch echt niet gek voor een amateur.
Uit de partij van Martin zijn allerlei mooie, ingewikkelde
stellingen te destilleren.
Ik pak maar wat:
Uit
de partij van BertKeizer
Je
ziet zo’n aanval komen aanstormen en je weet dat het heel nauwkeurig schaken
gaat worden als je dat wilt overleven. Ik zag hoe Bert dat ging proberen en het
leek me wel vernuftig. Maar achteraf was het dat toch niet zo.
Dat was het dan weer. Vorig jaar wonnen we ook onze eerste partij , maar zagen toch kans zwaar in de degradatie-zone te geraken. Dit jaar maar beter!?
Na het voltooien van het rapidtoernooi werd
het tijd om aan een nieuwe , echte competitie te beginnen. We misten van de
toppers alleen Paul, die had aangegeven dat hij geacht werd deze avond naast
zijn ehtgenote op de bank te moeten zitten. Tja. Dat zijn natuurlijk redenen
die gerespecteerd dienen te worden. Gevolg was wel dat hij nu door ons wel erg gemist
werd.
Eigenlijk waren er nu maar twee borden waar echte
kruitdamp van omhoog cirkelde.
En o ja, één bord zonder erg veel kruitdamp,
maar waar een hoogst ongebruikelijke en toch wel interessante opening op
verscheen, waar later het spelverloop wat grilligheid vertoonde. Doch waar
uiteindelijk gelukkig de schaker die duidelijk wat verder vooruit kon denken en
het meest geconcentreerd speelde toch wist te winnen.
En dan was er nog een bord waar ik niks mee
kon omdat de daders het verloop niet hadden genoteerd en het eigenlijk al
afgelopen was toen ik mijn rugzak had uitgepakt. Zo’n uitslag dient mijns
inziens door de wedstrijdleider ongeldig te worden verklaard. Maar ja, die was
er dus niet.
Eerst maar die ongebruikelijke maar -naar ik nu pas ontdekte- toch wel interessante opening.
Van Peter-Matthijs.
d4 Pc6
???? Wat is dat voor gekkigheid!?
Het lijkt een beetje op een ook niet
ijzersterke, maar toch wel echte oeroude opening met flink veel theorie, de Aljechin-verdediging
(1. e4 Pf6) maar dan in spiegelbeeld. U begrijpt echter
dat die Aljechin-opening met zo’n naam toch nog wel ergens op moet lijken. Maar deze Matthijs-creatie?? Al op de eerste
zet op tempoverlies aansturen?
Als je zoekt naar een officiële naam voor dit
geval (dat ik van plan was regelrecht naar de vergetelheid te schrijven als
zijnde onzin) ontdek je dat
1. Het toch best wel bestaat.
2. Er minstens vier namen voor in omloop zijn.
(Damepaard-verdediging, Nimzowitsch damepion – verdediging , ( dit om het te
onderscheiden van de de ‘gewonere’ Nimzowitsch-verdediging na 1. e4 (!)
Pc6, Bogoljubow-Mikenas-verdediging ,
en na 1. … Pc6 2 d5 de ‘Bozo-Indische’
verdediging. Ik stel voor om het maar gewoon de Matthijs-verdediging te gaan
noemen. Gemakkelijker te onthouden.)
3. In mijn database staan 3000 (!!) partijen
met zulks. Zoveel nog? Tjonge!
4. Er zijn overgangen gebruikelijk naar enkele wat meer gerespecteerde openingen.
5. Nee, het is geen goede opening. Maar ook
weer niet zo slecht als ik dacht.
Ik wed dat zelfs de beste schakers van AdH nog
nooit zoiets voor hun neus kregen. En zij dus ook nu al zouden moeten beginnen
met nadenken. En dat is dan gelijk de
kracht ervan. Je haalt je tegenspeler direct uit zijn tradities!
Het meest voor de hand ligt nu natuurlijk
2. d5
Wat als volgt verder zou kunnen gaan:
Diagram
(Matthijsopening1)
Maar
dat vond Peter te veel voor de hand liggend. Logisch, je denkt dan aan iets dat
voorbereid is door je tegenstander. En daar hoef je niet zomaar belangeloos aan
mee te werken. Peter verkiest 2. Pf3 En dat is de zet die 60 % van die 3000 andere
witspelers ook speelt. Terecht! En ook Matthijs speelt nu het meest
voorkomende antwoord 2. … d5 Je moet namelijk wel iets gaan
doen aan de dreiging e4. (Zo’n centrum
d4/e4 geef je niet graag in je opening kado!) Dat zou je ook kunnen proberen
met 2. …. Pf6 maar dan wordt d5 wel erg
vervelend omdat het paard niet meer naar e5 kan.
De volgens databases en computers nu beste
voortzetting zou zijn 3 c4
Met wat beter spel voor wit. Peter doet het anders 3 e3 Ook best goed.
Even
nu de eerste 8 zetten:
Matthijs valt wat te woest aan met een te vroeg opgespeelde dame en 1 paard, en dat is een te karige bezetting voor een koningsaanval. Maar Peter reageert te angstig. Zo krijgt Matthijs zelfs wat voordeel. Wat hij ineens weer verspeelt. En heel vreemd, daardoor stort zijn stelling ineens in elkaar:
Matthijs
is ervan geschrokken en komt de tegenslag niet meer te boven. Verzint er nog
wat foutjes bij. Dat Peter nogal in vorm
is de laatste weken blijkt m.i. ook uit de manier waarop hij de volgende
stelling behandelt:
Ik
sta hier bij te kijken en denk: ‘Als hij nu maar ziet dat als die zwarte koning
naar de a-lijn loopt, wit moeite zal moeten gaan doen om dat paard, dat een
tekort aan vluchtvelden heeft, te behouden, en vooral hoe dat dan mogelijk is.’
Nou dat ziet hij. Hij speelt eerst een Toren van f1 naar d1, en gaat dan met de
d-pion lopen en vervolgens met de e-pion. Zo krijgen de torens de ruimte over
de d- en de e-lijn om in actie komen en die kunnen dat paard gaan dekken en/of
een vluchtveld garanderen.
En
zo wordt het een mooie overwinning.
Een
echte rookpluim kringelde omhoog bij het bord van Frank tegen Ron. De
brand was wel weer vrij snel geblust, maar het was wel even spannend. Gelukkig
is thans de vrijwillige brandweer nog niet op instigatie van Brussel
afgeschaft, wat ze van plan zijn! Onze schakers spraken bij zet 13 af, na meer
dan twee uur diep nadenken, toen het al half elf was, en tijdnood ging dreigen,
dat het maar remise moest worden.
Natuurlijk
speelde Ron tegen 1 e4 Siciliaans. Frank haalde een oude liefde van hem uit de
mottenballen: de Grand Prix Attack.
Na 1 e4 c5 2 f4 heeft zwart twee zetten
die hun waarde hebben bewezen. En natuurlijk weet Ron dat: (2
.. e6) of
directer 2 …. d5!?
En nu wordtFrank’s 3 exd5 terecht het meest
gespeeld. ( 3 e5? Isverleidelijk, maar niet goed. Dit
geeft het zwarte koningspaard de gelegenheid om provocerend na e6 via h6 (Lg1
is versperd!) naar het mooie veld f5 te springen. Daar staat hij prachtig. Kan
niet met g4 verjaagd worden wegens Dh4+.
En later wordt dat boud voorkomen met ..
h5 . Zwart staat al wat beter.) 3 … Pf6! (Dxd5 kan ook, maar zwart brengt liever niet
zijn dame te vroeg in het spel) 4 Pc3 (Lb5!?) Pxd5
En òf Frank weet
het hier niet meer, òf hij probeert Ron te verrassen. Maar zijn zet is
eigenlijk niet goed. Ron gaat dat aantonen:
Ron
voelt aan dat hij inmiddels al flink beter staat en wil dat niet vergokken. Dit
wordt dus precizie- gereken. Hij verzinkt in zwaar gepeins. Na lang nadenken ….. mist hij de beste:
8 ….
Tb8? 8. … Pd4! heeft
hij bekeken en verworpen. Hij had zo wat voordeel kunnen vasthouden, maar het
is wel een erg ingewikkelde, diepe variant. Eigenlijk niet zo geschikt voor
gewone stervelingen.
Na 8 … Tb8? Wordt het snel allemaal duidelijker.
De kansen worden ongeveer gelijk en als Ron nog wat onduidelijks probeert,
staat eerder wit weer wat beter.
Ron
geeft dat toe na zet 13.
Goed
zo’n schuimblusser, voordat het te laat is.
Voor
Frank was er nog wel wat brandlucht te creëren, maar dat werd wel een veel te
ingewikkelde stelling voor normale mensen.
Een
andere rookpluim steeg op bij Bert (wit)
tegen Martin.
In
een geweigerd damegambiet dat door Bert erg rustig werd opgezet, ging Martin
iets te hard van stapel. Met een wat vroeg c7-c5 en een niet solide genoeg
pionoffer op b7. Hierna volgt de uitslaande brand. Martin staat met de rug
tegen de muur, Bert mist enkele keren de sterkste, Martin ook. Het is allemaal
wat te ingewikkeld. Maar vanaf zet 10 krijgt Bert echt met een pion meer zijn
geliefde rustige strategische heft in handen en na een wat te optimistische 13e
zet van zwart kan hem eigenlijk niets meer gebeuren.
En
na een foutieve 20e zet van zwart staat er ineens een voor hem
totaal verloren stelling op het bord. Ook erg ingewikkeld, maar dat karweitje
gaat Bert klaren.
Dit was ronde 1. Een ronde die diverse schakers waarschijnlijk diep in de nacht nog flink hebben beziggehouden. En wat die rookpluimen betreft: Ik denk achteraf toch dat het de rooksignalen van de inboorlingen betrof die met elkaar communiceerden : “Hoera, het nieuwe schaakseizoen is weer begonnen!!”