Er
was wel weer wat te beleven deze avond. Een wel heel erg gave partij tussen Bert en Ron. Nogal wat spannends bij Peter-Matthijs.
En redelijk goed afgeschermde aanvalspogingen van Frank tegen Gerrit, die
uiteindelijk toch het onderspit moest delven. Maar eigenlijk weer het lolligst voor het
grote publiek (Wanneer moeten ook onze
wedstrijden zonder publiek gespeeld worden?) was wat Arend op het bord zette tegen Ab.
Die uiteindelijk toch aan het langste eind trok.
Bij
Bert-Ron was er bij zet 1 al iets te
beleven! Ron speelde Hollands! Kan natuurlijk aan mijn langzaam aftakelende
geheugen liggen (dat is ook niet meer wat het nooit geweest is) , maar ik
herinner me niet dat eerder van hem bij ons gezien te hebben. 1 d4 f5! Het vreemde van die opening is dat die
totaal in onbruik is geraakt bij de grote schakers, maar dat ik nog nooit een
witte aanpak heb gezien, waar zwart echt van wakker moet liggen. Het aardigst voor de eenvoudige amateur is
natuurlijk het Staunton- gambiet.( 1. d4
f5 2. e4!? ) Daar heb ik me vroeger wel
van bediend, omdat daar niet al te veel theorie aan vast zat en je daarbij
tenminste met wit gelijk de teugels in
handen neemt en zwart dan niet meer kan
kiezen uit heel veel mogelijkheden, waar je dan ook weer van alles van moest
weten. De Leningrader (met g6 en Lg7) de Stonewall (c6,d5,e6,f5), , het klassieke Hollands ( met
e6 en d6) , de Antoshin-variant (met c6, Dc7,
en e5) en wat er in vredesnaam allemaal nog meer mogelijk is. Zelf heb ik ook wel eens Hollands geprobeerd.
Me destijds alleen maar verdiept in de
Leningrader (omdat het een beetje lijkt
op KoningsIndisch) , en een korte tijd in de Antosjin- variant. Erg succesvol
was ik er niet mee, en mijn laatste poging ermee was tegen Martin’s 1 c4, en toen werd ik ermee door Martin
afgedroogd. (Een situatie die toen nog niet erg normaal was.) Ik had er gelijk
genoeg van.
Misschien
vergis ik me nogmaals, als ik me meen te herinneren dat Bert toen hij nog heel
jong was zelf veel Hollands speelde.
Maar
als dat zo was wist hij niet meer wat de moeilijkste varianten zijn voor zwart
want zijn 3. Pc3 is niet slecht,
maar belooft geen voordeel.
Ron: ‘Dus toen Bert zijn paard naar c3 speelde en de c-pion blokkeerde,
wist ik het gelijk.’
Met bewondering stel ik vast hoe sterk die twee zitten te schaken. Er wordt wederzijds diepzinnig gemanoevreerd, maar het evenwicht wordt lang niet verbroken.
Er
gaat iets gebeuren rond zet 18.
18 …….
g5! 19. Lh5 Pxh5 20. Pxh5
g4!
‘Ik speelde eerst a6, wilde zetten als Pb5 en alsnog c4 voorkomen.
Toen hij vervolgens zijn loper tegen mijn paard gaf, voelde ik mij in mijn
element. Volgens mij heb ik hem daarna geleidelijk weg gespeeld. (
Prof. Mr. Ir K : “mwhah”) g5 (!)
was erg sterk. Bert ging vervolgens maar in troebel water vissen (slim met
tegenstander in tijdnood).’
29. b4 is dit het bedoelde troebele
water? Hierna komt inderdaad zwart nog beter te staan. En inderdaad wordt de
stelling zodanig moeilijk voor iemand onder tijdsdruk dat een vergissing van
zwart het evenwicht weer volledig herstelt. Dus Bert’s strategie werkte!
Ron: “Ik
zag in de slotstelling dat ik Tb2 en dan Dd7 moest spelen, maar draaide dit in
de haast om. Bert
was gelukkig nog zo sportief om remise aan te bieden, dat had ik in zijn plaats
waarschijnlijk ook gedaan. De slotstelling is mogelijk nog remise te houden,
maar dat was in tijdnood niet gemakkelijk geweest.”
Ron: “Ik
zag in de slotstelling dat ik Tb2 en dan Dd7 moest spelen, maar draaide dit in
de haast om.””
Bert was gelukkig nog zo sportief om remise aan te bieden, dat had
ik in zijn plaats waarschijnlijk ook gedaan. De slotstelling is mogelijk nog
remise te houden, maar dat was in tijdnood niet gemakkelijk geweest.”
Ik
vond dit een gave partij! En Ron was tevreden: ‘Zelden heb ik zo lekker geschaakt als tegen
Bert deze keer.’
Gerrit stond lang gelijk tegen Frank die hem met zijn geliefde Frans
onderuit wilde halen. Maar dat lukte niet omdat Gerrit de geijkte Franse
stellingen ontweek door al op zet 3.
exd5 te spelen, waarna zwart gelijk verlost is van de enige schaduwzijde
van het Frans: die gekooide loper op c8. Heel erg slecht is het ook niet voor
wit. Zijn voordeel is dat Frank weliswaar direct het nadeel van de ‘achterzet’
kwijt is maar die het nu overwegend zelf moet gaan bedenken. Dat doet Frank niet slecht, maar bereikt toch slechts een
minimaal voordeeltje. Erg grappig voor de onpartijdige toeschouwer is dat Gerrit’s
defensieve tactiek fraai tot uiting komt door een ongelofelijk groot aantal
zetten met zijn dameloper. 6. Lg5 14. Ld2
16. Le3 17. Lf4 18. Lg5
21. Lxf6 (hèhè) . Je zou zeggen dat moet toch niet goed zijn.
Zes zetten doen met een loper om hem dan alleen maar af te ruilen. Je ziet ze
staan, al die andere witte stukken met sippe gezichtjes en een vinger omhoog: ‘ik
wil ook wel eens meedoen!’ Het vreemde is dat het allemaal schijnt te kunnen.
Zwarts voordeeltje wordt niet groter. Pas
bij zet 25. kan het dan eindelijk even mis gaan voor wit, maar dan hapert
Frank’s aanvalsmachine. (25. … Dh3!?) Wellicht wordt Frank hierna toch een
beetje ongeduldig waardoor zijn 26e zet fout had kunnen uitpakken.
26. …. Lxd4? [26…Df3= !?]
27.Dd2??
Wit
mist een kans om volledig uit de zorgen te geraken met: 27.h3!! (de dame kan de loper op d4 niet blijven dekken) Lxf2+ 28.Dxf2
Dxh3 met licht voordeel voor …. wit!
27…Lb6! Hierna staat zwart gewoon een gezonde pion
voor. En is ‘in hogere zin’ (Zo staat dat altijd in schaakcommentaar. Rare
woordkeuze.) de partij voor zwart gewonnen.
Een grappig combinatietje maakt er dan met wat
assistentie van wit echt een eind aan.
31.h3?
Pxf2! 32.Txf2 Tf6!
(Let ook op die
loper op b6! Penning van Tf3!) 33.Pf4
g5 Al met al een feest van penningen.
De stelling van Peter- Matthijs bleef lang in
evenwicht. In een (wederzijds wel erg) ‘Gesloten Siciliaan’ duikt al gauw een
stelling op waar iets principieels van te zeggen is.
Ik leerde 60 jaar geleden uit één van de vele
boekjes van Dr Max Euwe dat het voordeel voor wit is in zulke stellingen dat
een wit paard in het gat op d5 nooit door een pion kan worden verjaagd, en een
zwart paard in het gat op d4 wel met c2-c3 tot terugtocht kan worden gedwongen.
Dus veld d5 is zwakker dan veld d4. Wel vreemd dat je dit soort stellingen
tegenwoordig dus wel weer wat meer ziet. En niet alleen bij de amateurs! Maar
toch, ik houd niet van dit soort stellingen voor zwart.
De stand is ongeveer gelijk. En dat blijft hij.
Omdat Matthijs wel een beetje, maar niet
optimaal profiteert met zijn paard van zijn door een mindere 7e zet
toch ook sterke veld d4. Bij de 12e zet wordt het even heel erg kermis. Peter neemt
te veel risico en raakt in veld vol penningen materiaal kwijt.
Leuke
momenten dus! (voor mij)
Klein
voordeel voor wit, en dat wordt een groot voordeel voor wit na nog een misser van Matthijs. Maar helaas, daarna geeft
wit een stuk weg. ( Is het er toch nog van gekomen) Jammer dat een eigenlijk
grappige en redelijk vernuftig gespeelde partij voor Peter toch nog verloren
gaat.
Maar
heel aardig vond ik Arend tegen Ab.
Ab speelt weer een geheel eigen opening, die lijkt op een Pirc. Zelf speelde ik vaak met wit tegen Pirc of tegen KoningsIndisch iets met 0-0-0 en daarna g4 en h4. Aaanvallluuuhhh maar. (En had als ik zwart had daar ook de meeste hekel aan.) Maar die opzet was vroeger een poosje mode. Ik vind het bemoedigend dat Arend zo’n soort opzet kiest, waarschijnlijk zonder ooit iets gelezen te hebben over bijv. de Saemisch-variant tegen het KI. Hij heeft duidelijk het goede instinct! Zijn opzet is logisch en agressief.
Na
16 zetten zult u niet twijfelen over waar u het liefst achter gaat zitten,
achter wit of achter zwart.
Arend
staat duidelijk beter. Maar eenvoudig is het niet. En hoewel wit erg zorgvuldig
speelt, lukt het niet om zijn voordeel vast te houden.
Ik
weet niet zeker of onderstaande stelling helemaal correct is, want ik kon alleen
beschikken over de notatie van Ab en daar was één zet moeilijk te ontcijferen. Maar
erg fout kan het niet zijn.
Ik
zag hier Arend 21. Tg6 spelen en dacht: ‘Heel goed! Sterk! Zou ik ook gedaan
hebben.’
Geen
seconde gedacht dat de veel betere hier 21.
Dxb7!! is. (Aldus Prof. Mr Dr K.) Als je aan het aanvallen bent op de
koningsvleugel ga je je toch niet bezighouden met een pionnetje op de
damevleugel. Kom op, niet zo krenterig met een pionnetje winst bezig zijn. Aanvaaallluh!!
Alle stukken op die zwarte koning gericht!
Vreemd
genoeg zakt na 21. Tg6 de pudding ineens een beetje in. Ab speelt hierna erg
goed, pakt zijn kans om te ontsnappen aan de druk, en langzaamaan raakt wit in
het nadeel.
Wat voordeel voor zwart, maar nog niet desastreus. Waarschijnlijk
mede door teleurstelling dat zo’n leuke stelling hem toch ontglipt, doet wit
voor het eerst een echt zwakke zet bij zet 24.
Wit
staat nu een kwaliteit achter, maar na 24. Dxb7
(nu alweer!) is remise nog goed mogelijk. Bijv.: 24.Dxb7!= Tag8 25.Lxh6 Th7 26.Le3
Maar
na 24.Dh3? Pf5! Krijgt
wit tegen een ineens secuur spelende Ab geen kans meer.
Een boeiende partij waar na afloop veel van onze ‘betere’ schakers zich nog zwaar tegenaan bemoeiden. Hoe had zoiets gewonnen moeten worden? Ik geloof niet dat ze het vonden. Ik laat zoiets meestal maar liever aan de heer Komodo over. Die had het wel geweten.
Misschien is dit voorlopig wel het laatste verslag.
Wie weet hoe dat nu verder gaat met de Corona- ellende.
Wellicht gebruik ik de vrij komende tijd om nog maar
eens een leerzaam onderwerpje aan te snijden. Of eindelijk de BDG-serie eens
echt af te maken.
Als de heer Corona mij dat tenminste nog even wil
toestaan. Ik ga me wel flink aan de voorschriften van de heer Rutte houden. Veel
zult u mij dus even niet zien.
Niet
al te veel reuring deze avond. Paul
wist het met zijn Schots gambiet op een gegeven moment, na een zet of 7, ook verder niet meer zo goed en de hele
partij stond het daarna zo’n beetje
gelijk. Gerrit slaagde erin zoveel
mogelijk stukken af te ruilen, en tenslotte stond er een stelling op het bord
waarin Paul geen winst meer zag. Prof Dr Mr K. zag nog wel iets, eindelijk, op
dat moment. Maar erg duidelijk was het niet.
Ron (wit) excelleert de laatste
tijd in homemade openingen, maar bereikt er niet vaak wat mee. Vanavond dus ook
niet. Frank had geen problemen met
een opening met 1. f4 en 6. c4 en na 10 zetten al zag Ron er niks meer in.
Frank vond het best.
Van
Ab (wit) –
Peter was voor mij interessant om te kunnen zien hoe beide spelers de
website niet erg bijhouden. Want voor de derde keer in successie speelde Peter 3. …
d6 wat allerlei onheil over
zich afroept. Ab volgde evenmin mijn eerdere suggestie, maar zijn 4.
d5 is in ieder geval niet slecht. Vooral niet omdat toen Peter gelijk een
pion weggaf. Verder gebeurde er lang
weinig opzienbarends. Tot Ab rond de 20e
zet erg goed gehakt maakte van een plannetje van Peter om toch wat onrust te
zaaien met een vrijpionnetje in de witte koningsstelling. Dat vrijpionnetje
bleek ten dode opgeschreven. Ab kon toen rustig richting eindspel manoeuvreren
met twee pionnen meer. En omdat Peter begrijpelijkerwijs toen zijn inspiratie
ook wel kwijt was, werden het er gemakkelijk drie. Om het een beetje
oneerbiedig te formuleren: Ab won vanavond niet (hij liep dan ook de halve avond vrij
ontspannen rond te kuieren) , maar Peter verloor vanavond wel.
Het
interessantst vond ik de partij tussen Martin
(wit) en Arend. Het was duidelijk
dat Martin graag Blackmar-Diemer
tegen een (nu nog) minder sterke tegenstander wilde spelen. Maar het zat hem
niet mee. Eerst omdat hij zelf twee zetten verwisselde. Waar Arend misbruik van had kunnen maken. Maar die
deed dat niet, maar die maakte er Frans van. En ook daar houden Diemer-adepten niet
zo erg van. Ron vertelde me eens dat hij geen BDG meer speelt, omdat je dan
altijd (??) Frans tegen je krijgt en hij daar niet van houdt. Martin duidelijk
ook niet. Die probeerde het maar een beetje alternatief aan te pakken, maar dat
haalde niets uit. Arend demonstreerde daarbij dat hij weliswaar weinig
theoretische bagage meezeult (naar eigen
zeggen) , maar dat hij wel over een opzienbarend schaakinzicht beschikt,
waarmee hij dat aardig weet te neutraliseren. Misschien was zijn 12e
zet (Lg4) wat minder goed maar Martin’s antwoord daarop ook. Rond de 15e
zet heeft wit eigenlijk nog helemaal niets. De stelling is intussen behoorlijk
explosief geworden. En juist dan, als Arend eigenlijk heel redelijk staat,
raakt die met een paar achtereenvolgende mindere zetten (sommige soms wel heel voor de hand liggend,
ik zou ze misschien ook wel gedaan hebben) onnodig de controle kwijt. En
daarmee krijgt Martin eindelijk de
uitgangspunten voor gedegen agressief en foutloos spel waarmee hij in 10 zetten
de tegenstander naar het moment van opgeven duwt.
Ik
maakte achteraf Arend mijn compliment over zijn sterke spel (ook taktisch) in de eerste helft van de avond. Na zoveel
schaakloze jaren nu nog even verliezen van Martin is geen schande. Ik denk dat
we nog veel aan opzienbarends gaan zien van deze mijnheer.
Wat
illustratiemateriaal:
Eerst maar van Martin tegen Arend.
Klik de zet aan of het pijltje om het diagram te wijzigen!
Een
mislukt BDG:
De explosieve stelling waarin zwart er nog
stevig voorstaat, maar dat dan laat glippen:
De
stelling waaruit blijkt dat Peter de
website niet vaak meer leest:
3. … d6 ?? ( exd4 !)
(Zie de verslagen van ronde 17,
afl. 1. En van ronde 15, 8
febr. En van Ronde 13, 13 jan.
De stelling waarin Ab aan Peter fraai duidelijk maakte dat diens plannetje niet klopt:
Klik de zet aan of het pijltje om het diagram te
wijzigen!
Een
voorbeeld van de actuele homemade openingen van Ron:
6. c4 ? ( 6. d3 !?)
De
stelling waarin Paul zijn Schots bij de 8e zet nog wat leven had
kunnen inblazen:
De eindstelling waarin volgens K. eindelijk nog iets te proberen viel:
Komodo
suggereert hier: 27. h4 bijv: 27. ….
h5 28. Kf2 met en licht voordeeltje
voor wit. Wellicht toch door die kwetsbare pion op c7, waar zwart op
moet blijven letten. Ook als wit op de koningsvleugel begint te rommelen! Maar
veel is het niet.