Tot nog toe heb ik deze problemen ontleend aan een boekje dat ik u van harte aanbeveel:
Martin Breutigam, ‘Todesküsse am Brett’, 140 Rätsel und Geschichten der Schachgenies von heute. Verlag Die Werkstadt , Göttingen
Het volgende probleempje is uit een partij van Herr Breutigam selbst, in 2006. Hij voegt eraan toe: ‘Ahnen Sie , warum ich oben als Weisser am Zug gegen Wolfgang Pajeken ein bisschen Herz-klopfen bekam?’ Wat was de volgende zet van wit? Vrij vertaald: Wat was de zet waarvan Breutigam hartkloppingen kreeg? En waren die hartkloppingen terecht?
S.v.p. de oplossing nog niet direct verklappen op de site als reactie. Paar dagen mee wachten. Dankuzeerbeleefd!
Bij mijn zoektocht naar uw glansrijke momenten uit het
verleden, stuitte ik op een partij van Gerrit uit het Jaar Onzes Heeren 2007. Gerrit blijkt – en dat schijnt voor
iedereen zo te moeten gaan – er met het
klimmen der jaren niet sterker op geworden te zijn. Misschien goed om nog even te vermelden dat
hij rond de eeuwwisseling nog een Elo bezat van 1780. En ook dat zijn
enthousiasme voor het schaken er intussen niet
minder op werd. Zeker niet. Aan
zijn partij tegen Huisman (Purmerend,
Elo 1560) kunnen we zien hoe sterk hij kan zijn. Zijn oude krachten uit zijn toptijd zijn hier nog
volop waarneembaar. Gerrit speelt dit ongeveer
foutloos, en ook behoorlijk agressief. Dat is nuttig omdat zijn tegenstander
het iets te kalmaan probeert. Die Huisman
wordt totaal weggespeeld. Eigenlijk is
hij bij zet 14 al kansloos, maar de klus moet dan nog wel even geklaard worden.
Dat doet Gerrit met verve.
Voor de analysetekens zie Ouwe Kost 3
Nog maar even de betekenis van de cijfers die de stellingwaardering aangeven: 1.00 is de waarde van ongeveer 1 pion. 0.50 is dus : wit staat beter, ongeveer de waarde van een halve pion. Een min ervoor betekent zwart staat beter. Dus -2.00 is : zwart staat beter, ongeveer de waarde van 2 pionnen.
Line
M.i. zou wit hier zijn tegenstander bewonderend moeten
aankijken en de hand schudden. Drie pionnen achter. En dan nog die vrijpion van
zwart. Brrrr. Maar hij tobt nog even
door.
Grappig is dat Gerrit later demonstreert dat
extra stuk helemaal niet nodig te hebben.
Eindelijk geeft wit op. Hierna volgt a5-a6 en die zwarte
pion gaat verder op stap.
Hierna zal nog één Ouwe Kost volgen en dan bedenk ik weer
wat anders.
Probeer het zonder bord en stukken en zonder computerprogramma. Train uw vermogen om vooruit te zien. Binnenkort de oplossing alhier.
Wit aan zet. Wie staat hier nu eigenlijk beter, en waarom?
Dank voor uw reacties. Maar misschien kunt u uw reactie naar mij mailen. Dan zet ik hem na een paar dagen alsnog op de site. Misschien is het niet zo handig voor de minder snellen onder ons als de oplossing binnen een paar uur op de site staat. Als u dat te lastig of niet leuk vindt, vergeet dit bericht dan maar.
Opmerking van Frank is terecht. Tc8 is sneller. De oplossing van Bert vind ik leuker. ES
Wie is er nu aan de beurt? Laat ik eens zoeken naar ouwe kost van Paul. En ja, die is er ook nog. Uit het seizoen 2009-10. Dat is een beetje een wonder want door de af en toe onleesbaarheid van zijn hanepoten heb ik zijn partijen nog wel eens geheel of gedeeltelijk voor de website moeten overslaan. Maar ik heb wel vastgesteld dat de kwaliteit van zijn handschrift parallel loopt met de spanning van zijn partij. Beroerder leesbaar indien zenuwslopender potje schaak. Dat het nu meevalt komt dus misschien wel omdat Paul dit seizoen (2009-2010) zelfverzekerd achter het bord zat. Hij had toen een prachtig seizoen. Hij scoorde in de externe 5 uit 7, aan het 2e bord! (2e bord, want Paul Ruber was al gedeserteerd en Ron nog niet op het toneel verschenen) Paul was bijna topscorer geworden in de externe. Bijna, want ik wil toch maar even achteloos vermelden dat ik (zei de gek) toen de beste in de externe was, met 5,5 uit 7, meestal aan het derde bord. (En idem in 2011-12 met 6,5 uit 7 waar ik nog steeds trots op ben. Het was ook gelijk mijn laatste wapenfeit. Daarna ging het snel bergafwaarts.) Moet daarbij -bescheiden als ik ben- vermelden dat ik van Paul, op mijn verzoek, altijd wit kreeg! En ook dat we dit seizoen opnieuw slechts in de 3e klasse speelden. In het seizoen 2012-2013 keerden we terug naar de 2e klasse. Waar we het met een korte onderbreking eigenlijk nu al vrij lang volhouden, zij het met veel geïmproviseer en vaak met vallen en opstaan.
Paul
scoorde van december tot maart maar liefst 4 winstpartijen op een rijtje. In
wat ik terugvond viel me wel op dat het niet altijd glanzende winstpartijen waren. Vaker partijen
waarin hij slecht kwam te staan , maar aan het eind van de avond wel over meer
tegenwoordigheid van geest en doorzettingsvermogen beschikte. Eigenlijk tref ik dat bij Aris de Heer-spelers bij die oude partijen
nogal vaak aan. Worden Beemsteraars pas laat op de avond echt wakker?
Dat
geldt ook voor Paul’s partij met zwart tegen
Peter Smeenk (1652) van Purmerend.
Paul’s
tegenstander weet kennelijk wat hij speelt. De eerste 10 zetten zijn alle nog
theorie: Spaans. Niet de eenvoudigste opening. Daarna gaan beide spelers op
eigen vindingrijkheid verder. Dat leidt
spoedig tot een licht voordeel voor wit.
En
rond de 20e zet gaat het dan voor Paul behoorlijk mis. Smeenk speelt
sterk en Paul kan hem niet aldoor volgen en raakt in een vijftal zetten
volslagen van het bord gespeeld.
Peter Smeenk,Purmerend – Paul
Voor de analyse-tekentjes zie een vorige aflevering van Ouwe Kost.
Dit
zou dus afgelopen moeten zijn. Resteert slechts : opgeven. Maar Paul heeft nog
een beetje zelfvertrouwen over en rommelt nog wat verder. De stelling wordt wel
heel erg ingewikkeld en Paul hoopt op een wonder.
En
er komt toch nog een klein beetje licht,
heel ver in de verte. Wit ziet de allersterkste zetten enkele keren niet. Maar
ja, hij houdt helaas wel steeds toch nog
een sterke aanval.
Smeenk
bevindt zich op een hellend vlak. Hij kan de winst niet goed vinden , blijft een
mooie stelling houden maar het wordt wel steeds een fractie minder.
En dan komt de grote omwenteling:
Wit staat
nog heel erg goed. ( a5!? ) Zwart moet
afwachten. Als wit maar niet slaat op
f5.
Maar dat
doet hij wel! En dan verandert de witte stelling plotseling in een ruïne. Ineens staan de zwarte stukken
nog beter dan de witte. Het zwarte paard wordt zeer dreigend. De zwarte lopers
ontwaken uit hun winterslaap. En in plaats van de stagnerende koningsaanval op
de zwarte monarch, wordt het een verwoestende zwarte aanval
op de witte koningsstelling. Was dit gewoon een beetje geluk omdat wit
niet doorzette, of was het geniaal loeren van Paul op de laatste kansen? Aanschouwt het wonder!
Een ander
voorbeeld dat af en toe het geluk hem laat op de avond wel wil tegenlachen vond
ik in zijn partij tegen Marcel Kruijer, SV Harenkarspel, dec 2009.
Paul staat al heel lang een fractie beter, maar het is al laat en winnen
zit er absoluut niet spoedig in.
Dan offert
Kruijer om totaal onduidelijke redenen een kwaliteit. Wat gaat er door zo’n man heen op dat moment?
Ik zie zelfs geen spoor van een schim van
een zwarte dreiging. Hij ziet –waarschijnlijk- ook nog door tijdnood opgejaagd het enkele
zetten later niet meer zitten.
Txf5??
[36…Dc7
(0.40)]
37.exf5
(2.60) Pe5 38.Da7 opgegeven
Dat was het weer. Ik ga nog even verder
zoeken. Maar mijn voorraadkastje zal wel na nog 1 of 2 Ouwe Kosten leeg zijn. Daarna ga ik wat anders bedenken. Ik overweeg
maar weer een een serie ”Schaakvraagstukjes” ( term van Ben Brouwer) . Als iemand een
ander idee heeft, hoor ik het graag. Of
heeft iemand zelf nog Ouwe Kost liggen
waar hij apetrots op is?
Tot schrijvens. Blijf enthousiast en blijf vooral gezond.