Er
was gerekend op 6 tafels in 2 kamers! Maar dat bleek niet nodig. Er waren wat
afzeggingen. Daarbij nota bene Ron. Nou als die niet komt omdat hij ‘niet
lekker’ is, word ik een beetje ongerust. Die is er nu werkelijk altijd!!
Zes
schakers. Maar wel heel veel belangstellenden: dit keer 2 hondjes en 3 katten.
In
deze eerste ronde moest bijna iedereen nog een beetje op gang komen. Er ging af
en toe wel wat fout. Maar dat maakt het voor de toeschouwer juist leuk, en voor
de betrokkenen juist spannend. Het leverde ‘hersenfitness-opdrachten uit eigen
keuken’ op.
Arend (tegen Ab) had na een nette, vrij degelijke opening (met zetverwisseling
een soort Pirc) even geen erg in het gevaar van een penning en verloor een
paard.
Na
8. Lg5 8…… d5 ?? (0-0 met ongeveer gelijk spel) 9 e5
met stukwinst
Maar
Arend verwerkte die tegenslag als een man, en bleef serieus zoeken naar
mogelijkheden. En dat lukte ook nog. Niet dat er echt compensatie was, maar Ab
moest wel erg goed blijven opletten. Die dacht zelfs spoedig dat hij het
allemaal al verprutst had. Ook toen dat nog niet echt terecht was.
Misschien
was Ab toen ook gewoon een beetje nerveus van al die beesten die bij baasje
Arend voor rugdekking zorgden.
Maar
zijn paniek werd ineens wel terecht, want bij zet 30 zat er plotsklaps echt een
winnende zet in voor Arend. Dat zou de beloning geweest zijn voor diens
vechtlust. Maar m.i. wreekt zich dan bij
hem wel eens (wegens nog een beetje te weinig recente ervaring?) het
geduld voor de koele berekening, als hij wel voelt ‘dat er iets in moet
zitten’.
1e
‘hersenfitness’:
Na 30 .
….Te1+ (aftrekschaak) en 31. Kh2 Dg1+
wint zwart een toren.
Hierna bleef Ab zijn stuk voorsprong behouden en was Arend in het eindspel natuurlijk kansloos, ondanks nog steeds vernuftig zoekwerk.
Ook
Matthijs gaf een stuk weg tegen Paul. Die liet zien dat hij er toch wel
weer zin in heeft en speelde de hele avond zeer geconcentreerd. Matthijs probeerde
nog wel wat, maar kreeg geen kansen meer en heel geduldig (hij wel!) schoof Paul met zijn stuk meer zijn
stelling solide richting koningsaanval.
Dat
leverde uiteindelijk een mooi plaatje op. De door Paul knap gevonden winnende
combinatie had twee zetje eerder ook al gekund,
maar dat doet weinig af aan de schoonheid ervan.
(2e
‘hersenfitness’, mat in 6!)
30 … Txg2!!
Als u Paul’s diepe gedachten niet zelf kunt bedenken, het ging aldus:
Martin speelde eens niet zijn favoriete 1.c4 maar 1.
e4. Hij rekende natuurlijk op de Kan-variant van het Siciliaans, maar Bert zal wel gedacht hebben dat Martin
zich voorbereid had, en reageerde lekker anders. En zo werd het Spaans. Beide
spelers zaten dus op wat minder bekend terrein. Kennelijk geen probleem, want Powerbook geeft aan dat het 9 zetten lang toch
ook theorie is. Kun je nagaan hoe sterk ze zijn! Martin houdt het met zwart
redelijk in evenwicht, maar wordt dan wat ongeduldig en zoekt wat te
voortvarend de aanval . Wel zijn stijl, vaak met succes, maar tegen Bert ?
3e ‘hersenfitness’ Na 16.
.. Dh4? wint wit een stuk!
16. …..
Dh4? Ikzag het gebeuren en dacht gelijk: is
dit niet een beetje te snel? Maar zag niet zo gauw waarom. Prof Mr Dr K.
natuurlijk wel:
17.
Dd2! Wat
een rare zet!? Nee, het draait om de dreiging f5 waarna Le6 verloren is. Dd2
jaagt Ld4 even weg en dat voorkomt dat zwart later op e5 kan slaan met dreiging
mat in één. Bovendien zou zwart met de dame op e2 nog beschikken over een tempo
met Lg4 waarna zijn loper in veiligheid is. Maar na Dd2 kan wel alsnog f5 volgen,met succes!
Het is allemaal zo subtiel dat beide
spelers de details missen. Begrijpelijk.
De betere stelling voor wit blijft,
maar hij mist enkele mogelijkheden om daarvan te profiteren. Zelfs als de beide
heren remise overeenkomen, staat wit nog steeds wat beter. Ik vermoed dat Bert de remise heeft
aangeboden, omdat hij de echte winst al een poosje niet had kunnen vinden en
daar niet vrolijk over was.
Al met al een aardige schaakavond. Niet alle belangstellenden waren even enthousiast. Maar dat hoeft ook niet. Eentje stal m.i. desondanks vanavond de show.
“Gezellig
toch!” Zo werd ik ontvangen door onze
eminente gastheer, in zijn prachtige boerderij in de buurt van Hobrede. Mede
dankzij Arend Schuur kunnen we toch voorzichtig proberen aan een nieuw seizoen
te beginnen, ondanks het zomaar ineens kwijtraken van ons oude domicilie, ten
gevolge van akelige Corona-regels.
En
gezellig was het. Je kon aan de glunderende gezichten zien dat iedereen er
reuze zin in had: eindelijk weer eens een gezellig potje schaken. Na bijna een
half jaar abstinentie.
Belangstelling
genoeg. Verrassend: Bert Kaizer (helemaal uit Amstelveen) , en gelukkig ook Herman weer van de partij. Het
liefst had ik iedereen een hand gegeven, maar dat mag natuurlijk even niet.
Gezellige
ambiance daar bij Arend. Doet niet onder voor de Beemster Eetkamer. In
tegendeel. En de verlichting is beter!
En geen storende tafels met kakelende eetklanten in de buurt. Alles en
iedereen voelde zich al gauw op zijn gemak. Ook de poes. Die begreep al snel
dat ze van al deze vreemde vogels niets te duchten had. Gezellig toch!
Zo’n boekenkast aan de muur, dat heeft toch ook wel wat. Een slechte gewoonte van mij is dat ik niet kan nalaten daar stiekem in te gluren. Kun je je een betere voorstelling maken van de interesses van de gastheer. De inhoud kon mijn goedkeuring wel wegdragen.Ik miste alleen een boek dat ik als jongere heb verslonden: Dr Vlimmen. Ook een film van gemaakt. Dat leek me, gezien de professie van de hoofdfiguur nu echt een boek voor hem. Maar waarschijnlijk heeft hij nog meer boekenkasten.
Niet
al te serieus zo’n eerste dag. Rondje vluggeren. De eindstand niet opzienbarend.
Je kon hem voorspellen. Na een half jaar onthouding nog echt helemaal niks aan
de krachtsverhoudingen gewijzigd. Alles
klopt, tot op procenten. Alweer wint Frank zo’n toernooitje. Daar maakt hij
langzamerhand een gewoonte van.
Frank 7,5 !! uit 8
Ron 7
Bert 6,5
Bert K2 4 uit 7
Martin 3 uit 7
Matthijs 3 uit 8
Ab 1 uit 5
Arend 1 uit 8
Herman 0 uit 8
Dat Arend na jarenlange onthouding nog op gang moet
komen is logisch. En dat gaat zeker lukken. Dat Herman er weer is, is geweldige troost.
Maar het moet me toch even van het hart dat al die
gezelligheid wel een keerzijde heeft. Niet alleen dat van 1,5 meter geen sprake
kan zijn op die ene belangrijkste tafel. Maar vooral de belangstelling voor andere
partijen als je zelf klaar bent, maakt dat gemakkelijk deze regel wordt
vergeten. Dan zie je een kluster van schaakvrienden bij elkaar. Niemand valt
iets te verwijten. Dat gaat nu eenmaal vanzelf. Net als op het feest van
Grapperhaus. Maar of dat nu wel slim is? De meeste besmettingen schijnen te
ontstaan bij vrienden-en familiebijeenkomsten.
En dit is ook zo’n vriendenbijeenkomst.
Als iedereen nog speelt dan gaat het wellicht nog
wel.
Wat valt eraan te doen? De gezelligheid wil niemand
missen. Hoe moet dat dan? Mondkapjes? Jasses. Afspraken met elkaar, en je
daaraan houden? “Blijf zitten waar je zit, en verroer je niet!” Lastig. Ik heb geen idee!
Maar het moet m.i. wel een beetje anders.
Er zullen er wel zijn die het overdreven vinden. Zij
in ieder geval wel! Die vindt gewoon : gezellig toch!
Ik denk dat de voorzienigheid medelijden heeft met mij,
wegens de steeds dubieuzer kwaliteit van
mijn geheugen. Dat speelt me al mijn
hele leven parten. Maar de chef daarboven, die alles ziet, helpt me vaak een beetje. Altijd als ik probeer iets aan de weet te komen, gebeurt er
iets merkwaardigs. Een woord of begrip dat ik niet ken – iets nieuws , nooit
van gehoord – en ga opzoeken, staat de
volgende dag uitgelegd in de krant. Een boek van een nog niet zo heel bekende schrijver
X dat ik met mijn klas ging behandelen? Drie dagen later : “ Jongens, er stond
gisteren een interessant interview met schrijver X in de krant. Toevallig hė. Moet
je even lezen!”
Een week of drie geleden haalde ik een paar boeken uit mijn
kast, die me wel wat leken voor de onderhavige serie. Daar waren bij
“Magnus Biografie
van een grootmeester”, 2014, uitgave
Thomas Rap door Arne Danielsen “ “Schaakwonder”,
Hoe Magnus Carlsen de jongste grootmeester ter wereld werd” uitgave New in Chess, 2004, door Simon Agdestein,
Dat kon ik nu wel eens gaan gebruiken. Ik herlas er het een
en ander van. Ja beide heb ik destijds wel helemaal gelezen. Want dat ging als vanzelf.
Maar ja ….. dat geheugen … En ja hoor, ook nu weer zijn daar ‘het hemelse
gerecht’ (Vondel) , de voorzienigheid, de hoger sferen, de Providentia Dei of
gewoon het toeval, weet ik veel.
Want in het
Noordhollands Dagblad van Zaterdag 29
aug. behandelt Dimitri Reinderman een
partij van onze jonge grootmeester Jorden
van Foreest tegen Simon Agdestein. En zondag 30 aug vertoonde de Vara de documentaire
“Magnus” van Benjamin Ree op de TV.
Eerst even Reinderman
citeren, die schrijft over de recente voor Nederland niet zo best verlopen online
Olympiade. “De match tegen Noorwegen werd
wel gewonnen en daar speelde een bijzondere speler op bord 1. Niet wereldkampioen
Magnus Carlsen, maar zijn voormalige coach SimonAgdestein, die eind jaren 80 in de
top-20 van de wereld stond. Dat is op zich al knap, maar hij was toen ook Noors
voetbalinternational. Helaas moest hij begin jaren 90 zijn voetbalcarriėre opgeven
vanwege een knieblessure. Tegenwoordig is hij vooral actief als coach op de Noorse sportacademie, maar af en
toe speelt hij zelf nog.” Zijn
behandelde rapidpartij tegen onze jonge grootmeester van Foreest eindigde
na ongelofelijk veel vuurwerk en chaotische toestanden in remise.
Agdestein was de
ontdekker van Carlsens talent, en in
diens jeugdjaren zijn schaakleraar. Na wat informatie over kleuter- en peutertijd
via andere bronnen, begint zijn boek eigenlijk pas echt vanaf het moment dat
hij zelf Magnus ontmoette en onder zijn hoede kreeg. Dat was in 2000, toen
Magnus 9 jaar was. Hij beschrijft hun samenwerking en publiceert talloze
partijen van het ‘slimme ventje’ tot en met het jaar 2004. Dat was het jaar
waarin Carlsen als 13-jarig mannetje de eerste grootmeesternorm behaalde bij
zijn eerste echt succesvolle toernooi, in Wijk aan Zee, het Chorustoernooi.
Agdestein en ook Danielsen beschrijven hoe al spoedig de toeschouwers meer
samendromden voor de spelersafdeling van de C-groep dan voor de afdeling van de
supergrootmeesters van de A-groep (met
o.a. Anand, Leko, Topalov, Kramnik en meer van dat type van soort). Die C-groep was trouwens ook best nog
behoorlijk sterk. Daarin bereikten bijv.
in 2004 ook Sipke Ernst en Jan Smeets de
grootmeesternorm. Maar Magnus, dat ventje waar toen eigenlijk weinigen wel eens
van gehoord hadden, won de C-groep met de formidabele score van 10,5 uit 13. Ik
stond toen ook zelf achter die horde belangstellenden. Ik heb in mijn
fotoarchief geen eigen foto van de Carlsen van toen kunnen vinden. Omdat ik
niet in de buurt kon komen wegens de enorme belangstelling, of omdat een foto
niet interessant vond omdat ik nog geen flauw idee had wat dat jongetje voor de
schaakwereld zou gaan betekenen? In beide boeken wordt vermeld dat Magnus met
zijn vader ’s avonds in een Italiaans restaurant ging eten. En dat Magnus
alleen pasta lustte! Nou dat klopt.
André Mulder en ik gingen (gaan) daar na toernooibezoek ook altijd eten. Bij Tarantella.
We hebben daar ooit aan de tafel naast Anand gezeten, toen hij puber was. En
ook in 2004 naast de tafel van Magnus en zijn vader. Die waren samen naar Wijk
aan Zee getogen, en niet met de hele familie op reis, zoals het jaar ervoor. De
zussen hadden na alle zon van hun wereldreis niet zoveel zin meer in dat kille
Hollandse klimaat. Geen mens had toch kunnen bedenken dat die knul die daar een
beetje ongeïnteresseerd puberaal op zijn stoel hing de latere wereldkampioen
zou worden!
Ik vond nog wel mijn foto van 2006. Toen hij de B-groep won
als 15-jarige. Het jaar daarop in de A-groep, bij de supergrootmeesters. In
2010 won hij die voor het eerst.
Carlsen in 2006.
Ik zal wat jeugdpartijtjes voor u diagrammeren uit het ruime
aanbod van Agdestein.
Voor zijn eerste grote succes, winnaar in Wijk aan Zee 2004
groep C, moest hij dus Sipke Ernst en Jan Smeets achter zich laten. Ik laat
hier volgen hoe Sipke Ernst van het bord werd gemept. Het begon rustig met lang
theorie van de hoofdvariant van de Caro Kann. De opening waarvan Donner
destijds vond dat dat iets was voor lafaards, en dat die opening voor zwart
verboden moest worden. Omdat het allemaal te saai was. Maar Carlsen heeft geen
moeite om de saaiheid aan te pakken. Na een wat mindere 17e zet van
zwart gaat hij er op los. En de genadeklap
is een prachtig paardoffer dat heel precies moet zijn uitgerekend, en
waar Ernst niet van terug heeft. Je kunt je zoiets toch niet voorstellen van
een kereltje van 13.
Magnus Carlsen – Sipke Ernst
[pgn]
1. e4 c6 2. d4 d5 3. Nc3 dxe4 4. Nxe4 Bf5 5. Ng3 Bg6 6. h4 h6 7. Nf3 Nd7 8. h5
Bh7 9. Bd3 Bxd3 10. Qxd3 e6 11. Bf4 Ngf6 12. O-O-O Be7 13. Ne4 Qa5 14. Kb1 O-O
15. Nxf6+ Nxf6 16. Ne5 Rad8 17. Qe2 (17. Qg3) 17... c5 (17... Qb6 18. c3 $11)
18. Ng6 $1 fxg6 $2 {als altijd na een offer: neem je het aan, omdat het niet
deugt, of neem je het niet aan omdat het te gevaarlijk is. Achteraf, met hulp
van computers, was Te8 beter, maar niet echt een weerlegging van het offer.} (
18... Rfe8 19. Nxe7+ Rxe7 20. dxc5 $14 Red7 $14) 19. Qxe6+ Kh8 20. hxg6 $1 (20.
Qxe7 $2 Nd5 21. Bd2 Nxe7 22. Bxa5 Rxd4 $11) 20... Ng8 (20... Rfe8 $2 21. Bxh6
gxh6 22. Qf7 cxd4 23. Rxh6+ Nh7 24. Qxh7#) (20... Rde8 $2 21. Rxh6+ gxh6 22.
Bxh6 $18 {er dreigt Th1 en g6-g7}) 21. Bxh6 $1 gxh6 (21... Nxh6 22. Rxh6+ gxh6
23. Qxe7 {met ondekbaar mat}) 22. Rxh6+ Nxh6 23. Qxe7 Nf7 24. gxf7 $1 Kg7 25.
Rd3 (25. Qe5+ $5) 25... Rd6 26. Rg3+ Rg6 (26... Kh7 27. Qe4+) 27. Qe5+ $1 Kxf7
(27... Kh7 28. Qh5+ Rh6 29. Qf5+ Kh8 {en mat in drie} (29... Rg6 30. Qxg6+) 30.
Qe5+) 28. Qf5+ Rf6 29. Qd7# 1-0 * [/pgn]
Bij het Chorus-toernooi was ook aanwezig
de organisator van het beroemde, zeer druk bezochte Aeroflot-toernooi in
Moskou. Kennelijk geïmponeerd door het spel van Magnus nodigde die de hele
familie Carlsen uit om naar Moskou te komen tegen zeer aantrekkelijke
voorwaarden: reis en logies betaald voor de hele familie. Dat was aantrekkelijk
voor allen. Na een jaar wereldreis was het geld van de Carlsens wel een beetje
op, in Moskou was veel interessants te bezoeken. Wat ze graag deden. Magnus had
graag bij een toernooi zijn familie om zich heen, en kon daar heel sterke
grootmeesters als tegenstanders verwachten. De reis werd een succes. Carlsen
speelde sterk, bereikte zijn tweede grootmeesternorm, en ook hier brak er een
‘Magnum-koorts’ uit. Enorme belangstelling van het publiek. En dat is zowiezo
in Rusland in die tijd ruimschoots aanwezig bij schaakevenementen. Er zijn nog
extreem veel schakers in Rusland, na de jarenlange staatssteun tijdens de
communistische jaren.
Zo was men bijvoorbeeld diep onder de
indruk van zijn partij tegen de geduchte grootmeester Dolmatov. Die werd in 1978 jeugdwereldkampioen, in 1979 tweede bij
het Russisch kampioenschap, enz. Die stond bekend als in expert in de Hollandse
Opening ( 1. d4 f5 ) Die wordt
tegenwoordig niet veel meer gespeeld. Hij staat als niet sterk bekend. Ik heb
wel eens gezocht naar goede varianten ertegen maar zonder veel succes. Ik kreeg
het idee dat theoretici er een beetje op
neerkijken, maar dat er weinig partijen zijn die het dédain rechtvaardigen.
Maar Carlsen maakte er inderdaad even gehakt van. In 19 zetten wordt Dolmatov
van het bord geveegd. De media raakten er niet over uitgepraat.
Carlsen – Dolmatov
[pgn]
1. Nf3 {0} f5 2. d3 $5 {niet erg
gebruikelijk. Carlsen heeft kennelijk geen zin in de gebruikelijke varianten
tegen een Hollands-expert. Wit bereidt dan e4 voor met g3 en Lg2. (Of speelt
na 1. d4 f5 direct e4, het Staunton-gambiet. Zelfs na 1 Pf3 fungeert e4 wel
als gambiet-pion)} d6 3. e4 e5 4. Nc3 Nc6 5. exf5 Bxf5 6. d4 {lijkt op
tempoverlies, maar dat valt hier mee} Nxd4 7. Nxd4 exd4 8. Qxd4 Nf6 9. Bc4 c6 (
9... Bxc2 $2 10. O-O {wit heeft door ontwikkelingsvoorsprong veel compensatie
voor de pion} Be7 11. Nd5 $1 Nxd5 12. Qxd5) 10. Bg5 b5 (10... d5 $2 11. O-O-O
Kf7 (11... Be7 12. Qe5 Bg6 (12... O-O 13. Qxf5) 13. Rhe1 $16) (11... dxc4 12.
Qe5+ Qe7 13. Qxf5 $18) 12. Rhe1 Qd7 13. Bxf6 gxf6 $18) 11. Bb3 Be7 12. O-O-O
Qd7 13. Rhe1 Kd8 $2 {maar alles is al slecht} (13... O-O-O $2 14. Qf4 Rhe8 15.
Bf7 Rf8 16. Rxe7 Qxe7 17. Qxf5+) 14. Rxe7 Qxe7 (14... Kxe7 15. Bxf6+ gxf6 16.
Re1+ Kd8 17. Qxf6+ {uit}) 15. Qf4 Bd7 16. Ne4 d5 17. Nxf6 h6 (17... gxf6 18.
Bxf6 {damewinst}) 18. Bh4 g5 19. Qd4 {Dolmatov geeft op} gxh4 (19... Rf8 20.
Nxd5 cxd5 21. Qxd5 Rc8 22. Bg3 {er dreigt van alles. Te veel!}) (19... Rc8 20.
Nxd5 cxd5 21. Qxh8+) 20. Nxd5 cxd5 21. Qxh8+ Qe8 22. Qf6+ Qe7 23. Qxh6 * [/pgn]
In 2004 speelde Magnus ook mee in een snelschaak/rapid-toernooi
in Reykjavik. Daar trof hij voor het eerst wereldkampioen Kasparov. De eerste
partij tegen hem werd een sensatie. Magnus kwam rond de 30e zet
gewonnen te staan, maar Kasparov kon met een pion minder ontsnappen in een
eindspel met ongelijke lopers. Toen ik daar destijds van hoorde, dacht ik, ach
ja Kasparov heeft die 13-jarige
natuurlijk onderschat en een beetje te veel risico genomen. Maar
Agdestein drukt die partij af en ik heb hem (daarbij de computer veel tijd
gunnend voor degelijke analyse) ingevoerd in Komodo 14. Dan vallen mij een paar
dingen op: Wat spelen beiden ongelofelijk correct in zo’n 25 minuten-partij.
Komodo ziet nergens ernstige fouten. En hier is echt geen sprake van
onderschatting. Die knul speelt gewoon ijzersterk, en agressief. Kasparov komt
daardoor slecht te staan. In de documentaire “Magnus” laten ze fragmenten van
die partij zien, en het is prachtig om te zien dat Kasparov het weet. Zijn clowneske mimiek en zijn lichaamstaal
verraden verbazing en een beetje wanhoop! Na één kleine onnauwkeurigheid van
Magnus kan de wereldkampioen nog net ontsnappen.
Magnus Carlsen – Kasparov
[pgn]
1. d4 d5 2. c4 c6 3. Nf3 Nf6 4. Nc3 e6 5. Bg5 Nbd7 6. e3 Qa5 7. Nd2 Bb4 8. Qc2
O-O 9. Be2 (9. Bd3 $2 dxc4 10. Bxc4 Qxg5) 9... e5 10. O-O exd4 11. Nb3 Qb6 12.
exd4 dxc4 13. Bxc4 a5 14. a4 Qc7 15. Rae1 h6 16. Bh4 Bd6 17. h3 Nb6 18. Bxf6 $1
Nxc4 19. Ne4 $1 Bh2+ (19... Be6 $5) (19... gxf6 $6 20. Nxf6+ {wordt mat} Kg7
21. Qh7+ Kxf6 22. Qxh6+) 20. Kh1 Nd6 {een missertje van Kasparov!} 21. Kxh2
Nxe4+ 22. Be5 Nd6 23. Qc5 (23. d5 $5) 23... Rd8 24. d5 Qd7 25. Nd4 Nf5 26. dxc6
bxc6 27. Nxc6 Re8 28. Rd1 Qe6 29. Rfe1 {sterk} (29. Bc7 $5 {volgens Prof Mr Dr
K en een analyse in het tijdschrift Schacknytt was dit nog sterker}) 29... Bb7
{Kasparov heeft nog tactische grappen achter de hand. Maar Magnus trapt er
niet in!} 30. Nd4 (30. Nxa5 $2 Bxg2 31. Kxg2 $2 (31. Bxg7 {en zwart zou de
ramp hebben afgewend}) 31... Nh4+ {en zwart kan dit gaan winnen}) 30... Nxd4
31. Qxd4 Qg6 32. Qg4 (32. f3 $5) 32... Qxg4 33. hxg4 Bc6 34. b3 f6 35. Bc3 $2
Rxe1 $2 36. Rxe1 (36. Bxe1) 36... Bd5 37. Rb1 {Hierna volgen nog 16 zetten,
maar het is hier wel duidelijk dat Kasparov het remise zal kunnen houden.} Kf7
38. Kg3 Rb8 39. b4 axb4 40. Bxb4 Bc4 41. a5 Ba6 42. f3 Kg6 43. Kf4 h5 44. gxh5+
Kxh5 45. Rh1+ Kg6 46. Bc5 Rb2 47. Kg3 Ra2 48. Bb6 Kf7 49. Rc1 g5 50. Rc7+ Kg6
51. Rc6 Bf1 52. Bf2 * [/pgn]
Na afloop
gaf Kasparov toe dat hij verloren had gestaan. Dat deed hij bijna nooit! En ook
voorspelde hij dat Carlsen als hij geen
tegenslagen zou krijgen ooit wereldkampioen zou worden.
De 2e
partij tegen Kasparov verknoeide Carlsen!
De dertienjarige reageerde achteraf met zelfhaat met de legendarische
woorden: : “Ik speelde als een kind!”
Maar het was
wel een wonderkind. Over Carlsen zouden nog 20 publicaties op de website kunnen
worden uitgedokterd, maar ik heb het over boeken uit mijn boekenkast, en
omdat Simon Agdestein alleen Magnus’
jeugd beschrijft tot en met 2004 , en Danielsen
geen partijen opneemt, wil ik het hierbij laten.
Het was me een genoegen met die twee
boeken opnieuw kennis te maken. “Schaakwonder”zal wel niet meer te koop zijn,
maar “Magnus” 2014 tot mijn verrassing wel. Als e-book zelfs, inmiddls sterk
afgeprijsd : 4,90 euro!
Train je voorstellingsvermogen, zonder computerprogramma, zonder bord en stukken.
Wit aan zet.
Ik mocht van Kees Kerkdijk de volgende ontboezeming ontvangen:
” Deze opgave was echt een breinkraker.
Eerst zocht ik met Dg4 als eerste zet maar dat slaat niet door.
Toen iets proberen met de pionnen en de zwarte dame weglokken met Dh6 schaak.
Toen gedacht dat je Th8 teveel op bord had gezet.
Dan iets met de toren. Dan moet (zwart staat op matgeven) je bijna wel 1. Te5x+ spelen. fe5x volgt en dan 2. g4+ Kh4 3. De7+ Dg5x en dan toch nog 4. g3 mat!!
Dit vond ik wel de beste opgave uit de serie.”
En ook Peter zond een oplossing. Hij was zeker op de goede weg, maar nog niet bij de bestemming.
En ook Gerrit zag de motieven, maar ook een kleinigheid over het hoofd (mat voor wit!)