‘Je moet gewoon soms iets wagen” zoiets schreef Ron me een poosje geleden. Nou dat was vanavond aan de orde. Onder andere bij Ron zelvers. In zijn partij tegen Martin werd het zo ingewikkeld dat zich het volgende dialoogje ontwikkelde: Martin, hoofdschuddend :“Ja, dit weet ik echt niet meer!” Ron, grijnzend: “Ik ook niet!” Dus Martin waagde het er maar op, en Ron in zijn antwoord ook. Het verschil was dat Martin mis gokte en Ron correct. En het was zo spannend dat ik er ook niet van weg kon. Ik wilde het zien gebeuren, want ik kon het ook niet meer voorspellen.
Het was de laatste partij die nog bezig was en iedereen was al naar huis. Van het publiek waren alleen Frank en ik nog over. De rest begreep er waarschijnlijk ook al lang niks meer van.
Foto’ groter? Tik erop!
Je moet soms wat wagen. Dat had Frank zelf ook gedaan tegen Paul. Dat werd toen ook behoorlijk ingewikkeld. Voor Frank nog te behappen, voor Paul op een gegeven moment niet meer.
Bij Matthijs tegen Thomas ging het meer om het niet-wagen. Na zet 5 staat de volgende stelling op het bord
Nu kan zwart gaan kiezen welke Siciliaan hij het leukst vindt: met e6, met d6, met g6. Het kan allemaal. Thomas kiest de leukste. (vind ik) Svesnikov: 5. …. e5.
Nu mag wit kiezen: 6. Pb3 of 6. Pf3 of zelfs 6. Pe2De sterkste is hier 6. Pb5! Ik heb ze allemaal wel eens tegen me op het bord gehad. Die zet heeft ook wel een bezwaar, namelijk dat er intussen een enorme berg theorie aan vast zit. En ik vrees dat Thomas daar wel wat meer van in zijn mars heeft. En dat het zeker de meeste tactiek vereist, en ik vrees dat Thomas daar ook meer van in zijn ransel heeft dan Matthijs. Dus misschien heeft Matthijs wel gelijk dat hij dat niet speelt. Maar zijn 6. Pxc6 is echt de minste. Met al die andere paardzetten heeft zwart wel direct gelijkspel (meestal via Lb4) , maar na 6. Pxc6 staat zwart zelfs al wat beter! De belangrijkste reden is dat zwart na bxc6 een sterk centrum gaat kan gaan bouwen. En het witte paard heeft nu drie zetten gedaan om een paard te ruilen dat er slechts één zet op heeft zitten. Dat kan in een goede openingsbehandeling toch ook niet de bedoeling zijn. Afruil op c6 is als meestal in het Siciliaans m.i. een gebrek aan moed. Zwart krijgt nu heel snel overwicht, neemt een klein beetje risico om een simpel geijkt valletje op te zetten waar Matthijs moeiteloos intrapt. Ik kwam dat grapje in mijn schaakloopbaan vaak tegen. Misschien is Matthijs nu juist even wat te moedig. Hopelijk leert hij ervan en gebeurt hem dat hierna nooit meer.
Bij Ab tegen Gerrit viel er niet veel te wagen. Gerrit stond al gauw beter en viel aan en ook ik stond na enige tijd te zoeken naar een offertje om eens even iets te wagen. Ik zag het niet en Gerrit ook niet. Die bood remise aan. Hij had toen volgens Komodo toch nog wel wat kunnen riskeren. Daarover later meer.
Nu wat highlights:
Lesje van Thomas Broek:
Zijn snel onstuitbare centrumpionnen:
Zwart staat zowiezo gewonnen, dus kan wel wat ‘wagen’. Hoe gaat hij verder? Met e3 of met d3. Mij leek e3 (eventueel na Dc7) het sterkst. Ik denk dat Thomas dat ook dacht, maar die zag ook dat d3 wel iets minder was maar ook niet slecht, naar bovendien een simpel valletje creëerde. Die dus maar!
En ja hoor!
Tot leeringhe ende vermaec: Het bekende valletje,geschikt voor Matthijs‘ overmoed. Na cxd3 exd3
23. Dxd3 ??? Ja, dat kost een dame. Hoe, dat ziet u zelf wel hè!?
Frank koos voor zijn goeie ouwe Grand Prix tegen een Siciliaan van Paul.
Ron schreef me o.a. : ‘En Matthijs moet Svesnikov bekijken en Paul ging heel leerzaam ten onder. De Grand-Prix moet je echt kennen met zwart!’ Maar eigenlijk speelde Paul best goed tegen die Grand Prix! Die ziet er, vind ik, altijd dreigender uit dan hij is. Volgens Komodo 14 is deze stelling minstens gelijk. Alleen het vervolg 11. … c5-c4 van Paul is niet zo geweldig. Dat laat ook Frank even zien, maar dan ….
Frank neemt wat risico. 13. Lh6!? i.p.v. gewoon cxd3. Ook dat vindt K. er dreigender uitzien dan het is. (-0.05 = ) Nog steeds niets aan de hand. 13….. Lxh6 14. Dxh6 Pas na 14. … Lxe4 gaat het mis voor zwart 15. Pxe4 Pxe4 16 cxd3 Pf6
Waarna Pg5 niet meer te voorkomen lijkt. Dat had wit nu eigenlijk ook maar gelijk moeten spelen. Maar na eerst Tae1 wordt het iets lastiger, naar nog steeds eng voor zwart.
Kijk maar:
De stelling waarin Gerrit, en Ab, en ik, niet verder komen, maar Komodo nog iets ziet:
Ron tegen Martin:
De klassieke Colle. Martin schrijft: ‘Helaas een verliespartij maar wel een solide opening.’ Jawel, maar toch een kleine kanttekening: Het is niet zo handig om tegen een Colle (welke variant van de twee ook) vroeg op d4 te ruilen. Dat opent ruimte voor een Toren op e1, en daar heeft zwart vroeg of laat last van.
6. …… cxd4
Maar verder gaat het goed. Hoewel wit toch een klein plusje heeft.
Ron: “Tegen Martin wordt het meestal spannend. Mijn plan met Te3 en Th3 is dus niet goed. Gewoon De2 spelen en b4. Ben er nu pas achter dat na bijvoorbeeld Db6 pion d4 dan giftig is (Pxd4 dan De3 met stukwinst). Ik hoef dus niet op c6 te nemen.”
Na Th3 en Df3 vindt Komodo inderdaad dat zwart wat beter staat .
Maar zwarts Lc8 is volgens prof mr dr K niet de beste. Maar Martin speelt hier natuurlijk al met de gedachte aan e6-e5. Bij zet 17 gebeurt dat.
En hier begin het erg ingewikkeld te worden.
Ron: ‘Ik begrijp dat Martin e5 doet en Lxh3. Maar mijn Pf6+ was winnend, al kon ik dat toen niet allemaal uitrekenen’.
Martin: Het probleem van mijn opstelling is dat het op een gegeven moment niet meer te beoordelen is wat goeie zetten zijn.
En : ‘ Uiteindelijk maakte ik de keuze om e5 te spelen. Op zich vindt mijn pc het dan nog niet verloren, maar de keuze voor Pe4 was echt niet goed.’
18…. Pe4 19.Pxe4 Lxh3 20.Pf6+ !! Prachtig!
En nu is het ineens uit!
Het mooie vervolg maar weer in ‘levenden lijve’:
Mooi hè! Was best de moeite waard om tot het eind erbij te blijven.
Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.