Op 20 febr 23 stroomde het Spaarne bij ons binnen.
Niet de Tafeltennisvereniging of De Koninklijke Zeil-en Roeivereniging, evenzeer trotse dragers van het epitheton ‘Spaarne’, maar de bloeiende schaakvereniging met die naam. Moet wel een mooie vereniging zijn, want toen onze veelvoudige clubkampioen Paul Ruber -door verandering van werkkring- naar Haarlem verhuisde (tien jaar geleden?) , werd hij lid van Het Spaarne. En dat is hij nog! Hij staat in hun clubcompetitie nu derde. Dus hij kan het nog steeds. Wat hebben we hem lang gemist! Zou hij meekomen vanavond?
De rivier Het Spaarne was ooit niet onbelangrijk voor de economische ontwikkeling van de stad Haarlem. Toen zulk water nog de belangrijkste transportmogelijkheid was. En nu levert het nog mooie prentbriefkaarten op. Ik weet nog dat ik ooit bij mijn eerste bezoek aan het Teylersmuseum langs dat water liep, en verbaasd was over het pittoreske uitzicht daar. Geen flauw idee dat dat Het Spaarne heette.
Terzake. Op 20 febr. kwamen ze aanzeilen uit de Spaarnestad. Bij wijze van spreken. Ik las ooit in ‘Beemster-Winter-Buitenleven’ (1778) van Betje Wolff dat toen nog voor de deur van de pastorie van dominee Wolff (thans Betje Wolff-museum ) een heel brede sloot lag, waarop kennissen aan kwamen schaatsen uit Hoorn om bij haar even uit te blazen. Maar voor aan komen zeilen uit Haarlem zal ook die sloot toen wel niet geschikt geweest zijn.
Sorry. Nu echt terzake:
Acht vriendelijke mannen met gemiddeld een wat hogere rating dan wij. Ze legden wel aan onder de linden, naast de kerk van dominee Wolff, maar ze kwamen niet uitblazen, zeker niet.
Paul Ruber was er niet bij , maar we kregen wel andere belangrijke toechouwers.
Hans weer voldoende hersteld om volgende week ons clubje weer aan te doen. Dat is mooi!
Om halftien hielden de schakende bezoekers alle acht nog stevig het roer recht. Nee, dat ging voor ons weer eens niet eenvoudig worden vanavond.
Ik zag al met zorg dat Sven toestond dat zwart een open h-lijn kreeg richting witte koning. Maar ik vrees nu dat daar nu ineens een eng offer op h2 plaatsvindt. Ik zal het wel weer fout hebben, maar hij zit nu wel heel lang na te denken.
15…. Txh2 (16. Kxh2!? Dh4+ 17. Dh3 en dan Th8 !!!???)
Ik zIe dat Rons hoofd wat kleuriger wordt en hij af en toe even zit nee te schudden. Maar bij Ron zegt dat nog niks.
Natuurlijk leek Thomas weer niet te beroerd om risico te nemen. Ik heb geen idee of hij zo echt kansen creëert. (Zal wel weer?) Hij bouwt in ieder geval weer een forse voorsprong op de klok op.
Frank verzeilt via een Kan-variant van het Siciliaans in wat een beetje op een Najdorf lijkt. Dus hartstikke ingewikkeld. Afwachten maar.
Bert laat zien dat het KoningsIndisch echt bedoeld is om met zwart lekker agressief van wal te steken.
Maar zijn tegenstander lijkt er niet echt van onder indruk.
Bij Paul vind ik dat hij ietsje minder staat. Hij moet een beetje afwachten. De stukken op de damevleugel lijken te moeten gaan laveren, want die hebben de wind niet in de zeilen. Door de zet c6 is dat er niet eenvoudiger op geworden
Zijn tegenstander offert een pion om zelf de trossen los te kunnen gooien.
Rond 10 uur accepteert Martin remise. Lijkt wel terecht, want zijn Engels heeft niet meer dan gelijkspel opgeleverd.
Bij Koen gebeurt ogenschijnlijk bijna niks. Hij staat er degelijk bij, en heeft een voorsprong op de klok. Maar hoe moet het verder? Zijn tegenstander is ook nog lang niet gereed om het anker te lichten.
Die tegenstander is wel fotogeniek. U herinner zich misschien mijn foto-expositie en weet wellicht dat ik houd van portretteren van ‘Dieren en andere mensen’. Ik kon het dus ook nu weer even niet laten.
Om half elf blijkt het offer tegen Sven correct. Denk ik. Hij ziet geen kans om langer tegen de wind in te blijven zeilen.
(24. Kg2 T8h2 mat 24. Pg1 Lc4+ !!! met damewinst)
En ook bij Paul gaat het mis. Die raakt ineens vrij vlug verder uit de koers.
22. Lxc6 en opgegeven. ( zwart moet zijn dame offeren. Anders leuke variantjes, bijv. 22 …. Df7 23. Lxg7 Kxg7 24. Lxa8 Txa8 25. Df3!!)
Koen gaat overstag, want die vindt ook dat het niet opschiet en accepteert remise.
Stand is nu 1-3. Dat gaat dus weer mis vanavond.
Resteren om 10.45 Thomas, Ron, Frank en Bert.
Bij Thomas: Zijn tegenstander heeft de aanvallende bedoelingen weerlegd en ik vrees dat het eindspel voor Thonas echt minder staat.
Bert zit in een ingewikkelde stelling waar zo te zien geen voordeel meer in zit.
Ron staat weer stevig achter op de klok in een m.i. erg remise-achtige stelling.
Frank zal wel gelijk staan. Maar een lekkere geuzen-aanval zit er niet in.
Om 22.50 staat Thomas in ieder geval een pion achter.
Dan besluiten Ron en Aad de Bruyn tot remise.
Bert is in een defensieve stelling gemanoeuvreerd. Maar misschien wel remise te houden.
Om 23.00 uur, ja hoor. Het zal niet. Veenendaal, de tegenstander van Thomas, raakt aan lager wal. Hij verblundert in winnende stelling een stuk.
We stonden met zijn vieren te kijken en wisten allemaal : geen Ke2 spelen want dat kost je een paard wegens een penning na Txf5! Maar Veenendaal (Elo 1967 !) doet het toch! Hoe onze TitaTovenaar het toch bijna altijd weer flikt om zijn tegenstanders uit het roer te laten lopen!?
Frank komt toch nog tot wat agressie. Maar staat flink achter op zijn klok.
Bert houdt zijn roer recht. Hij lijkt eerst in het nadeel te geraken, maar blijkt dat toch voorkomen te hebben.
39….. Ld2 40. Lf2 Lxc3 41 bxc3 Pxe4
Als ik vertrek om half 12 om de bus te kunnen halen is bij Bert de vrede getekend.
bij Frank zijn diens agressieve pogingen goed opgevangen en ook daar remise overeengekomen.
Dus ja, weer verloren! De Spaarne-acht gaat nipt als eerste over de eindstreep. Het was wel kantjeboord: 4,5 tegen 3,5.
Zij kunnen tevreden weer terug naar de veilige thuishaven.
Wij hebben daar niet veel aan, maar we hebben nog één minder sterke voor de boeg. (lagere gemiddelde rating dan die van ons)
Er komt dus nog één kans om van die laatste plaats los te raken. Dus dan…. alle hens aan dek.
Achteraf gezien:
Van de schaakcomputer:
Het torenoffer van Hans Arp tegen Sven had toch aangenomen kunnen worden!!
“Ik wist dat plan met Lxf6 mogelijk was en ik daarna c4 moet spelen.
Het zorgt voor heel ander spel. Daarna was ik op mezelf aangewezen. De opstelling die mijn sympathieke tegenstander daarna koos, is op zich goed. Ik begrijp nog wel zoveel van de stelling dat ik snel b4 en b5 moet zien te spelen.
Ik had dan ook geen d3 hoeven spelen, maar gelijk b5 en heb dan wat voordeel.
Na zijn Lh6 zag ik weer leeuwen en beren, ik was bang voor Pg4 en offers op e3 of f2. Maar dat kan ik couperen met Pf4. En h3 wat ik speelde (wat een verzwakking is) was dus niet nodig.
Ik snapte zijn manoeuvreren en voorbereiden van h5 en h4. Op mijn Pd4 had hij nu met h4 toch in voordeel kunnen komen (zijn enige kans in de partij).
( ES: Prof MrDr K ziet nauwelijks voordeel.)
Nu bleef het gelijk, de remise in de eindsituatie was een terechte uitslag, al stond ik volgens engine dus meestal beter.
Ik zag Thomas een heel spannende partij spelen en vermoedelijk winnende f3 missen! Met hem heb ik hekel aan Rossomolimo variant, mede reden dat ik 2…, e6 ben gaan spelen. Het eindspel dat hij nu kreeg was volgens mij niet goed, hij won door een blunder. Bert zag ik m.i. solide en taai spelen, maar hij gaf zelf aan minder te hebben gestaan? Sven zag helaas het thematische Txh2 niet en verloor kansloos. Hij moet zich echt herpakken. Paul stond aldoor minder en kon zich deze keer niet redden. Ik zag Martin en Koen solide spelen, beiden remise. Frank met zwart speelt nu opeens ook Kan, volgens mij deed hij het best goed. Ik weet niet of hij wat gemist heeft, want heb veel tijd in eigen partij gestoken en die van Thomas (echt leuk om te volgen). Jammer die 4 1/2 – 3 1/2 uitslag, want we kunnen beslist mee in deze klasse!”
Uit Het commentaar van Koen
“Hierbij mijn partij. De partij is geëindigd in remise, ik zag niet goed hoe vooruitgang te boeken zonder mijn stelling te verzwakken. “
“Hoe de stelling open te breken? Pion naar b5 is wellicht een idee, maar leidt dat echt tot iets substantieels of worden gewoon de torens geruild?” Misschien kun jij uitvogelen waarom de evaluatie +1,4 is terwijl het materieel gelijkstaat? Wit heeft meer ruimte dan zwart, ik vermoed dat dat als gunstig beoordeeld wordt voor wit.“ ”Tijdens de partij zag ik misschien spoken maar de loper op f6, dame op c7, paard op e4 vond ik vervelend en ook was ik bang voor een zwart offensief op de koningsvleugel (al kan direct …g5 niet i.v.m. f3 en wint het zwarte paard).”
“Het was ook de eerste keer dat ik de opening zo speelde, ik had het wel voorbereid maar al op zet 7 was ik uit de theorie.
7. Qc2 leek me een veilige zet maar zwart kon vanuit het Catalaans …f5 en …Ne4 spelen waardoor het eigenlijk een soort Dutch Stonewall werd. Ik kreeg mijn paarden weliswaar mooi op d3 + f3 maar echt veel bereikte ik daar niet mee.
Ook speelde zwart Rc8 en ik vond mijn koningin niet fijn staan op een (semi-)open c-lijn dus heb ik c5 gespeeld.”
De Hoek van Broek
“ De Chess tempo database kent 9. Pf1 niet en nog wel 9. Pc4.
9. Pf1 0-0 Lichess stopt bij 10. b3, g5 waar Le6 nog wel bekend is .
Na 14. Pc4 had ik m.i. beter Td8 kunnen doen om Pd6 te verhinderen. Zwart kan dan het loperpaar behouden, hoewel dit in de bewuste variant geen garantie op voordeel biedt tegen het witte span paarden. De stelling was sowieso niet zo voordelig als ik tijdens de partij dacht, evenals vorige week. Waarin ik overigens wel aangaf dat het gevoel dat je hebt bij een bepaalde stelling, ook niet onbelangrijk is! De waardering van Analyse This rond zet 17 schommelt tussen+2 en bijna +3. (ES: Bij Komodo 14 ong. +1.80)
Na 19. Kh1 dreigt g3 met stukwinst.
Hierna geeft het apparaat een aantal zetten lang nog steeds g3 als beste aan maar na de partij gaf mijn tegenstander aan dat niet overwogen te hebben.
En ik snap dat best. Wit heeft nog geen zwaktes en wil ze ook niet creëren.
26. Ta4 brengt de witte toren op dwaalwegen. Ik heb gisteravond nog een tijd met Ron naar 29.. f3 (ipv 29. Dxg4) gekeken
Na 30. gxh5, Lxd2 31. gxh3, Lb4 dreigt kwaliteitswinst . Wit kan dit nog verhinderen met 32. c4 (hebben wij wel de goede stelling geanalyseerd, Ron?) maar de omhelzing van de toren gaat hem hoe dan ook materiaal kosten . In mijn vooruit- berekening was ik bang bijvoorbeeld 32. a3, b5 33. axb4, bxa4 te veel pionnen kwijt te raken. Na het goed opvangen van de zwarte dreigingen en de pionwinst kwam hij krapper in zijn tijd te zitten en verloor door een penning een stuk 42. Ke2??ipv 42. Kg2 met nog steeds goede winstkansen .
Daarna was het zaak niet te snel te willen winnen met onnodige risico’s van dien.
Bijvoorbeeld dacht ik een tijd over 52.. Le5 na met het idee om bijvoorbeeld na 53. Tg5+, Kh6 54. Tfg1, Tg4+ te spelen maar dan heeft wit de tactische truc 55. Txe5! en wint zijn stuk terug! Het teruggeven van een pion was misschien niet nodig maar gaf me wel tijd om mijn koning van beide zijden te beschermen tegen irritante schaakjes
Als wit bijvoorbeeld ipv 54. Tg5+ , 54. Tg1+ speelt,
faalt 54…. Tg6?? op 55. Tg6+, Kxg6 56. Tc6+ eveneens met stuk terug winst. Ik kende mijn tegenstander nog van de trainingen die ik tot 3 jaar geleden bij Jop Delemarre volgde. Ten opzichte van enkele jaren geleden is Loek wel sterker geworden zowel qua concentratie als vasthoudendheid.”
Commentaar van Frank
Hierbij mijn partij. Solide gespeeld van beide kanten. Bij het ruilen van de stukken was er nog een kans dat wit het fout zou doen en daardoor een stuk zou verliezen.
Helaas gebeurde dat niet. Ik hoopte dat mijn paard ook sterker zou worden dan een loper in het eindspel, maar ook dat bleek niet het geval.
Wit kon met Lf5 ipv Te3 het wat lastiger voor mij maken om tegenspel te krijgen, maar gezien de tussenstand op dat moment koos hij er voor om vol en veilig op remise te spelen. Ik zag geen kansen om er iets anders uit te halen.
Viel er vanavond wat te beleven voor de onpartijdige toeschouwer? Jawel.
Een Gerrit die in vorm was. Tegen Wouter die koos voor de Franse opening, en dat ging wel een poos goed. Maar toch kreeg hij het moeilijk met het euvel daarvan: een opgesloten dameloper. Natuurlijk is het Frans een mooie opening, naar je moet wel goed weten hoe met dat probleem om te gaan. Gerrit maakte er vanavond actief gebruik van.
Tot hij bij zet 32 zo vriendelijk was om Wouter zelf van dat probleem af te helpen.
32. f5 exf5 33. Lxf5 Lxf5 34. Txf5
Maar inmiddels was zijn stelling al zo goed geworden dat zwart nog steeds geen mogelijkheid zag om een plan te bedenken om zelf wat actie te gaan ondernemen. De zetten waarmee Gerrit het spel beëindigde, waren wel de moeite van het bekijken waard.
38. e6! Kh7 39. Txf7 Txf7 40. Txf7 Lxc3
41. Txg7
Ab werd tegen Bert afgerekend op zijn kennelijk onbedwingbare lust om zijn f-pionnetje op te spelen.
6. f3?
Vorige week mopperde Thomas daar al over, over zijn zet f6 met zwart. Met wit is het gauwer wel goed dan met zwart (Db3!) , maar het is toch altijd uitkijken geblazen (Db6!).
Hier staat zwart dus al gauw beter en na zet 18…. Db6 neemt dat dreigende vormen aan. (Nu blijkt zelfs Kh1 al te laat.)
En een grappig offertje maakt er resoluut een eind aan.
21. ..Txc3! Pe2
Na 22. Pxc3 of Txc3 volgt 22. .. Lxd4En 22. Tfd1 Txc1 23. Pxc1 Tc8 helpt ook niet.
Wit houdt geen pionnen meer over. 21 Pe2Dxf2 22 Kxf2
23. ….Txb3
Wit rommelt nog 8 zetten door, hopend op een wonder. Maar daar wil Bert niet aan meewerken. Met 4 pionnen achterstand, die nu beginnen op te rukken, geeft Ab op na 30 zetten.
Hugo mocht met wit proberen zich Thomas van het lijf te houden. Dat lukte lang wel redelijk. Na zet 17 LxLg7 vindt mijn stokvisje het zelfs + 2.7 voor wit
Gesuggereerd wordt door de machine Dc3+ gevolgd door Da5, met pionwinst. Hugo speelt Db2+ wat minder , maar ook niet slecht is.
Wel zag ik hier al dat hij een flinke achterstand op de klok heeft opgelopen. Logisch als je tegen Thomas speelt. Dan moet je achter alles iets zoeken. Achter elke hoek kan een struikrover staan.
Maar hoewel Hugo’s voordeel geleidelijk wegebt is er van een crimihele overval nog geen sprake. Het gaat nog steeds goed genoeg. Maar rond zet 25 begint de buurt waarin hij vertoeft er toch een beetje dreigend uit te zien. Niet dat er al echt iets aan de hand is, maar met Thomas achter al die centrumpionnen zou dat wel eens kunnen veranderen.
Dat gaat dan inderdaad gebeuren. Maar steeds blijft wit overeind. Maar dan bij zet 30 komt dan eindelijk de fout waar zwart op heeft gewacht. In een stelling die eigenlijk nog steeds gelijk is, maar waar je behoorlijk zenuwachtig van kan worden, zeker als je een grote achterstand op de klok hebt opgelopen.
31. Pf4? (Pd4!) Pxe5! En hierna helpt ineens niets meer. Zelfs 112 komt te laat. Het slachtoffer wordt beroofd van al zijn bezittingen. 32.Kh2gxh3 33. Lh1Pg4+ en wit blijft berooid achter. Hij geeft het op.
Mijn Stokvisje geeft mat in 13. Zo ver zal Hugo niet gekeken hebben, maar wel dat hier echt geen heil meer inzat. Maar toch best een goede partij gespeeld. Het verschil in Elo werd uiteindelijk vooral door de klok gedemonstreerd.
Voor meer en nog beter commentaar zie verderop in “De Hoek van Broek”
Ron probeerde Martin te verrassen met een Morra-gambiet. ( 1 e3 c5 2 d4 cxd4 3 c3!) Maar dat lukte niet echt goed. Want zwart accepteert de pion niet. Verder speelde ook een rol dat Ron’s 5. Lc4 zeker niet de voor zwart gevaarlijkste variant is.
Ik heb zelf ooit honderden vluggertjes gespeeld tegen een schaakvriend die nooit anders dan het Morragambiet wilde spelen. Ik had ook ontdekt dat je de gambietpion kon weigeren en er een Alapin van maken. En ik weet dus zeker dat er sterkere varianten bestaan dan Ron‘ s 5. Lc4.
5……. Dc7
6. De2 Pb6 7.Lb3
6. Lxd5? Dxe5!
Ron:‘Tja ik wilde eens wat anders. Hoopte op Morra. Maar werd zo Alapin. Had niet verwacht dat Martin trucje met 5…, Dc7 kende.’
ES: Verrast stelde ik tot zet 7 vast dat Martin thuis was in de theorie. Het aannemen van het gambiet is wellicht het beste maar alleen als je er mateloos op gestudeerd hebt.
Ron: “7. Lb3 is niet de beste, zwart kan dan d3 spelen. Maar ik wist het hier ook niet meer, allemaal te lang geleden. Zijn slaan op c3 is absoluut niet goed, maar het blijft verleidelijk om die pion te nemen”
ES: Na zet 7 gaat Martin er toch toe over het gambiet aan te nemen. Hij is nu kennelijk uit zijn theorie. Het ziet er logisch uit, maar het is toch niet de beste.
7 … dxc38. Pxc3
En na Pxc3 krijgt wit na 8. … a6? toch zijn zin. Hij heeft een voorsprong in ontwikkeling tegen de prijs van 1 pion.
Wit staat nu beter, naar raakt zijn voordeel bijna helemaal kwijt na
10. Lf4? (a4) d5! 11 exd6Lxd6
RON: ‘Wat ik deed met 10. Lf4 was niet verkeerd, maar ik moet dan daarna niet op d6 slaan, maar 12. Lg3 spelen. Dan heb ik nog steeds voordeel. (ES: ??) Nu werd het gelijk, maar gaat Martin op zet 14 met Pe7 in de fout.’Wit viel het paard op b6 aan.
Na 14 .. Pe7? (Beter Db4) vliegen ook de witte torens naar de mooie velden en Zwart kan niet veel meer doen dan afwachten. Maar echt desastreus is zet 18. …. Pd6
19. De5! Wit valt een paard aan èn pion g7.
Martin geeft het paard nog maar even op, maar begrijpt wel dat het over is.
Ron: Maar zwart stond al kreupel en kwam niet meer goed los. Martin verliest vervolgens materiaal…Al met al toch leuke en vooral leerzame partij.
Frank probeerde Peter tot een Aljechin te verleiden ( 1. e4Pf6 ) , maar daar (2. e5) trapte Peter niet in. 2. Pc3. En dus maakte Frank er maar een Pirc van. Tot en met zet 9 deed Peter het goed. Maar 10. b3? geeft een pion weg! Pion d4 is niet meer te dekken. Beter was geweest 10. Lf4.
10 . … Pf5!
11. Le3 helpt niet, wegens c5! Want na dxc5 gaat de sluipmoordenaar op g7 een beslissende rol spelen.
Hierna zorgt Peter nog voor een nagerechtje door met Kh1 een pion op f2 ongedekt te laten.
Frank: ‘Hierna was de partij eigenlijk al beslist. Daarna snoepte ik nog een paar pionnen eraf en was het een gelopen partij.’
De Hoek van Broek:
Thomas: “13. Tfd1 was niet eerder gespeeld volgens de Lichess database. 13. cxd5 was nog wel bekend. De dekking van f2 wordt losgelaten maar voor de rest is de zet speelbaar. Pa4 vindt Analyse This beter, maar ook zonder technische hulpmiddelen is te zien dat de weg naar het blokkadeveld c5 een goed plan is. Wit blijft een tijdje licht in het voordeel terwijl ik in die fase bepaald ook niet ontevreden was over mijn stelling!
16. Pa4 De7 17. Lxg7Kg718. Db2+
Als wit 16. Pa4 speelt is de waardering zelfs opgelopen tot+1,7. Daarna was ipv 18. Db2+ de mogelijkheid 18. Dc3+ gevolgd door 19. Da5 kansrijk.
Het kantelpunt ontstond na
20 c5? waar bijvoorbeeld 20. Dd2 of 20. Dd4 het voordeel zou hebben vastgehouden. De stelling beweegt zich meer rond de nullijn, soms licht voordeel en soms licht nadeel. Na de opmars van de zwarte koningsvleugelpionnen houdt wit de stelling een tijdlang goed gesloten
29. gxh4 g4 30.Kh2
Gek genoeg vindt Analyse This na 29. ….g4 30. h5 een betere verdediging gevolgd door 31. Tg1. In de laatste zet kan ik wel logica ontdekken, in de eerste totaal niet! (ES: Stokvis ook niet. Die peinst niet over h5)
33. Lh1 Pg4! Interessant is nog de mogelijkheid (ipv 33. Lh1) 33. Lxd5+!? waarop zwart ijskoud 33.. Kh7 moet antwoorden! In ieder geval waarin mijn tevredenheid over mijn stelling niet altijd geheel terecht was maar volgens mij is het beter dan andersom. Het gaat er tenslotte ook om of je je bij een stelling prettig voelt en bij je speelstijl past.
Ook die plaatsnaam maakt weer aardige herinneringen bij me wakker. Het Hoogoventoernooi speelde zich oorspronkelijk al gauw af in Beverwijk. Ze verhuisden later naar Wijk aan Zee, in 1967. Zo rond 1964 heb ik toernooi in Beverwijk als toeschouwer bezocht. Het was een van de eerste toernooien waar ik ging kijken. Ik herinner me een vrij donkere ruimte, eigenlijk te klein. Was het eigenlijk een bioscoop?
Als jongetje van 12 heb ik in die lange winkelstraat van Beverwijk gelopen. Mijn ouders gingen er even winkelen. Vanuit Amsterdam was het stadje toen lastig zonder automobiel te bereiken. Die hadden mijn ouders nog niet. Maar we waren met vakantie. Mijn ouders hadden drie jaar na het einde van WO II voor het eerst een huisje gehuurd voor een verblijf van drie weken. Het lag in de duinen, ongeveer halverwege Beverwijk en Wijk aan Zee. Niet al te veel luxe. Het drinkwater moest nog uit een pomp komen. Maar het strand was lopend bereikbaar. Een kilometer of 2. En bij minder mooie dagen Beverwijk ook. Om te winkelen. Ik vond het er wel leuk.
Andere herinnering aan Beverwijk: Ik maakte voor mijn opleiding o.a. een studie van de schrijfster Betje Wolff (1738-1804). Die woonde achtereenvolgens in Vlissingen, Middenbeemster, De Rijp en Beverwijk. In dat laatste oord waren Wolff en haar huisgenoot Deken best zeer gelukkig. Wolff schreef in haar tuinhuisje in Lommerlust aan hun nieuwe roman, na het grote succes van hun eerste: Sara Burgerhart. Ik heb een poging ondernomen dat tuinhuisje terug te vinden. Dat is toen niet gelukt. Her tuinhuisje heeft de tand des tijds niet doorstaan. Er zijn wel tekeningen en latere vroege foto’s van bewaard. Daarmee heeft men Intussen een replica kunnen fabriceren. Misschien moet ik toch nog een keer naar de Peperstraat. Beverwijk begreep dat zo’n verblijfplaats van beroemde en nog steeds zeer leesbare schrijfsters – met nog steeds moderne ideeën – een toeristische trekpleister kan zijn.
Maar nu was er een heel andere reden om naar Beverwijk te tijgen. Aris de Heer tegen De WijkerToren. Nummer 3 van de ranglijst tegen nummer laatst. Tja ….. ! De gemiddelde rating van deze tegenstanders varieert. Van 1740 tot 1840. De onze is rond de 1800. Wat hebben zij dan wat wij niet hebben? Nou ja, misschien hebben we vanavond wat meer geluk. En wat meer zelfvertrouwen?
Ik mocht meerijden met Martin, die nogal verdwaalde. Gelukkig ontwaarden we na veel omzwervingen in Noord-Holland de overal bovenuit stekende Wijker Toren. Maar Thomas en Martin stonden intussen al gelijk op een kwartier achterstand op de klok.
We kwamen terecht in een gebouw waar de Harmonie repeteerde. Zat er dan vanavond eindelijk ook eens muziek in voor ons?
Na een uurtje schaken zag ik nog nergens groot onheil voor die koperblazers van ons. Wel waren er vreemde dingen gebeurd op het bord van Frank. Die stond ineens een stuk voor.
14.Lb3 Pgxe3? Hij ziet de penning van Pc4 niet![14…fxe4!] 15.Dxe3! stukwinst fxe4 16.Dxe4
Terwijl ik tevoren had gedacht dat hij in moeilijkheden zat.
Een paard voorsprong, en toch was het nog niet echt een fluitje, een fluitje van een cent.
En Koen had op simpele wijze een pion gewonnen en stond volgens mij heel goed.
6. Ld3? cxd4 7. Pxd4 Pxe5!
Maar vooral omdat zijn tegenstander daarna waanzinnig lang over alles moest nadenken, was het tempo van diens metronoom wel erg laag. Dat kon nog wel even gaan duren.
Alleen vond ik wel de stelling van Martin wat rommelig. Wat kan die Toren op f6?
Een half uurtje later, toen ik dacht dat Martin kans zag wat meer harmonie aan te brengen in zijn stelling, hing hij ineens de lier aan de wilgen. Hij bleek in een combinatie iets overzien te hebben en verloor materiaal.
21. .. Lc5 ?? (Ld6!) 22. Lxc5 Dxc5 23. Dxc5 Txc5 24. Pd7 !! en wit wint twee kwaliteiten!
Stand 1-0 voor de gastherenl
Maar de stellingen van Koen en Frank bleven hoopvol.
En die van Ron en Bert leken mij in ieder geval zeer gelijk, maar met voorlopig weinig paukenwerk en tromgeroffel.
Sven had een poging gewaagd om tegen inlevering van wat minder ideale strategische kenmerken wat mogelijkheden tot leuk schaak te creëren.
Mer Paul ging het niet zo goed. Was die nu een pion kwijt, of was dat maar voorlopig?
Nog wat later gaf de tegenstander van Koen op. Koen kwam direct aanrollen om me dat glunderend mede te delen. ‘Een miniatuurje!.’ Maar, voegde hij er bescheiden aan toe: ‘die jongen had wel een veel lagere Elo.’ Dan weet ik gelijk: Die Koen is ook een aardig mens.
1-1
Maar Bert gaf ineens op. Hij bleek geregeld een heel klein beetje minder te hebben gestaan. Echt een heel klein beetje. Door een mindere zet van zwart stond het weer gelijk en juist toen volgde die heftige dissonant.
21 f4 ?? Lxf4! En het is niet alleen het verlies van een pion, omdat hij mist dat e3 gepend staat, maar daarna is de pionnenstelling sowieso niet leuk meer.
2-1 voor zullie.
Toch konden we blijven hopen. Thomas speelde vanavond weer eens de eerste viool. Hij overspeelt zijn tegenstander. Hoe, dat miste ik even, maar dat zal hij later zelf wel uit de doeken doen. Zie verderop.
En Franks tegenstander gaf eindelijk op.
Als de dames eraf zijn valt er niet veel meer te bedenken om die achterstand van een heel stuk te compenseren .
Stand om 22.30 westeuropese tijd : 3-2 voor Aris de Heer.
Tjonge. Wat een weelde. Maar bij twee van de resterende borden vertrouwde ik het niet helemaal. En bij Ron begon het steeds meer op remise te lijken.
Om 23.05 begint de spanning me ernstig parten te spelen. Maar Sven kennelijk niet. Dat gaat daar ineens crescendo. Die staat 2 pionnen voor.
Als Paul nu zou verliezen, en Ron remise speelt en Sven zou winnen, zouden we echt vanavond een opzienbarend resultaat neerleggen. En kunnen we in Middenbeemster met klaroengeschal ontvangen worden.
Maar het loopt een beetje anders. Om 22.30 bedacht Ron in betere stelling een mooie combinatie,
24. .. Txc4 !?
die echter nu misschien niet helemaal schijnt te kloppen. Of toch wel? Of toch niet? Of toch wel? Of niet? Gaat hij verliezen ? Waar gaat zijn paard heen?
Paul verliest waarschijnlijk ook. En Sven? Heeft die nu al gewonnen? Met 2 pionnen meer in het eindspel?
Mijn vader zaliger had een grappig gezegde dat hij te pas en te onpas ventileerde: ‘Ten eerste gaat het anders, ten tweede dan u denkt. ‘ Nou dat is ook nu het geval.
Want:
Sven kiest een verkeerde partituur. Zijn tegenstander blijkt toch een bekwaam solist. Die weet op zeer listige wijze een belangrijke pion terug te winnen en zijn remisekansen aanzienlijk te vergroten.
Is die vrijpion nog tegen te houden? Ja dus!
58. Th3! Op c2 volgt Tc3 met schaak! Dus is zwart die pion op c3 kwijt.
En daar schrikt Sven kennelijk zo van dat hij – ook met wat dreigend klokgetik op de achtergrond- daarna zelfs een remise vergokt. Wie had dat kunnen denken? Wegens hun tijdnood heb ik de slotmisser in de notatie niet kunnen waarnemen.
Stand 3-3
Paul weet dat hij slechter staat, en spreekt de diepste lagen van zijn creativiteit aan. Daar blijkt ineens zijn tegenstander niet tegen opgewassen. Diens plannen, tot nu toe prima, beginnen ineens een beetje uit de toon te vallen. Al zijn stukken staan op de damevleugel.
en Paul zwenkt razendsnel naar de koningsvleugel en start daar een levensgevaarlijke aanval, met een stukoffer,
34. Pxh5+ !!!
en daar reageert zwart, in forse tijdnood, niet goed genoeg op. Paul wint! Wie had dat kunnen denken ?
Met mat in twee!
Commentaar van Paul: PS: vermeld wel dat mijn tegenstander een zeer aimabel persoon was.
4-3 voor de onzen. Verliezen kunnen we niet meer.
Prachtig. Hierbij de eerbewijzen voor Paul. De winnaar van het fanfare-concours van vanavond. De man of the match.
Hoe zit het nou met Ron?. Houdt hij het nu remise? Verliezen? Of toch nog winnnen?
Hij raakt in flinke tijdnood. Dit keer eens niet door te lang blijven zoeken naar de volmaakte voortzetting. Want zijn tegenstander heeft ook niet veel meer over. Ron vergokt dan de winst. En daarna de remise.
40. .. Td1? (Td5!! zal waarschijnlijk winnen)
Zwart verliest in vliegende tijdnood zelfs nog na 43 .. b4 44. Kb5 Pd6? 45. Pxd6 Txd6 46. Kxb4
Daar kan Ron niet goed tegen. Wie wel? Sven ligt als alle partijen zijn gespeeld nog steeds met zijn hoofd -tussen zijn handen- op zijn schaakbord. Martin raakt in de auto nog niet uitgepraat over de oorzaken van zijn valse noot van vanavond: te veel haast.
Martin: ‘Gehaast, de avond, de opening, de partij, de blunder en vooral ikzelf’
Ron schrijft het volgende commentaar. Lees hier de woorden van een schaker die diep, diep, in mineur is.
‘Ik ben er dus ziek van. Verliezen vind ik op zich nog niet zo erg (als je gewoon overspeeld wordt zoals laatst Thomas tegen mij deed en zoals hij nu weer zijn tegenstander overspeelde), maar dus wel op deze manier. Ook omdat het onze club nu de overwinning kost. Gewoon overconcentratie of vermoeidheid die mij parten speelde. En ja in vliegende tijdnood ben ik niet goed. Maar had gewoon toch alsnog remise moeten houden. Was een veel terechtere uitkomst geweest gezien het spel.’
4-4 Toch een mooi resultaat. Goed partij gegeven. Met iets meer geluk hadden we zelfs kunnen winnen. Maar ja, niet elk optreden van de harmonie is een topper op het carnaval. En we hebben nu toch laten zien dat ook wij ons partijtje bij het schaakconcert kunnen meeblazen!
Rest me alleen nog onze inmiddels vaste rubriek:
DE HOEK VAN BROEK
‘Het was een Pirc-verdediging maar had al gauw tot karakter van de Scandinavische opening.
10. Pb6 was niet meer bekend maar wel was eens 10..b5 of het scherpe 10. e5?! gespeeld. De variant lijkt niet zo denderend voor zwart vanwege de vele zetten in de opening met de dame, maar voor hetzelfde geld is het een variant die iemand al jaren speelt en vele finesses en valkuilen kent. Bovendien had ik tegen deze tegenstander een aantal jaren geleden remise gespeeld na zeer prettig gestaan te hebben ,maar door solide verdedigen goed tegenspel het voordeel bepaald niet kon vasthouden. Bij het invoeren van deze partij vandaag kwam ik er achter dat twee zetten die ik als minder inschatte, toch van de analyse machine een hoge plaats op de ranglijst krijgen.
Dat betreft 13.. Df6 en 14.. h5. Na de laatste zet wordt de korte rochade problematisch. Niet lang daarna ook de lange rochade.
Zo is na 16. …0-0-0 het kwaliteitsoffer 17.. Txb6 erg kansrijk.
Na 17.. ab6 18. Pc4, Te8 19. Pxb6+, Kd8 20. d5 geeft het rekenmonster al +6 voor wit. Eigenlijk krijgt zwart het al vrij gauw moeilijk iets van tegenspel te ontwikkelen. Tijdens de partij ben ik even “vreemd gegaan” (bij het dammen gekeken).
Op zet 24 was ik eerst van plan 24. c4 te stellen maar zag later dat 24.. Pe3 toch wel een hinderlijke zet is. Na het winnen van de kleine kwaliteit en de afwerking naar het T+L – T eindspel leek me het pionoffer f4-f5 nuttig om eventueel tegenspel op de damevleugel te bemoeilijken en Lh2 sneller in het spel te brengen.
f4-f5!
Na de partij hebben we nog naar mogelijkheden voor zwart gekeken. We kwamen op een variant waar wit slechts een goede verdediging heeft tegen een matdreiging maar verder niets bijzonders. Wel een opsteker na een tot nu toe wat stroeve score voor mij in de NHSB.