24 september, eerste ronde van een nieuwe externe competitie, in de eerste klasse. Helaas zonder Marc, die om dentale redenen tandknersend moest afzien van deelname. Die kunnen we eigenlijk helemaal niet meer missen. Gelukkig offerde de in zijn werk overbelaste Paul zich op en was ook Koen van Lankveld beschikbaar.
Schaakmat heeft zijn domicilie in een mooie grote lichte zaal, en heeft een sterk team.
(Ons team zit helemaal aan het eind van de zaal.)
Ik heb in dat gebouw ooit wel eens een heel slechte ervaring opgedaan. Bij een externe wedstrijd daar, had ik mijn tegenstander in de opening totaal overspeeld. Ik weet nu nog hoe dat ging. Ik zou dat eens rustig gaan afronden. Makkie vanavond. Eitje. Maar ineens dook er een verbluffende verborgen tactische wending op. En die zag ik te laat, en mijn tegenstander op tijd. Ik was ineens kansloos. Als ik dat gebouw zie, krijg ik nog steeds een vreemde smaak in de mond.
Eerst maar even beschrijven wat mijn egen indrukken op de avond zelf waren, nog geheel zonder AI – steun.
In de beginfase viel me op dat bijna al onze spelers een achterstand op de klok kregen. Er was zelfs een moment dat 5 tegenstanders aan de wandel waren en al onze schakers achter het bord zaten. Het meest frappant vond ik dat Thomas met wit veel meer tijd gebruikte dan zijn tegenstander Coen Stoop, en dan voor hem normaal. Die tegenstander zat duidelijk in een eigen hobbygambietje.
Thomas Broek – Coen Stoop (3…d5)
Het scheen me toe dat notabene Thomas erdoor verrast was. Eerst dacht ik dat hij ondanks sterke voortzettingen van zwart toch die witte pion voorsprong kon houden, maar dat bleek niet juist.
Thomas Broek – Coen Stoop (10.Le2)
En al spoedig meende ik dat Thomas vanavond wel eens geklopt zou kunnen worden. En nog een half uurtje later gaf ik geen stuiver meer voor zijn kansen. 2 geïsoleerde pionnen en te weinig stukken op het bord om nog eens lekker in troebel water te kunnen vissen. Na verlies van zijn gambietpion, offerde hij nog maar een pion.
Thomas Broek – Coen Stoop (12…Pxc3)
Ik zag niet hoe dat voor soelaas zou kunnen zorgen. Nee ,dat werd niks.
Ron speelde m.i. actief, ging op koningsaanval, maar stak daar wel weer erg veel tijd in.
Schaakmat – Ron (20…g4)
Frank (tegen Arjen van Verseveld) zag ik langzaam weer naar een koningsaanval neigen. Dat ging wel goed. Dat kun je aan Frank wel overlaten.
Frank – Schaakmat (15 h5)
De stelling van Martin baarde me zorgen. Een geïsoleerde d-pion met zware stukken erop gericht. Dat kon niet goed gaan.
Schaakmat – Martin (13…exf4)
14 Lxf4
Paul deed het na wat tempoverlies in de opening toch prima met zwart, strategisch sterk spel, won een pion.
Schaakmat – Paul (23…Dxb2)
Koen (tegen Maarten Greve) deed het rustig aan, een beetje teruggetrokken stelling, maar degelijk, en met mogelijkheden. Nergens in gevaar.
Koen – Schaakmat (19.Tfe1)
Eh toen werd het bij Frank m.i. ineens een beetje linke soep. Het leek erop dat hij iets over het hoofd gezien had. Moest hij nu een stuk offeren om de schade te beperken? Dat zou niet mooi zijn.
Diagram Frank – Schaakmat 18 …… ld7)
Maar bij Martin viel het ineens juist mee. Waar zijn tegenstander (Wouter Greve) in de aanval leek, stokte dat ineens nadat die volgens mij verkeerd terugnam na paardruil op d5. Hij nam terug met exd5, terwijl na Dxd5 de druk op d6 gebleven zou zijn.
Diagram zet 16 exd5
Ik kreeg nu ineens juist meer vertrouwen in Martins stelling dan in die van Frank.
En dan was daar ineens weer die Titatovenaar van onze club. Hij flikte het toch weer! Tot mijn grote verbazing stond het ineens weer bijna gelijk. Hij won zijn pion terug. Hoe hij dat flikte had ik even gemist.
Thomas Broek – Coen Stoop (17…c6)
18. Lxc6
Een blundertje van zijn tegenstander? Enfin dat zie ik wel als zijn hele partij op de computer staat.
Ik kreeg ineens een visioen van minstens 5 remises en 1 winst. Van Ron of van Paul.
Maar dat liep anders. In de partij van Ron (zwart) waren 2 aanvallen tegelijk gaande. Een van wit en een van zwart. Die van zwart scheen eerder succes te hebben. Maar Ron deed een foute zet en toen drukte zijn tegenstander door.
Schaakmat – Ron (31.d6)
Diep treurig vertelde Ron dat bij een betere zet hij met mat zou hebben gewonnen. Misschien zal de klok hierbij wel een rol gespeeld hebben.
Martin werd inderdaad remise, in iets betere stelling van Martin.
Schaakmat – Martin (23…Te8+)
Frank kwam veel beter weg dan ik zag aankomen, maar zat inmiddels wel in tijdproblemen. Toch zag hij kans het ontstane evenwicht te handhaven. Met snelschaak, zijn kwaliteit. Een prestatie!
Frank – Schaakmat (38.a4)
Koen stond eind van de avond m.i. iets beter, maar zag dat zelf niet erg, en was wel tevreden met remise.
Koen – Schaakmat (30.Ta5)
Flink in de buurt van mijn voorspelling: 4 remises. Maar wel 1 verliespartij. Nu ging het er dus bij Paul op aankomen. 1 pion voorsprong. Hij bleef ogenschijnlijk kalm. Zijn tegenstander (Johan Krul) speelde sterk, snel. Zou Paul vermoeid raken? Zou hij de voorgestelde remise accepteren omdat het al heel laat was en hij de volgende morgen om half zes weer op moest?
Schaakmat – Paul (47…Ta2)
Niets van dat alles. Een razend moeilijk eindspel, met lastige paardzetten van wit. Zwart won nog een pion. Een toreneindpel met K + 4 pionnen tegen K + 2 pionnen,maar wel alle aan de koningskant. Dat zou wel diep nachtwerk worden.
Schaakmat – Paul (55…Txh3+)
Arme Paul. En toen blunderde wit, En verloor zijn toren. Dus toch ineens uit. Toch nog 3-3.
Man of the match: Paul! Fantastisch gespeeld: Toch met wat voordeel uit de opening, voordeel uitgebreid in sterk middenspel, en goed en geduldig bezig in het eindspel. Geen enkele echte fout gemaakt in de hele partij of het zou het missen van een nog sterkere in het eindspel moeten zijn. Maar daar heb ik zeker een computer voor nodig om dat vast te kunnen stellen. Zonder hulpmiddelen veel te lastig voor uw ouwe aftakelende wepmeester.
Nu wordt het tijd voor het gedeelte met commentaar van de spelers en van Prof. Mr Dr Komodo en soortgenoten.
Ron
Ik baal wel hoor als enige verliezen. Was op zich best tevreden na 0-0-0 met mijn stelling!
Schaakmat – Ron (14…0-0-0)
Op 15. b4 had ik eerst Kb8 moeten spelen. Dat had heel nuttig kunnen zijn in verdere vervolg. Daarna een heel spannende partij. Torens ruilen op d1 was beter geweest, met Tg8 dacht ik te winnen.
Schaakmat – Ron (19…Tg8)
Zijn Lf3 was sterk.
Schaakmat – Ron (22.Lf3)
Ik zat helaas weer in enorme tijdnood, dat heeft met de partij gekost. 22…. Pg4 i.p.v. … Lg4 was daarop sterker. En ik had vervolgens de toren terug naar g8 moeten spelen.
Schaakmat – Ron (26.Dd3)
Daarna had ik op Dd3 de kans om nog met Pg4+! remise te maken en op Kg3 kon De7 nog!
In de eindstelling staat mijn toren geheel buiten spel en sta ik totaal verloren, daarom de wanhoopszet met 29 Pd5.
Schaakmat – Ron (29.Kh2)
29. …De7 was spartelen geweest.
Hulde aan Paul die heel sterk speelde. En dat Thomas zich zo liet verrassen. d5 in Russisch is gewoon inferieur. Dat mensen dat durven spelen. De weerlegging is niet eens zo heel moeilijk (sorry Thomas).
Matin
Hierbij mijn partij, ik stond wel minder slecht dan ik vermoedde en kwam na een mooie combinatie door Pd5 uit te lokken goed te staan.
Schaakmat – Martin (16.exd5)
Ik heb lang getwijfeld om na 16 …. Lg5 17 Tf3
Schaakmat – Martin (17.Tf3)
bij zet 17. Ipv 17 ….Lxe3 eerst met de toren te slaan, maar durfde het niet aan om zo lang een kwaliteit achter te staan. Als ik niet goed kan overzien of hij onder de penning uit kan komen met een slimme variant, matdreiging of iets wat ik over het hoofd zie dan gaat het mis en verlies ik de partij.
Met iets meer moed had ik met de toren geslagen, en met de actievere loper in ieder geval een pion kunnen winnen.
Schaakmat – Martin (23 .. Te8)
Mijn remise-aanbod was precies op tijd, ik denk niet dat ik dit eindspel veilig tot remise had kunnen brengen.
Ik kan dus tevreden zijn!
Frank:
Een leuke partij waarin ik uiteindelijk op het laatst toch nog de winst heb laten glippen. Met 1 minuut op de klok had ik dat echter niet meer gezien.
Ik zat al eerder in tijdnood, maar merkte toen bij zet 33 dat de increment van 10 seconden niet aanstond. Toen kreeg ik er dus nog gelukkig ruim 5 minuten bij. Die had ik wel nodig ook. Ik had veel tijd verloren bij de zetten 16 t/m 20.
Bij de opening wilde ik niet in een standaard Franse variant verzeild raken en ik vond de gespeelde Winawar wel prettig. Op zet 16 speelde ik Te3 wat door de computer toch als minder sterk werd gezien, die vindt Te5 beter.
Frank – Schaakmat (16.Te3)
Misschien om meer druk op de h5 pion te kunnen geven. Ik had deze zet echter niet overwogen. Na 17. Ph7! is de stelling gelijk.
Ik heb hier veel tijd besteed aan allerlei offervarianten op h5 en speelde uiteindelijk 19. Pxh5.
Frank – Schaakmat (18…Ld7)
In geval van doorslaan zou Lxh5 en daarna de dreiging Lxf7 veel voordeel voor wit opleveren. Zwart durfde dat niet aan en sloeg veilig terug met 19. Lxg5 wat de computer ook het beste vindt. De computer vindt dat zwart nu licht voordeel heeft, ik denk doordat hij het loperpaar heeft. Op zet 22 speelde ik c4 om ruimte te creëren voor mijn paard, wat op dat moment geen goede velden heeft.
Op zet 27 durft zwart niet Lxa2 te spelen omdat hij bang was om opgesloten te raken.
Frank – Schaakmat (27.Pc5)
De computer ziet dat probleem echter niet. Mijn zet 28. Lg4 wordt echter ook afgekeurd en ook 29.a3 vindt hij minder. Mijn tegenstander zag het niet of wilde Dh4 niet spelen.
Frank – Schaakmat (29.a3)
Hierna is de stelling weer vrijwel gelijk. Na 32.c5 is de stelling totaal gelijk. Arjen gaf in de analyse achteraf ook al aan dat hij erg ontevreden was over die zet. Na 34. …. Dd6
Diagram 34 …. Dd6
zag ik echter door de tijdsdruk b4 niet, omdat ik teveel in het centrum aan het focussen was. Ik zou dat een vol stuk kunnen winnen. Ik speelde 35. Pxf7 wat ook zeker niet slecht was en mijn tegenstander volkomen verraste. Ik kon alsnog b4 spelen, maar had van tevoren al Td1 in mijn hoofd zitten en had geen tijd meer om andere varianten te bedenken of na te rekenen. We speelden nog een paar zetten door, maar eindspel met ongelijke lopers was wel remise en mijn tegenstander nam dat gelukkig ook aan.
Thomas:
Eigenlijk had ik gewaarschuwd kunnen zijn, want tegen dezelfde tegenstander had ik in het Voorjaars toernooi van Purmerend een kwaliteit meer echter middels een gemene truc won hij deze terug en werd het remise.
Vervolgens in juni kreeg ik een uitnodiging om op het instituut Scorlewald aan een simultaan tegen een grootmeester mee te doen.
Dat bleek dezelfde Coen Stoop te zijn en deze stond zeker zijn mannetje. Omdat mijn taxi wat verlaat was, waren er al wat tegenstanders verslagen en er zou daarna een toernooitje zijn.
Ik werd met een gambiet in het Loperspel verrast en na een onnauwkeurige pionzet werd ik verrast met een kwaliteits offer en een sterke aanval. Terwijl hij steeds sneller terug kwam liet hij me heel sportief tot twee, drie keer aan toe een rondje overslaan. Toen ik eindelijk de oplossing had gevonden en voordeel zou bereiken, bood ik zelf maar remise aan.
In de partij van gisteren werd ik in een Russische opening op de verrassing 3.. d5?! getracteerd .
Thomas Broek – Coen Stoop (3…d5)
Dit lijkt overigens op iets wat ik als jeugdspeler zelf speelde. Op mijn vraag of dit een nieuwtje uit de bekende SOS boekjes was, zei hij dat het een eigen brouwsel was, waar hij goede ervaringen mee had opgedaan.
Maar zoals nu blijkt, desondanks vond ik in een database tientallen partijen ermee, zelfs tussen 2700+- spelers! Zelfs de naam Jobava zag ik voorbij komen.
Ik heb na 4 exd5 Dxd5 overwogen 5. Pc4 te spelen, wat ook zijn problemen kent, maar het oogt wel solider in vergelijking met wat er op het bord kwam. Tijdens de analyse na de partij kwamen sommige zetten die ik overwogen heb, mij op geforceerd verlies te staan volgens Coen. In een enkel geval bleek het minder duidelijk en kon hij gelukkig ook nog wat opsteken over deze variant. Echter een slangenkuil blijft het wel. Hoe vaak krijg je zoiets tegen je? Is de volgende keer misschien in het kampioenschap van Huize Avondrood?
Op zet 9, na 8. Ld2, 0-0 ,
Thomas Broek – Coen Stoop (8…0-0)
waren op redelijk hoog niveau de voortzettingen 9. Df3, 9. Ld3 en ook 9. d5 geprobeerd met een slechte score voor wit.
De ontwikkelingsvoorsprong voor zwart is gewoon behoorlijk groot en de pion op g2 kan in veel varianten worden geslagen door de zwarte dame , eventueel in combinatie met een stukoffer.
Thomas Broek – Coen Stoop (10…Pxd5)
Ik vond een voorbeeld waarbij werd gespeeld 11. Pxd5, Dxd5 12. Lxb4, Dxg2 13. Tf1, Lg4 en wit moest spoedig de vlag strijken. Ik heb hier wel even naar gekeken, maar besloot het risico niet te nemen.
Liever zodra ik nog een kans had, als de bliksem toch rocheren ten koste van een pion. Ook hoopte ik op de variant na 11. 0-0, Pxc3 12. bxc3, Lxc3 en dan 13. Lb5!?, Dxb5 14. Lxc3 met in ieder geval ongelijke lopers al is het met nog altijd zware stukken op het bord niet automatisch een betere remise kans. Maar ik ben in dat opzicht soms wat eigenwijs. Misschien kun je na nog wat afruilen wel de reddingsboei grijpen.
Coen sloeg echter met de loper en dat leidde tot een pion achterstand met gelijke lopers.
Toch een paar succesjes geboekt;
1. Koning weg uit de directe gevarenzone.
2. Achterstand in ontwikkeling redelijk weggewerkt
3. Open b-lijn
4. Tactische mogelijkheden o.a. na bijvoorbeeld. Df3 met de dreiging Lxh7+ en in bepaalde gevallen oprukken met de h-pion naar h5 (h6?) al is dat nog ver weg.
Na 14. Ld3 is het oordeel van Stockfish wel ongeveer -1,5
Thomas Broek – Coen Stoop (14.Ld3)
De zorgelijke blikken van een toeschouwer gaven ook weinig reden tot optimisme. Hoewel ik wel erger meegemaakt heb, en ook mijn tijd wat meer wegtikte,
bleef ik hopen op een kans.
En die bleef gelukkig niet uit ,
Thomas Broek – Coen Stoop (17…c6)
in de vorm van 17.. c6? waar 17. Le6 18. Lxe8, Lxb3 19. axb3, Txe8 20. Df3 tot een eindspel met zware stukken had geleid met nog steeds een pion meer voor zwart, maar wel met een herstelde pionnenstructuur voor wit en de mogelijkheid om het in ieder geval nog lang uit te zingen.
Na het terugwinnen van de pion (waar ik overigens ook nog wel tijd in stak om niet alsnog getruukt te worden!)
bleef ik er niet helemaal gerust op, er werden daarna beiderzijds enkele optimale zetten gespeeld, uiteindelijk hoefde ik over het remisevoorstel niet lang na te denken.
Thomas Broek – Coen Stoop (25…Db4).
Vermeldenswaard is nog dat de loopafstand voor een sanitaire stop redelijk lang was in een overigens prima locatie, maar mijn tegenstander heel sportief de klok uitschakelde.
Bovendien had Ron nog later de suggestie om ipv 6. Pxc6 , 6. Pf3 te spelen wat inderdaad ook in de toernooipraktijk is gespeeld.
Thomas Broek – Coen Stoop (5…Pc6)
Als ik het zeggen mag, zijn we als zestal deze vuurproef behoorlijk door gekomen en dat biedt hoop voor de rest van het seizoen
Eindcorrectie moet nog plaatsvinden