Schaakmat, Scharwoude

24 september, eerste ronde van een nieuwe externe competitie, in de eerste klasse. Helaas zonder Marc, die om dentale redenen tandknersend moest afzien van deelname. Die kunnen we eigenlijk helemaal niet meer missen. Gelukkig offerde de in zijn werk overbelaste Paul zich op en was ook Koen van Lankveld beschikbaar.

Schaakmat heeft zijn domicilie in een mooie grote lichte zaal, en heeft een sterk team.

(Ons team zit helemaal aan het eind van de zaal.)

Ik heb in dat gebouw ooit wel eens een heel slechte ervaring opgedaan. Bij een externe wedstrijd daar, had ik mijn tegenstander in de opening totaal overspeeld. Ik weet nu nog hoe dat ging. Ik zou dat eens rustig gaan afronden. Makkie vanavond. Eitje. Maar ineens dook er een verbluffende verborgen tactische wending op. En die zag ik te laat, en mijn tegenstander op tijd. Ik was ineens kansloos. Als ik dat gebouw zie, krijg ik nog steeds een vreemde smaak in de mond.

Eerst maar even beschrijven wat mijn egen indrukken op de avond zelf waren, nog geheel zonder AI – steun.  

In de beginfase viel me op dat bijna al onze spelers een achterstand op de klok kregen. Er was zelfs een moment dat 5 tegenstanders aan de wandel waren en al onze schakers achter het bord zaten. Het meest frappant vond ik dat Thomas met wit  veel meer tijd gebruikte dan zijn tegenstander Coen Stoop, en dan voor hem normaal. Die tegenstander zat duidelijk in een eigen hobbygambietje.

Thomas Broek – Coen Stoop (3…d5)

Het scheen me toe dat notabene Thomas erdoor verrast was. Eerst dacht ik dat hij ondanks sterke voortzettingen van zwart toch die witte pion voorsprong kon houden, maar  dat bleek niet juist.

Thomas Broek – Coen Stoop (10.Le2)

 En al spoedig meende ik dat Thomas vanavond wel eens geklopt zou kunnen worden. En nog een half uurtje later gaf ik geen stuiver meer voor zijn kansen. 2 geïsoleerde pionnen en te weinig stukken op het bord om nog eens lekker in troebel water te kunnen vissen. Na verlies van zijn gambietpion,  offerde hij nog maar een pion.

Thomas Broek – Coen Stoop (12…Pxc3)

Ik zag niet hoe dat voor soelaas zou kunnen zorgen. Nee ,dat werd niks.

Ron speelde m.i. actief, ging op koningsaanval, maar stak daar wel weer erg veel tijd in.

Schaakmat – Ron (20…g4)

Frank (tegen Arjen van Verseveld) zag ik langzaam weer naar een koningsaanval  neigen. Dat ging wel goed. Dat kun je aan Frank wel overlaten.

Frank – Schaakmat (15 h5)

De stelling van Martin baarde me zorgen. Een geïsoleerde d-pion met zware stukken erop gericht. Dat kon niet goed gaan.

Schaakmat – Martin (13…exf4)

14 Lxf4

Paul deed het na wat tempoverlies in de opening toch prima met zwart, strategisch sterk spel, won een pion.

Schaakmat – Paul (23…Dxb2)

Koen (tegen  Maarten Greve) deed het rustig aan, een beetje teruggetrokken stelling, maar degelijk, en met mogelijkheden. Nergens in gevaar.

Koen – Schaakmat (19.Tfe1)

Eh toen werd het bij Frank m.i. ineens een beetje linke soep.  Het leek erop dat hij iets over het hoofd gezien had. Moest hij nu een stuk  offeren om de schade te beperken?  Dat zou niet mooi zijn.

Diagram Frank – Schaakmat 18 …… ld7)

Maar bij Martin viel het ineens juist mee. Waar zijn tegenstander (Wouter Greve) in de aanval leek, stokte dat ineens nadat die volgens mij verkeerd terugnam na paardruil op d5. Hij nam terug met exd5, terwijl na Dxd5 de druk op d6 gebleven zou zijn.

Diagram zet 16 exd5

Ik kreeg nu ineens juist meer vertrouwen in Martins stelling dan in die van Frank.

En dan was daar ineens weer die Titatovenaar van onze club. Hij flikte het toch weer! Tot mijn grote verbazing stond het ineens weer bijna gelijk. Hij won zijn pion terug. Hoe hij dat flikte had ik even gemist.

Thomas Broek – Coen Stoop (17…c6)

18. Lxc6

Een blundertje  van zijn tegenstander? Enfin dat zie ik wel als zijn hele partij op de computer staat.

Ik kreeg ineens een visioen van minstens 5 remises en 1 winst. Van Ron of van Paul.

Maar dat liep anders. In de partij van Ron (zwart) waren 2 aanvallen tegelijk gaande. Een van wit en een van zwart. Die van zwart scheen eerder succes te hebben. Maar  Ron deed een foute zet en toen drukte zijn tegenstander door.

Schaakmat – Ron (31.d6)

Diep treurig vertelde Ron dat bij een betere zet hij met mat zou hebben gewonnen. Misschien zal de klok hierbij wel een rol gespeeld hebben.

Martin werd inderdaad remise, in iets betere stelling van Martin.  

Schaakmat – Martin (23…Te8+)

Frank kwam veel beter weg dan ik zag aankomen, maar zat inmiddels wel in tijdproblemen. Toch zag hij kans het ontstane evenwicht te handhaven. Met snelschaak, zijn kwaliteit. Een prestatie!

Frank – Schaakmat (38.a4)

Koen stond eind van de avond m.i. iets beter, maar zag dat zelf niet erg, en was wel tevreden met remise.

Koen – Schaakmat (30.Ta5)

Flink in de buurt van mijn voorspelling: 4 remises. Maar wel 1 verliespartij. Nu ging het er dus bij Paul op aankomen. 1 pion voorsprong. Hij bleef ogenschijnlijk kalm. Zijn tegenstander (Johan Krul) speelde sterk, snel.  Zou Paul vermoeid raken? Zou hij de voorgestelde remise accepteren omdat het al heel laat was en hij de volgende morgen om half zes weer op moest?

Schaakmat – Paul (47…Ta2)

Niets van dat alles. Een razend moeilijk eindspel, met lastige paardzetten van wit. Zwart won nog een pion. Een toreneindpel met K + 4 pionnen tegen K + 2 pionnen,maar wel alle aan de koningskant. Dat zou wel diep nachtwerk worden.

Schaakmat – Paul (55…Txh3+)

 Arme Paul. En toen blunderde wit, En verloor zijn toren. Dus toch ineens uit. Toch nog 3-3.

Man of the match: Paul! Fantastisch gespeeld:  Toch met wat voordeel uit de opening, voordeel uitgebreid in sterk middenspel, en goed en geduldig bezig in het eindspel. Geen enkele echte  fout gemaakt in de hele partij of het zou het missen van een nog sterkere in het eindspel moeten zijn. Maar daar heb  ik zeker een  computer voor nodig om dat vast te kunnen stellen. Zonder hulpmiddelen veel te lastig voor uw ouwe aftakelende wepmeester.

Nu wordt het tijd voor het gedeelte met commentaar van de spelers en van Prof. Mr Dr Komodo en soortgenoten.

Ron

Ik baal wel hoor als enige verliezen. Was op zich best tevreden na 0-0-0 met mijn stelling!

Schaakmat – Ron (14…0-0-0)

Op 15. b4 had ik eerst Kb8 moeten spelen. Dat had heel nuttig kunnen zijn in verdere vervolg. Daarna een heel spannende partij. Torens ruilen op d1 was beter geweest, met Tg8 dacht ik te winnen.

Schaakmat – Ron (19…Tg8)

Zijn Lf3 was sterk.

Schaakmat – Ron (22.Lf3)

Ik zat helaas weer in enorme tijdnood, dat heeft met de partij gekost. 22…. Pg4 i.p.v. … Lg4 was daarop sterker. En ik had vervolgens de toren terug naar g8 moeten spelen.

Schaakmat – Ron (26.Dd3)

Daarna had ik op Dd3 de kans om nog met Pg4+! remise te maken en op Kg3 kon De7 nog!

In de eindstelling staat mijn toren geheel buiten spel en sta ik totaal verloren, daarom de wanhoopszet met 29 Pd5.

Schaakmat – Ron (29.Kh2)

29. …De7 was spartelen geweest.

Hulde aan Paul die heel sterk speelde. En dat Thomas zich zo liet verrassen. d5 in Russisch is gewoon inferieur. Dat mensen dat durven spelen. De weerlegging is niet eens zo heel moeilijk (sorry Thomas).

Matin

Hierbij mijn partij, ik stond wel minder slecht dan ik vermoedde en kwam na een mooie combinatie door Pd5 uit te lokken goed te staan.

Schaakmat – Martin (16.exd5)

Ik heb lang getwijfeld om na 16  …. Lg5  17 Tf3

Schaakmat – Martin (17.Tf3)

bij zet 17. Ipv 17 ….Lxe3 eerst met de toren te slaan, maar durfde het niet aan om zo lang een kwaliteit achter te staan. Als ik niet goed kan overzien of hij onder de penning uit kan komen met een slimme variant, matdreiging of iets wat ik over het hoofd zie dan gaat het mis en verlies ik de partij.

Met iets meer moed had ik met de toren geslagen, en met de actievere loper in ieder geval een pion kunnen winnen.

Schaakmat – Martin (23 .. Te8)

Mijn remise-aanbod was precies op tijd, ik denk niet dat ik dit eindspel veilig tot remise had kunnen brengen.

Ik kan dus tevreden zijn!

Frank:

Een leuke partij waarin ik uiteindelijk op het laatst toch nog de winst heb laten glippen. Met 1 minuut op de klok had ik dat echter niet meer gezien.

Ik zat al eerder in tijdnood, maar merkte toen bij zet 33 dat de increment van 10 seconden niet aanstond. Toen kreeg ik er dus nog gelukkig ruim 5 minuten bij. Die had ik wel nodig ook. Ik had veel tijd verloren bij de zetten 16 t/m 20.

Bij de opening wilde ik niet in een standaard Franse variant verzeild raken en ik vond de gespeelde Winawar wel prettig. Op zet 16 speelde ik Te3 wat door de computer toch als minder sterk werd gezien, die vindt Te5 beter.

Frank – Schaakmat (16.Te3)

Misschien om meer druk op de h5 pion te kunnen geven. Ik had deze zet echter niet overwogen. Na 17. Ph7! is de stelling gelijk.

Ik heb hier veel tijd besteed aan allerlei offervarianten op h5 en speelde uiteindelijk 19. Pxh5.

Frank – Schaakmat (18…Ld7)

In geval van doorslaan zou Lxh5 en daarna de dreiging Lxf7 veel voordeel voor wit opleveren. Zwart durfde dat niet aan en sloeg veilig terug met 19. Lxg5 wat de computer ook het beste vindt. De computer vindt dat zwart nu licht voordeel heeft, ik denk doordat hij het loperpaar heeft. Op zet 22 speelde ik c4 om ruimte te creëren voor mijn paard, wat op dat moment geen goede velden heeft.

Op zet 27 durft zwart niet Lxa2 te spelen omdat hij bang was om opgesloten te raken.

Frank – Schaakmat (27.Pc5)

De computer ziet dat probleem echter niet. Mijn zet 28. Lg4 wordt echter ook afgekeurd en ook 29.a3 vindt hij minder. Mijn tegenstander zag het niet of wilde Dh4 niet spelen.

Frank – Schaakmat (29.a3)

Hierna is de stelling weer vrijwel gelijk. Na 32.c5 is de stelling totaal gelijk. Arjen gaf in de analyse achteraf ook al aan dat hij erg ontevreden was over die zet. Na 34. ….  Dd6

Diagram 34 …. Dd6

zag ik echter door de tijdsdruk b4 niet, omdat ik teveel in het centrum aan het focussen was. Ik zou dat een vol stuk kunnen winnen. Ik speelde 35. Pxf7 wat ook zeker niet slecht was en mijn tegenstander volkomen verraste. Ik kon alsnog b4 spelen, maar had van tevoren al Td1 in mijn hoofd zitten en had geen tijd meer om andere varianten te bedenken of na te rekenen. We speelden nog een paar zetten door, maar eindspel met ongelijke lopers was wel remise en mijn tegenstander nam dat gelukkig ook aan.

Thomas:

Eigenlijk had ik gewaarschuwd kunnen zijn, want tegen dezelfde tegenstander had ik in het Voorjaars toernooi van Purmerend een kwaliteit meer echter middels een gemene truc won hij deze terug en werd het remise.
Vervolgens in juni kreeg ik een uitnodiging om op het instituut Scorlewald aan een simultaan tegen een grootmeester mee te doen.
Dat bleek dezelfde Coen Stoop te zijn en deze stond zeker zijn mannetje. Omdat mijn taxi wat verlaat was, waren er al wat tegenstanders verslagen en er zou daarna een toernooitje zijn.
Ik werd met een gambiet in het Loperspel verrast en na een onnauwkeurige pionzet werd ik verrast met een kwaliteits offer en een sterke aanval. Terwijl hij steeds sneller terug kwam liet hij me heel sportief tot twee, drie keer aan toe een rondje overslaan. Toen ik eindelijk de oplossing had gevonden en voordeel zou bereiken, bood ik zelf maar remise aan.
In de partij van gisteren werd ik in een Russische opening op de verrassing 3.. d5?! getracteerd .

Thomas Broek – Coen Stoop (3…d5)

Dit lijkt overigens op iets wat ik als jeugdspeler zelf speelde. Op mijn vraag of dit een nieuwtje uit de bekende SOS boekjes was, zei hij dat het een eigen brouwsel was, waar hij goede ervaringen mee had opgedaan.
Maar zoals nu blijkt, desondanks vond ik in een database tientallen partijen ermee, zelfs tussen 2700+- spelers! Zelfs de naam Jobava zag ik voorbij komen.
Ik heb na 4 exd5  Dxd5 overwogen 5. Pc4 te spelen, wat ook zijn problemen kent, maar het oogt wel solider in vergelijking met wat er op het bord kwam. Tijdens de analyse na de partij kwamen sommige zetten die ik overwogen heb, mij op geforceerd verlies te staan volgens Coen. In een enkel geval bleek het minder duidelijk en kon hij gelukkig ook nog wat opsteken over deze variant. Echter een slangenkuil blijft het wel. Hoe vaak krijg je zoiets tegen je? Is de volgende keer misschien in het kampioenschap van Huize Avondrood?
Op zet 9, na 8. Ld2, 0-0 ,

Thomas Broek – Coen Stoop (8…0-0)

 waren op redelijk hoog niveau de voortzettingen 9. Df3, 9. Ld3 en ook 9. d5 geprobeerd met een slechte score voor wit.

De ontwikkelingsvoorsprong voor zwart is gewoon behoorlijk groot en de pion op g2 kan in veel varianten worden geslagen door de zwarte dame , eventueel in combinatie met een stukoffer.

Thomas Broek – Coen Stoop (10…Pxd5)


Ik vond een voorbeeld waarbij werd gespeeld 11. Pxd5, Dxd5 12. Lxb4, Dxg2 13. Tf1, Lg4 en wit moest spoedig de vlag strijken. Ik heb hier wel even naar gekeken, maar besloot het risico niet te nemen.
Liever zodra ik nog een kans had, als de bliksem toch rocheren ten koste van een pion. Ook hoopte ik op de variant na 11. 0-0, Pxc3 12. bxc3, Lxc3 en dan 13. Lb5!?, Dxb5 14. Lxc3 met in ieder geval ongelijke lopers al is het met nog altijd zware stukken op het bord niet automatisch een betere remise kans. Maar ik ben in dat opzicht soms wat eigenwijs. Misschien kun je na nog wat afruilen wel de reddingsboei grijpen.
Coen sloeg echter met de loper en dat leidde tot een pion achterstand met gelijke lopers.
Toch een paar succesjes geboekt;
1. Koning weg uit de directe gevarenzone.
2. Achterstand in ontwikkeling redelijk weggewerkt
3. Open b-lijn
4. Tactische mogelijkheden o.a. na bijvoorbeeld. Df3 met de dreiging Lxh7+ en in bepaalde gevallen oprukken met de h-pion naar h5 (h6?) al is dat nog ver weg.
Na 14. Ld3 is het oordeel van Stockfish wel ongeveer -1,5

Thomas Broek – Coen Stoop (14.Ld3)


De zorgelijke blikken van een toeschouwer gaven ook weinig reden tot optimisme. Hoewel ik wel erger meegemaakt heb, en ook mijn tijd wat meer wegtikte,
bleef ik hopen op een kans.
En die bleef gelukkig niet uit ,

Thomas Broek – Coen Stoop (17…c6)

in de vorm van 17.. c6? waar 17. Le6 18. Lxe8, Lxb3 19. axb3, Txe8 20. Df3 tot een eindspel met zware stukken had geleid met nog steeds een pion meer voor zwart, maar wel met een herstelde pionnenstructuur voor wit en de mogelijkheid om het in ieder geval nog lang uit te zingen.
Na het terugwinnen van de pion (waar ik overigens ook nog wel tijd in stak om niet alsnog getruukt te worden!)
bleef ik er niet helemaal gerust op, er werden daarna beiderzijds enkele optimale zetten gespeeld, uiteindelijk hoefde ik over het remisevoorstel niet lang na te denken.

Thomas Broek – Coen Stoop (25…Db4).

Vermeldenswaard is nog dat de loopafstand voor een sanitaire stop redelijk lang was in een overigens prima locatie, maar mijn tegenstander heel sportief de klok uitschakelde.
Bovendien had Ron nog later de suggestie om ipv 6. Pxc6 , 6. Pf3 te spelen wat inderdaad ook in de toernooipraktijk is gespeeld.

Thomas Broek – Coen Stoop (5…Pc6)

 Als ik het zeggen mag, zijn we als zestal deze vuurproef behoorlijk door gekomen en dat biedt hoop voor de rest van het seizoen

Lesavond1, 23 sept 24

Thomas gaf les. Hij koos vanavond als onderwerp: het pionneneindspel.

Eerst de kwestie remise of winst met K+p  tegen K. , met de essentiële zijsprongetjes naar ‘de oppositie’, en ‘het magisch vierkant’ bij de jacht op de rennende vrijpion. Nuttig! Ook voor de mensen die dit wel ooit bestudeerd hadden. Voor hen een goede geheugen-opfrisser.

Daarna een bekende wonderbaarlijke studie van Reti, een schijnbaar totaal verloren  stand voor wit, die toch te redden is.

En tenslotte het moeilijkste onderwerp van vanavond: een stelling uit de match Fischer-Spasski 1972. 10e matchpartij.

Zwart staat een kwaliteit achter, maar heeft goede compensatie. 2 verbonden vrijpionnen. En een pion meer.

De partij werd gewonnen door Fischer (wit) , maar Spasski had het beter kunnen doen. Wat destijds door grootmeesters in de schaakbladen werd gesuggereerd. (computerprogramma’s bestonden nog niet)

Een leerzame avond. Thomas had zich goed voorbereid. Goede stellingen gevonden, en duidelijke uitleg.

Ik vond wel het slot van de scéance wat rommelig worden. Naar mijn smaak wat te veel luide en snelle bemoeienis van enkele gasten en voor de eenvoudige schaker te weinig tijd om rustig na te blijven denken. De analyses gingen zo ver de diepte in, dat ik dan geen stuiver meer gaf voor de juistheid ervan. Maar daar kon Thomas natuurlijk niets aan doen.  Duidelijk werd zo wel hoe moeilijk eindspelen kunnen zijn.

Bedankt Thomas!

Rapid2, aanvulling Mink

Ik merk dat ik een partij van Mink vergeten ben. Dat s niet aardig, want het is toch wel erg mooi dat Mink Wouter op remise weet te houden. (met een beetje mazzel) Dus hier is die alsnog:

Rapid, ronde 2.

Ik heb me voorgenomen mij zelden op de rapid-avonden te vertonen. Het is voor mij lastig om op die partijen commentaar te geven, en bovendien betekent dat een verlichting van mijn taak als wepmeester. Waar ik wegens leeftijdsperikelen een beetje aan toe begin te geraken.

Afgelopen maandag was de eerste avond dat ik ging spijbelen. Kwam goed uit, want dinsdag t/m vrijdag was ik weg voor een vakantietje. We  zaten in Amersfoort.  Is daar wat te doen in (of all places) Amersfoort? Jawel, dierportetten kieken inde Dierentuin, naar het Mondriaanmuseum ( fantastisch !!!), een rondvaart door de grachten,  historische huizen en gebouwen bewonderen ( ook de ‘muurhuizen’ ) .   Helemaal geen tijd voor uw website!

Maar er kwamen wel partijen binnen, van drie clubgenoten.  Ik ga daar nu toch maar wat mee doen. Later dan u gewend bent. En ook wel wat soberder.

Ik zal het analysewerk overlaten aan de inzenders zelf.

Natuurlijk heb ik wel gekeken naar wat  er verrassend of interessant was op deze avond.

Mijn indruk is dat er toch in onze club nu veel sterker geschaakt wordt dan in mijn betere dagen. Zo zag ik tot mijn grote genoegen dat Frank tegen Marc een echt BlackmarDiemer gambiet was. Marc probeerde – denk ik- een Skandinavisch gambiet uit te lokken, maar daar dacht Frank anders over. Die wilde zelf gambieteren. (Niet ‘een soort van’, de kwalificatie van Frank, maar een  echte Diemer!!) 9 zetten pure theorie!En ook gelijk een sterke variant van de vele die er mogelijk zijn tegen dit gambiet. Met vroeg Lf5. Niet de allersterkste voortzetting daarin, maar lastig genoeg voor wit. In de vele boeken die ik over dit gambiet bezit , wordt in deze variant het gespeelde 7…. Lxc2 niet als gunstig genoeg beoordeeld.  Toen ik destijds mijn serie artikelen schreef over de Diemer, was er verder in de club  niemand die iets over dit gambiet in huis had. Nu zijn die er dus wel.

Bij het naspelen van de partijen was ik diverse malen verbaasd over hoe vaak onze clubspelers moeiteloos de betere zetten van de computer zelf kunnen bedenken. Natuurlijk niet altijd, maar dan zouden we hier veel grootmeesters in huis hebben, en dat is helaas niet zo. Maar ik stond wel af en toe versteld van partijfragmenten van o.a. Frank, Mink, Wouter en zelfs Gerrit.

Thomas schrijft dat hij vindt dat Wouter zo vooruit is gegaan. Dat vind ik ook. En toch wel bijzonder dat Wouter gewoon Thomas op remise houdt! Omdat ook Ron dat mooi doet, zal Thomas niet echt tevreden zijn met zijn score tot nu toe.

Beetje te  vroeg om nu al te gaan filosoferen over wie de rapid-competitie gaat winnen. Maar het gemak waarmee Frank bereikt dat hij nu alweer bovenaan staat, wekt wel vermoedens. Het is intussen mij wel duidelijk dat hij bij ons degene is die het snelst kan denken.

Nu de commentaren en partijen die mij werden toegestuurd:

Frank:

De eerste partij was met zwart tegen Ab. Hij opende met 1.b3 en probeerde op kenmerkende wijze de boel dicht te houden. Dat gaf mij veel meer ruimte en mogelijkheden om te manoeuvreren. Dit resulteerde in een doorslaggevende aanval op de koningsvleugel waarbij de zet 23.Pf5 een mooie manier was om de winst binnen te slepen. Wit zou het nog iets kunnen uitstellen, maar de partij was al verloren.

Hierna mocht ik met wit tegen Mark. We kwamen in een soort Blackmar terecht waar ik uiteindelijk niet ontevreden over was. Na zet 17 vond ik mezelf beduidend beter staan dan Marc, de computer gaf op dat moment +2,2 aan. Toch wist ik het uiteindelijk niet te winnen. Marc verdedigde goed en ook de tijd speelt een grote rol in de rapid-potjes. Dat maakt het wat mij betreft wel leuk!

Op zet 25 had ik als beste optie nog de pion op a6 kunnen pakken, maar ik wilde het paard niet uit de penning laten lopen. In de eindstelling wordt er nog steeds licht voordeel voor wit gegeven, maar ik zag de winst niet meer zitten, we hadden ook nog maar weinig tijd en ik denk dat Marc het gevoel had dat hij erg goed was weggekomen. Remise dus.

Laatste partij met zwart tegen Gerrit, die aardig op dreef is en al eerder op de avond van Martin had gewonnen. De partij ging lang gelijk op en tot zet 29 was het vrijwel gelijk. Toen speelde Gerrit Kf1 ipv het sterkere Kg1. Op zet 31 verzuim ik Txf2 te spelen waardoor de partij in 1x uit zou zijn. Ik verlies zelfs een kwaliteit door (wederom) te snel te spelen. Met 2 verbonden vrijpionnen en een paard + pion tegen een toren was het echter zeker nog niet uit. Gerrit behield licht voordeel tot hij Kc4 speelde. Toen was de stelling vrijwel gelijk. Door op zet 46 Tc3 te spelen kwam hij echter in de problemen en is de partij eigenlijk verloren voor Gerrit. De 2 vrijpionnen kunnen ongehinderd oprukken en met wat tempo’s die ik won wordt het erg lastig voor wit. Hij moddert nog een paar zetten door en geeft dan op. Met de opmerking dat ik glad verloren stond. Daar ben ik het echter maar deels mee eens.

Mink

Mink-Chris

Thomas:

Niet om je veel werk te bezorgen, maar enkele partijen waren zeker de moeite waard. Zeker die tegen Ron is erg inhoudsrijk en mooi te zien hoe Wouter stug verdedigde en op het eind zelfs wat beter kwam te staan, nadat ik na de opening dacht de buit wel even binnen te halen.

Tegen Ron had ik na 10. a5 het idee enig voordeel te krijgen, echter 13.. d5 was voor mij een echte ” pretbederf”- zet. Het werd behoorlijk gecompliceerd na 15. Pf5 , was echter niet gerust op 15. Pxe3 met verlies van het loper paar maar deze variant kwam niet op het bord. Na nog wat verwikkelingen bood Ron in een iets betere stelling remise aan. Ondanks de korte duur was er heel veel in de partij gebeurd!

Tegen Wouter had ik eveneens het idee beter te staan vanaf de opening, maar dan ook flink beter. Het blijkt achteraf mee (of tegen) te vallen.
In de fase grofweg tussen zet 15 en zet 20 had ik even een flinke plus maar misschien had ik de dames (nog) niet moeten ruilen. 29. gxf6+ blijkt tot mijn verbazing volgens Stockfish nog iets beter te zijn dan 29. Lxf6+ waar ik ook naar gekeken heb. Op de 31e had ik torens moeten ruilen gevolgd door 32. Tg7+ met ongeveer gelijk spel. Zoals het nu ging na Ld5 moest ik nog een beetje oppassen maar Wouter had minder tijd en accepteerde mijn remisevoorstel. Ik heb wel het idee dat Wouter behoorlijk vooruit gaat.

Dat was het weer. Dank voor de zendingen.


Keizer, ronde 1

Komt vader nog wel thuis? Hij zei dat hij ging vissen. Maar God weet waar hij uithangt. Ons kleine doch gezellige clubje met een zomerse aankleding van de wanden.

(Foto’s groter? Klik erop,)

Maandag 9 sept. mocht ik het genoegen smaken de eerste ronde van een nieuwe Keizercompetitie te mogen meebeleven.

De stemming zat er al direct goed in! Knabbelend op een koekje voor rekening van de club is het gelijk weer interessant.

Weliswaar kon ik maar tot 22.00  blijven, want wegens wegwerkzaamheden reed de bus niet of ergens anders maar ik wist niet waar. Gelukkig mag ik dan met Ab mee terug rijden, maar die is natuurlijk nogal vroeg klaar met zijn schaakpartij.  U weet, dat is zijn specialiteit.

Hij werd door Chris na een wellicht niet zo slimme lange rochade klem gezet, en het draaide uit op een portie snelschaak in een behoorlijk ingewikkelde stelling.

Die griezelige schuinsmarcheerder op g2 zal de partij beslissen. Na slaan op c6 en e4-e5  is er al gauw geen redden meer aan.

Beide heren waren zo opgewonden aan het schaakstunten dat er geen tijd over was voor notatie. Dus kom ik niet verder dan zet 25. Het was wel mooi om te zien. Chris maakte geen fouten en won nogal vernietigend en fraai.

Wouter speelde met zwart een tamelijk goede partij tegen Frank. Die laat toch kans zag wat aanval te creëren. Ik vermoedde dat Wouter nog wel kans had wat heftiger tegen te spartelen, maar kon dat ter plekke  niet verder controleren.  Misschien heb ik het weer eens erg mis. Wellicht na het ontvangen van de notatie beter na te gaan. Zie verderop. Hoe dan ook Frank won.

Er dreigt nu h3 met pionwinst na Ph6 met Dxh5. En zwart zit behoorlijk vast. Op de damevleugel staan drie stukken een beetje te lanterfanten. Ik dacht dat hier 18 … g5 misschien niet goed was, maar wel nog wat leven in de brouwerij zou brengen. Na 19. fxg5 ep , Dxg6 heeft de dameloper wat lucht en kan ook het paard en daarna de toren wat gaan doen. De computer leerde me thuis dat ik het weer totaal mis had. Niet zozeer omdat zoals Frank me vertelde hij niet en passant zou hebben geslagen, want dat is toch echt verreweg de beste. Maar omdat je na Dxg6 dan ook na h3 en Tf3! niet vrolijk wordt.

U weet intussen wel dat ik iets heb met portretfotografie. Ik vind mezelf daar ook best een beetje goed in. Ik lees in het gastenboek bij mijn expositie destijds van dierportretten best veel lovends erover. Dat leidde tot enig zelfrespect. Waar ik eigenlijk zelden veel last van heb.

Ik zat naar FrankWouter te kijken, en ineens kon ik het weer niet laten. Zoveel fotogenieks, dat kun je toch niet laten lopen.

Sorry! Maar het moest even.

Ron moest tegen Ivar. Het zal u niet verbazen dat die nogal genadeloos werd ingeblikt. De opening (Siciliaan, Taimanov )

7.Lf4 ? e5 8. Pxc6 dxc6  9. Le3 met prettige stelling voor zwart

Het ging redelijk tot zet 11. Als je toch te veel intuïtief blijft spelen en niet probeert toch echt iets verder vooruit te controleren, dan blijft er tegen Ron natuurlijk niet veel van je heel.

11. b3? Lb4 12. Dd2?? (Ld2!? 0–0–0 13.Ld3 exf4 14.gxf4] Maar ook heel goed voor zwart) Td8!!  13.Df2 (Ld3 Da5!)Lxc3 14. Ke2 Lg4!  En de enige manier om mat te voorkomen is de dame op te offeren. Hier is het dus voorbij, maar Ivar speelde nog lang door.

Misschien is het sterke punt van Ivar ook zijn zwakte: het lijkt erop dat hij te goed tegen verlies kan. Als ik zo’n partij als vanavond zie, ben ik een beetje bang dat Ivar erdoor beschadigd raakt en hij een andere hobby gaat kiezen. Dat zou ook voor ons jammer zijn. Maar iedere keer is hij er tot nu toe gelukkig toch weer bij.

Ron stak na de partij veel tijd in schaakles aan Ivar, en daarna ook bij Mink.

Mink hield goed stand tegen Gerrit. Dat heb ik wel waar kunnen nemen.  Helaas kan ik er verder niet veel over schrijven, want ze noteerden beiden niet, en ik heb er toch te weinig bij gestaan.

Ik zag ook nog dat Peter In de opening wel een poosje stand hield tegen Thomas.  Geen anders nogal eens opdoemende blundertjes, behoorlijke stukontwikkeling, fatsoenlijk centrum.

Peter – Thomas (11.Lxff)

Even denk ik dan : ‘Peter wordt zo direct alweer een reuzendoder! Kan niet waar zijn.’ Nou, dat was het ook niet. Thomas kreeg toch aanval, en het werd voor Peter toch te ingewikkeld.

Ik kreeg de indruk dat Martin het al gauw een beetje moeilijk had tegen Marc. Martin moest nu eens met zwart zelf tegen zijn geliefde Engels en deed dat met 1 … e5 en 3. …Lc5, wat volgens mij een van de betere  varianten is tegen dat Engels, met zijn ontelbare mogelijke tegenopstellingen.  Misschien nog beter 1. e5  en Lb4. Even later zag ik tot mijn verbazing dat Marc een kwaliteit in de aanbieding deed.  Dat werd wel een bijzondere materiaalverhouding!

Marc - Martin (9...Lxc4).jpg 

10.  dxc5 !? LXF1   Is dat theorie of bedenkt hij dat zelf? In mijn onnozelheid dacht ik dat wit nu wel wat beter stond, maar dat bleek te simpel gedacht. Zwart  bleef alsmaar net een beetje overeind.

(Zie verderop het commentaar van Marc.)

Toen ik vertrok was mij nog niet echt duidelijk of zwart kon overleven. Hij had nota bene wel kans gezien om materieel bijna gelijk te blijven Een boeiend geheel. .

Ik wacht met spanning op zijn commentaar en dat van Marc.

­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­___________________________________

Commemtaar van Thomas:

In het Tweepaardenspel in de Nahand koos Peter voor de rustige opzet met 4. d3 in plaats van het scherpe 4. Pg5.

Het bleef tot de zevende zet theorie, maar mijn 7.. Ld7 kon ik niet meer terugvinden.

In de jaren 90 was in Canada een partij gespeeld met 7.. Lh5 die uiteindelijk door zwart werd gewonnen. Wel overwoog ik deze zet om eventueel op 8. g4 wat in die bewuste partij werd gespeeld, met het speculatieve 8. Pxg4?! te vervolgen. Ik zag er vanaf omdat ik het wat vroeg vond voor dergelijke risico’s.
Gek genoeg vindt het elektronische schaakgenie de stelling na 9. hxg4, Lxg4 10. Pbd2, Dd7 iets beter voor zwart (bijna -1) maar ik was eigenlijk de hele avond in een voorzichtige bui.

8. Pg5 is wat driest en zwarts stelling ziet er prima verdedigbaar uit. Maar je weet het nooit, een ongelukje zit in een klein hoekje. Na 11.. Pa5 had ik 12. La2 verwacht waarna het spel na 12.. c5 een Spaans karakter krijgt.

  Peter – Thomas (11…Pa5)

12. b3? is minder en ik dacht zelfs even een stuk te winnen maar Peter wist het nog te beperken tot pion verlies en verlies van het loper paar.

 Peter – Thomas (16.Ph4)

16.. Dxa5 was wel erg voorzichtig. Er was niets mis met de vork 16.. g5
en na 17. Le3, gxh4 18. Lxh6, Dxa5 staat zwart uitstekend (-2)
De laatste kans voor wit om het
ergste onheil te voorkomen, lag na 18.. Lxf5 in de tussenzet Ld2.

  Peter – Thomas (18…Lxf5)

19. exf5?

19. Ld2, Db6 20. Txf5, Pg3 hoewel nog steeds met flink voordeel voor zwart.


Daarna ging het snel bergafwaarts voor wit. Samengevat voor beiden een wat onwennige seizoenstart, want ik speelde zelf soms nodeloos voorzichtig

____________________________________

Martin over zijn partij tegen Marc:

Ik denk dat ons gevoel van de partij dat wit een groot voordeel heeft wel wordt bevestigd door de computer.

Ik heb nog niet door geanalyseerd, echter in onze nabesprekingen zagen we wel dat Wit kansen heeft, maar dat die wel erg lastig zijn te verzilveren.

En dan hier het zeer leerzame commentaar van Marc:

Marc- Martin

Allereerst een vraagje in het algemeen: wat is sterker, twee lopers of een toren en een pion? In “punten” is het gelijk: Loper 3 + loper 3 = 6, en toren 5 + pion 1 = 6, maar zo eenvoudig is het niet.

Op een open bord beheersen twee lopers in het centrum 26 velden (2×13), en een toren in het centrum 14 velden. De lopers zijn dan duidelijk sterker, maar staan de lopers aan de rand of in de hoek dan beheersen ze 14 velden, net als de toren ongeacht waar die staat. Dan kunnen er natuurlijk ook nog stukken in de weg staan. Waarschijnlijk heeft de toren daar in het middenspel meer last van dan de lopers, dus degene met de toren krijgt het makkelijker in het eindspel. Daarbij komt dat de partij met de toren ook nog een pion heeft, die mogelijk kan promoveren. Maar goed, 14 velden of 26 velden is nogal een verschil. Lastig dus! In de partij had ik de twee lopers en Martin de toren en pion.

De totstandkoming van de materiaalverhouding

1.c2-c4 Pg8-f6 2.Pb1-c3 e7-e5 3.g2-g3 Lf8-c5 4.Lf1-g2 Pb8-c6 5.Pg1-f3 d7-d6 6.0-0 0-0 7.e2-e3

Stand na 7.e2-e3

Tot zover alles standaard theorie, met veel opties voor beide kanten. Martin koos voor 7..Lc8-e6, hetgeen mijn computer afkeurt, en na 8.d2-d4 e5xd4 9.e3xd4 Le6xc4 (anders komt d4-d5 met een vork) 10.d4xc5 Lc4xf1 11.Dd1xf1 d6xc5 12.Df1-b5 Tf8-e8 13.Db5xc5 hebben we de twee lopers tegen toren en pion materiaalverhouding. Trouwens, op zet 12 en 13 heeft de computer een lichte voorkeur voor zowel Lg5 (de sterkste zet, direct na de partij aangegeven door Frank) als Le3 (ook een verbetering, direct na de partij aangegeven door Martin). Een belangrijk punt is dat de toren op a1 dan de onderste rij onder controle heeft.

Middenspel

Stand na 13.Db5xc5

Ik ging voor deze stelling, maar ik vind het toch wel enigszins verassend dat de computer deze stelling als duidelijk beter voor wit beoordeeld. De witte loper op c1 staat nog een beetje in de weg, en zwart domineert op de twee open lijnen hetgeen me toch wel gunstig lijkt voor de partij met de toren, en niet te vergeten dat wit moet oppassen op de onderste rij.

13..Pf6-e4 14.Pc3xe4 (de computer geeft de voorkeur aan 14.Dc4 of 14.Da3) 14..Dd8-d1 15.Lg2-f1 Te8xe4 (in de analyse na de partij keken we samen met Thomas ook naar 15..Df3: 16.Pg5 Dd1 17.Df5 Te1 18.Dh7: Kf8 en nu niet 19.Dh8 Ke7 20.Da8: Tf1: 21.Kg2 Tg1 22.Kh3 Dh5X, maar 19.Dh3 met een complexe stelling. De computer geeft echter het nog betere 19.Ph3!+- (een echte computer zet) hetgeen een mat op g1 voorkomt, waarna wit met dreigingen als b3 en Dh8 beter staat) 16.Kg1-g2 Ta8-d8 (de zwarte stukken staan vrijwel optimaal, maar de computer geeft in het middenspel toch wel duidelijk de voorkeur aan de twee lopers en blijft voordeel voor wit aangeven) 17.b2-b3 Pc6-d4

Stand na 17..Pc6-d4

Ik speelde hier 18.Pf3xd4 (de computer geeft 18.Pg5 Pe6+-) 18..Dd1xd4 (ik hoopte op 18..Tdxd4 19.La3 of 18..Texd4 19.Lb2 maar dat is eigenlijk een beetje flauw en daar trapt Martin natuurlijk niet in. Misschien is 18.Pd4: trouwens wel een grote fout (?) omdat de positie nu overgaat naar het eindspel. Ik weet het eigenlijk niet want ik vind het eindspel moeilijk te beoordelen, maar waarschijnlijk is het verstandiger voor wit om in het middenspel te blijven en dame ruil te vermijden) 19.Dc5xd4 Te4xd4 20.Lc1-e3 Td4-d1 21.Ta1xd1 Td8xd1

Eindspel

Stand na 21..Td8xd1

Hoe staat het nu? Is wit beter? Of gaat zwart een vrijpion creëren en winnen?

Een beetje terzijde, maar er is in deze stelling een tactische mogelijkheid. Ik wilde graag 22.La7: spelen, maar deed dat niet omdat ik bang was voor 22..b6 23.Lb8 Td7 waarna mijn lopen opgesloten is op b8. Echter, analyse met de computer laat zien dat wit wint, bijvoorbeeld: 24.Lb5 Te7 25.b4 f6 26.a4 Kf7 27.a5 ba5: 28.ba5:

Ik speelde 22.Lf1-e2 en Martin 22..Td1-d7. Een veilige keus, want La7: kan nu worden beantwoord met Td7-d2xa2. Echter, Ron liet na de partij zien dat 22..Ta1 beter is, want het is meer actief. De computer geeft ook na 22..Ta1 de voorkeur aan wit, maar in de analyse na de partij wist Ron redelijk overtuigend met zwart te winnen…!

In de partij volgde nog 23.b3-b4 b7-b6 waarna we besloten tot een remise.

De eindstand na 23..b7-b6

Ik heb eigenlijk geen idee wie hier nu beter staat. De computer geeft +- met 1,89 in het voordeel van wit. Misschien iets voor op een regenachtige dag, als lange analyse sessie met de computer, of, Thomas, misschien wel een leuke stelling / onderwerp om te bekijken op één van de lesavonden? Er is niet veel literatuur te vinden over het eindspel met twee lopers tegen toren en pion, vooral niet als er ook nog wat extra pionnen op het bord staan.