Beker Msc, 25 nov.24

Ik was deze avond verhinderd. Jammer , gezien de uitslag.  Maar gelukkig waren alle spelers bereid als correspondenten op te treden:

thomas

Zelden ben ik in een partij zo ontsnapt als gisteren. Toen ik de partij naar Eddy mailde , vroeg ik me al af wat hij zou denken; ” Weer die Ti-Ta Tovenaar!” of ” het geluk van de keeper?”
Maar van goed keepen was eerder bij mijn tegenstander sprake. Overigens gaf Martin me ook nog als advies een staatslot te kopen.
In een opening die vanuit het Loperspel in een soort Weens overging, week wit met 7. f4 af van de gebaande paden.

Reinier Weber – – Thomas Broek (7.f4)


Ik kwam al vrij snel iets prettiger te staan, maar zoals zo vaak moet je er voor waken niet te overmoedig te worden.
En daar heb ik nog wel eens last van!

Reinier Weber – – Thomas Broek (10.0-0)

.Vooral op zet 10 heb ik lang getwijfeld over 10.. Pg4?! om na 11. Ld2 aggressief te vervolgen met 11…d5 12. Pxd5, Lc5+

Reinier Weber – – Thomas Broek (12…Lc5+)

13. d4, Dh4 maar na simpel 14. h3 stokt de zwarte aanval

Reinier Weber – – Thomas Broek (14.h3)

en zwart mag nog van geluk spreken dat hij zijn stuk kan redden met 14.. Pe5 al heeft wit volgens de engine vrij groot voordeel (+2,5)

Reinier Weber – – Thomas Broek (10.0-0)

Objectief het beste was 10.. Pxc4 met een klein voordeeltje maar 10.. Lg5 kan ook.
Weer een verrassing kwam uit de engine namelijk

Diagram na 13Df3

in plaats van 13.. g6 kan ook 13.. Pe5 want na 14. Dxh5, Lg4 is de witte dame ” op klaarlichte dag”
ingesloten!. Niet heel diepzinnig, maar gisteren zag ik het in ieder geval niet.

Reinier Weber – – Thomas Broek (13.Df3)

14. d4, hoewel niet de allerbeste ontneemt het sterke veld e5 voor het paard. Een zet als 15 .. c7-c5 paste in het plan om de zwarte aanval nieuw leven in te blazen al leidde dit wel tot zwaktes in het zwarte kamp.

Reinier Weber – – Thomas Broek (18…De5)

Na 18.. De5 dacht ik de buit binnen te hebben. Er dreigde zowel mat op h2 als stukwinst met Dd4+. Helaas dekte 19. Dg3! deze dreigingen want door de penning op de g-lijn was stukverlies ook vermeden
Door de vele hangende pionnen was ook een onoverzichtelijke situatie ontstaan met behoorlijk veel keuzes. Mijn plan was na 23. hxg4

Reinier Weber – – Thomas Broek (23.hxg4)

te vervolgen met 23.. hxg4 waarna 24. Pxg4 faalt op
24.. Tg8 25. Txf4, Dh5+ . Alleen wit heeft veel sterker
24. Dh4! en zwart loopt spoedig mat wat zelfs met groot materiaalverlies niet voorkomen kan worden.

Reinier Weber – – Thomas Broek (25…De5)


De zet die mij totaal verraste, was 26. Dd2 met een soortgelijke intentie om met Dh6 mat te dreigen. Ik kon nog relatief genadig ontsnappen met kwaliteitsverlies en verloor nog niet de moed omdat mijn tegenstander inmiddels in zijn laatste 5 minuten zat en ik had veel meer. Na lange tijd een goede verdediging gevoerd te hebben had de kwaliteit van zijn zetten inmiddels wel te lijden van het tijdgebrek .

Reinier Weber – – Thomas Broek (32…dxc5)

Zo was 33. Tf3 winnend geweest en ook ruil van een stel torens gevolgd door Txb7 was voldoende geweest. Met nog zo’n 3 minuten op de klok gaf wit de kwaliteit weer weg

Reinier Weber – – Thomas Broek (35…Tg8)

34. Tdd7 ???? Lxd7

en na dit gelukje leek me de tijd rijp voor een remise aanbod terwijl ik een paar zetten eerder toch wel zo’n beetje de moed had verloren.
Maar ik was het met mijn tegenstander eens dat het een zeer enerverende partij was geweest en hij vertelde dat hij net als ik veel van dit soort partijen in zijn leven had gespeeld. Maar zo’n partij als dit, daar hoop ik liever geen gewoonte van te maken!

Frank:
. Hierbij mijn partij van gisteren voor de beker tegen MSC. Ik speelde met wit tegen Hans Dielissen. Hans bleek al vroeg in Sinterklaasstemming, want op de 13e zet maakte hij een blunder en verloor een paard

Frank – Msc (13.e5)

13 ..  dxe5??  14 Dxc5

(hoe moet de Goed Heiligman zonder paard nu al die pakjes rondbrengen? Gelukkig had hij er nog 1 over die hij langer op het bord hield.

Frank – Msc (15…a5)

Bji zet 16 had ik lang nagedacht over Da4 of Db3. Na Db3 ziet Pb6  er dreigend uit, maar ik kan uiteindelijk na Txd8 dan via Db5 en Dxe5 ontsnappen.

Frank – Msc (19.Pd5)

Na 19. Pd5 moet de witte dame weer terug naar d8. Uit armoede probeert zwart via Ta6 meer stukken bij het spel te betrekken, maar de witte aanval is erg sterk.

Frank – Msc (20…Ta6)

Het beste voor zwart is misschien de dames ruilen via 21. Dg5, maar Hans kiest ervoor om zijn dame achterin te houden. Deze zal er nu niet meer aan te pas komen. Na zet 24 is het voordeel al zo groot dat het bijna niet meer mis kan gaan.

Frank – Msc (27…Pxe6)

Na de combinatie Df5+ en Dxf7 gelooft zwart het wel.

Frank – Msc (29.Dxf7)

Een leuke pot met mooi aanvalsspel, hoewel het natuurlijk niet moeilijk schaken is met een stuk meer zo vroeg op de avond.

Verder zag ik Ron heel solide spelen met zijn Siciliaan, ik denk dat zijn tegenstander nergens een bedreiging heeft gevormd. Marc en Thomas heb ik minder van gezien. Thomas moest op het einde nog alle zeilen bijzetten en ook zijn tegenstander gaf (door tijdnood) een kwaliteit (terug). Thomas stond echter totaal verloren. Hij blijft natuurlijk gewoon Thomas Tovenaar. Marc stond volgens mijn in het midden iets beter, maar of hij echt op winst (of verlies) stond heb ik niet kunnen zien.

Eindstand: 3-1 voor Aris de Heer, we zijn dus een ronde verder.

Verder was het heel leuk dat Danny Boots (hij speelde tegen Gerrit) een keer kwam meedoen. Danny vertelde dat hij nog nooit op een club had geschaakt, alleen online. Hij kon echter wel degelijk schaken. Hij wist namelijk te winnen van Gerrit  (die gaf ook ergens een stuk weg, hopelijk ontvang je zijn partij nog). Danny speelde het heel beheerst uit en ruilde later nog zijn dame voor de 2 torens van Gerrit en had een mooie aanval opgezet die Gerrit niet meer kon afslaan.

Ron:

Ik hoop dat je van iedereen zelf een update krijgt. Thomas speelde eerst heel goed met zwart, maar ging toen in de fout en kwam een kwaliteit achter, maar toch weer remise op miraculeuze wijze. Frank speelde origineel en goed. Marc stond ook beter, maar moet het ergens onnauwkeurig hebben gedaan, want slotstelling is remise.

Ikzelf had zwart en wilde eens Siciliaanse Sveshnikov proberen. Heb ik vroeger ook wel gespeeld. Maar mijn tegenstander speelde 3. Pc3 en daarop bevalt mij gewoon Pf6 niet. e5 kan, maar bijvoorbeeld ook Lb5 daar.

Mijn tegenstander dacht overigens aldoor lang na, ik had veel meer tijd dan hij en hij koos voor een gesloten opstelling. Ik speelde snel daarop d5, maar hij verzuimde om e5 te spelen. Ik kon vervolgens mijn pionnen laten oprukken en kreeg het initiatief.

Na zet 18 staat het zo: .

MSC – Ron (18.Pe1)

Wit speelde daar 18. Pf3-e1? Ik had dit overigens min of meer verwacht, hij was op f2-f4 aan het aansturen. Maar dat kan dus hier niet. 18…, Le2 19. f4, Lxf1 20. Lxf1, f5,

MSC – Ron (20…f5)

22. Lh3, De8 23. Pg2, Df7 (dreigt slaan op e4 en c4, daarom wits volgende zet) 24. De1.

MSC – Ron (23.De1)

Ik heb nu verschillende goede mogelijkheden, slaan op f4 was beste geweest. Ik deed 24…, fxe4 25. Dxe4, Dd5 26. Te1, Tad8 27. Pd1,

MSC – Ron (26.Pd1)

Dxe4 28. Txe4, Pd5 29. fxe5, Pxe5 30. Lf4 en nu komt er een grappig slot.

MSC – Ron (29.Lf4)

30…, Pf3+ 31. Kh1 (Kf2 helpt ook niet), Pg5.   0-1.

Uiteindelijk dus 3-1 gewonnen.

.

Marc – Evert Bergman 

25 november 2024 

Een paar stellingen: 

Stelling na 9..a7-a5 

Ik geeft toe, mijn openingsrepertoire met wit is niet altijd even ambitieus, maar het is wel praktisch aangezien het een hoop theorie ontloop en zolang het speelbare stellingen geeft vind ik het prima. Zo ook hier, de stelling oogt gelijk, en is het ook wel, maar het speelt net iets gemakkelijker voor wit. Wit heeft namelijk meer breek-zetten dan zwart, en hoewel geen van deze echt gevaarlijk is zit er toch nog genoeg spel in de positie. 

Stelling na 14..c5xd4 

Ik denk dat dit een kritieke stelling is. Wit kan hier kiezen uit Pb5 en Pd5. Ik koos voor Pd5, maar laat daarmee b7-b5 toe. Pb5 zou dat verhinderen, net als a3-a4 dat eerder in de partij had kunnen doen, maar het probleem is dat ik dan voor mezelf ook niet veel opties zie. 

Stelling na 22.Tb1-c1 

Het heeft goed uitgepakt voor mij: een gedekte vrijpion, goede loper tegen slechte loper, en nu ook de toren naar de open c-lijn. Echter, te snel gespeeld… Zwart speelde nu 22..Lg5, hetgeen ik had moeten voorkomen met 22.Tf5. Na 22..Lg5 is de stelling volgens de computer gelijk. 

Eindstand na 26..Dd8-b6 

Hier bood mijn tegenstander remise aan, en aangezien we als team al hadden gewonnen kon ik dat gewoon aannemen. Mocht ik nog blij mee zijn, want zwart staat inmiddels zelfs beter. 

KEIZER, ronde 4 , 18 nov 24

Er waren slechts 5 borden bezet, maar daar viel veel te genieten. In bijna elke partij zag ik één of meer mooie momenten.

891437WEB

Om te beginnen bij Wouter-Ab. Omdat Ab zijn geliefde 6-rijen systeem weer van stal haalde. Het ziet er niet uit.  Hij doet niks in het centrum, maar wacht af.

 Wouter – Ab (8…f6)

Hij zal het zelf bedacht hebben. Ik kan me niet voorstellen dat hij het uit  schaakboeken heeft, want hij is vast geen ijverige schaakopeningen-student. Maar het bestaat wel.  Het heeft zelfs een naam : de Hippopotamus-variant. Het vreemde is dat hij er vaak later toch een soort aanval uit tevoorschijn tovert.

Wouter is er niet van onder de indruk. Die speelt perfekt tegen. Gewoon centrum opbouwen en je stukken ontwikkelen. Na zet 11 staat hij prima.

Overeenkomstig Ab’s  principes is rocheren voor hem niet zo belangrijk. Na een opening waar de tegenstander geen  theorie-chocola van kan maken gewoon aannn! – vallll!- ennn!

Wouter – Ab (17…La6)

En het is niet te geloven maar na 18. Dd3?? zou hij nog gelijk kunnen krijgen ook.  Als hij nu b4 speelt, wint hij een stuk! Maar in zijn gebruikelijke haast doet hij nu 18 … Pc8 ?? en na Wouters prima 19. d5!  staat hij gewoon, zoals  het hoort tegen die opening, weer vervelend. (19. .. b4 20. Lc4! Lxc4 21. Dxc4 bxc3? 22. Dxc6)

Wouter – Ab (22…Pe7).

Na zet 22 … Pe7, had hij na 23. Pc6 zijn sokken wel kunnen gaan nummeren, maar met 23. Pf5? verknoeit wit het een beetje. Niet echt slecht, maar kon beter.  Doch na een andere hebbelijkheid van onze Ab – ‘ja ik ga, ondanks totale afwezigheid van daar een veilige pionnenstelling’, maar lang rocheren, want ze zeggen dat dat toch ook een keer hoort te gebeuren’- staat Wouter weer geweldig.

Wouter – Ab (26…0-0-0  ).

Ik stond te bedenken hoe wit nu die tochtige zwarte konings-stelling het beste kon aanpakken en dacht dat ik dat zelf met Kh1, f3, Lf2 en c4 zou gaan doen. En zag tot mijn vreugde dat Wouter dat ook zo deed.

Wouter – Ab (30.c4)

Dan gaat het ‘van dik hout zaagt men planken’:

Wouter – Ab (33…Da6)

Maar hier begint Wouter te aarzelen. Ik had hier à tempo 34. axb4 gespeeld. Want na 34… axb4  35. Ta1 is het echt helemaal uit. En ook later is axb4 nog mogelijk en met de zware stukken op de a-lijn gaat zwart snel ten onder.

34 Lxd7? TXd7 35. Db3? ( alsnog 35. axb4!)

Omdat Wouter even niet doorpakt, en zwart de gelegenheid krijgt de wiite pionnen vast te leggen, en dus alles via de c-lijn moet gaan gebeuren lijkt het of de aanval even hapert, maar toch komt alles nog goed voor wit. Zwart hoopt waarschijnlijk nog op eeuwig schaak, maar dat zit er niet meer in. Wegens stukverlies (en mat in 4)  geeft Ab op.

Een goede (hoewel het een keer sneller had gekund) en boeiende partij, vooral van Wouter.

De partij Martin-Thomas ging erg lijken op een klassiek damegambiet, voor mij berucht om dreigende saaiheid. Maar daar was hier geen sprake van. Bij zet 8 ontstond een mooie  moeilijke situatie waarin heel diep moet worden doorgedacht.

Thomas – Martin (8.Db3)

Zwart zit door minder sterk openingenspel  nu al in de problemen. Dit wordt pionverlies. Op d5 of op b7. Het beste is hier de vreemde zet 8 .. Pc6 waarna zwart compensatie heeft na slaan van een pion. Na 9. Dxb7 kan Pxd4 en na 9. Pxd5 dan maar Lxd4. Martin speelt 8… c6 en dat leek me desastreus, maar dat blijkt toch een beetje mee te vallen. Het grote denkwerk moet hier beginnen.

Thomas – Martin (9.Dxb7)

Torenverlies? Na 9. …. Db6 niet want dan zit de witte dame na Dxa8 opgesloten en dat is erg onprettig. Maar Martin speelt na zeer lang nadenken 9 … 0-0. Ik zou hier op a8 geslagen hebben, maar Thomas doet het niet en dus zal dat hier ook wel niet goed genoeg zijn. En Martin heeft dat dus ook gezien. Als Thomas even weg is, demonstreert hij het publiek met een vingertje dat

Thomas – Martin (10.Dxa8) analyse .

na 10. .. Db6! 11. Pxd5 de stelling  ongewis is. Je  zit dan als amateur al gauw achter je horizon.

Dus speelt Thomas 10. Db3 en is tevreden met die ene pion. Vanuit deze zekerheid is het rustig schaken voor Thomas, en hij komt steeds een beetje beter te staan. Dat leidt tenslotte tot weer een leuke stelling

Thomas – Martin (20…Tbd8)

Ik dacht aan de wonderlijke zet  21. g4 wat wel aardig is maar na Tg6 lang zo goed niet als Thomas’  zet 21. e4! Met dezelfde bedoeling. Dat kost zwart een vol stuk en Martin  geeft daarna op.

Thuis alles op de computer gezet. Opdat u het nog eens kunt overzien volgt nu een live diagram van al dit moois.

Live diagram na zet 8 Db3 tm 10. Db3

Bij Marc-Frank een soortgelijke situatie maar iets simpeler dan bij Martin. Wel met pionwinst voor wit en een beetje compensatie voor zwart.

Marc – Frank (7.Db3)

7. .. e6 . Dxb7

Het is uitkijken geblazen bij een mogelijkheid voor zwart in de Najdorf Siciliaan voor Dxb2 , maar voor wit geldt hier en elders hetzelfde voor de mogelijkheid Dxb7 !

Maar bij Marc-Frank is slaan goed. Marc heeft voordeel, zijn dame moet wel goed in de gaten gehouden worden, om aanranding te voorkomen, maar dat kan.

Die pion meer zal op de lange duur na een mooi gevecht hem de winst opleveren. Van beide combattanten  volgt later het commentaar. Ik kan lezing daarvan aanbevelen.

Ik herinner me iets dergelijks van een eigen partij tegen Frank! Notabene. April 2007. Hier even een derde voorbeeld hoe ingewikkeld het kan worden na Db3 en Dxb7:

 Ik vond in mijn archieven 10 partijen die ik tegen Frank speelde. Ik verloor er 2. Dit was de eerste. Ik speelde het Marshall-gambiet  van het Skandinavisch. Beetje link  natuurlijk. Wederzijds wat onnauwkeurigheden. Het stond bij zet 18 nog bijna gelijk ondanks 2 pionnen achterstand!. Maar ik verprutste het toen. Dat nam ik mezelf erg kwalijk, daarom weet ik het allemaal nog. De analyse hieronder dateert uit 2007.

Frank-Eddy, april 2007

Bij Mink-Peter ook leuke momenten. In een klassiek damegambiet, dat redelijk volgens de regels gespeeld werd, probeerde Mink een aanval op te zetten

Mink – Peter (14.Pg5) .

Hier speelde Peter het enige mogelijke om mat of anderszins grote narigheid  te voorkomen:   14 … Pf5  waarna wit met 15.  f4 zijn paard even dekt. (Hier was direct Pce4 wel sterker geweest.)  Zwart probeert natuurlijk dat witte paard van g5 weg te jagen, maar Mink laat hem daar gewoon staan. Zetten lang! En Peter begrijpt dat hij er toch maar even af moet blijven. Wat grappig.  Knap van beide kanten, vind ik.

Na zet 17 mist Mink een hele sterke waar hij zijn mooie werk mee had kunnen bekronen

Mink – Peter (17…La6)

18. Pd6? Sterk was hier 18. g4! Na b4 eerst even  Dc2 en daarna zou de vlam in de pan slaan.  Gespeeld: 18 Pd6 b4 19. De4 en nu kan het paard op g5 wel geslagen worden. En Peter ziet dat !! knap hoor ! Hij staat dan ineens schitterend! Een paard voorsprong. Wel tegen 2 pionnen, dus Mink speelt terecht nog door! En later op de avond raakt Peter vermoeid en verliest wat concentratie. Mink blijft klaarwakker en wint het stuk terug, en  rond zet 40 geeft Peter op. Ik heb daar de stelling niet meer van, maar het zal wel terecht zijn. Dit was dus ook een interessante partij.

Resteert Chris-Gerrit. Dat bleef wat eenvoudiger. Gerrit ruilde weer veel af om te trachten in het eindspel zijn slag te slaan. Chris vond het allemaal best. Het enige leuke moment voor mij was de situatie waarin inderdaad Chris een pion verloor, maar die ook gelijk weer terugwon.

Chris – Gerrit (26…Dxc4).

27. Db8+ Kg7 28. Dxd6 Dc1+ 29. Kh2 en de pion op a3 staat gedekt!

Dus er was voor mij deze avond veel te beleven,

Nu de ingezonden commentaren. (waarvoor mijn grote dank.)

Thomas:

In een Damegambiet- achtige opening won ik al snel een pion ten koste van mijn loperpaar en wat ontwikkelingsachterstand.
Hoewel Martin zichtbaar minder blij was met de ontwikkelingen, bleek dit alles al eerder gespeeld in een partij uit 1965.

  Thomas – Martin (9.Dxb)

Zwart speelde ipv 9. 0-0  (Martin) , 9. Db6 en na 10. Dxb6, axb6 won wit uiteindelijk in het eindspel.
Na 9.. 0-0 heb ik wel even naar 10. Dxa8 gekeken en dit hebben we na de partij geanalyseerd. Na 10.. Db6

Thomas – Martin (10.Dxa8)Analyse .

11. Pxd5!?, cxd5 12. Dxd5, Dxb2 13. Td1, Lc2 oordeelt Stockfish dat het ongeveer gelijk staat, maar tijdens de “handmatige” analyse kwamen er kansrijke voortzettingen voor zwart op het bord, dus ik denk dat het verstandig was me daar niet op in te laten.
Na een paar voorbereidende damezetten om mijn ontwikkeling daarna verder te voltooien, was ik er wat geruster op na mijn aanvankelijke optimisme, echter zwart had ondanks de minuspion zeker compensatie.

  Thomas – Martin (12.Dd2)

Zo leek een zet als 12.. Lg4 me lastig voor wit Na een eventuele ruil op f3 opent exf3 weer de e-lijn waar de nog niet gerocheerde witte koning zich bevindt, terwijl gxf3 weer een verzwakking betekent na de rochade.
Nadat ik uiteindelijk gerocheerd had en meer invloed op het centrum kreeg,

  Thomas – Martin (19…Td6)

kon Martin geen tegenspel meer creëren, na stukverlies gaf hij op.
Daarna nog een tijd naar het boeiende eindspel van Marc en Frank gekeken, terwijl een vrolijk rondfladderende vlinder de warmte van ons clubgebouw had opgezocht.
Marc voerde dit eindspel ondanks beperkte tijd en taai verzet van Frank bekwaam tot winst.

Frank:

Maandag uiteindelijk verloren van Marc na een lange strijd. Ik denk een terechte uitslag. In de opening gaf ik een pion weg (een soortgelijke situatie was er bij Thomas-Martin op het bord) en Marc had lang het initiatief. Na het ruilen van de zware stukken dacht ik de pion terug te kunnen winnen, maar Marc verdedigde bekwaam en wist de voorsprong te verzilveren.

  Marc – Frank (21…Tc8) (2)

Na zet 21 is het witte voordeel echter verdwenen. Echter door beide torens te ruilen en niet 23. Tb8 te spelen krijgt wit direct weer wat terug.

  Marc – Frank (28…Pe7)

Mijn 28e zet Pe7 vindt de computer minder en het witte voordeel groeit. Hierna blijf ik niet de beste zetten spelen waardoor Marc al beter komt te staan.

Het ruilen van m’n loper voor het paard was eigenlijk de doodsteek en niet goed.

  Marc – Frank (35.Pd3)

35 ..  Lxd3?

Bij het einde van de notatie is het witte voordeel zeer duidelijk, maar door tijdnood aan beide kanten nog wel lastig.

Marc speelt het echter prima uit.

Marc:

Marc – Frank 

18 november 2024 

1.c2-d4 d7-d5 2.c4xd5 Pg8-f6 3.Pb1-c3 Pf6xd5 4.g2-g3 Lc8-f5 5.Lf1-g2 c7-c6 

Stelling na 5..c7-c6 

Als zwart de loper op c8 vroeg ontwikkeld kan de pion op b7 een doelwit worden (aangezien de loper deze niet meer dekt, en zwart nog niet voldoende ontwikkeld is om de dame op b7 in problemen te brengen). Na 5..c6 kan wit een pion winnen. Dat deed ik dan ook, al geeft mijn computer de voorkeur aan 6.e4 Pc3: 7.bc3:. Het valt me op dat computers tegenwoordig veel minder materialistisch zijn dan vroeger (of misschien zag het hier al de mogelijke variant op zet 9, de programma’s worden steeds sterker). 

6.Pc3xd5 c6xd5 7.Dd1-b3 e7-e6 8.Db3xb7 Pb8-d7 9.Pg1-f3 

Stelling na 9.Pg1-f3 

De computer geeft hier een mooie variant: 9..Tb8 10.Da7: Pc5 en zwart wint verassend de witte dame aangezien er niets te doen is tegen Ta8 of Tb7. Beter is 10.Da6 waarna de computer de stelling na 10..Dc7 als gelijk beoordeeld. Zwart staat dan inderdaad actiever dan in de partij.  

9..Lf8-c5 10.0-0 0-0 11.d2-d4 Lc5-b6 12.Lc1-f4 Pd7-f6 13.Tf1-c1 Pf6-e4 14.Tc1-c6 f7-f6 

Stelling na 14..f6

Ik sta in deze stelling een pion voor, maar was toch niet helemaal tevreden. De torens vinden een plaats op de open c-lijn, maar ik zag niet goed hoe verder (er is een leuke wending mogelijk, een kwaliteitsoffer met Tc7, zie verderop bij de analyse van 15.Ph4; maar dat had ik niet gezien). Mijn ster, de loper op f4, is niet zo stabiel meer. Zwart heeft steeds verhinderd dat deze naar d6, en eventueel door naar c5, kan. En waar anders heen, naar c7 is riskant aangezien de loper na Dd7 of De7 gepend staat; dus wellicht een enigszins treurige aftocht naar e3. Mijn paard op f3 kan niet weg, want dekt d4 (en e2-e3 brengt Lf4 in de problemen). Als Pf3 niet weg kan, dan doet Lg2 ook niet veel (verdedigt wel, de koning is veilig, maar heeft geen actieve rol), en als e2-e3 niet kan, dan kan Lg2 ook niet via f1 in het spel komen.  

Ik keek in deze stelling dus wel naar 15.Ph4! maar verwierp de variant op grond van 15..g5 16.Pf5: ef5: 17.Le4: de4: wat mij niet zo beviel. De computer gaat echter verder met 18.Tac1! gf4: 19.Tc7! (dus zo verder met de torens op de c-lijn, een sterk kwaliteitsoffer). Maar goed, had ik dus niet gezien. 

15.Ta1-c1 g7-g5 16.Lf4-e3 Pe4-d6 17.Db7-a6 Dd8-d7  

Stelling na 17..Dd8-d7 

Frank blijft goed spelen. Heeft eerst de loper van f4 verjaagd, en richt nu zijn aandacht op mijn toren op c6 die zijn stelling is binnen gedrongen. Er dreigt Pc4 om de indringer in te sluiten.  

18.Pf3-d2 (Eindelijk een kans voor Lg2 om in actie te komen, het idee is 18..Pc4 19.T6c4: dc4: 20.La8:) 18..Ta8-e8 (verwijdert de toren uit de diagonaal van de loper op g2) 19.Tc6-c3  

Stelling na 19.Tc6-c3 

De computer geeft de voorkeur aan een kwaliteitsoffer: 19.b4 Pc4 20.T1c4: dc4: 21.Pc4: Tc8 22.b5 met goede compensatie, zie bijvoorbeeld het verschil tussen Lg2 eerst en nu. 

19..Pd6-b5 20.Tc3-b3 

Stelling na 20.Tc3-b3  

Zwart kan nu niet slaan op d4. Op 20..Pd4: had ik 21.Tb6: in gedachte (ook goed is 21.Ld4: Ld4: 22.Tb7 Dd8 23.Tcc7) en bijvoorbeeld 21..Pe2: 22.De2: ab6: 23.Lb6: Tb8 24.Lc5 

20..Pb5-d6 (bij nader inzien dus maar terug) 21.a2-a4 Te8-c8 22.Tb3-c3 Tc8xc3 23.Tc1x3 

Stelling na 23.Tc1xc3 

De computer geeft hier 23..Tb8! en beoordeelt de stelling dan als gelijk. 24.a5 wordt dan beantwoord met 24..Db5 en dan 25.Db5: (moet wel) Pb5: 26.ab6: (na bijvoorbeeld 26.Tb3 komt La5: en dan is Pb5 gedekt door Tb8; dus dat is het idee van 23..Tb8) 26..Pc3: 27.ba7: Pe2: 28.Kf1 Pg3: 29.hg3: Ta8=. 

23..Tf8-c8 24.Tc3xc8 Dd7xc8 25.Da6xc8 Pd6xc8 26.b2-b4 Lf5-c2 (Frank blijft mijn stukken dwars zitten, nu kan het paard niet naar b3 en vanuit daar naar c5) 27.a4-a5 Lb6-d8 28.Pd2-f3  

Stelling na 28.Pd2-f3 

Zwart kan mijn b4-pion aanvallen met Le7 en Pc6, dus de witte loper moet naar d2 en het paard eventueel via e1 naar d3. De computer is echter niet enthousiast over Pc8-e7-c6 en speelt het paard liever naar d6 en dan naar b5 of c4. Het vindt de stelling dan gelijk. 

28..Pc8-e7 29.Le3-d2 Pe7-c6 30.e2-e3 Kg8-f8 31.Pf3-e1 Lc2-b1 32.Lg2-f1 Kf8-e8 33.Lf1-b5 Ke8-d7 34.Kg1-f1  

Stelling na 34.Kg1-f1 

Beter is meteen 34.Pd3, maar er is geen haast want de opmars b4-b5 is toch niet meer te stoppen. Bijvoorbeeld 34..Le7 35.La4 Kc7 36.b5 helpt ook niet. 

34..Kd7-c7 35.Pe1-d3 Lb1xd3 36.Lb5xb3 h7-h6 37.b4-b5 Pc6-b8 38.Ld2-b4 Kc7-b7 39.a5-a6  

Stelling na 39.a5-a6 

Verder niet meer genoteerd (beiden onder de 5 minuten tijd), maar de stelling speelt gemakkelijker voor wit en uiteindelijk waren de a en b pion beslissend: 1-0. 

.

Opening 64

Ik mocht meerijden met Paul. Naar die club van ruim middeĺbare  leeftijd in St Pancras. Hij zei dat hij daar nooit eerder was geweest. Hij moest vertrouwen  op zijn tomtom. Daar werd ik wat nerveus van. Ik herinnerde me ooit met hem meegereden te zijn naar Den Helder waarbij de tomtom stelselmatig elke snelweg vermeed en we dus heel NoordHolland rondgereden waren toen we na  na 1,5 uur eindelijk bij de schaakclub aldaar aangeland waren. En ook nu ging het natuurlijk weer niet van  een leien dakje, maar na wat rondjes van de zaak toch nog op tijd gearriveerd.

Opening 64 is een sterke vereniging en hoewel Aris de Heer in zijn sterkste opstelling kon opdraven (anders dan de vertegenwoordiging van veel landen bij de echt veel belangrijkere klimaaconferentie in Azerbeidzjan) wisten we dat het een zware avond zou worden.  

Binnen 20 minuten stonden we al achter. Toen verloor  Martin een stuk.  Moet een blunder geweest zijn, want ik zag totaal geen compensatie.

Martin – v Diepen (9…Da5+)

Martin  stond gelijk zwaar onder water. Morgen thuis nog maar verder bekijken.

Hij rommelde nog wel even door, probeerde de modder nog weg te dweilen, maar tegen een tegenstander met een elo van 1995, kun je het verder wel vergeten. Zelfs deze expert in wonderbaarkijke reinigingsacties lukte dat dit keer niet meer.

Om 21.30 was op de meeste andere borden de situatie nog onduidelijk. Ik vond een poosje dat Frank met zwart een klein beetje minder stond, was hier een vernietigende orkaan in aantocht? Maar hij zag weer eens kans om toch ineens voldoende voorzorgsmaatregelen te treffen. Trouwens het leek er gauw op dat de orkaan sterk van koers ging veranderen.  

Bakker - Frank (16...Ke8).jpg 

(een opgesloten toren)

Thomas had een gambiet gekozen en het leek of hij zijn tegenstander ermee verraste. Die gebruikte erg veel tijd. En gezien de klok van Thomas bevond die zich op hem bekende paden.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (4.b4)

(Het Evans-gambiet)

Maar echt voordeel toverde hij er niet uit.

Iets dergelijks was waar te nemen bij Marc. Die speelde zijn Leningrader tegen een tegenstander die volgens mij de gevaarlijkste opstelling daartegen niet paraat had en ooK zijn klok liep aanmerkelijk sneller dan die van Marc.

Verkek – Marc (7.Ld3)

Paul  verdedigde goed met zwart, ik zag geen zwakke plekken in zijn stelling. Die waren allemaal op tijd met multiplex en kunststof dichtgetimmerd. Nee daar zou geen storm vat op krijgen.

Bloem – Paul (13.Lh4)

Ron had het niet gemakkelijk, maar leek het nog te redden.

Ron – Hoekstra (17…Pa5)

OM 22.30  leek alleen Ron het echt moeilijk te krijgen. Bij Marc, Thomas, Paul, en Frank was er geen reden voor paniek. Geen lawines, overstromingen of bosbranden in zicht.

Om 22.40 gaf Ron op.  Vluchten kon niet meer.

Ron – Hoekstra (35.Txb4)

Na Kb6 verliest wit nog een pion.

Om 22.50 lijkt mij bij Thomas remise het meest waarschijnlijk, bij Paul ook.

Frank lijkt  initiatief te hebben, maar in een ingewikkelde stelling.  

Bakker – Frank (21.Lf6)

Marc raakt een pion kwijt, maar het is ook daar een ingewikkelde stelling, misschien is het niet erg.

Verkek – Marc (14…b6)

15. fxe4

Om 23.00 verwacht ik winst bij Frank. Die heeft al een poos een toren van wit opgesloten, en lijkt daar nu ook van te gaan profiteren.

Bakker – Frank (24…Kf8)

Wit speelde eigenlijk al met een stuk minder, en gaat dat stuk nu verliezen! Weinig zetten later geeft wit op!

Thomas verliest een pion en streeft naar eeuwig schaak.  Als dat niet lukt staat hij m.i. verloren.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (35.Da4+)

Paul wordt inderdaad remise.

Bloem – Paul (27…Dxd5)

En dan volgt waar ik voor vreesde: hoe vernuftig Thomas ook probeerde eeuwig schaak te houden, het was onbegonnen werk. De oprukkende zwarte vrijpionen  lieten zich daardoor niet dwarsbomen.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (74…hxg5)

Er heeft zich een ramp voltrokken. Zelfs de tovenaar kon dat dit keer niet voorkomen.

En Marcs gebrek aan compensatie voor die pion ging zich wreken.

Verkerk – Marc (32.hxg4)

Een pion minder, en wat voor pion! (d5)

Hij verloor. Verderop kunt u lezen wat hij er zelf van vindt.

Dus werd het verlies met 1,5-4,5. Verlies had ik wel verwacht maar toch wel met iets gunstiger cijfers.  Maar ja, als je drie topborden alle drie verliezen – wat ons zelden overkomt- dan gebeurt zoiets.

Zaterdag thuis nog met foto’s van de partijnotaties en digitale ondersteuning van prof.dr Ko. en Mr Dr St. wat verder bekeken:

Hoe speelde zich die tragedie bij Martin nu af?

Hij blijkt eerst in zijn Engels ten ontechte d2-d3 te hebben gespeeld i.p.v. het voor de hand liggende d2-d4.

Martin – v Diepen (4.d3)

Even vergeet zijn tegenstander daarvan te profiteren met d5-d4 , maar als dat toch gebeurt , kan Martin een normaal wit voordeeltje wel vergeten.

Martin – v Diepen (6.Pe4)

6. … Pxe4?  ( c5!)

Maar nog niet erg. Zwart profiteert ook nog niet echt. Maar dan volgt een verschrikkelijke bijna beginnersblunder.

Martin – v Diepen (8…Pc6)

9. Lb5???  (Lc4 !!)

9  ..  Da5+ met stukwinst  Na 9. Lc4 was er voor wit niets aan de hand!

Hoe is zoiets mogelijk? Ik ontmoette Ron zaterdag op de sportschool en die wist gelukkig de oorzaak. Zowel hij als Martin hadden op hun werk een erg zware week achter de rug, en waren daarom onvoldoende geconcentreerd. Nou vooruit, dan moeten we het jullie voor deze ene keer maar vergeven.

Bij Ron zag ik geen blunder (howel hij dat zelf wel zo karakteriseerde) maar wel zwakkere zetten.

Ron – Hoekstra (13…De4)

14. Le3? Beter was geweest 14. Dxf7 en 15. Pg5

Ron – Hoekstra (14…Le6)

15. Pg5?  (Dxb7!)

Hoe ging die wonderbaarlijke klimaat-verbetering bij Frank nu eigenlijk precies ?

Mijn digitale leermeesters onderstreepten mijn eerdere eigen idee dat Paul geen moment in gevaar was geweest.  Integendeel. Maar dat hij al snel zijn lichte voordeel gebruikt had om zelf op remise aan te sturen! Nou vooruit dan maar. Moet ook kunnen.

Op het  moment dat ik dit schrijf heb ik het  gebruikelijke commentaar van Thomas nog niet binnen. Ik denk dat ik daar niet op mag rekenen. Hij was zaterdag de hele dag weg om iets beters te doen,  aan een snelschaaktoernooi in Camperduin mee te doen. Dat zag gelukkig  de oude Thomas weer in actie. Hij werd daar derde en speelde daarbij remise tegen v.d.Doel!! ( IM,  elo 2550 ). En hij zal misschien niet met veel genoegen zijn partij van vrijdag willen becommentariëren. Ook daar moeten we begrip voor kunnen opbrengen.

Ik heb zelf nog even naar dat gambiet van hem gekeken

Leuk, stoutmoedig. Maar wel een klein beetje gewaagd.

Op zondagavond komt dan toch weer het commentaar van onze trouwe medewerker bij me binnen. Hoera!

Thomas:

In de fase na de opening had ik niet verwacht dat ik deze partij nog zou verliezen. Na ruim tien zetten theorie was ik al in de gelegenheid de gambietpion op e6 terug te winnen, maar zo
als ik al vaker tegenkwam in dit soort situaties, het daadwerkelijk terugpakken met
14. Dxe6 bleek niet de sterkste zet.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (13…fxe6)

Ook niet de slechtste maar rustig verder ontwikkelen met 14. Pa3 of 14. Pbd2 schat de engine toch nog iets hoger in. Dus om vragen waarom ik niet heb geslagen een volgende keer te voorkomen: ” Ik heb een keer geslagen en zie wat het me bracht.”
Na de lange rochade dacht ik tactische kansen te krijgen in ongeveer gelijke stelling.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (18.Tfe1)

Mogelijk was 18. Pxb6+, axb6 19. Da3, Pc6 20. Da8+ een manier om wat leven in de brouwerij te krijgen, maar het blijft ongeveer gelijk staan.
De zwakte van de geïsoleerde d-pion noopte me om verder af te ruilen naar een remiseachtige stelling. Althans, dat dacht ik.

Thomas Broek – Guido Van Hesse (28…Ka7)

Thomas Broek - Guido Van Hesse (28...Ka7).jpg


29. a3? was niet zo goed. Beter is 29. De3, waarna 29.. Dxa2? faalt op 30. d5+ met stukverlies. Het dameindspel dat ontstond duurde nog vele zetten met vele schaakjes en werd eigenlijk wederzijds zonder grote fouten gespeeld. Een hardnekkiger poging het onvermijdelijke uit te stellen

Thomas Broek – Guido Van Hesse (62…b2)

was nog 63. Dg4+ (ipv Df3+) geweest waarna zwart bij het passeren van de c-lijn pion c4 verliest, al blijft de waardering van de engine nog ruim -6, bij andere voortzettingen zelfs ruim -10. Maar het was een poging waard. Mijn tegenstander gebruikte in de opening zeeën van tijd en als de winstvoering in het eindspel minder vlot verloopt, wie weet. Uiteindelijk bleek de promotie van een der damevleugelpionnen niet te verhinderen en moest ik mijn tegenstander feliciteren.

En dan weer het heldere, leerzame commentaar van Marc:

Pim Verkerk – Marc

15 november 2024

Men zegt wel: “of je wint, of je leert”. Helaas verloren, dus maar eens kritisch kijken waar het mis is gegaan.

1.d2-d4 f7-f5 (Hollands) 2.Lf4 (Londen systeem) Pg8-f6 3.e2-e3 d7-d6 4.Pg1-f3 e7-e6 5.c2-c4 g7-g6 6.Pb1-c3 Lf8-g7 7.Lf1-d3

Stelling na 7.Lf1-d3

Het speellokaal was al helemaal in kerstsfeer versierd, dus ik had gekozen voor de “kerstboom variant” (een mix tussen de Leningrad en het klassiek). Ik probeerde dit bijvoorbeeld ook in mijn partij tegen Hugo in januari vorig jaar. Ik moet er nog steeds een keer beter naar kijken (het is wat lastig om de twee systemen te combineren), maar het is een leuk idee en ik vond het wel toepasselijk. Met wat fantasie vormen de zwarte pionnen een kerstboom (met de f5-pion als piek).

7…Dd8-e7 8.0-0 0-0 9.Tf1-e1 Pb8-c6 10.Ld3-f1

Stelling na 10.Ld3-f1

In het Hollands wil wit vaak e4 spelen en zwart e5, dus de laatste paar zetten was mijn focus daarop. Een paardenmiddel (letterlijk) om e3-e4 tegen te houden zou zijn om nu zelf mijn paard naar e4 te spelen. Na Pe4: fe4: Pd2 had ik dan d6-d5 in gedachten, en daarom verwierp ik de variant want ik wilde eigenlijk in plaats daarvan e6-e5 spelen. Ik richtte mijn aandacht dus vervolgens op e6-e5, maar dat beviel me ook niet helemaal want ik vond het jammer om het veld d5 aan wit te geven. Vandaar dat ik besloot om het paard van c6 naar f7 te spelen met g6-g5 als alternatief idee, en dan heb ik ook meteen e6-e5 als wit d4-d5 zou spelen. Ik keek nog even snel naar 10..Pd8 11.e4, maar dat zag er ok uit (algehele afruil op e4 en dan b6, met actieve loper op b7 en druk op Lf4). Ik had echter toch 10..Pe4 moeten spelen want na 11.Pe4: fe4: 12.Pd2 kan zwart slaan op d4 aangezien Lf4 ook in staat. Deze wending komt later in de partij als optie nog terug, maar op dit moment was dit nog niet op mijn radar.

10…Pc6-d8 11.h2-h3

Stelling na 11.h2-h3

Mijn bedoeling was dus Pd8-f7, maar bij nader inzien beviel mij dit niet zo goed meer. Na Pd8-f7 was ik bang voor e3-e4 want er staat dan wel veel tussen Tf8 en Lf4. Ik besloot dus om nu dan toch maar op de “noodrem” te trappen met Pe4, maar misschien was het beter om b6 te spelen om toch nog wat voordeel te halen uit Pc6-d8, in de zin dat het paard een loper op b7 dan niet in de weg staat. Zolang ik geen Pf7 speel is het waarschijnlijk wat riskant voor wit om e4 te spelen, dus Pe4 was nog niet nodig.

11…Pf6-e4 12.Pc3xe4 f5xe4 13.Pf3-d2 d6-d5 14.f2-f3

Stelling na 14.f2-f3

Ik heb hier gekeken naar Ld4: (nu wel op de radar) ed4: Tf4: fe4: maar dat beviel me niet zo. Ondanks wat onnauwkeurigheden van mijn kant op de tiende en elfde zet vindt de computer de stelling gelijk na 14..ef3: 15.Pf3: Ld7. Ik speelde dat niet, omdat ik het idee van slaan op d4 (en na ed4: Tf4:) in de stelling wilde houden, hetgeen na Pf3: volledig van de baan is. Daarbij komt dat ik, wellicht te optimistisch, op zoek was naar complicaties en een manier om toch nog op winst te kunnen spelen. Ik heb getwijfeld of ik een kwaliteit zou kunnen offeren met Tf4: ef4: Ld4: maar ook dat werkt denk ik niet. Uiteindelijk heb ik gekozen voor b6, in de hoop dat ik met Lb7 actief spel zou kunnen krijgen, maar dat viel tegen.

14…b7-b6 15.f3xe4 d5xe4 16.Pd2xe4 Lc8-b7 17.Pe4-f2 c7-c5 18.Dd1-d2 Pd8-f7 19.d4-d5 e6-e5 20.Lf4-h2

Stelling na 20.Lf4-h2

De compensatie voor de pion valt duidelijk tegen. Dus waar is het mis gegaan: een paar verkeerde positionele beslissingen, en een te optimistisch pionoffer. Maar ook mijn spel in een slechte stelling laat nog wat missers zien. Daar zit denk ik vooral nog wel een verbeter punt; die 2000-plussers en mensen zoals onze tovenaar Thomas bijvoorbeeld weten meer obstakels te creëren, en van kansen onder tijdsdruk te profiteren.

 Zoals hier, ik speelde Pd6, en dat ligt voor de hand, maar waarom niet e5-e4 om de witte stukken wat meer in de weg te staan…

20…Pf7-d6 21.Lf1-d3 Lb7-a6 22.Ta1-c1 (dat was mijn idee achter La6, om de toren aan c4 te binden, aangezien ik bang was voor Tef1 en afruil over de f-lijn)

Verkerk – Marc (22.Tac1)

Tf8-f7 23.b2-b3 Ta8-f8 24.Pf2-e4 Pd6xe4 25.Ld3xe4 De7-h4 26.Le4-f3

Stelling na 26.Le4-f3

En bijvoorbeeld zoals hier. Mijn tegenstander maakt een fout in tijdnood (26.Dd3 was beter), maar ik profiteer er niet van. Na La6-c8 geeft mijn computer een gelijk spel aan, met ideeën als Tf3:. Ik had e5-e4 al van te voren gepland, want ik was gefixeerd op Tf2, maar Lc8 is toch niet zo moeilijk te vinden (verbeteren slechtst geplaatste stuk, de loper doet totaal niets meer op a6).

26…e5-e4 27.Lf3-g4 Tf7- f2

Verkek – Marc (27…Tf2)

28.Te1-e2 (een eenvoudige oplossing) Tf2xe2: 29.Dd2xe2: La6-c8 30.Lg4xc8 Tf8xc8 31.De2-g4 Dh4xg4 32.h3xg4

Verkek – Marc (32.hxg4)

en hier niet meer genoteerd aangezien we beiden minder dan 5 minuten tijd over hadden, maar wit won dit zonder veel problemen.

Tenslotte wat Ron zelf van zijn partij vond:

Leuk dat je erbij was. Maar knoeiwerk 1e klas. Ik speel niet graag op vrijdag na een zware werkweek. Concentratie is dan minder en Martin had zelfde probleem. Die speelde Lb5? waar Lc4 hem een goede stelling had gegeven. Ik zag in mijn partij dat ik na zijn foutieve De4 dan Dxf7 kon doen! Maar het ziet er wel wat eng uit na Kh8. Maar het is gewoon de beste en winnend. Dus ‘veiliger’ Le3 en nu dreig ik wel direct Pg5.

Ron – Hoekstra (14.Le3)

I.p.v. 14. Lg5-e3 was Db3xf7 mogelijk geweest

Ik hoopte hier op een neutrale zet. Op zijn Le6 moet ik dan wel natuurlijk Dxb7 doen! Dan kom ik wederom een pion voor en sta beter. Maar ik zag weer spoken. Nu won ik niets en stonden mijn stukken slechter. Dat speelde hij vervolgens heel vakkundig uit.  Helaas had de rest ook hun avond niet, behalve Frank (hulde) en Paul.

Dat was het weer. Uitslag teleurstellend. Maar elders in de wereld vinden ernstiger rampen plaats. We blijven ook bij ons op klimaat-verbetering hopen.

Rapid, 11 november 24

Voor de uitslagen tik bovenaan uw scherm bij ‘Interne Competities’

Ik was deze avond niet aanwezig. Maar kreeg van Thomas zijn partijen opgestuurd met commentaar. Altijd leerzaam.

Ik zag dus ook zijn commentaar bij  de partij regen Frank over het Morra-gambiet, en dat maakte herinneringen bij me wakker. Ik ga ze nu opschrijven. Op gevaar af dat u denkt: ‘Waar bemoei je je mee?’ Of : ‘Houd die herinneringen bij je, die interesseren ons niks, bespaar ons dat gezeur over vroeger. ’

Ik doe het toch, omdat ik al mijn werk voor uw site toch wel wat mag belonen met wat persoonlijke inbreng voor mijn eigen plezier. Ja toch? En misschien vindt een enkele lezer een beetje persoonlijk getint commentaar toch wel grappig.

Morra-gambiet.

Ik kwam er voor het eerst mee in aanraking in 1955, toen ik voor het eerst in een schaakclub speelde: Het Vrije Veld in Amsterdam. Daar was ik heen gelokt door de speler aan het tweede bord van het schoolteam van de Gemeentelijke Kweekschool voor Onderwijzers, Theo Slisser. Ik zat, bij gebrek aan meer en betere schakers op die school, aan het zesde en laatste bord. Ik was net begonnen aan wat openingenstudie, en zag met grote bewondering en verbazing hoe Theo (die toen ook in de finale van Nederlands jeugdkampioenschap meedeed) met een eigenaardig gambiet en daarbij passende offers de ene na de andere tegenstander in korte partijen resoluut vloerde. Er zaten meer sterke jonge schakers in dat team, dat toen schoolschaakkampioen van Amsterdam, en daarna van Nederland werd. Dat mocht ik allemaal meebeleven. Een stimulans voor mij om door te gaan met die hobby.

Dat gambiet van Theo was het Morragambiet. Hij leerde mij en passant van alles (we schaakten ook in de schoolpauzes) en dus ook het een en ander van dat gambiet.

Ik heb me er later nog wel eens verder in verdiept, en in vluggertjes ook wel gespeeld. O.a. tegen een schaakmakker van me . Die het wel grappig vond en het dus zelf ging spelen. Indachtig de leuze ‘gambietpionnen moet je (bijna) altijd aannemen’ sloeg ik met zwart dus altijd:  1. e4 c5  2. d4 cxd4 3. c3 dxc3

morra (3…dxc3)

Thomas (zie verderop) :

‘Het Morragambiet aannemen met zwart is een moedige, maar ook hachelijke keuze.’

Nou dat merkte ik ook. Mijn tegenstander werd er steeds meer bedreven in, en ik begon steeds vaker een partij te verliezen. Dar vond ik niet zo’n geslaagde ontwikkeling. Ik ging een prettige gambietweigering zoeken.

Ik ontdekte dat je ook in een variant van de Alapin kunt verzeilen.

  1. e4 c5 2. c3 Pf6 3. e5 Pd5

En via Morra:

1 e4 c5 2 d4 cxd4 3 c3 Pf6 4 e5 Pd5

En nog wat later, toen ik het dikke boek over de Alapin van geweldenaar Svesnikov zelvers raadpleegde, ontdekte ik dat Svesnikov dit de beste variant  vond als je tegenstander de inmiddels populair geworden Svesnikov- Siciliaan probeerde te omzeilen middels de Alapin. Dus niet slaan op c3. Ik heb toen zijn lange hoofdstuk over die variant flink bestudeerd, toegepast tegen Morra, en dus sindsdien heb ik nooit meer het Morragambiet aangenomen.

De partij Thomas-Frank stimuleerde ook andere gedachten. Zou Theo Slisser nog leven? Nog schaken? Net zo oud als ik. Dus? Zulke dingen denk je als je oud begint te worden. En de laatste twee keer zag ik hem niet meer bij het Tata- toernooi, waar we  altijd nog even een gesprekje hadden, herinneringen ophaalden en hij me soms meenam naar het café om zijn gewonnen partij aan me te demonstreren. Hij deed ineens niet meer mee aan de tienkamp. Misschien ziek, of  principieel niet meer willen meedoen aan een toernooi van deze akelige luchtvervuiler?

Ik ging zoeken op internet. En vond een heel recente foto van hem terug bij een 80-jarig jubileum van een scholengemeenschap waarvan hij jarenlang rector was geweest. Hij zag eruit alsof hij nog in blakende gezondheid was. Ben ook gaan zoeken in databases. En in de archieven van Het BSG waar hij altijd in de externe voor speelde.  (Elo destijds rond 2250.)

Tot mijn verbazing vond ik daar ook heel veel partijen van hem terug. Ik zocht natuurlijk naar Morragambieten, maar die vond ik niet. Dat had hij kennelijk afgeschaft toen hij tegen sterkere schakers moest spelen. (Ik zag Bosboom, v Wely, v. Geet, Hartoch, en merr van dat soort.)W.el zag ik dat hij nog steeds riskante openingen speelde met veel tactische mogelijkheden. Bijv. de Birdopening (1. f4 ) en met zwart de Siciliaanse Draak, de Nimzowitsch ( 1. e4 Pc6) en het Budapest-gambiet/ En tot voor kort nog steeds schaakactief.

Wat er allemaal bij je kan opborrelen als je een Morragambiet van Thomas aantreft.

Hoog tijd om die aan het woord te laten:

Thomas:

Thomas-Frank:

Het Morragambiet aannemen met zwart is een moedige, maar ook hachelijke keuze.

Thomas – Frank (3…dxc3)


Frank nam de handschoen op en op zet 7 liet hij met 7.. Df6 een centrum opmars toe waarna wits dameloper een mooie diagonaal met een aantal nuttige steunpunten o.a  d6 kreeg.

Thomas – Frank (7…Df6)

Na bijvoorbeeld 7. ….  Pf6 was er nog niet zoveel aan de hand geweest, met een minuscuul nadeeltje voor wit, maar dat is bij een gambiet heel normaal.
Ondanks de dameruil op zet 16 bleef de druk op de zwarte stelling.

Thomas – Frank (15…Ph5)

 Ik heb op zet 20 ook het winnen van de kwaliteit overwogen

Thomas – Frank (19…f6)

maar na 20. Pf7+, Kd7 21. Pxh8, Txh8 22. f4, Tg8  zie ik nog niet zo een-twee-drie een gemakkelijke winstweg voor wit.
Ik had het gevoel dat het pionoffer op d7 wel noodzakelijk was om de zwarte stelling binnen te dringen.

Thomas – Frank (22.d7+)

Mogelijk was het aannemen van de pion iets beter,  maar toen zwart niets meer kon doen tegen het dreigende aftrekschaak met stukverlies gaf hij zich gewonnen

Thomas – Frank (25.Ld6+)

Martin- Thomas

Via een andere zetvolgorde kwamen we in het Schots terecht en volgden we tot zet 12 de gebaande paden.

Martin – Thomas (12.Lxe4)

12 … La6

 Alleen was daar een keer 12.. Lf5 gespeeld, ik wilde ook niet zo maar stukken ruilen. Even later gebeurde dat toch om een pion te winnen.
Maar dat betekende wel een eindspel met zware stukken en die kunnen best lastig zijn, zoals ik al eens aangaf bij de analyse van mijn bondspartij tegen Schaakmat.
Mijn behandeling van de stelling na de afwikkeling liet ook te wensen over:

Martin – Thomas (17.Tfd1)


Simpel 17.. Td5 om de pion op c5 een extra dekking te geven was beter dan 17.. Tfe8 wat de inleiding vormde tot een verkeerd plan om wit beentje te lichten. Er lag namelijk een mooi staaltje ” de bedrieger bedrogen” in het verschiet.

Martin – Thomas (22…Te1+)

De “truuk” die met 22.. Te1+ bevat namelijk een lek , wit slaat de tweede toren niet, dat hoeft niet want de koning heeft inmiddels een lucht gaatje.
(24. Kh2)

Martin – Thomas (24.Kh2)

24. ..  Dd2
Objectief gezien was nu 24.. Dxc5 25. Txc5, Te2 26. a4, Ta2 beter, wit heeft dan een klein voordeeltje(+0,4)
In het dame-eindspel met inmiddels een pion minder voor zwart was de enige compensatie een voorsprong in tijd en bood ik Martin remise aan, wat hij aannam mede omdat er in dit eindspel veel schaakjes zijn en veel zetten gedaan kunnen worden.

Martin – Thomas (29…g6)

Al met al een partij die ik secuurder had moeten en kunnen spelen, maar Martin heeft zijn kansen goed waargenomen.

Chris:

Tegen Chris kon ik al in de opening het initiatief pakken al was 10.. e4?! niet echt noodzakelijk.

Diagram 10; Chris – Thomas (10.Dd1)

Eerst 10.. Lxf3 was ook goed geweest.
Zwart heeft vervelende druk op de witte stelling.
Interessant was ook het moment na 13. Lg2.

Ik keek enige tijd naar 13.. Pxb3?! maar na ijskoud 14. 0-0, Pxa1 15. exd5, Dxb2 16. Lc3, Dxa2 17. Le4 heeft wit behoorlijke compensatie voor de kwaliteit.

Chris – Thomas (13.Lg2)

13. .. Pxc2

14. Dxc2 Df2+  15. Kd1 Dxg2

Na het offer op c2 bleek alles dankzij penningsmotieven veel soepeler te lopen

Chris – Thomas (24…Tc6)

en met het vooruitzicht van dameverlies gaf wit zich gewonnenz

Simultaan, 4 nov 24

THOMAS:

Deze keer pakte Ron de handschoen op met het geven van de simultaan. Simultaan geven is toch wel een aparte tak van sport, ook voor (groot)meesters, denk. Je kunt het op een aantal manieren aanpakken, zo denk ik zelf dat het tempo vasthouden in de eerste fase handig is, en er komen altijd een paar moeilijke borden. En dan de afweging als je er een aantal gewonnen hebt: Moet je daar nog veel tijd insteken of ze maar “laten gaan”? Met de kans op een overall redelijk tot goed resultaat.
En dan zijn er de behoedzame spelers. Zo was er een jaarlijkse simultaan op het dorpsplein (de Kuil) in Heemskerk, georganiseerd door Excelsior (inmiddels opgeheven, evenals de simultaan.
Peng gaf de simultaan en het begon vroeg in de middag. Ook had ik mij opgegeven voor een buurtbarbecue die om zeven uur ’s avonds zou beginnen.
Tijd genoeg dus om een en ander te combineren. Dat bleek lelijk tegen te vallen. Tergend langzaam deed ze haar rondjes en geleidelijk vielen er wel een paar “slachtoffers” maar uiteindelijk rond de klok van zes met nog aardig wat tegenstanders overeind , zag ik mij genoodzaakt in een voordelige stelling remise aan te bieden. Wel een hele gezellige barbecue gehad, dat wel!
Tegen Anish Giri heb ik een keer meegemaakt, nadat ik redelijk kansloos verloren had, dat het ook anders kan gaan.
Er waren nog enkele borden over en de stelling bekeken hebbende, leek het me even een goed plan om alvast wat boodschappen te halen. Er waren stellingen bij die behoorlijk lastig leken. Echter na terugkomst uit de supermarkt waren alle borden opgeruimd en was het slotpraatje al bijna begonnen…

Nu mijn partij:

We zaten in een opening die voor een handvol spelers van onze club bekende kost is.
Tiem zetten theorie, toen had zwart een keer 10.. 0-0 gespeeld, wit won toen.

Ron – Thomas (10.Pe4) 

10 … Pxe3
Wat Ron speelde, deed denken aan wat Marc tegen me speelde aan het eind van vorig seizoen. Ook nu was ik blij tegen Ron hem een dubbelpion te bezorgen maar had in mijn achterhoofd wat twijfels omdat ik destijds tegen Marc licht in het nadeel kwam. De open f-lijn kan een belangrijke troef zijn voor wit en ik had nog steeds niet gerocheerd.
Ook overwoog ik 10. f5 maar het blijkt dat na 11. Pc5, Pxe3 12. Pxe6, Pxd1 13. Pxd8, Txf8 14. Tfxd1 licht in het voordeel is , volgens Stockfish een halfje in de plus.

Ron - Thomas (12...Lc5).jpg 

Zwart pakte met 12. Lc5 enthousiast de diagonaal a7-g1 zeker met het oog op penningsmotieven, echter wit blijkt hier volgens de engine een kans te hebben . Het verrassende 13. d4!, exd4 14. Pa4, Le7 15. exd4 levert ongeveer gelijk spel op .
Een zet later zelfs kwam er nog een kans. voor deze manoeuvre,

  Ron – Thomas (13…f4)

 maar 14. gxf4, exf4 15. d4 had zelfs voordeel opgeleverd (plm +1,5).
In een “een op een” is de kans dat je zoiets vindt natuurlijk beter , er wachten meer partijen en in tegenstelling tot een dorpsplein kent een schaakzaal wel sluitingstijden!
Hierna kon de witte pionnenstructuur op de koningsvleugel verder worden aangetast. Ron bleef wel een tijdje staan (hij heeft strategisch veel inzicht maar tactisch ook vaardig) maar de gecombineerde penningen gaven zware druk op de witte stelling. Ik wil nog even toegeven dat ik in mijn vooruit berekening nog nadacht over een voortzetting met Tf6-g6 echter dat kost dus de dame. Terwijl ik daarvoor de oplossing Taf8 in gedachten had, zag Ron die aan zet was geen kans meer zich te bevrijden en gaf zich gewonnen.

  Ron – Thomas (21…Dg5)

RON:

Simultaan geven valt echt niet mee, zeker met zo’n klein krachtsverschil en net na een griepvaccinatie.
Tegen Thomas speelde ik Engels. We hadden samen al eens naar de variant met e5 en vervolgens een snel d5 gekeken. Hij was zo sportief die weer te spelen. Maar na mijn Le3 week hij nu af met gelijk Pd5. Dat was slim, want na ruilen op e3 kwam ik vervolgens in de problemen met een penning op die diagonaal. Ik stond op gegeven moment helemaal vast en zag hoe hij kon vervolgen. Dat ziet hij natuurlijk ook, dus opgegeven.
Tegen Marc maakte ik in de opening een essentiële fout. Ik verloor daardoor een pion. Vervolgens mij nog redelijk teruggevochten. Het eindspel met een pion minder, we waren toen als laatsten over, zag ik niet hoe ik moest houden.
Tegen Frank ook Engels, maar met een heel andere partij opstelling. Daar bleven we aldoor in evenwicht. Remise.
Martin speelde Caro-Kann? Ik koos voor Panov-aanval. Ik speelde echter vervolgens foutief Db3 en zag vervolgens stukverlies over het hoofd. 0-1. Dat zou me trouwens die avond meer gebeuren.
Want Chris veraste mij met c4 in de Benoni. Ik had groot voordeel kunnen krijgen, maar na een foutieve opstelling mijnerzijds, zag ik ook hier stukverlies over het hoofd. Lekker begon ik dus niet met de simultaan (twee nullen).
Joris moest helaas vroeg naar huis. Ik had een goede aanvalstelling met loperpaar. Remise gegeven, materiaal was nog gelijk.
Tegen Hugo probeerde ik het weer eens met b3. Ik kreeg een solide stelling. Maar na een afwikkeling zag ik niet hoe ik mijn kleine voordeeltje kon verzilveren. Remise dus.
Tegen Ab speelde ik slordig. Materieel bleef het gelijk, maar hij stond zeker beter. Remise aangenomen (Ab moest naar huis).
Mink moest ook eerder naar huis. Die kwam echter niet lekker uit zijn Benoni. Pionverlies en op eind ook nog kwaliteit kwijt. Winst.
Tegen Gerrit wel lekker gespeeld. Ik had volgens mij ergens een pion kunnen winnen. De opstelling die ik koos kon hij verdedigen. Remise.
Tegen Peter mijn beste partij. Na schijnoffer op e5 kwam ik goed te staan. Hij kwam er niet meer uit. Winst.
Ook tegen Wouter in Benoni stond ik niet verkeerd. Hij zag daar stukverlies over het hoofd.

Al met al best een pittige, maar toch leerzame avond weer.

Eindscore: 4,5-5,5