Ronde 2

Ik heb me best wel weer geamuseerd bij deze tweede voorstelling in theater Over de Linden. Ik kom niet zo veel meer in theaters omdat ik de acteurs met mijn dovemansoren veelvuldig niet meer kan verstaan. Cabarettiers houden vlak voor de pointe van de grap  even in, om dan achteloos en  sneller sprekend de clou  van de grap prijs te geven. Als ik het tot zover wel redelijk heb kunnen volgen is het erg frustrerend als je dan de zaal in lachen hoort uitbarsten en alleen jij hebt geen idee waarom. Kijk, dat probleem heb ik  bij het Caissa-gezelschap in theater Onder De Linden helemaal niet. Als Gerrit in een stevige lach schiet of Hans of Matthijs een brede grijns laten zien, dan weet ik heel goed van welke grap dat de pointe is.

Bij Gerrit nu omdat hij kans zag een stelling die erg aan een damstelling deed denken (Een hekstelling ? Zijn er nog dammers in de zaal?) in winst om te zetten.

Bij Matthijs omdat hij na een lange avond zwoegen om een stelling met een loper meer eindelijk na veel wederzijds diepzinnig  denkwerk na 60 zetten in winst had kunnen omzetten.

Bij Hans omdat hij een sterke stelling pas na een hele avond buffelen, mede dankzij een blunder in tijddwang van zijn tegenstander,  eindelijk echt als overwinning in zijn conduitestaat kon laten noteren.

Bij Sven een schuchtere glimlach omdat hij na een zware inventieve partij zijn voordeel toch  leek te zijn  kwijtgeraakt en er vervolgens zelfs problemen voor hem dreigden, en toch plotseling Bert remise aanbood. Wellicht te sportief om op de klok te willen winnen?

Gerrit-Ab 

Zoals vaak was Gerrit’s opening met wit niet slecht maar ook niet erg agressief en dus lukte het Ab om  even zelf het initiatief te pakken.  

GERRIT – Ab (12.Pe1)

Maar onze Formule 1 -schaker  raakte met zijn gebruikelijke aanvallende inhaalstijl even van de weg, bij zet 14

GERRIT – Ab (14…Tf6? )

Want de stelling is nog niet rijp voor een aanval.Daar maakt Gerrit gebruik van. Maar de stelling heeft een klein nadeel. Zit alles nu vast? Hekstelling? Hoe verder?

GERRIT – Ab (26.a4)

Moet gezegd dat Gerrit dat inventief aanpakt. En onze schaak-Verstappen te snel is om dat te kunnen doorgronden.

Bij zet 38 beginnen  zich dreigingen  af te tekenen. In mijn hoogmoed dacht ik dat Gerrit de mooiste voortzetting liet liggen. Maar mijn idee 38. b6 was wel leuk, maar toch was er eenvoudig de scherpste kant aan te ontnemen. Nee , de voortzetting van Gerrit was nog veel sterker.

Want zo’n  eindspelletje  is natuurlijk  feest voor Gerrit. Jammer dat bij beide spelers de notatie rond zet 59 in het ongerede raakt, Want ook het slot is aardigl Ab die ziet dat het mis gaat,  gaat na een  pitstop  over tot een gewaagde inhaalactie, hopend op een wonder. Gerrit trekt er zich niks van aan, zou  hem  gemakkelijk kunnen blokkeren,  maar laat hem nog even gaan,  moediger dan ooit,  omdat hij gezien heeft dat  er een pionnenrace gaat komen en hij als eerste over de finishlijn  zal scheuren.  Maar ik kan u helaas  niet laten meegenieten.

Arend-Matthijs   

Arend  speelde weer Frans. Hij weet er nu al meer van dan Matthijs. Maar zijn 7e zet e5 is niet handig.

Echt fout ging het bij zet 11. Toen gaf Arend pardoes een loper weg.

Onbegrijpelijk. Want als je ziet hoe secuur hij daarna  de hele avond  gaat spelen kun je je niet voorstellen dat zo’n misser ook tot zijn mogelijkheden behoort. Hij blijft na zet 11 vechten voor lijfsbehoud en doet dat zeer verdienstelijk.

Voor de toeschouwer blijft het toch nog spannend. Stel dat zwart die pion kan pakken , dan is het remise. Met alleen een paard kun je niet mat zetten. Of kan de koning de opmars van die pion blokkeren? Zal wel niet, maar toch.

Het kan dus niet! Blijkt uit het vervolg.

Matthijs heeft 60 zetten nodig om eindelijk de winst te kunnen aantekenen.

Martin-Hans

Martin speelde – niet geheel onverwacht- een potje Engels. Hans antwoordde met wat mij ook eigenlijk tegen deze lastige opening het beste en het eenvoudigste lijkt. Gewoon doen alsof je een open spel tegen je hebt. Niks ingewikkelds met c6 of c5. Gewoon vlug zoveel mogelijk ontwikkelen.

Martin – Hans (6…Lf5)

Als Martin gewoon sjablonezetten blijft doen, zit hij ineens ernstig in  problemen:

Martin – Hans (7…a5)

8. e3 ??? Ld3 !!  

Krijg die loper daar maar eens weg. En die belemmert je ontwikkeling ernstig! In de kortste keren staat wit allerbelabberdst. Hans speelt dit gedeelte buitengewoon sterk!

 Enkele zetten later zit Martin voor een stelling die men niet meer met droge ogen kan aanzien. Hij speelde Te4 wat direct tot verwoesting had kunnen leiden. Te6 was beter geweest, maar ook totaal onvoldoende.

Martin – Hans (21.Te4)

21 …  Le3+ !   ( 21 … Pd4 !!!) 22. Ke1  Df2+  (22. …  Pd4!!)

Langzaam lijkt Hans de grip een beetje kwijt te raken. Natuurlijk wil geen mens achter de witte stukken zitten, en toch begon ik me af te vragen of die drommelse Martin met mazzel toch nog zou kunnen ontsnappen.

Martin – Hans (26…Df2)

22. Kb1  (22. De4!)

Het wordt gek genoeg best lastig om de winnende zetten te vinden. Het lijkt niet op te schieten. Aardig gedemonstreerd met de volgende zetten:

Martin – Hans (32.Ka2)

32. .. Df7+  33. Kb1  Df1

Maar Hans mag dan wel eens een sterkste zet gemist hebben, een slechte doet hij ook niet. Hij blijft problemen stellen. En hij staat aanmerkelijk beter op de klok! Uiteindelijk wordt de aanhoudende druk Martin toch te machtig .

Martin – Hans (35…Df2!)

36. Tb1? Txf1!  opgegeven. Wit  kan niet terugnemen op f1 wegens mat op b2.

Bert-Sven

Bert opende met KoningsIndisch, met wit, in de ‘voorhand’  dus.  Dat is niet erg gevaarlijk voor zwart, maar wel degelijk en de theorie is voor een kenner van het echte KI erg overzichtelijk. Maar Sven heeft er niet veel moeite mee. Na een niet al te gelukkige zet van wit krijgt hij zelfs de betere kansen.

Bert – Sven (11…d5)

12. e5?  Lf5!

Bert moet gaan verdedigen. En doet dat geduldig en secuur. Zijn sterke punt: geduldig en kalmte bewaren. Een mens zou hier een beetje van in paniek kunnen raken, maar dat overkomt Bert niet vaak. Rustig afwachten tot de tegenstander het ook niet zo helder meer voor ogen heeft. Dat gebeurt bij zet 21

Bert – Sven (21.Ld2)

21. .. cxd4? ( 21. .. b6! 22. Pd3 Db5!) 22. Pxd4

Wit krijgt nu het heft in handen, en staat weldra gewonnen. Maar net als vorige week laat Bert de winst dan weer schieten,

Bij zet 37  opperde ik achteraf  Te1, bij de post mortem . Dat wezen de kemphanen af. Tot mijn genoegen vindt Prof mr dr K dat toch ook de sterkste, zij het met een aantal varianten die aanmerkelijk vernuftiger waren dan die ik in mijn hoofd had.

Dat was het weer even. Volgende week ben ik even verhinderd, maar daarna ben ik er weer. Deo volente! Ik hoop de uitslagen en de stand opgestuurd te krijgen. Eventueel een boeiende partij, maar ik weet inmiddels nergens op te mogen rekenen.

Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.