Alweer een mooie schaakavond. Er werd flink gevochten. Niet één remise! En bijzondere uitslagen. Ik begin me af te vragen of die Frank in de lange periode van Corona- celibaat speciale cursussen heeft gevolgd bij grootmeesters om zijn schaakniveau te verhogen. Hij heeft nog niet één partij verloren en veel gewonnen. De manier waarop hij vanavond niemand minder dan Ron aftroefde vond ik indrukwekkend. De wijze waarop Sven Hugo de baas was mocht ook gezien worden. En Martin liet zien tegen Gerrit dat hij weer een beetje terug is, want hij speelde een aardige winstpartij tegen Gerrit. Uitslagen die nu niet direct met zekerheid voorspeld konden worden. Overigens, wat wel een beetje te verwachten was, die overwinningen van Bert tegen Paul en van Hans tegen Ab , dat ging dan ook op niet zachtzinnige wijze. Hans creëerde een koningsaanval, waar Ab uiteindelijk onder bezweek, en Bert zette met agressief spel al gauw Paul in een kreukelige stelling, en na beurtelingse aanval op koningsstelling en op de damevleugel werd met zetten in het centrum Paul zonder enig medelijden gevloerd. Verder leek het er vanavond op dat Gerrit en Ron nog even wat tijd gegund moet worden om over de Corona-dip heen te geraken. (Maar dat zal uiteindelijk vast wel lukken.)
In Ron-Frank speelde Ron een Colle. Daarin kun je kiezen uit 8. b3 (de oudere Zuckertort-variant) en 8. c3 (de nieuwere Koltanovski-variant). Beide varianten voorkomen even mogelijk schadelijke effecten van c5-c4.
Zelf heb ik alleen ervaring met de c3-variant, de b3-variant leidt tot wat meer strategisch spel en de c3-variant gemakkelijker tot een tactischer stelling. Ron kiest voor 7. b3.
Hier wordt het toch al gauw een beetje tactisch omdat Frank al snel op d4 slaat en na exd4 korte tijd later f6.
Ron schrijft: ‘Ik was moe en totaal niet geïnspireerd. Anders had ik na zijn f6 wel 12. Dh5 geprobeerd. Hij moet dan f5 spelen, want na g6 sla ik met loper.’ Kommentaar van onze Prof . Mr Dr K. : “Maar zwart kan ook hier gewoon 12. …. f5 spelen en dan ziet het er niet zo erg anders uit.” K. heeft sterke voorkeur voor 12. Pf3. Maar Ron speelt 12. f4 Ook niet slecht, maar ook niet erg agressief. In gelijke stand speelt Frank hierna sterk en bedenkt dan een fraaie 14e.
14. … b5 !? Een knappe zet!Ron denkt lang na voor hij toch de voor de hand liggende doet: 15. Lxb5. Daarop volgt 15. … Db6! . Niet perse dodelijk, maar exact denkwerk is nu wel vereist! Er dreigt een aftrekschaak , maar ook direct loperverlies! Dus Kh1 kan niet.
16. Pd4 is nu de enige goede, waarna wit toch een klein voordeel behoudt. Maar wit speelt 16. Le2?
Ron: “Ik zag Db6 en schaak wel. Maar niet dat dan ook een toren in ging staan. Ongelofelijk.”
Ron – Frank (16.Le2)
16. .. Pxb3+ 17. Kh1 Pxa1 18. Lxa1 Dat is een pion en een kwaliteit. Ron probeert het nog wel even, maar ook hierna speelt Frank kompleet foutloos. Wat leidt tot de volgende stelling. Ja, en als Frank zijn torens lekker kan laten samenwerken, dan kan de tegenstander het wel schudden. Dat hebben we wel vaker van hem gezien.
Een zet later, na …. Txd2, geeft Ron op.
Ab (zwart) opende met een Philidor, en daar hoort wit wel een heel klein beetje voordeel bij te kunnen bemachtigen. En dat gebeurt ook. Hans speelt t/m zet 7 volgens het boekje. Maar omdat Ab dat boekje niet zo goed kent (of helemaal niet?), wijkt hij als eerste af en dan begaat Hans een forse vergissing,
Hij speelt hier 8. Le3. Als zwart nu antwoordt met 8 … d5! sstaattaat er niet alleen een Loper in, maar gaat deze (of een nieuwe) d5-pion dreigen naar d4 op te rukken. Dit gaat een stuk kosten. Gelukkig voor Hans ziet Ab het niet! Die speelt 8. .. b6 Daarna handhaaft Hans een klein voordeel. En hij valt aan! Leuk. Rond zet 12 begin ik al uit te kijken naar een stukoffer op h6. Hans kennelijk ook, want hij denkt heel lang na. Hij stelt het terecht nog even uit. Ook Ab ziet het kennelijk aankomen want hij verdedigt zijn koning manmoedig.
Als je de stelling ziet, wil je niet geloven dat Komodo eigenlijk rond zet 19 vindt dat het ergste gevaar voor zwart wel geweken is.
Hans vindt gelukkig van niet en blijft aanvallen. En bij zet 22 bezwijkt Ab eindelijk.
Na 22. … Dd7 vindt K. nog steeds de stand vrijwel gelijk. Maar Ab speelt hier 22. … fxg6 en na 23.Txg6 komen eindelijk de torens tot hun recht:
Een leuke partij, waarin Hans mooi aanviel en Ab lang mooi verdedigde.
Hugo (zwart) speelde tegen Sven een Pirc. Het lijkt wel of die opening ineens heel populair wordt bij Aris de Heer. Paul experimenteert er ook mee. Vanavond tegen Bert. Zelf heb ik het ook veel gespeeld. Totdat tegenstanders gingen kiezen voor een witte lange rochade en (meestal na f3) een pionnenstorm tegen de zwarte koning. Gesteund door torens op de f-,g-,of h-lijn. Het zal best allemaal wel kunnen met zwart, maar mij lag het niet. En als ik deze avond zie hoe het Hugo en Paul vergaat , is mijn afkeer van deze opzet nog lang niet verdwenen.
Veel gespeelde stelling. Blijkens de database wordt net als hier verreweg het meest 7. Lg6-h6 gespeeld. Komodo vindt het niet zo bijzonder, maar de zwartspeler houdt er niet van. De kracht van de zwarte stelling zit juist in die gefianchetteerde zwarte loper! En die wordt weggeruild. Er is zelfs wel eens geëxperimenteerd met 6 … Te8 om na 7. Lh6 koelbloedig …. Lh8 te kunnen spelen. Hugo antwoordt met het eveneens meest gespeelde en voor de hand liggende 7. …. b5. Het geijkte plan voor zwart tegen de lange rochade van wit is zelf ook aanvallen. Dat probeert Hugo. En dan maar hopen dat je op tijd bent. Maar al gauw gaat het toch mis.
13. e5-e6! Dit is al een erg onprettige situatie. K. vindt 13. …Pe5 nog wel wat, maar niet echt voldoende. Maar de zwakste die je hier kunt doen is 13. … fxe6. Ik denk niet dat Hugo er zich erg gelukkig onder voelde, maar ja. Sven had goed ingeschat dat die ongelukkige geïsoleerde dubbelpion de zwarte mogelijkheden er bepaald niet gunstiger van zouden maken. Hierna is Sven de baas en voor zwart geldt: van kwaad tot erger.
In enkele zetten volgt de totale ondergang:
Na 21. Dxe7 geef zwart op. Hij hoeft zich niet te laten bewijzen dat zijn Koning over het bord gejaagd gaat worden, op weg naar zijn ondergang.
Martin (zwart) speelt tegen Gerrit de e6-variant van het Siciliaans ( Kan? Taimanov? Ik kan het verschil maar niet onthouden) zijn bekende ‘kalm aan, maar snel weg van de theorie’- variant.” Zonder het toch wel noodzakelijke d4. Dus de stand is gauw gelijk. Doch bij zet 12 maakt Martin een ernstige fout, die hem een stuk had kunnen kosten. Gerrit speelt zijn bekende aanpak ‘niet al te tactisch voorlopig, even de grote lijnen zien’. En ziet dus niet dat hij hier al bijna kan winnen!
12 … Pd4? 13. Lf4? (13. e5! En zwart mag kiezen welk stuk hij verliezen wil , zijn paard of zijn loper. Pb3 helpt ook niet echt, en Pxf3 ook niet) 13 .. Dc8 (of d6!?) en zwart heeft geen zorgen (meer). Zijn vooruitzichten worden nog wat zonniger als hij zijn kans schoon ziet om d5 te spelen, wat even een pion verliest, maar de stelling verbetert, en daarna wit bij zet 17 die pion weer terug moet geven zonder compensatie. Bij zet 20 gaat zwart tot aktie over in het centrum en na en na de mindere zet 22. Pc3 staat de volgende aardige stelling op het bord.
Ik vertelde na afloop smalend dat Martin niet had gezien dat hij hier een stuk kan winnen met 22. … Pxc3 en daarna Lxf3 en vervolgens na gxf3 eenvoudig f4! Loper staat gepend door de dame. Ik had wel flink spijt van mijn betweterigheid toen enige tijd later de heren hadden uitgezocht dat mijn verhaal niet klopte, omdat na 23. … Dxc3 er een tussenschaakje inzit met Dc4+. Blijft wel staan dat hier gelijk 22 … f4 wel zeer sterk is.
Maar ook na het gespeelde 22. …. Pxc3 blijft zwart wel wat beter staan. En bij zet 25 geeft Gerrit pardoes een stuk weg. En gaf op.
Ik vond de partij wel aardig. Mijn reactie tegen Martin: “Zie je wel, ik zei toch dat het allemaal wel weer goed zou komen. En nu een nieuw notatieboekje, nieuwe moed!”
Maar Martin schrijft me, na zelf zijn partij op de computer te hebben geanalyseerd:
“Saaie partij eigenlijk, wel een blunder van mijn kant! Die wij allebei niet gezien hebben, gelukkig. Toch geen foutloze partij. De echte vorm duurt nog wel even.”
Eddy: “Maar die komt absoluut!”
Bert-Paul
En weer een Pirc. En nu met precies de opzet die mij ertoe bracht die opening in de ban te doen, zelfs nog meer dan bij Sven. Bert rocheert lang , ruilt die sluipmoordenaar op g7, en begint een pionnenstorm. Zo doe je dat. Dat wordt een avondje keepen voor Paul.
Aaaanvalllluhh !!! Ron: ‘en leer Paul dat hij in dat systeem geen wit h5 mag toestaan, hij moet zelf blokkeren met h5.’ Daar zit wat in! Ook al kijk je daar eerst even huiverig naar. Wegens toch ook zorg over je koningsstelling.
Bert speelt foutloos verder. Dat kan volgens een eenvoudig maar ijzersterk plan. En zwart kan nauwelijks beter! Het voordeel voor wit is nu wel duidelijk: Zwart kan niet meer rocheren, zijn koningstoren staat daar voorlopig hulpeloos te kniezen in een hoekje, zwart heeft een ernstig ruimtegebrek. Komodo geeft + 3.05! Maar toch …. Loopt die koningsaanval voorlopig even vast? Hoe verder? Nou dat weet Prof Dr, maar ook Bert best: Omdat zwart voorlopig toch niks kan tegen de witte koningsvleugel, ook niet als die verzwakt zou raken, ze gaan gewoon even op die vleugel ook nog even aanvallen! Welja!!
En dan gaat het hard!
Het paard op e6 is niet te dekken. Maar als hij de benen neemt gaat zijn collega op e7 eraf. Dus slaat Paul maar op d4. Natuurlijk kan wit dan goed slaan op e7, maar er is nog iets beters. Bert speelt dan 27. Dxd4. Zwart geeft op. Gaat de toren opzij, dan slaat wit alsnog op e7. En na … 27. …Pxd5 28. Dxh8 Dg8 29. Dxg8 Kxg8 30. Txd5 blijft wit een Toren voor.
Mooie partij van Bert.
Allemaal mooie partijen.
Mooie avond!
Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.
Hoi Eddy,
Ik dacht eerst dat na Dxd4 nog wel Pg6 kon.
Maar toen dacht ik dat Te7 wel genoeg voor de winst zou moeten zijn hoewel het er wel ingewikkeld uit zag.
Groet,
Bert