Was blij er weer bij te kunnen zijn. Er viel voldoende te genieten. Al misten we nog steeds nogal wat coryfeeën: Sven, Ron, Hugo, Peter. En Bert natuurlijk.
Interessant vond ik de partij tussen Hans en Frank.
Belangrijk voor de koppositie in de stand. Frank speelde Siciliaans. Koos de Kan-variant. Toen ik dat vanaf de tribune lispelde was zijn reactie “Zal wel!” Weet niet of dat betekende “Weet ik veel! Zal me een zorg zijn. “ of “Je moet mijn tegenstander niet wijzer maken dan hij al is.”
Op internet kan je het volgende vinden : “Kan variant De Kan variant werd al in de 19e eeuw door Adolf Anderssen en Louis Paulsen gespeeld, maar het werd pas populair in de jaren 50 van de 20e eeuw dankzij Ilya Kan. De Kan variant is misschien wel de meest flexibele variant van het Siciliaans. Zwart voorkomt Pb5 en hij bereidt een eventueel b7-b5 voor. Wit speelt nu meestal 5.Pc3, waarna zwart geen 5… Pf6 kan spelen vanwege 6.e5. Indien zwart nu 5… Pc6 speelt gaat de variant over in de Paulsen-Taimanov. Met 5… d6 gaat de variant over de in Scheveninger. Het lijkt erop of de Kan-variant bij Aris de Heer steeds meer aan populariteit wint.
Bij onze huidige lijstaanvoerders ging het aldus: 1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4 Pxd4 a6 5 Pc3 Dc7
Nu is het al niet meer zo simpel om een sterke zet te vinden voor wit. Je kunt overwegen Dd2, of Pde2, of Dd3. Hans kiest 6. Ld2 en neemt een zet tempoverlies op de koop toe. Nu staat zwart al gelijk! Alleen moet je hierna niet al te snel b5 spelen en later te vlug Lb7. Dat vindt Komodo 14. En het is ook mijn ervaring uit de tijd dat ik dit alles ook veel speelde. Maar Hans profiteert er niet van en de stelling blijft dan lang gelijk. Tot Frank ten onrechte zijn koningsstelling verzwakt:
18. Dc2 ( Pe4!?) g6? (f5!? ) waar Hans direct van profiteert . De toeschouwer denkt: “Ha, daar komt hij weer aan, zo’n Peltiaanse koningsaanval ! 19 Lh6! en 20 Pe4!
Wit staat beter, maar echt mis gaat het pas voor zwart als hij in een leuk bedoelde combinatie een dieper detail over het hoofd ziet. Was het niet Tarrasch die ooit zei: “Als de goede zetten ontbreken komt de slechte vanzelf.”
Frank: “Ik verlies de partij door een black out en gaf een stuk weg, maar ik stond toen al veel minder denk ik.”
21. b4 Pdxb4? 22. axb4 Pcxb4 23. Db2! Het gemiste detail is dat nu eerst mat dreigt op g7. En zwart de tijd niet krijgt om het geofferde stuk terug te winnen. Ik zou dit geen black out durven noemen. Het is best moeilijk vooraf te zien, en ja, als je zoiets leuks bedenkt kan het ergens tegen zitten.
Hierna is het dus inderdaad hopeloos voor zwart.
Heel leuk vond ik natuurlijk Martin tegen Gerrit. Omdat het – met verwisseling van zetten- mijn geliefde Blackmar-Diemer werd. Het verloop van de partij bevestigt weer eens dat dat gambiet weliswaar niet correct is, maar dat weinigen de beste voortzettingen kennen, en dat zelfs als het niet helemaal gaat zoals wit wenst, het toch stellingen oplevert die nogal wat tactische mogelijkheden herbergen, en dat de beste speler dan best kan winnen.
Martin stribbelt tegen als ik hem naderhand voorhoud dat 6. Lc4 tegen de Euwe-variant niet de beste is, en Ld3 de voorkeur heeft. Toch handhaaf ik mijn mening, en stel vast dat bij Martin die Loper op c4, zeker na 8. Dd3 eigenlijk machteloos staat te wezen. In ieder geval niet van belang bij de gehoopte koningsaanval.
Omdat verderop toch Gerrit een verkeerde opzet kiest ( 9 h6?) komt die aanval er toch. Vooral na
10. … f5? Ik stond ernaast en twijfelde tussen Dg3 of Dh3. Martin kennelijk ook, want hij dacht hier lang na. Hij koos voor 11. Dg3. Een goede zet. (maar Dh3 is nog beter).
Martin – Gerrit (11.Dg3)
Leuk detail, na fxe4 is het met Dg6+ mat in 2. Dus 11 … g5 . Hier stond ik te twijfelen tussen 12. h4 en 12. Dh3. Martin kennelijk ook. Ik zou 12. h4 hier gekozen hebben en dat doet Martin ook. Maar dat vindt Komodo 14 toch minder handig! En alleen dankzij nog wat nadere medewerking van zwart wordt het beoogde doel toch bereikt. Daarbij speelt zeker mee dat je als verdedigende partij in zo’n stelling toch altijd wat nerveus begint te worden.
13. Le2 ! ( De sterkste! Eindelijk mag die Loper ook meedoen! En hoe !) Pf6 14. Pxf6 Lxf6
Martin – Gerrit (14…Lxf6)
Vreemd genoeg is 15. Lh5+ niet de beste hier, maar als zwart dan 15 … Ke7 speelt in plaats van Kf8! (=) en daarna na 16. Pg6 ? ( Pf7!) Ke8? (Kf7!) worden de dreigingen hem te machtig. Nog steeds was het net speelbaar dankzij wat mindere zetten van wit, maar het definitieve einde komt na
Martin – Gerrit (18.De3)
Na 18 ….. Dc7? 19. Txf5 geeft zwart op. Met 18. Kf7 of Kd7 had hij het nog even een beetje kunnen proberen.
Al met al een mooi pleidooi voor de Diemer. Zelfs als je het meerdere keren niet op zijn sterkst voortzet is er een mooie kans dat je tegenstander toch vroeg of laat het niet meer blijkt aan te kunnen!
De partij tussen Matthijs en Ab verliep stereotiep voor deze combattanten. Matthijs verblundert een pion. Ab staat totaal gewonnen
maar is daar zo zeker van dat hij weer de bocht uit racet! Hij verliest later zelfs door een totaal onnodige fout in een combinatie zelfs een Toren. Zelfs dan is hij nog niet eens helemaal verloren want hij heeft twee zeer gevaarlijke verbonden vrijpionnen . Ik herinner me een partij van me bij Caïssa waarin ik met twee zulke pionnen tegen een Toren tot mijn verbazing op winst kwam te staan. Maar ook hier speelt Ab te snel. Ik kan jammer genoeg geen plaatjes laten zien , want Ab stopt al gauw ontmoedigd met noteren, en bij Matthijs gaat de notatie een beetje mis. Jammer omdat het wel leuk was geweest om mogelijkheden van zo’n eindspel met twee verbonden vrijpionnen te laten zien.
Resteert Thomas tegen Paul. Thomas kiest de Grünfeld tegen d4, waarin Paul eigen wegen zoekt. Wel met wat succes want hij houdt langdurig een tikje beter spel, en als Thomas dan vindt dat er nu maar eens wat leven in de brouwerij moet komen (15. … f5) zelfs meer dan een tikje!
Maar dan ontstaat een eigenaardige situatie. Eerst speelt wit 20 d5 wat zijn aardige stelling een beetje verknoeit ( gewoon bxa4 !? of Pd3 !? ) maar echt vreemd is dat Paul in het vervolg even onnadenkend een verkeerde Loper zet doet.
22. Lf4 x d5 ??????????????????? Een andere zet moeten doen met die Loper – van de reglementen- betekent dus stukverlies.
Zoiets overkwam mij ook twee keer in mijn lange wedstrijdschaak-actieve tijd. En ik herinner me niet ooit nog meer de pest in gehad te hebben dan na zoiets stoms. Zelfs niet toen ik kort voor mijn stoppen pardoes een Dame weggaf. Toen kon ik nog denken dat het bij mij een leeftijdsverschijnsel was. Zo ver is Paul nog lang niet. Dus vrees ik dat hierna de zelfhaat een paar dagen zijn leven heeft verknoeid. Hopelijk gaat het in zijn geval over. Ik denk het wel.
Aldus de beschrijvenswaardigheden van maandag 8 februari. Ik ging na afloop in goede stemming naar huis, vast in betere stemming dan Ab (stomme blunder), Gerrit (afgetroefd in een miniatuurtje) , Frank ( niet zo domme fout) en Paul (rare vergissing).
De eindcorrectie moet nog plaats vinden