Nee, natuurlijk ga ik het niet met u hebben over die mooie door monniken met de hand gefabriceerde beginletters van middeleeuwse boekwerken. Verbazingwekkend wat die mensen 800 jaar geleden al fabriceerden. Kunstwerkjes.
Nee, wij schakers hebben onze eigen interpretatie van ‘miniaturen’: potjes schaak die minder dan 20 zetten duren. Daar zorgden de monniken van Onder de Linden afgelopen maandag vakkundig voor. Er zijn wel wat meer overeenkomsten: Vandaag de dag lopen alle kloosters leeg. Er zijn te weinig monniken. Er komen geen verse nieuwe. Nou er was afgelopen maandag in Onder de Linden ook slechts mankracht voor 4 partijen.
Maar die mannen deden wel hun best. Ook zij leverden kunstwerkjes af. Twee verbazingwekkende, fraaie, echte miniaturen. En twee ook heel kleurige meesterwerkjes, nauwelijks langer dan miniaturen. En niks geen vage kleurloze onbesliste werkstukjes, maar alle vier met een duidelijk resultaat. Mooi hoor. Beetje sneu natuurlijk voor de verliezers, maar ach ze hebben nog jaren de tijd om te stijgen op de hiërarchische elo- ladder. Wellicht worden ze ook ooit zelfs nog abt.
Het kunstwerkje van Johannes kwam tot stand in eendrachtige samenwerking met Caesar Johannes. Ze speelden 6 zetten Spaanse theorie, waarna zwart er zelf een eigen Nederlandse variant op bedacht. 1.e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0-0 Lc5 6. c3 b5 7. Lc2
7. …. Lb7
Een stelling waarin de mannen aantonen dat wat er ooit in de oude schaakbijbels over het bezetten van het ‘centrum in de schaakopening’ werd geschreven als een bijna religieus dogma moet worden opgevat. Als zwart hier 7. …. d5 speelt is hij op tijd en als hij het door Cees Jan gekozen 7. …… Lb7 speelt, is hij net even te laat. Maar dat moet je maar toevallig gelezen (en onthouden) hebben in de apocriefe geschriften, want dat kun je als eenvoudige lekenbroeder echt niet zelf bedenken. Ook mij bijvoorbeeld werd dat absoluut niet geopenbaard. Lb7 leek me een goede zet. Maar na 8. d4 blijkt broeder Johannes veel beter te staan. En dat blijft 10 zetten lang zo. Daar helpen geen meditatie en schietgebedjes tegen. Ik vond het heel moedig en geraffineerd van Cees-Jan dat hij zijn toevlucht zocht in het aanbieden van een geïsoleerde dubbelpion en daarmee ook nog het afzien van de korte rochade. In de hoop op tegendreigingen met de zware stukken langs de zo verkregen open g- lijn. Ik vond het heel slim van Hans om dat aanbod gewoon een poosje treiterig aan zijn laars te lappen. Ja en amen zeggen dat kon hij altijd later nog wel eens.
10. ….. Pe7!? 11. Te1
Als Hans dan eindelijk slaat op f6 , pas bij zet 16, dan gebeurt dat omdat hij de mogelijkheid van een onchristelijk gemeen zetje heeft voorzien. Broeder Cornelis verwacht natuurlijk zoiets schijnheiligs niet, want die gelooft nog te veel, in het goede van de mens. Hij trapt erin.
17. Pxb5 Db5 ??? (Na 17. …. Tg8 staat zwart ook niet best, maar er kan nog even geschaakt wordenl) 18. La4! Moeder Maria! Cees -Jan verliest zijn Onze Lieve Vrouwe. En voor hem rest slechts het laatste sacrament. En een mooi leerzaam (denk eraan, geen 7 … Lb7) kunstwerk.
Het allermooiste vanavond vond ik het kunstwerkje van broeder Martinus. Tegen vader Abraham . Hij speelde weer Skandinavisch . En dan hoor je wat minder goed uit de opening te komen. Nou dat lukte. Maar Ab is, zoals we weten, iemand die winst van tempo heerljk vindt, maar is nu eens niet snel genoeg, met het opspelen van een centrumpion naar d4. En dus viel de schade van het zwarte tempoverlies in de opening wel mee. En bij zet 14 pakt vader Ab het niet goed aan. Net als in de eerder besproken partij van CeesJan kan de zondaar wel vergiffenis worden geschonken. Dat 14. c4 niet zo goed is, zal pas later blijken. Het is geen doodzonde, maar kan ook niet gerangschikt worden onder de goede werken.
14. c4
“14. c3 is beter” prevelt onze heilge Komodus XIV. Het vrije veld d4 zal anders later blijken van grote waarde te zijn voor zwart. “Dankuwel eerwaarde, ik hoop zelf nu ook spoedig het licht te kunnen zien.”
Onze huidige prior gaat vanaf hier steeds langer nadenken. Zijn tegenstander als bij hem te verwachten steeds korter. Die gaat met een omslachtige paardmanoeuvre echt even het verkeerde pad op. Die kost te veel tijd, want de zwarte pauselijke garde rukt veel te snel op.
15. Pd2? h5! 16. Pf1? Pe5! 17. f3?
En wat nu volgt is een filmpje waard. Een fout maakt gelijk winst van een kwaliteit door zwart mogelijk, maar na heel lang nadenken pakt hij die niet eens. Hij ziet hemelser vergezichten. Met 22 zetten voor mij toch ook best wel een goddelijk ‘miniatuurtje’.
Een superecht miniatuurtje speelt vader Ronald. Zijn naam zou etymologisch samenhangen met Reinout. Wat mij natuurlijk direct doet denken aan een andere beroemde middeleeuwer, Reinaert de Vos. Die met zijn slimme, maar niet altijd even fatsoenlijke listen, iedereen, zelfs koning Nobel, in de luren kon leggen. Nou dat doet onze vader Ronald vanavond ook. Dat doet hij wel vaker. De beesten die Reinaert de vos gruwelijk in de maling nam, waren ook wel zo dom om zelf in de val te trappen. Nou en dat deed onze heilige Petrus evenzeer vanavond ook.
Een oeroude monnik , al heel lang in retraite, stond het aan te zien. Maar zag weer eens iets niet goed bij het volgende plaatje: 10 …… Px f3+ , wint toch een stuk op f4? Het oude brein, al lang naar God, op weg dus, kwam er pas na 5 minuten achter dat Pd2 de loper op f4 dekt. Toch slim van Petrus.
Dus wie schetst zijn verbazing als wit na 10. ….. Lc5 11. Pd4 speelt . ?????? Nu is het dus wel stukwinst. Maar onze slimme vos ziet een nog kortere weg naar een miniatuurtje. En wel een verschrikkelijk superkort miniatuurtje. Ik zou het moeten nakijken in mijn getijdenboeken, maar ik vermoed dat het een absoluut record is in onze orde. 13 zetten!!!
De partij tussen broeder Albertus en Gerhard, de Sterke met de Speer overschreed de betamelijke miniatuurgrens een klein beetje, maar mag toch zeker in de kloosterarchieven worden opgeslagen bij de korte interessante kunstwerkjes.
Het was een KI. (Pas op lezers, dit is een schakersafkorting! Heeft niets van doen met de agrarische of medische term. Daar houden wij gewijden ons niet mee bezig. Dat past niet onder onze tonsuur) Gerrit stelde zich op met c4, d3 en e4. Ik vond dat vroeger zelf niet zo’n prettig antwoord. Waarschijnlijk omdat dat gelijk al afweek van wat mijn openingenpriesters me in hun preken hadden voorgehouden. Daar hadden ze het nooit zo over gehad. Dus moest ik dan al snel mijn eigen weg in het schaakbestaan vinden. Dat lukte dan niet altijd naar wens. Maar Albertus zit er helemaal niet mee. Met toch de gewone KI- handelingen weet hij al gauw in de zwarte stelling nieuw leven te verwekken.
Met elke zwarte zet die volgt, komt wit wat slechter te staan. Albertus die in zijn orde bekend staat om zijn geduldige en wijze aanpak leest rustig en welwillend biechteling Gerrit de les.
Er zijn hier meer mogelijkheden voor de absolutie, maar Albertus’ lijfpreuk is ‘Waarom ingewikkeld al het ook wel eenvoudig kan?’ Dus
24… Pc5! (Pg5!?) 25.Tg2 Pxd3 26. Df3 Pxe1 opgegeven.
Misschien zag Gerrit even niet dat na 27. Lxe1 het paard op c2 ook weer even gedekt stond door de toren , maar dat neemt niet weg dat hij terecht opgeeft. Hij begrijpt dat zijn wijze biechtvader gelijk had.
Ook een kort leuk partijtje.
Dus lang voor de nachtwake kon uw scribent de Abdij Onder de linden verlaten, met vier kleurige kunstwerkjes in zijn kiekkast, om thuis welgemoed aan zijn eigen monnikenwerk te beginnen. Maar hij keek er niet zo tegenop als de schrijvervan Reinaert de Vos, die in de eerste regels van de Reiinaert zich voorstelt als “Willem, die Madoc maeckte, Daer hi dicke omme waeckte” ( diikwijls om wakker lag) Uw wepmeester gaat hier niet van wakker liggen. (Terzijde: van Willem noch van Madoc is verder ooit iets teruggevonden.)
Na dit middeleeuwse en religieuze uitstapje rest mij slechts u christelijke en prettige paasdagen te wensen.
Een waanzinnig Heilig verslag, wat leuk om te lezen!