Wordt deze vreemde verbrokkelde interne competitie toch nog spannend? Ik zou het wel leuk vinden als een konsekwentie van al die Corona-misère zou zijn dat Aris de Heer eindelijk eens een andere kampioen zou mogen huldigen aan het eind van dit rare seizoen. Waarin om verschillende aan Corona gelieerde redenen Bert en Ron een groot aantal weken niet konden spelen. En ook Frank om diverse redenen niet het volle pond kon leveren. En een seizoen waarin onze thans ontegenzeggelijk allersterkste schaker pas halverwege bij ons binnen kwam rollen en dus, hoewel vrijwel alles winnend, toch de eerste plaats niet meer zal kunnen bereiken.
Dus zal Martin nu met de eer/lauwerkrans gaan strijken/prijken?Hij ziet, denk ik, zelf duidelijk al een hele tijd de mogelijkheid hiertoe, want hij maakt al heel lang een uiterst geconcentreerde indruk. Ik zie echter wel een beetje gelijkenis met die andere roemruchte, rood-witte, Noordhollandse kampioen. Die na een groot aantal briljante matches juist in die laatste weken voor het eind van het seizoen, als het kampioenschap lonkt, ineens wat moeizamer begint te opereren, en vaak pas tegen het eindsignaal toch nog maar net weet te winnen tegen op papier zwakkere tegenstanders. Maar goed, met een corrigerende 5-0 is dat nu toch gelukt. Bij ons is het opmerkelijk hoe Ron, 4 partijen minder gespeeld, nu toch snel dichterbij komt. Is een verschil van 40 punten nog te overbruggen? Theoretisch wel. Hoe lang spelen we deze keer nog door, voor we met zomerreces gaan? Spannend allemaal.
Voor het publiek was er 9 mei weer veel leuks te beleven. Wil aan het eind van het seizoen het aantal remises nog wel eens toenemen, daar is nu echt al enige tijd geen sprake van. Ook nu dus niet één! Vijf partijen, vijf overwinningen maar liefst. Weliswaar had het computerprogramma wel een beetje sadistisch in alle gevallen de op papier sterkere tegen de op papier wat minder briljante geplakt, maar toch! Bij voetballen en schaken weet je het maar nooit!
De partij van de dag was vandaag: Thomas tegen Cees Jan.
Italiaans, Evans – gambiet. Heerlijk, een gambiet! Eindelijk weer eens een echt gambiet. Uitgevonden door Evans (1790-1872). Later veel gespeeld door de geweldige aanvalskunstenaar Morphy (1837-1884). En nog niet zo lang geleden door de wat eigentijdsere aanvalskunstenaar Kasparov.
- e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.b4!?
De bedoeling is duidelijk. Na 4. …. Lxb4 kan wit na 5 c3 sneller met zijn pionnen een centrum opbouwen. Ik herinner me dat lange tijd het Evans-gambiet als toch wel weerlegd beschouwd werd, maar daar maakte Kasparov een eind aan. Die had kennelijk toch nog versterkingen gevonden. Ik herinner me ook dat ik in de publiekszaal aanwezig was bij een partij Kasparov-Piket (Amsterdam, 1995) Opwinding in de zaal! Kasparov speelt Evans!! Nou ja!? Dat kan toch niet meer? Piket had kennelijk niet veel zin om tegen de toenmalige wereldkampioen diens actuele voorbereiding te testen, want die nam na 4. b4 de pion niet eens en speelde 4. … Lb6. Dat vond ik maar een lafhartig zetje. Iedereen weet toch wel dat gambieten alleen weerlegd kunnen worden door de aangeboden lekkernij eerst maar eens op te peuzelen. Dat toonde Kasparov deze middag ook aan, want Piket werd al gauw in de tang genomen!
Maar Cees Jan neemt wel en dus wordt het een echt Evans-gambiet.
4. … Lxb4 5.c3 La5 6.d4 d6 7.dxe5 dxe5 8.Db3
Hier is eigenlijk nog niets aan de hand. Als zwart hier 8. .. Df6 of desnoods 8 .. De7 speelt is het toch de vraag of wit echt voldoende compensatie heeft voor zijn pion. Ik begreep CeesJan’s 8. .. Le6 niet erg. Dat is toch gewoon pionverlies. 9. Lxe6 fxe6
Nou dat vond Thomas natuurlijk ook. 10. Dxe6+ Maar tot mijn grote verwondering ziet Prof Mr Dr K. dan geen echt voordeel voor wit. Die zou hier 10. Pb1-d2 spelen snel gevolgd door Pc4, met wel duidelijk voordeel voor wit. Zwart blijft toch zitten met 2 zwakke pionnen, en wit kan bliksemsnel verder ontwikkelen. Hier nog steeds niet veel aan de hand dus. Waar wel? Bij zet 13. Waar CeesJan aan een verkeerd plan begint.
13. ….. a6? 14. Tb1 b5??
Dat is natuurlijk linke soep! Twee zware witte houwitsers op de halfopen b-lijn. Drie stukken gericht op een zelf gehavende koningsstelling!? Thomas veert op! Ik ook. Want nu wordt het heel lollig. Een paardoffertje. Niet moeilijk te vinden, maar vergt natuurlijk wel even wat nauwkeurig onderzoek, voor alle zekerheid! 15. Pxb5 !!! axb5 16.Dxb5 De6
En nu het slotakkoord 17.Da6+ Kd7 18.Td1+ Ke8 19. Txd8 kxd8
Wat nu volgt is een beauty! 20. Pxe5 . Dit paard kan niet goed geslagen worden. Pxe5 is dameverlies, en 20. …Dxe5 21. Dxc6 zal ook wel een drama worden! Dat valt niet eenvoudig meer vooruit te berekenen. Pas met hulp van onze trouwe zorgmedewerker K. ( wij lijden gelukkig nog niet aan grote personeelstekorten) komen we erachter dat zwart nog een aardig heenkomen zou kunnen vinden. Waaruit blijkt dat 20. Pxe5 eigenlijk wel een beauty is, maar toch bij lange na de mooiste niet!
Dus zou daar veel beter geweest zijn:
20.Tb8+ Kd7 21.Dc8+ Ke7 22.Df8+ Kd7 23.Dxg7+
Of 20.La3 Ke8 21.Tb8+ Kf7 22.Tf8+]
Ik vind het wel rechtvaardig dat Thomas uiteindelijk toch beloond wordt voor zijn moedige tactische initiatieven omdat Cees Jan uiteindelijk (nu pas!) toch echt de mist in gaat na 21. Dxc6 met Dxc3? Volg dit fraais al klikkend op het diagram:
Was bovenstaande al ruimschoots voldoende beloning voor mijn busritten tussen De Rijp en Middenbeemster, er was nog wel meer te bewonderen.
Bijvoorbeeld de manier waarop Martin zijn tanden zat stuk te bijten op het graniet dat Hugo voor hem neerlegde. Wat hij in zijn mailtje ook volmondig bevestigt:
Martin ‘Dit was van mij geen beste partij. Het passieve spel van Hugo geeft me een onterecht gevoel van veiligheid waardoor ik slordig ontwikkel. Kom dan ook al snel slechter te staan, maar wit lijkt dat niet helemaal te beseffen en verzuimt initiatief te pakken.’
Ik weet niet of ik het spel van Hugo passief zou willen noemen. Eerder ‘afwachtend’. Hij speelt KoningsIndisch in de voorhand. Met wit dus. Dat ziet even de kat uit de boom, maar biedt dus best wel voldoende mogelijkheden om te zijner tijd tot actie over te gaan.
Met dat ínitiatief pakken’ doelt Martin waarschijnlijk op de stelling na zet 7:
Hierna was 8. e5 heel goed geweest
[8.e5 Pd5 (8…Pg4 9.Te1) 9.c4]
[8.e5 Pd5 (8…Pg4 9.Te1) 9.c4]
en dat had na 8. Te1 0-0 bij zet 9 ook alsnog gekund.
Maar ook na Hugo’s 8.Te1 8…0–0 9.c3 b5 10.Lg5 had wit flink‘initiatief’ kunnen pakken na het mindere 10. … e5 van zwart.
Met bijv. 11.Lxf6 Lxf6 12.Db3+ Kh8 13.Dxb5
Wat niet wegneemt dat ook op Hugo’s vervolg wit toch bij zet 17 nog steeds prettig staat.
Maar dan begint de machine een beetje te haperen. K. adviseert hier een plannetje met Pd2, Pc4, h4. Maar Hugo bedenkt een verkeerd plannetje en nu krijgt Martin dan even de wind mee. Hij wint een kwaliteit, maar dat is in die stelling hoewel niet prettig toch nog niet zo heel erg voor wit. Omdat deze partij de laatst overgeblevene was en het tijd werd voor mij om naar een bus te gaan omzien, ging ik weg na zet 26. ….. Db3 -f7 Nu begreep ik pas wat die zwarte dame op b3 was gaan doen. Dat was de kortste route naar de f-lijn. Heel vernuftig. Ik dacht dat zwart nu wel goed ging staan.
Maar daar denkt Komodo anders over. En Hugo ook:
26… Df7 27.Pg4 Tg6
En nu had wit groot voordeel kunnen verwerven met o.a. : 28.Pxe5! De8 29.Pxg6 Dxg6 30.Lc4+ En een zet later had Pxe5 ook nog gekund.
Dat gebeurt niet, en zwart blijft dus gezegend met een kwaliteitje voorsprong, maar om dat te verzilveren met een flinke tijdnood, is nog niet zo eenvoudig. Niet alle zetten werden meer genoteerd, maar wat er nog van op papier staat wijst niet op grote fouten. Zwart staat wat beter, maar wint uiteindelijk op de klok.
Dus ik ben het helemaal eens met de conclusies van Martin in zijn begeleidend schrijven:
‘Uiteindelijk is de klok de echte scherprechter. We zien allebei de variant over het hoofd dat hij met het paard kan pakken op e5.
Uiteindelijk vluggeren we de partij uit, maar de kwaliteit maakt eigenlijk weinig verschil en geeft nergens echt de doorslag. Dat ik bij het vluggeren iets gemakkelijker kan spelen is wat mij deze zwaar bevochten overwinning bezorgt.
Hugo laat zien dat hij een enorme aanwinst voor de club is met dit spelniveau. Bedankt voor de leuke partij!’
Bert-Matthijs valt direct op door een ongebruikelijke 2e zet van zwart. 1 d4 d5 2. Pf3 Lg4!?
Ik zou zelf hier gelijk maar 3. Pe5 gespeeld hebben, hopend op Lh5 (beter Lf5) 4. g4! Lg6 5. h4! Op iets dergelijks had ik me ooit eens voorbereid inde hoop er Paul Verkooijen mee te kunnen verrassen. Meestal doe je zoiets voor niets, maar nu niet, want ja, dat gebeurde (2012) , en Paul verloor al vroeg een stuk en gaf na 19 … zetten op.
Maar dan moet je onderweg ook nog een beetje geduld hebben , en Bert is meer van de degelijkheid. Dus die hield het eenvoudig. En omdat Matthijs zijn opening keurig verder speelt, staat het bij zet 12 nog absoluut volkomen gelijk Toch leuk, met zwart. Ik stel vast dat Matthijs toch echt wel flinke vorderingen heeft gemaakt de laatste jaren. Nu nog even die neiging tot af en toe optredende missers proberen kwijt te raken en hij hoeft voor niemand meer bang te zijn. Zo’n niet erg begrijpelijke misser gaat vrij snel op het bord verschijnen:
12. …. Lf6 13. Pe4! Lg6? Waarom staat hij hier toe dat Bert hem zijn loperpaar aftroggelt zonder dat die zelf het zijne moeten inleveren.
14. Pxf6! Waarna na …. P7xf6 15. Pe5! wit ineens een zonnetje ziet doorbreken. In enkele zetten wordt nu Matthijs overspeeld.
15. …… Pe7? 16.b4 a6? 17.Db3 Dd5? 18.Lc4 De4 19.f3!
Nu dreigt wit met pionwinst door te slaan op e6, want na fxe6 Dxe6 + gaat Pe7 verloren. Wit hoopt dat te voorkomen met 19. … Dc2 Wat niet helpt, want die pion wint wit toch. 20.Lxe6 Dxb3 21.Lxb3!
Met een pion voorsprong en een vrij simpele stelling gaat wit nu moeiteloos op een overwinning af. Hij zet zijn stukken verder steeds beter neer, en dan komen de kansen bijna vanzelf.
Zwart mag niet met de toren slaan, want dan volgt een plofmat op de onderste lijn, dus moet bxc6, en dan heeft zwart 2 kwetsbare pionnen, waarvan er éen schijnbaar moeiteloos wordt ingerekend.
26. …. bxc6 27.Td6 Pf4 28.Lc4 ! en omdat nu pion a6 verloren gaat raakt Matthijs ontredderd en geeft in een zowiezo kansloze stelling een stuk weg. Soms zie je sterkere spelers een partij winnen, en dan denk je wel eens: ‘wat is het schaakspel eigenlijk eenvoudig.’ Maar ja, alleen voor sterkere spelers!
Ron-Ab Ron speelt vanavond een rustig partijtje. Doet weinig moeite om de opening feestelijk te maken. Hij staat geregeld wat beter, maar echt voordeel voorlopig niet. Ach dat komt later wel! Hij rekent er wellicht op dat zijn strategisch inzicht groter is dan dat van zijn tegenstander. En dat is ook zo. Ab doet zichzelf de das om met twee strategisch onvoldoende paardzetten. Zo wordt het voor hem de avond van de dolende paarden.
15. …… Ph7 ? Zo’n paard dat het echte strijdveld de rug toekeert, zie ik tegenwoordig vaker. Ik zag het bij Matthijs en bij Peter en nu bij Ab. Is even mode. Gezellig even dicht tegen de baas aanschurken op h7 of h2 achter pion h6 of pion h3. Zelden begrijp ik wat zo’n paard daar gaat doen. Misschien wil deze naar g5, maar daar doet hij niet veel, en daar is voor hem maar een heel kort verblijf weggelegd. Dat zullen we ook nooit te weten komen, want op de volgende zet gaat het andere paard naar een toekomstloos veld. En omdat Ron van de gelegenheid gebruik maakt om zelf even wel belangrijke zetten te gaan doen, zal de geheime missie van dat paard ons ook nooit worden opgehelderd.
16 …… Pb4?
Nu beslist Ron met enkele niet moeilijk te vinden zetten het pleit. 17 dxc5 d5 (nog wel het beste maar natuurlijk ook onvoldoende) 18. Lf4. Dit wint een kwaliteit op b8 en een pion op d5, in een eenvoudige, overzichtelijke stelling. Ron freewheelt rustig naar het einde. Dat komt als hij nog een pion wint. Ab, 2 pionnen en een kwaliteit achter, geeft op. Die weet wel dat hij in zo’n stelling tegen een Ron niet meer op missers van zijn tegenstander hoeft te rekenen.
Als de zwarte koning niet maakt dat hij wegkomt verliest hij na g4 zijn trouwe raadsheer, en als hij wel de f-lijn verlaat,verliest hij een pion op f5.
Hans-Peter
Peter die vandaag het seizoen afsluit en gaat uitrusten in zijn caravan in Frankrijk, laat voor zijn vertrek nog even zien waar hij heel goed in is: in een vroeg stadium ineens een stuk achter raken. Dat komt doordat hij een goed mens is, die de boze bedoelingen van zijn medemens niet onderkent. Daarvoor is hij zelf veel te vriendelijk, en ontspannen.
Het is Spaans, acht zetten correct, en dan verdwaalt ook het paard van Peter naar een – in deze stelling-onbelangrijk en eigenlijk gevaarlijk veld (Paard aan de rand ….. ) .
Hier begrijp ik wel een beetje waarom. Peter wil de lopers ruilen, en dat is best een goed idee. Hans hoeft daar natuurlijk niet op in te gaan, en kan zijn loper naar c2 spelen, maar hij ziet een valletje voor dat zwervende paard . Na 10. Lxd7 Dd7 11. d5
Peter trapt erin. Geïnspireerd door zijn vertrouwen in de mensheid speelt hij …c6. Als je hier niet uitkijkt ( 11. …. b5!)volgt b4, en kan het paard nergens meer heen. Die situatie zal elke Aris de Heer-schaker wel eens zijn tegengekomen. Maar je kan het natuurlijk gemakkelijk even vergeten. Dus daarom voor enkelen mijn advies: Clubgenoten houdt uw dolende paarden in toom!
Hierna wandelt Hans dus kalmpjes naar de overwinning. Net als Ron een rustige avond, weinig stress en weinig hoofdpijn dus.
Op naar de volgende spannende ronde.
Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.