Alweer heel veel te beleven bij en in Onder de Linden. Moest over hekken klimmen met mijn stramme lijf en daarna door modder glibberen om het te bereiken. En ook in Onder de Linden was het vanavond kermis.
Om te beginnen kregen we hoog bezoek. Een oudere heer uit Oekraïne die wel weer eens een potje wilde schaken, met zijn dochter en een opgewekte mevrouw, bij wie ze verbleven, die kwam tolken.
Kennismaking met hoge gasten
Paul vindt dit een mooie gelegenheid om zijn Russisch wat op te halen.
Omdat we vanavond een even aantal deelnemers in huis hadden, was er maar één persoon beschikbaar voor de internationale krachtmeting. Peter zou noteren: ‘Ikke’ . Omdat ik in wezen een erg fatsoenlijk mens ben, deed ik het maar. Zulke mensen kun je toch niet onverrichter zake terugsturen. Die hebben al genoeg te verduren. Maar ik begon wel met grote twijfel aan die klus. Zelf in geen jaren meer een normale partij geschaakt. Er waren wel wat verzachtende omstandigheden. Hij ook 85 jaren oud, en naar zijn vertaalapp (een wondertje) mededeelde, had hij ook al een poos niet meer geschaakt. Maar hoe sterk was hij ? Ik denk eigenlijk dat in die Oosteuropese landen iedereen goed kan schaken. Ook in Oekraïne is het een vak op school! (Er zitten in het hotel tegenover mijn huis thans 180 Oekraïners. Misschien moeten wij als club tegen de schakende kinderen aldaar een simultaan organiseren. Wie wil dat doen? Moet ik in het hotel eens gaan informeren?) Was mijn tegenstander een oude schaakmeester, een clubschaker, of een gewone thuisschaker? Al gauw was ik erachter dat hij geen meestertitel in zijn ransel had zitten. Hij speelde tegen mijn Siciiaan 2. Pc3 en 3 d3. Dat maakte me een stuk rustiger. Dat doen meesters niet. Zijn Elo zakte voor mij naar hoogstens 1600. Hij zat al spoedig in een machteloze stelling. Toen hij daarna vrij spoedig een stuk weg gaf, schatte ik in : hoogstens 1400. En werd ik eindelijk weer echt rustig. Ik liet hem terugzetten. Want dat zou vast nog wel eens gebeuren. Ik werd heel kalm. Te kalm. U herkent dat verschijnsel vast wel. Zorgeloosheid en overmoed maken zich van je meester. Daarna begon hij langer na te denken en tot mijn verbazing deed hij daarna geen enkele slechte zet meer. Als er al zetten waren die me niet prettig voor mij leken, dan deed hij die prompt. Met mijn pion meer, en mijn superieure stelling, raakte ik ineens zelfs in moeilijkheden. Met veel moeite raakte ik daaruit. Hij ging door zijn klok, maar ik vond het onheus hem daar op te wijzen, nu hij net lekker op dreef was geraakt. En ik bood maar remise aan, want ik moest nu toch echt even naar uw partijen gaan kijken, wilde ik daar nog iets mee kunnen. Ik dacht dat ik nu weer iets beter stond, en zelfs dat bleek thuis niet juist. Al met al een vrij heftige ervaring. Ik heb nu geen idee meer van zijn elo. Wel van de mijne. Die zit nu rond de 1300. Vrees ik. Zet hem volgende week maar tegen een echte schaker!
Toen ik met een oud, vermoeid, warrig hoofd naar uw partijen ging kijken, werd me langzaam duidelijk dat daar ook wel iets gaande was of was geweest.
Thomas- Bert was al lang uit. Een miniatuurtje? 11 zetten! Toen ik dat zei, deed Thomas daar zuinigjes over. Dat begreep ik toen niet. Maar er thuis naar kijkende wel een beetje. In den beginne leek het er wel op. Het was een Morra- gambiet. Ha, eindelijk weer eens een gambiet. Is onze Tietatovenaar ook een Gambietoloog? Na een Evans-gambiet vorige week nu een Morra. Heerlijk! 1 e4 c5 2 d4 ( Tegenwoordig zie je ook vaak dat witspelers, als ze het al spelen, eerst 2 Pf3 spelen en daarna het Morra- gambiet. Waarom, dat begrijp ik nog steeds niet goed. Misschien kan iemand van jullie me dat nog eens uitleggen?) 2. cxd4 c3!? Zoals ik in het vorige verslag al schreef: gambieten moet je aannemen, wil je ervan winnen. En dat doet Bert. Ik deed dat zelf nooit na enige slechte ervaringen, ik speelde altijd 3. …..Pf6. Laf, maar begrijpelijk. Het werd wel eens te ingewikkeld voor mijn eenvoudig brein. Bert slaat, zoals het hoort, en doet het verder prima. Zwart houdt een licht voordeel. Die witte pion wordt volgens mijn machines net niet voldoende gecompenseerd. Maar dat kan een gambietspeler natuurlijk geen barst schelen. Als hij maar spel heeft. En dan gebeurt het. Het moment waar een gambietspeler op wacht.
10. … h6
Eigenlijk is bijna alles beter. Maar dan moet er wel een erg goede schaker tegenover je zitten die dat aantoont. Dat doet Thomas.
11. Pd5!
Dat is lastig. Eerst kijken naar slaan van dat brutale paard , exd5. Maar na Dx d5 lijkt dat geen prettige konsekweties te hebben op het veld f7. . Dan naar 11. … Pf6. Ojee, Lb6! Met dreiging paardvork op c7. Ook niet lollig. 11. …. Lf6 dan? Ojee, ook weer Lb6. Met idem. Bert geeft op.
Ik kan me heel goed voorstellen dat hij de zet die Komodo14 suggereert, en ook StockFish, nauwelijks heeft overwogen. 11. …. Ld6 !?
11… Ld6
Die ziet er erg onnatuurlijk uit. Toch zou die voor zwart de narigheid sterk beperkt hebben. Dat is dan dekking van veld c7, en bovendien kan zwart nu wel op d5 gaan slaan omdat na Dxd5 met De7 het veld f7 gedekt kan worden. Dus moet dat paard daar nu weg. Na Pb6 kan Lb4 volgen, waarna wits voordeel minimaal is. Na andere paardzetten gaat Ld6 (aangevallen door de dame) een stapje opzij. Nu begrijp ik dus ook waarom Thomas niet erg enthousiast reageerde toen ik het over een miniatuur had. Daar moet, behalve kort zijn, toch ook iets knaps en onoverkomelijks in gebeurd zijn. Dat was hier niet volledig het geval. Bert gaf wat te snel op. Wellicht veel ontzag voor zijn tegenstander.
Hans-Ab vond ik leuk omdat Ab heel goed stand hield tegen Hans. Bij zet 36 keek hij glunderend rond, want hij ging toch maar mooi tegen een op papier sterkere schaker een remise forceren. Dacht hij.
Na 36 … Ke6 kan wit dit maar moeilijk winnen. Zwart speelt 36. … Lxe5 en dat blijkt ….. verliezend!! Wat een aardig eindspel! Heel subtiel! Om te beginnen is d5 een vrijpion. Die kun je wel blokkeren met Ke6, maar de witte koning kan naar c5 wandelen en op de damevleugel gaan spoken, terwijl zijn zwarte tegenstander die dreigende vrijpion niet kan loslaten. Dat wordt duidelijk in enkele varianten. Ab’s gezicht gaat wat minder glunderen. Hij ziet kennelijk de bui wel hangen, probeert er nog wat aan te doen, maar tevergeefs. Hans speelt het feilloos uit. Omdat het allemaal leerzaam is nu in een bewegend diagram. (tik op de tekst ervan)
Paul tegen CeesJan,
Dat was Italiaans, gelijk opgaand , tot zet 10. Daarna doet wit Le6 ( vorige week bij CeesJan ook al zoiets, daar niet de beste, hier eigenlijk ook niet, en daarna 11. Pf3-h2 , dat doelloze wegkruipen in het hol van de koning, vorige week ook al aan de orde, en hier ook niet goed. Beter Pa4 en het zwarte loperpaar ontregelen. Bovendien wordt na eventueel Pxb6 een lange rochade voor zwart minder aantrekkelijk. Nu is 0-0-0 uiteraard het directe zwarte antwoord en daarna staat zwart beter, en dat laat Paul niet meer los.
Als dan wit een wat knullig pionverlies over het hoofd ziet (omdat de pion (d3)die terug moet pakken gepend staat.) En hij daarna eigenlijk precies dezelfde penning opnieuw niet goed inschat, is het erg snel afgelopen. 19 zetten, dus een miniatuurtje, maar ik vrees dat ook hier Thomas een bedenkelijk gezicht bij zou trekken. Paul hoefde niet zijn briljante mogelijkheden aan te spreken. CeesJan deed zichzelf de das om. Hij was vanavond niet op zijn best.
Sven tegen Gerrit
Misschien had Sven zich voorbereid. Dat is niet zo moeilijk tegen Gerrit. Want die speelt Philidor. Daar kun je bijna vergif op in nemen. (Wat een idiote uitdrukking. Waarom zou je? Waar komt zoiets vandaan? ) Sven staat dus steeds wat beter. Gek genoeg keurt Komodo 9. f4 af. Die vindt dat te vroeg kennelijk.
9. f4
[9.Te1!?; 9.Pf5!?; 9.Le3!?]
Maar omdat ook het zwarte antwoord niet het beste is, wordt het witte voordeel wat groter.
Een probleem voor zwart bij de Philidor is om zelf tot aktie over te gaan. Als Gerrit dat dan probeert, blijken er daardoor geweldige verzwakkingen te ontstaan en dan is het gauw afgelopen.
c5?? 14.Pdb5! Lc6 15.De2!
Pb6 16.Tad1! De8 [16…Db8 ook niet voldoende] 17.Pc7 [een vork met minstens kwaliteitswinst]
Martin-Ron
Dat is de partij van de dag. Ook al omdat van deze partij gaat afhangen wie er dit seizoen kampioen wordt. Het was Ron’s laatste kans. Beide heren stuurden me hun commentaar. Daar ga ik dankbaar gebruik van maken. (Het meest opvallend aan hun commentaar vond ik de bescheidenheid en sportiviteit die ze beiden hierin tentoon spreiden.)
Het wordt Engels. Daarin hebben beiden een flinke hoeveelheid ervaring! Maar Ron gooit direct de knuppel in het hoenderhok.
1. c4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Pc3
3. ….. f5 !?
Veel gebruikelijker is hier gewoon Pf6. Alles gaat in de opening verder langs geijkte paden. Maar bij zet 12 gebeurt er iets opmerkelijks.
Volgens K. kan zwart hier het beste met de pion terugslaan. Maar het gaat aldus 12. … Pxe4 13. Pxe4 fxe4 Na direct 12. …. fxe4 was Martin’s commentaar (hieronder) niet mogelijk geweest!
Martin: Na 13 zetten sta ik eigenlijk best comfortabel, de e4 pion van zwart is nog niet heel sterk en het ruilen van de zwarte loper en het f6 paard geven ruimte op de koningsvleugel.
Direct daarop bedenkt Martin een heel grappige voortzetting. Zagen we vorige week zijn geestige manoeuvre om een Dame in 2 zetten van de damevleugel naar de koningsvleugel over te brengen, nu doet hij iets dergelijks met een Toren.
14. Tb5 !? b6 15. Tg5 !?
Ron: Ik had niet verwacht dat Martin dan op e4 zou slaan. Zijn manoeuvre met Tb5 vond ik ook wel leuk gevonden.
Martin: De b1 toren naar g5 halen vond ik zelf een goede versterking van mijn stelling. Dat Stockfish hier minder enthousiast over is, vind ik niet zo erg. Die toren staat daar solide en zorgt voor de hele partij voor dreiging.
Martin Zet 18 is het kantelpunt in de partij. Ik wil graag mijn zwarte loper ontwikkelen naar b2 en de dreiging verder opbouwen. Ik vind het dus niet erg om een “schijn” offer te doen op c5,
,mede omdat de e4, c7 en c5 pionnen na het ruilen instaan, en ik wil immers een goede lijn voor mijn zwarte loper creëren. Ik zie echter op dit moment niet dat de combinatie van f1 en mijn loper op e2 een zwakte vormen die zwart de overwinning kan bezorgen. Na zet 20 is dit ook niet zo duidelijk te zien op het bord. Ik maak hier dan ook een tactische vergissing.
Zwart staat inderdaad beter, maar dan komen er nog wat wederzijdse vergissinkjes.
20. … d5 21 Lb5 ???
Ron: Ik speelde 20. … d5 om die vervelende toren van de g-lijn weg te krijgen. Maar 20. … Pe5 was dus veel sterker, ik heb daar niet lang genoeg naar gekeken. De blunder 21. Lb5 was voor mij verrassend. Maar daarna zag ik het niet scherp meer, mede ook door de druk van de klok.
21.Lb5? Pd4! 22.c6 Lxc6 [22…Pxb5 23.cxd7 Pxc3 24.De1] 23.exd4 Lxb5 [met groot voordeel voor zwart]
Zwart heeft een pion meer, een vrijpion, de pion op d5 is nog onkwetsbaar wegens mat op f1.
Ron: Tja en als ik hem dan laat ontsnappen (26. … Df5? en niet Te8) dan is hij de terechte winnaar. Martin wordt de terechte kampioen
26. …. Df5? 27. h3!!
Martin: Door h3 te spelen met tempo voor het dekken van de toren haal ik de f1 dreiging eruit en blijkt dat zelfs de nagel aan Ron zijn doodskist.
We vluggeren nu uit, maar doordat zwart geen schaakjes meer heeft, en steeds de g7 pion moet blijven dekken, speelt Ron Tf7 en laat daarmee de achterste lijn los.
Ik kies bij het uit vluggeren voor de gemakkelijkste varianten en die zijn gewoon goed. Net als vorige week zijn rust en concentratie de sleutel tot de overwinning.
Net als tegen Bert en Hugo eerder dit jaar is het proberen te forceren van een betere stelling door mijn tegenstander de sleutel van mijn winst. Napoleon vroeg ooit voor hij een nieuwe generaal promoveerde, “Ik weet dat hij briljant is, maar heeft ie ook geluk?”
Dat is denk ik het thema van dit jaar, ik heb een flinke dosis geluk gehad.
Zal best! Maar toch een fantastische prestatie. En eindelijk eens een andere kampioen.
Ik herhaal mijn vraag nog maar eens: Heeft het bestuur al besloten tot wanneer de competitie door gaat? Ook in verband met mijn vakantie!
De eindcorrectie moet nog plaats vinden.
Hoi Eddy,
De aankondiging voor de sluiting van het seizoen 23 mei de laatste wedstrijdavond, en 30 mei de ALV.
Daarna vakantie!