Wat een krijgsgeweld vanavond. 6 partijen en niet één remise. Althans dat dacht ik toen ik om 23.10 uit uw schaakhol ontsnapte, waar nogal wat schepsels elkaar hevig naar de keel waren gevlogen. En dat dacht Martin ook toen hij de uitslagen en de ranglijst op de site ging noteren. Maar uit Ron ’s later mij bereikende commentaarmail bleek me dat hij toch niet van Sven had verloren. Slechts één remise dus. Wel onder vermelding van het feit dat van de vijf verliezers er toch minstens 3 wel erg naïef het hek hadden open gezet om een bloeddorstig grommend beest in staat te stellen korte metten met ze te maken. Letterlijk ‘korte‘, want dat gebeurde in successievelijk 11, 16 en 18 zetten. Dat was dus voor drie zwaargehavenden een kort schaakavondje.
Martin speelde tegen Ab met een klein ommetje een BlackmarDiemer. En bewees hoe gevaarlijk die opening kan zijn voor de openingstheoretische dummy’s in ons midden. Wit offert een pion en hoopt met snelle ontwikkeling van zijn stukken en de verkregen open lijn daar voldoende compensatie voor te verkrijgen. Ab speelde wel erg voorbarig 5. h6, voorlopig overbodig en eigenlijk dus tempoverlies. Zwart moet snel ontwikkelen en snel rocheren. Om te voorkomen dat wit de kans krijgt om Joseph Diemer’s ‘Vom ersten zug an auf Matt’ succesvol na te volgen. Als onze Ab ook nu weer snelheid laat prevaleren boven zorgvuldigheid en met 6. … Lg4 wit in de gelegenheid stelt een dame te offeren met Pe5 (wat direct mat dreigt met Lxf7) is het pleit bij zet 7 al beslist. Bij zet 11 verliest zwart zijn dame. Hoewel het hieronder aan te treffen ‘levend’ diagram voor Ab geen vrolijke aanblik zal opleveren ga ik het toch maar voor de anderen even plaatsen. Want Schadefreude ist die beste freude.
We hebben nogal vaak beloofd dat we nieuwe schakers zullen helpen snel sterker te worden. Maar of we dat wel kunnen? Aan het begin van deze avond probeerde ik Wouter en Nico en Doeko uit te leggen dat vroeg f6 slecht is voor zwart, dat de koningsstelling heilig hoort te zijn, en zo lang mogelijk intact. Ik ben het schoolmeesteren intussen kennelijk flink verleerd, want wat speelt Nico bij zet 3? Juist! 3 …… f6?
Maar tot ons beider troost : we denken dat je schaken het beste leert door je verliespartijen.
Matthijs speelt weer eens een best partijtje vanavond. Geduldig gaat hij van de krakemikkigheid van de zwarte koningsstelling profiteren. Voor Nico, met zwart, wordt het ene onheil na het andere tenslotte catastrofaal. Hij moet er tureluurs van zijn geworden , want het niet zien van een pionvorkje op K en D, een familieschaak, waardoor hij zijn dame verliest, is toch ook wel een beetje onder zijn niveau.
18. d6 en zwart geeft op
Wouter profiteerde vorige week niet gelijk van een misser van zijn tegenstander, maar speelde verder foutloos. Nu was hij minder constant op dreef. Hij leek ook nu te profiteren van een nogal chaotische opening van Doeko (ook die veronachtzaamt tenenkrommend de veiligheid van zijn koning, ook hij speelt veel te vroeg f6 ). Wouter slaat in gewonnen stelling bij zet 10 een verkeerde weg in.
10. Dxb7?(10 …a5!) Dat blijkt een smal bergpad waar hij met zijn voertuig niet meer voor- of achteruit kan. Zijn tegenligger duwt hem bij zet 16 het ravijn in.
16. Pd5?
Ja, pion e6 staat inderdaad gepend! Maar Dd7 niet. Dus dat verliest gewoon een stuk. Wit geeft op.
In beide laatste partijen kon zwart niet meer rocheren. En dat bleek desastreus.
Het doet me even denken aan een een kort dialoogje tussen twee heren , onlangs n.a.v. een partij van Martin :
Frank .‘Als Martin hier gewoon Ke8xd7 had gespeeld was er niet aan de hand’
Eddy: ‘Ja, daar heb ik ook naar gekeken. Maar dan kan hij niet meer rocheren. Maar toch.’
Frank grijnzend: ‘Nou en? Rocheren is voor softies!’Gelukkig hebben Nico en Doeko dat gesprekje niet gehoord.
Volgens Ron zou Bert nodeloos van Frank hebben verloren. Ik denk dat hij doelt op de situatie bij zet 20 . Naar aanleiding daarvan kwam Martin glunderend voor mij opschrijven (want uw dovemansjournalist verstaat geen gefluister in de schaakzaal) dat zowel Frank als Bert geblunderd hadden. Het is inderdaad zo gek dat er door de concurrentie om gegniffeld kan worden.
20. Txc6???? Tfc8????? (Dxc6 want Pe7 met familieschaak en damewinst kan helemaal niet, daar Pd5 gepend staat.
Deze situatie is zeker heilzaam voor Wouter en Nico ze kunnen hier zien: Onbegrijpelijke missers komen in de hoogste en voornaamste kringen voor!
En dat Ron het een spannend gevecht vond, begrijp ik. Het was een strategisch en zorgvuldig gespeelde KoningsIndiër met ook van wit een koningsloperfianchetto. Waarin langzaam wit moet proberen, als gebruikelijk in deze variant, een klein voordeeltje te bereiken. Dat lukt hem ook wel een klein beetje. Had Bert al tijdens de partij notie gekregen van zijn gemiste kans? Was hij van de schrik daarom hierna even zijn Tomtom kwijt . Het gaat dan snel bergafwaarts. Maar Ron schrjjft: ’Als Frank eenmaal winnend staat, schijnt hij het niet meer uit handen te geven.’
Ron zelf speelde lang zeer secuur tegen Sven. Hij opende weer eens op weinig gebruikelijke wijze en verraste daar Sven duidelijk mee. Die stond al snel minder prettig. Geduldig en geconcentreerd werkte Ron verder voor voordeel. Iets te geconcentreerd. Dat is eigenlijk wel een wat zwakker puntje van zijn spel. Ook nu weer raakte hij in een flinke tijdnood. Daardoor leek het aan het eind van de avond helemaal fout te gaan. Bij zet 29 raakt hij zijn voordeel kwijt. Sven veerde op. Bij zet 32 is Ron zelfs in het nadeel. Tijdnood aan beide zijden inmiddels? Want Sven laat het glippen.
In de notatie die Ron mij opstuurde is iets mis. Hij noteert en noemt 34. … Pb6 terwijl in die stelling alleen 34. …Pe6 mogelijk is. Als daar dus Pe6 gespeeld is, had hij bij zet 35 zelfs de winst voor het oprapen, want hij had dan Svens toren in onoverkomelijke moeilijkheden kunnen brengen.
35. Kb1!! Waar moet die toren heen?
35.Kb1 Td2 (35…Pxd4 36.Dxd4) 36.De3 met stukwinst
Is dit inderdaad een misser van beiden,of is de notatie niet in orde. Hoe dan ook, er was geen tijd meer voor rustig kijken. Na 33. Tc1 Txc1 is het inderdaad remise.
Ik citeer verder uit het commentaar van Ron:
‘Ik stuur je de partij en mijn commentaar. Martin stelde later dat ik planloos zou hebben gespeeld, maar dat was zeker niet het geval. Ik kwam heel goed te staan na de opening. Ik probeerde maar weer eens de Nimzowitsch – Larsen attack. 6…., Lh5 van Sven is dan al niet zo goed. Na 9.h4 is hij al in de problemen.
Mijn pionnenstructuur is veel beter en mijn koning na lange rokade veilig (vergelijk hoe Bosboom tegen Sven speelde).
Als ik de zware stukken kan ruilen, win ik vaak gewoon het eindspel, zeker als ik onderweg nog een pion kan snoepen. Het kostte mij echter weer teveel tijd hoe daar te komen. Ik heb echt veel te veel gemist naar blijkt.
Sven doet vervolgens en dat is best knap, gewoon de sterkste zetten.
16. fxe5 is minder goed, Frank vond dat ook al niet de beste daar. Pionoffer 16. f5! houdt het voordeel vast. 16.fxe5 Pxe5 17.d4
17. d4 is dus niet goed. Het idee is niet verkeerd, maar Sven kon nu met 17…, Pf3 (!) profiteren. Na 17…., Pd7 is 18. Kb1! weer de sterkste zet (hoezo planloos?). Na de 20e zet 20. Dd3 geeft de Engine echter al meer dan plus 2 voor mij aan.
22. Lb2 is niet echt fout, maar ook niet de beste (Frank gaf dit ook al aan). Ik verkeerde in de foutieve veronderstelling dat ik mijn loper naar a3 moest omspelen. Waarom speel ik niet gewoon 22. Tde1 of zo? Mijn zware stukken activeren? Mijn pionnen op de koningsvleugel houden hem onder druk en ik kan ook g5 spelen om zijn paard het veld f6 te ontzeggen, het paard naar e4 omspelen is immers een van zijn weinige actieve plannen. Na 22…., a5 bood Sven remise aan, maar ik sta nog steeds veel beter. Bovendien vond ik het een leuke en leerzame partij, dus wilde doorspelen, ondanks mijn slinkende tijd.
Na zet 25 sta ik nog steeds goed. Thomas gaf dat later ook aan en dat ik dus “ergens” wat gemist moest hebben. Maar ik zit dan dus al behoorlijk in tijdnood en ga dan dus echt zitten knoeien. Ik bood zelf maar remise aan na mijn foute 29. La3, hij kon immers mijn dame blijven aanvallen. Maar Sven neemt dat niet aan.
Sven doet het hierna heel goed en wint geforceerd pion c2 (31. Kb2 kan niet, vanwege 31… , Df4).
30. …Tf1+ 31.Ka2 Tf2 32.Dg1 Txc2+
Na 34. Tc1, Txc1 en 35. Dxc1 sta ik dan zelfs alweer wat beter (ondanks nog pion achter). Maar ik accepteerde best opgelucht nog zijn remise aanbod. Ik had nog 2,5 minuut op de klok, Sven 14. Sven zag het kennelijk, net zoals ik, ook niet scherp meer en een blunder is in wederzijdse tijdnood zomaar gemaakt. Ik denk dat remise nu wel een terechte uitslag was. Toch was ik niet tevreden over mijn spel en Sven zal dat denk ik ook niet zijn. Ik heb teveel niet gezien. Schaken blijft moeilijk.
Thomas zit vol kennis van ongebruikelijke varianten. Het gambiet dat hij hier Hans aanbiedt , heb ik nog nooit gezien. 1. Pf3 d5 2. e4 !?? Bijna alle gambieten dien je aan te nemen, wil je in het voordeel komen. Maar daarmee raak je dan wel op een terrein waar waarschijnlijk je tegenstander meer van weet dan jij. Hans zal gedacht hebben: Tegen ene Broek ga ik me daar niet aan wagen. Ik weet hier niets van en hij waarschijnlijk heel veel. Maar het gevolg is dat Thomas gelijk al het initiatief krijgt.
Als wit dan slaat op d5 ontstaat er iets dat op Skandinavisch lijkt. Mijn databases leren me dat het bijna allemaal wel bestaat, ook de voor mij opzienbarende 7e zet
(7. b4 ! Na Lxf3 (0-0-0 !?) 8.Lxf3 e6 ? wat neerkomt op een pionoffer (beter 0-0-0!) (of een ongelukkig paard op a5)volgde 9.b5 en 10. Lxb7.
Het moet geen prettig gevoel zijn als je na 10 zetten tegen Thomas een pion achter staat. Je weet dat het dan de rest van de avond keepen wordt. Hans blijkt een redelijke keeper, maar als ik hem zelfs een ‘meespelende’ (van Gaal) keeper zie worden met 14 …f5 vrees ik dat dat een nieuw punt van zorg gaat worden: een achtergebleven pion op e6.
En dat wordt het dan ook. Alle zware witte stukken staan er bij zet 25 op gericht.
Het leidt tot zwarte machteloosheid, en dat leidt weer tot een grappige winstvariant
28. Txf5! Omdat wit noch met de pion mag terugslaan (verlies van toren op e8) , noch met de toren (gepend) is dat dus winst van een tweede pion. Hans houdt het voor gezien.
Thomas zond me zelf commentaar:
‘I.p.v. exd5 is ook 3. Pc3 , c6 mogelijk. Een variant van de Caro-kann ‘
‘Op zet 11 zag ik af van La6 vanwege de opgesloten positie maar Analyse This vindt hem de beste.’
21 ….. f4 was een actievere verdediging dan Kf8
Vlak voor het einde was 27. … De5 28. Te5 , Pd7 29. Te2 , e5 nog een taaiere verdediging!
Aldus weer een leerzaam partijtje!
Aldus een oorlogszuchtig avondje. Vredesonderhandelingen zaten er bijna niet in.
Eindcorrectie moet nog plaatvinden.
Hoi, ik weet niet wat er fout is gegaan, maar de dame van Sven is op f7 blijven staan. Hij speelde dus 33…., Pd7 (en niet Dd7) en toen 34…., Pb6. Daar won dus 34…, Pf6.
Overigens leuk gambiet van Thomas.