Ik heb wel wat met Haarlem. Je hebt er mooie musea. Een mooi oud centrum. Er komen belangrijke mensen vandaan. Namen die blijven. Van politici, wetenschappers, kunstenaars, schakers. En andere culturelen. Te veel om op te noemen. En, voor mij vooral belangrijk, van schrijvers: Harry Mulisch, Nicolaas Beets, Godfried Bomans, Lodewijk van Deyssel, Frederik van Eeden. Dat type van soort. En nog vele anderen. En als die Haarlem ooit verlieten, keerden ze er bijna altijd geregeld voor korte bezoeken of voor langere tijd weer naar terug. Heimwee naar Haarlem. Begrijpelijk. Die schrijvers leerde ik natuurlijk alleen op papier kennen.
Ik ben graag een bezoek aan Haarlem. Enig bezwaar van die stad is voor mij dat ik er met mijn auto altijd verdwaal. Maar dat zal wel weer aan mij liggen.
Op 24 oktober kregen wij hoog bezoek uit Haarlem. Belangrijke culturelen. Niet op papier, maar in levenden lijve. Echte schakers die ons moesten laten zien dat onze promotie van de derde klasse NHSB ineens naar de eerste klasse toch wel een beetje als ‘vreemd en overdreven’ geklassificeerd moet worden.
Nou dat lukte. Het Witte Paard bleek ons een sterk team te hebben toebedacht. Dat onder aanvoering van mijn oude collega Enno Noordhoff er serieus voor ging zitten ons eens even de oren te wassen.
Ik zag vreemde dingen gebeuren. Zag hoe Koen al snel op eigenaardige wijze een pion in rook zag opgaan, hoe Stefan wel een pion won, maar als hij die schat nog een poosje zou willen kunnen blijven liefhebben daar wel erg vreemde koningszetten voor zou moeten doen. En dat deed hij. En dat werd een stelling te vreemd voor woorden. Maar omdat de tegenstander nog veel tijd nodig had om zijn stukken te ontwikkelen, zou het kunnen zijn dat Stefan nog gelijk kreeg ook. Maar het allereigenaardigst vond ik wat er gebeurde op het bord van Thomas. Die raakte in zijn Svesnikov- opening in een voor zijn doen wel erg belabberde situatie.
Maar wat de rest betreft, helemaal een vanzelfsprekende executie ging het misschien toch niet worden. Want onze overige vijf waren duidelijk niet van plan zich zomaar te laten afslachten. In de loop van de avond werd steeds duidelijker dat we aan verlies niet zouden ontkomen, maar dat de cijfers nog best iets minder smadelijk hadden kunnen uitpakken. Want zowel Bert als Paul vonden het nuttig om al vroeg tegen de op papier sterkere tegenstanders met remise genoegen te nemen. En Bert deed dat in een veel betere stelling. Wel begrijpelijk, en te vergeven, maar ook een beetje jammer. Wie gaat ons team een beetje meer zelfvertrouwen aanmeten?
Omdat inderdaad Thomas, Koen en Stefan verloren en de overige vijf remise speelden, werd het 2,5 -5,5. Wat er niet erg gezellig uitziet, maar waar we toch niet heel erg ongelukkig van hoeven te worden. Er bleken toch vijf van onze spelers het niveau van de eerste klasse wel aan te kunnen. En wat die anderen betreft, ach iedere schaker weet toch dat je het meeste leert van de partijen die je verliest.
Thomas speelde een Svesnikov. Enno bleek daar een wapen tegen te hebben bestudeerd. 7. Pd5 ( na 1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 e5 6. Pb5 d6 )
Nu is 7 … Pxd5 wel noodzakelijk wegens de dreiging op c7. 8. exd5 En ja wat dan? Ik speelde het al heel vroeg toen er nog geen computerschaak-programma’s bestonden en wist van krant en tijdschrift dat hier 8 …. Pb8 en 8. ….Pe7 gespeeld werden. Niet de allerprettigste mogelijkheden voor de Svesnikov-adept. En tegenwoordig wordt 7 Pd5 best veel gespeeld. (Maar nog steeds is hier gebruikelijker 7. Lg5 met vandaag de dag boeken vol theorie.) Omdat ik 7 ….. Pb8 er echt niet vond uitzien, probeerde ik zelf hier maar altijd 7. … Pe7.
Thomas kiest 7 …. Pb8. Het moet kunnen, maar na 8. a4 en 11 a5 dreigt Thomas een beetje uit zijn theorie te raken. Ik ook natuurlijk. Enno niet! En mijnheer Komodo ook niet.
Want nu blijkt toch 11 …. a6 beter te zijn dan 11. …. Pa6 van Thomas. En blijkt zijn 12 ….. b6 het begin van een verkeerd plan en na 13. axb6 axb6 14. 0-0 is Lb7 zelfs een misser. Die loper staat verder voor dood op sterk water. Had beter naar d7 gekund.
(Thomas en Enno keken ook nog naar het grappige 13. Pxa7 Txa7 14. Lb6 en `wit heeft veel pionnen voor de kleine kwaliteit.` Maar wat Enno speelt is beter.)
`Thomas `Zoals het ging, werd de loper op a8 begraven en werd de a-lijn voor zwart een probleem.`
Zwart probeert hierna nog wat listigheden te bedenken en offert daarbij maar een stuk, namelijk die toch al machteloze loper. Het is wonderbaarlijk hoe Thomas zelfs met een stuk minder toch nog wat dreiginkjes weet te creëren, Maar wit maakt geen fouten. Bij zet 40 geeft Thomas toch maar op.
En kondigt aan in zijn mail met commentaar dat hij binnenkort maar weer eens flink gaat studeren. Ik zou dan nog maar eens naar 7 ….Pe7 gaan kijken. Maar wie ben ik?
Bert mocht het met zijn KI opnemen tegen een vierpionnenspel. Ik herinner me dat ik hem daar in het verre verleden ooit niet zo’n plezier mee deed. En ook nu nog had het voor hem mis kunnen gaan. Maar gelukkig zat ook Sjoerd van Raaij niet zo goed in zijn theorie en doet hij Bert bij zet 10 een leuk schijnoffer kado!
10. Le2 ? ( 10. e6! Lxe6? 11. d5) Pxd4!! Ook weer gebaseerd op een vorkje. Nu bij wit! 11. Pxd4 fxe5!
Hierna mist zwart een kans op groter voordeel, maar blijft in ieder geval een aardige stelling behouden. En bij zet 14 krijgt hij weer een eenvoudige maar mooie kans, en die laat hij niet liggen.
14. 0-0? Lxc3 15. bxc3 Txf4 Wellicht had wit gerekend op 16. Ld5+ en daarna de toren slaan op f4. Maar na e6 blijft hij toch een kwaliteit achter. Hij frommelt nog wat, maar Bert laat zich niet in de luren legen. En hoewel niet simpel, hij zou dit moeten kunnen winnen. Mijnheer K taxeert hier -4.70 !
Bert: ‘Natuurlijk snapte ik weer niet veel van de opening.
Dat kon ik wel repareren met een schijnoffer. Daarna stond ik steeds beter maar ik had zelf niet echt door hoeveel beter.
Toen bood ik maar remise aan.
Dat nam hij gretig aan.’
Kir Theo – Frank
Frank: Ik denk een solide partij waarbij ik geen moment echt in de problemen ben geweest. Ik denk dat ik iets beter stond vanaf het moment dat beide lopers eraf waren,
maar ik had al veel tijd gebruikt dus kon niet alles meer helemaal uitrekenen. 21…. b5 22. axb5 De computer vond 22. ….. Dxb5 niet de sterkste maar had de voorkeur voor22…… axb5.
Ik wilde zelf die a-pion houden omdat deze al half vrij was. Mijn tegenstander dacht dat op c4 het veel beter zou zijn om deze te pakken (dxc4) en ik dan een winnend eindspel zou hebben, maar dit blijkt niet zo te zijn.
Remise is wat mij betreft de enige juiste uitkomst van de partij.”
ES: Ik sluit mij gaarne bij de vorige spreker aan.
Paul – Pepijn Steenbergen
Paul werd getracteerd op een BenOni. En sloeg op zet 5 terug met het paard, terwijl cxd5 nogal wat sterker en gebruikelijker is.
Hij krijgt met wit aldus geen voordeel, maar slecht is het ook niet. Het gaat een poosje gelijk op.
Dan gebeurt er iets vreemds
Volgens de computer moet zwart hier met 16 … Pxd5 flink in het voordeel kunnen komen. 17. cxd5 b5 of 17. exd5 De7+
Ik denk niet dat ik dat gezien zou hebben. Gelukkig voor Paul ziet Steenbergen dat ook niet. De heren denken waarschijnlijk beiden dat ze blij mogen zijn met remise. En gaan over op herhaling van zetten. Steenbergen liet daar een mooie kans liggen.
16 …. Da5 17. Dc3? (Pc3=) Dd8 18. Dc2? Da5? (Pxd5! -2.20) remise Ik denk dat Paul daar iets gelukkiger mee kan zijn dan Steenbergen.
Bart de Valk- Martin
Martin: ‘Dramatische opening zorgt voor mij voor een dramatische partij die mijn tegenstander toch niet kon winnen. Uiteindelijk overleefde ik naar een remise. ‘
De dramatische opening is een Alapin.
Diagram zet 2 c3
In zijn Alapin-bijbel behandelt Svesnikov de 2 varianten
2 ……. d5 en 2. ….. Pf6. De laatste vindt hij iets beter.
Maar Martin moet verder op eigen kracht en probeert het met 2 …. Pc6 en 4 …… e6. Dat moet nog wel een beetje kunnen, als daarna toch snel d5 volgt. Maar dat gebeurt niet, en al spoedig begint zich dat door Martin gesignaleerde ‘drama’ af te tekenen. Dat wordt keepen vanavond. Wit heeft meer ruimte.
Maar Martin is best wel een goede keeper. En rond zet 20 heeft Martin warempel toch wel gelijkspel bereikt.
Als zwart hier Tc8 speelt om Pc6 te voorkomen kan hij wel weer even de toekomst met vertrouwen tegemoet zien, Maar dat doet hij niet, en na 20 … Lf6 ? 21 Pc6 wordt het toch weer buffelen.
Bij zet 26 dreigt de ondergang
Die vrijpion op c6 kan nu vervelend gaan worden. Met 27 a4! dreigt verdere opmars van dat akelige ding. Eén voorbeeldje : 27 ….. bxa4 28. Da5! Dxa5? 29 bxa5 Tc8 30. c7
Maar gelukkig ziet de Valk dat niet .
En na 27 . Te1? DXc6 kan zwart weer opgelucht adem halen.
28. Le4 Te8!! 29. Lxh7 Kf8 en er is weinig meer aan de hand.
Na zet 36 komen ze terecht remise overeen.
Dit waren de vijf partijen waar ik materiaal van mocht ontvangen. Mocht er alsnog iets bij me binnenwaaien zal ik dat ook u doen toekomen. Ik ben nog het meest bedroefd over het gemis van de partij van Stefan. Want dat was echt een vrolijke kermis!
Enfin 2,5-5,5. Kon erger! Misschien komen we straks een wat minder sterke tegen.
(Met excuses aan de vier interne-schakers. Ik had door omstandigheden geen tijd meer. Volgende keer weer beter.)
eindcorrectie moet nog plaatsvinden