Er was maar weinig belangstelling. Logisch, want velen moesten natuurlijk elders kadootjes laten uitpakken door kinderen of kleinkinderen. Slechts drie partijen. En Hans Pelt was de witte Piet vanavond, die het lekkers mocht uitdelen. Dat deed hij voortreffelijk. En hij bleef de hele avond, wat opmerkelijk was. Meestal blijven die Pieten maar heel even, en weg zijn ze weer, op weg naar andere hunkerende adressen.
Er waren hier maar weinig echte presentjes vanavond. Alleen even iets leuks voor Bert, laat op de avond, en ook wat kleine surprises voor Gerrit. Sven kreeg niks cadeau. Maar waarschijnlijk omdat hij een kruis sloeg (echt!) ,bij zet 20 ,was de goedheiligman hem toch goed gesint. Sorry, spelfoutje, gezind natuurlijk
Je zou op zo’n avond toch wel wat Spaans verwachten, maar de Ruy Lopez had men heden thuisgelaten.
Geen grote cadeaus dus, maar wel veel smakelijk strooigoed.
Van Fjodor en Gerrit kan ik daar niets van laten zien. Fjodor schrijft nooit iets op. Niemand zou trouwens aan dat Slavisch iets hebben. En Gerrit zijn notatie vertoonde te snel al onoplosbare mankementen. We zullen het dit keer nog door de vingers zien, maar als het vaker voorkomt gaat dat in het Grote Boek, en hoeft hij volgend jaar niet meer op surprises te rekenen. Want die waren er nu nog wel voor hem. Hij verknoeide namelijk grandioos zijn opening, liep forse materiële achterstand op. Fjodor speelde lang echt overtuigend. Maar onze brave Gerrit deed daarna enorm zijn best om alles weer goed te maken. Fjodor vond dat kennelijk zo ontroerend dat hij nu zelf voor sinterklaas ging spelen. Hij begon met stukken te strooien. Die natuurlijk smakelijk geconsumeerd werden.
Wouter hield lang stand tegen onze voormalige meervoudige clubkampioen. Het kostte Bert veel denkwerk om iets tastbaars uit zijn KoningsIndisch tevoorschijn te toveren. Het werd ook mij snel duidelijk dar ook Wouter een poosje goed weet waar het om draait in deze opening.
Hij staat gewoon goed na zet 10. Maar
nu 11. Le3 kan wel maar lokt wel 11 …. Pg4 uit. Dus was eerst 11 h3 en daarna Le3 logischer geweest. Zelfs het tempoverlies na 11. Le3 met daarna direct 12. Lg5 of zelfs 12. Lc1 is beter dan je loperpaar kosteloos prijs geven met 12. De2.
Omdat zwart hierna niet op d4 pakt, blijft de schade toch beperkt. Dat zou niet het geval moeten zijn na 14. c5? (14 d5! De standaardzet tegen het KI).
Maar na het mindere 14 …dxc5 15 dxc5 (d5!! ) Pe6! komt er desondanks nog wat leven in de zwarte brouwerij. Veel is het niet, doch Wouter moet wel flink gaan nadenken.
Dat nadenken lukt goed, want tot hier houdt wit redelijk stand.
Maar dan gaat het mis.
Als ik als toeschouwer geen flauw idee meer heb hoe zwart verder moet, gaat Bert bij zet 24 een toren op d4 zetten. Als wit die slaat, wordt de zwarte koningsloper heel sterk. Hoeft niet gelijk rampzalig te zijn, maar misschien wel lastig. Maar dat vindt Wouter kennelijk ook. Dus die slaat niet. Maar toch beginnen ook nu de zwarte stukken hinderlijk op te dringen. En dat wordt wit te veel.
Na 28 De2 (Lf1!) Gaat zwart met ragfjjne zetjes de druk verhogen , tot het konijn langskomt. Het paaskonijn? Nee natuurlijk niet, toch niet in December!?, Nu gewoon een marsepeinen sinterklaaskonijn?
Pang !
32. Lxc4 Dxc4 33 Dc2? (Maar er is niks meer)
Txd1 34 Dxd1 Dxc3 en de rest kun je aan Bert wel overlaten. Helaas voor wit gaat eeuwig schaak er niet inzitten. Na Dd8 kan Lf8 ertussen.
Martin tegen Sven, dat werd voor mij weer een verbluffend sinterklaaskadootje in surprise-verpakking. Werd Martin vorig jaar kampioen met een degelijke stijl, beetje als die van een wetenschappelijke verhandeling, dit jaar heeft hij meer het fantastisch sprookjesachtige, de stijl van de alchemist ( die van lood goud probeert te maken in zijn pruttelende kolven en retorten. ) Het werd alweer een heksenketel. Sven nam het initiatief daartoe:
Eventuele tochtige hoeken in de koningsstelling neemt men voor lief. Vooruit, aanvallen ! Niet dat benauwde, laat dat maar aan Louis van Gaal over. En Martin ging er gretig op in.
Waarom laat hij 8. Pb5 toe? (eerst 7. …. Ld7 !?)
8 …, e5 Oh daarom. Kan dat echt? Het ziet er wel leuk uit. Maar is het genoeg? Ik sta erbij en kijk ernaar. Ik stel me voor : 9 dxe5 a6 10 exf6 axb5 11 fxg7 Lxg7 en dan zit ik aan mijn horizon. Dat zal op die manier wel niet goed zijn. Zwart heeft geen koningsstelling meer en een pion minder, en de pionnen die hij heeft zijn allemaal geïsoleerd. Tot die gevolgtrekking komt Martin kennelijk ook. Dus die speelt 9 ….Pe4 Oef! Dat is een offer. De toren op a8, of minstens een kwaliteit als zwart dat paard in de hoek later zou kunnen terugpakken. En dat moeten we nog maar zien.
9. ….. Pe4 Leuk was nu geweest 10. Dxd5! DXd5 11 Pc7+Kd8 12. Pxd5 en wit staat op winst. Maar Sven speelt 1o. e6. Ook leuk!
Zwart had zijn acrobatiek nu kunnen voltooien met 10. Lc5! Waarna mijn stokvisje een bijna gelijke stand aangeeft. In een stortvloed van adembenemende varianten. Verderop daarvan een levend diagram.
Maar Martin slaat 10…… fxe6 En Sven pakt op a8. 11. Pc7+Kf7 12 Pxa8
Zwart staat nu een toren achter. Ik zie het niet meer zitten voor zwart. Maar ja, je weet het nooit met die alchemist uit Middenbeemster.
Tot zet 19 volgen wederzijds leuke zetten (ik kan toch niet alles laten zien) maar wit komt steeds beter te staan. Martin heeft intussen steeds meer zijn toevlucht gezocht tot een heksenketel. Zo eentje waar heksen hun toverdrankjes in brouwen.
19. … Pd4!? Leuk, maar helaas niet voldoende
Hier zie ik Sven demonstratief een kruis slaan voor hij zijn volgende zet doet. Echt. Die kan het ook allemaal niet overzien. Op hoop van zegen! 20. 0–0–0. Lang niet de beste maar goed genoeg en beter te overzien dan het 20. Dg3! van de computer. Dat is niet geschikt voor gewone stervelingen. Nu volgt een reeks van wederzijds meestal noodzakelijke zetten (La3+ 21.Kb1 Pxf3 22.Txd8+ Kxd8 23.Pxf3 Lf5+ 24.Ka1 Ld6 25.Td1 25…Ke7 26.Te1 Txa8) en dan heeft warempel Martin toch zijn toren terug en na een wat mindere (eindelijk) 28e zet van wit is het zwarte nadeel sterk geslonken.
Mijn computerwijsneus geeft hier het voor de hand liggende La3 als voldoende voor grote kans op remise.
Maar hierna speelt Martin te snel de volgende 2 zetten, die hem de partij kosten.
28. Lc7? (La3!?) Le3 een valstrik 29 Te8?? (Pe4!?)
30 …. Lc5 !! En zwart moet opgeven.
Een boeiende partij : wit opent agressief, zwart neemt groot risico, mist de beste en raakt in ernstige materiële achterstand. Met ijzeren doorzettingsvermogen blijft hij vechten, ziet toch kans remise-mogelijkheden te verwerven, en trapt dan in een valstrik.
Van de beginsituatie waar alles al uit voorkwam alsnog een levend diagram:
Einde bericht. Veel succes as maandag.
eindcorrectie moet nog plaatsvinden
Bedankt voor de mooie analyse