HERKANSING
De opmars van de digitale machines heeft wel wat veranderd aan de beleving van ons spelletje. Vroeger lag ik de nacht na de schaakavond heel lang wakker. ‘Als ik die lopers nu eens niet geruild had’. Lang geleden werd de partij ‘afgebroken’ als het al te laat werd. Dan werd het helemaal niks met de nachtrust. Ik ben nooit echt goed geweest in blind schaken, maar toch heb ik af en toe winnende zetten gevonden op het duistere plafond.
Ik krijg tegenwoordig van velen van u de partij digitaal toegestuurd. Dat is fantastisch. Communiceren over partijen wordt nu dus heel gemakkelijk. Vroeger kon dat pas op de volgende clubavond. ‘Wil je zien hoe je remise had kunnen maken?’ De persoon in kwestie bij zijn mouw pakken, naar een tafel meetronen, bord en stukken pakken, en tot je schaamte vaststellen dat je het na week toch niet meer zo helder hebt als toen op het plafond.
Ik heb kunnen vaststellen dat velen van u erg gesteld zijn op hun nachtrust. Hun partij is namelijk al tijdens clubavond of direct na thuiskomst op de computer gezet. Kan ik afleiden aan het tijdstip van binnenkomst op mijn digitale machine. Bijdehante digitale comunicatiemogelijkheid direct bij de hand. ‘Als ik die lopers nu eens niet geruild had?’ Daarna staat niets opzienbarends een verdiende rust na zware geestelijke inspanning meer in de weg.
Slapeloosheid speelt voor mij niet meer. Althans niet tengevolge van een schaakavondje. Maar ook ik tel mijn digitale zegeningen. Ik word graag op mijn vingers getikt door mijn leermeester K. En ik stel vast dat ik niet de enige ben met een dergelijke onschuldige masochistisch behoefte. Gezien de commentaren op uw bordcreaties die u mij toezendt.
Ik ervaar het soms ook als een herkansing. Afgelopen maandag ook weer. Smullend liep ik langs het bord van Paul. Daar had ik toch een prachtige, bijna onwaarschijnlijke winstvariant gezien. En die sufferd zag het niet eens.
Lh3!??
Opgetogen aanschouwde ik de stelling bij Martin. Nu kon Hugo toch een stuk winnen? Dat Martin dat nou niet zag! Hugo wel.
21. Lxe5 Dxe5 22. f3
Maar dat Hugo op zijn beurt nou weer niet zag dat die ontsnappingspogingen van Martin echt armzalig waren. Hij had toch gewoon toch een stuk kunnen winnen!
Met 23 Dxc4 in plaats van het gespeelde 23 Lxc4
Slechts korte, medelijdende blikken wierp ik op de stelling van Frank. Niks spannends, die werd gewoon hardhandig strategisch van het bord geschoven door Thomas. Ik meende dat mijn nieuwe gehoorapparaten van Thomas het woord ‘spannend’ hadden opgevangen. Wat vreemd. Die zei maar wat; hij stond straal gewonnen toch! Maar misschien had ik dat niet goed gehoord. Ik moet nog wennen aan die toestelletjes.
Drie pionnen voor een kwaliteit. Nou ja, wit lijkt een aanvalletje te hebben, maar dat zal wel verdampen.
Ik kreeg wat vraagtekens in mijn ogen bij het kwaliteitsoffer van Ron. Als Ron dat doet, zal het wel correct zijn, maar ik moet het nog maar zien.
Alleen Sven en Bert speelden een partijtje dat ik wel een beetje beter begreep. Beter, want later kwam ik erachter dat niet Paul, Martin, Hugo, Thomas, Ron het verkeerd hadden maar dat ik zelf de sufferd was.
Stokvisje en Prof. Mr Dr K . gaven mij de kans om mijn eigen ego wat te updaten. Ze boden me zo een herkansing tot bescheidenheid.
Want bij Paul is zijn zet bijna net zo sterk en aanmerkelijk eenvoudiger. En 37. …. Lh3 mag er dan leuk uitzien maar het fraai incasseren van de winst gaat best lang duren. En nog heel veel beter is 36. …. Ld7 , ziet er minder spectaculair uit, maar heeft dezelfde boosaardige bedoelingen.
Bij Martin zag ik vooruitkijkend Dc5+ wel, maar miste na Dxc5 een kleinigheid
23 ….Dc5+ 24. Dxc5 Pxc5! Paard gered.
Tot mijn geluk wilde K. me nog wel mededelen dat hij toch Dxc4 veel sterker vond dan Lxc4. Want na 24 ….. Pxc5 is 25 Lc4! heel sterk. De witte stukken kunnen veel meer dreigingen creëren.
Een paar voorbeelden:
Bij Thomas–Frank stond het na zet 30 helemaal niet slecht voor Frank . Omdat Thomas ervoor wat kansen had laten liggen.
31. h5 K waardeert het op 0.0 !
Ron rondde zijn kwaliteitsoffer mooi af
Omdat op 21 …. Kxd6 22. Dd2+ volgt gaat Hans over tot een wanhoopsactie met weinig kansen
21. … Pxh3 en dat wordt met wiskundige precisie aangetoond.2 . gxh3 Kxd6 23.c5! Pxc5 (23. …Dxc5 Td1! Met damewinst),24.e5 Ke7 25. Ld4 met winst van een stuk en voort durende dodelijke aanval tegen de ontheemde zwarte koning. Zie hieronder bij commentaar van Ron het ‘levend’ diagram.
Aldus aangetoond hebbende dat u beter een andere ‘stukjesschrijver’ kunt gaan zoeken, geef ik hierna maar het woord aan deskundiger commentatoren. (Overigens is ook Pauls kwalificatie ‘stukjesschrijver’ heel geschikt om mij een herkansing tot bescheidenheid te gunnen.)
Hugo:
‘Omdat ik een voor mij compleet onbekende opening gekozen had (om enerzijds lekker te kunnen oefenen en anderzijds om het inmiddels verkregen vertrouwen te kunnen uitbouwen) kostte het mij erg veel tijd en energie om tot goed spel komen … en dat brak mij later op, want ik had en teveel tijd en teveel energie gebruikt, waardoor ik de mist in ging toen je nog aanwezig was en ook nadat je was weggegaan: ik deed een oliedomme paardenzet waarvan ik direct spijt had toen ik het paard losliet (omdat ik toen direct de evidente tegenzet zag).
25. Pd6? Ld5
(25. Df2 Tac8 26. Pd6)
Verloren dus.
Enfin, het was een leuke, scherpe partij en ik ben al dik en dik tevreden, dat ik tot in het middenspel gelijk bleef staan en eigenlijk zelfs in een betere positie kwam te staan.
Kortom, ik lig denk ik goed op koers om over enige tijd (“geef me nog een jaartje”) weer op mijn vroegere niveau te kunnen spelen en dat had ik een paar maanden geleden (vanwege mijn post-COVID-19 misère) absoluut niet als realistische mogelijkheid verwacht. Oftewel, ik ben zowaar een erg tevreden verliezer.’
Martin, Na mijn opmerking naar hem toe over beter Dxc4
‘Dan (Na Dxc4) heb ik ook dat tussenschaakje op c5, met de dame, die dan gedekt staat met het paard. Op dat moment had ik wel gezien dat ik zo kon afwikkelen, maar het gaat daarvoor mis waar alle stukken nog op het bord staan.
Makkelijk voor een computer maar wij moesten wel heel veel varianten en volgordes uitrekenen. Hugo koos niet voor de scherpste, ook wel een beetje aangespoord om op te schieten op dat moment. De kern van deze partij was dat ik eigenlijk dacht dat ik nog wel redelijk gelijk stond maar dat viel vies tegen. Ik speelde onnodig en veel te snel d5 wat heel gemakkelijk verliezend kon zijn.
Eerst even voorbereiden met a6 en zo Pb5 eruit halen had een stuk beter geweest. Voor volgende week toch met iets meer rust spelen. Vooral, omdat het scherper gespeeld moet worden bij Tfe1 denk ik.
Frank
‘Hierbij mijn partij tegen Thomas. Niet geweldig en de hele avond slechter gestaan zoals je zag. Toch had ik op het einde nog kans op remise.
In plaats van op zet 35 het logisch uitziende Dh8+ was Df8+ veel beter en goed voor gelijk spel met eeuwig schaak.
Ik had op dat moment echter al minder dan 3 minuten op de klok en moest het vooral van intuïtie hebben.
Het eindspel was natuurlijk kansloos en ik schaakte nog wel verder, maar dat was meer voor de vorm. Thomas geeft zoiets natuurlijk niet meer weg.
Thomas:
‘Dit was een van mijn lastigste partijen dit seizoen. Begonnen als gesloten Siciliaans werd het al gauw een soort Draken variant met als belangrijkste verschillen dat wit kort ipv lang gerocheerd had en de witte koningsloper geruild was, met als resultaat zwart in het bezit van het loperpaar. Maar dat is uiteraard geen garantie voor beter spel. Toch was ik zeker na de eerste 10 zetten niet ontevreden.
9.f4 heb ik in de theorie niet terug kunnen vinden en we hebben met Ron erbij naar 11. h3 gekeken om Pg4 uit de stelling te halen.
Met 11. Dd3 is volgens mij niets mis maar zwart grijpt daarna de gelegenheid op zet 12 Pg4 te spelen en niet lang daarna in het “gat” op e5 te duiken.
Op zet 16 was ik ipv b5 eerst 16.. Dh4 van plan maar na 17. g3, Dxe4?? 18. Tf4! is de dame ” op
klaarlichte dag” ingesloten!
Op zet 19 was 19.. f5 ipv Dd4 sterker, maar ik zag hiervan af omdat op termijn mijn koningsstelling wat verzwakt raakt.
Misschien was het wat te voorzichtig.
In de fase daarna vond ik het niet makkelijk een plan te vinden. Het kwaliteitsoffer was zeker niet gedwongen, maar leek me wel meer praktische winstkansen te bieden. Ik dacht ook dat wit zonder zijn gevaarlijke dameloper minder kansen had op tegenaanval maar daar heb ik me danig op verkeken!
De waardering van het analyse-wonder is enkele tienden beter voor zwart, niet verontrustend voor wit dus.
25… Dd4 26. Lxf8
Op het moment dat wit 35. Dh8+ speelt (wat er logisch uitziet) geeft het apparaat Df6 als gelijkwaardig aan
evenals een variant na 35. Df8+, Kh5 36. Dxf7.
Na de gedwongen dameruil krijgt wit het moeilijker en volgens Ron had wit rond zet 45 een keer a2-a3 moeten spelen en dat ziet er zeker hardnekkiger uit.
47 a3!?
Nu zwart op twee vleugels vrijpionnen kon inzetten bleef wit nog lang stand houden maar gaf een van deze hardlopers toch de doorslag.
Geen makkelijke maar wel een zeer inhoudsrijke partij!
Ron:
Het is altijd leuk om tegen Hans te spelen, hij speelt origineel. Ik weet dat hij graag wil aanvallen en maak daar hier een beetje misbruik van. De open h-lijn die hij krijgt, zal hij nooit kunnen benutten. Na zijn 2e zet was ik overigens al uit mijn theorie. Zijn opstelling vervolgens doet aan de London denken, maar dan met zwart. Ik weet wat ik daarin vervelend vind. Daarom mijn 6e zet.
Bovendien speel ik heel graag met loperpaar, ook in deze partij blijken die lopers sterk te zijn. We stellen daarna de rochades zo lang mogelijk uit en ik wil best dames al ruilen.
Mijn 13e zet is nodig voor geval hij van plan was lang te rocheren, maar zijn 14e zet vond ik niet echt goed.
Zijn dame heeft niets op b6 te zoeken. Mijn vervolg zetten zijn sterk, vooral over 16. Dc2 ben ik te spreken, is het goede veld en draagt bij aan sterke vervolg.
Het torenoffer op d6 zat ik al op te loeren. Zet 23 en 24 zijn mokerslagen. Hij kan niet het paard op f3 slaan, omdat hij dan mat gaat. Zie de kracht van de lopers.
Eindcorrectie met nog plaatsvinden
.