Veel serieuze gezichten vanavond. Paul kwam van zijn bord niet af. En ook Frank deed tegen hem zijn uiterste best vanavond. Stond hier iets op het spel? Een revanche of zo? Een basisplaats in het dit jaar succesvolle AdH-team?
Of wilde Paul vlug weer naar huis kunnen? Hij schreef me ‘ Ik speelde opportunistisch opdat ik tijdig weer naar huis kon’. Maar dat viel dan tegen. Hij speelde nog als laatste. Toen ik vertrok, zeiden Ab en ik tegen elkaar : ‘Paul staat erg moeilijk, Al een hele tijd. Die gaat vast verliezen!’ De volgende dag leek dat niet gebeurd te zijn. Hij stond wel veel minder, ook volgens de volgende dag de voorradige mening van Frank en van de computer. Maar Frank kon de winst niet erg vinden en het was al laat!
Frank:
“Ik stond heel goed en had eigenlijk moeten winnen. Maar ik kon ik door de dreiging die wit had over de g-lijn niets winnends forceren voor zover ik kon zien.”
Het was wel een mooie, spannende strijd. Maar ik verbaasde me wel even over de opening. Ook nog heel vreemd dat precies dezelfde onzorgvuldigheid deze avond bij Peter–Mink plaats vond. Ik heb er al eens eerder over geschreven. Ik leerde al toen ik 18 was uit een boekje van Max Euwe (voor de jongeren: ja ja, die Nederlandse wereldkampioen) dat 1 d4 d5 2 c4 Pf6 niet gezond is.
.
Omdat na 3.cxd5 Pxd5 wit de zet e2-e4 cadeau krijgt. En pionbezetting van het centrum daar gaat het in de opening toch allemaal om? Euwe vond wel dat je dan eerst even 4. Pf3 moest spelen om te voorkomen dat zwart nog een beetje lastig kan worden met snel e7-e5.
Ik heb daar als eens eerder over gezeurd op onze site, maar dat bleek Paul nu even vergeten. Ik heb toen ook even het volgende grappige gebeuren vermeld dat mij vier keer in mijn lange leven is overkomen. (Die zettenreeks hoeft niet persé precies zo, maar is wel vrij logisch!) .
Zo’n dameoffer in de opening daar word je toch een week blij van?
Dat Paul even mijn schrijfsel was vergeten was des te merkwaardiger omdat hij mij een soortgelijk kunstje flikte met zwart! In 2003.
In het klassiek damegambiet 1. d4 d5 2. c4 e6 3.Pc3 Pf6 4. Lg5 Pbd7
. KlassiekDamegambiet 4….Pbd7
dacht ik : ‘Geeft hij nu een pion weg? Vast niet. Ja, ik herinner me wel, hier was iets. Maar wat was dat ook al weer?’ Na een poos aarzelen zei ik: ‘ Paul, Ik weet dat er iets was, maar weet niet meer wat. Maar ja, dat merk ik dan wel.’ Paul grijnsde vriendelijk naar me en zweeg -uiteraard- in alle talen.
Ik speel 5.cxd5 exd5 8. Pxd5
À tempo speelde hij 8 ….. Pxd5. Toen wist ik het wel weer. Wat ben ik toch een grote sufferd. Ik gaf op! Wegens 7. LXd8, Lb4+
Paul deed bescheiden, niet eens triomfantelijk of schamper. Maar ik schaamde me dood. Het heeft jaren geduurd voor ik een klein beetje wraak kon nemen met een ander voorbereid openingsgeintje in de Colle.
Dit hele herhaalverhaal alleen voor Frank, Paul, Peter, en Mink. Daar stond het maandag op het bord. Alle anderen wisten dat alles natuurlijk al lang.
Mink hield goed stand tegen Peter. Ondanks zijn foutieve
2. ..Pf6 . Of moeten we nu al schrijven ‘Peter hield lang goed stand tegen Mink.’? Hoe dan ook, toen Mink toch aan een aanvalletje begon, hield Peter onvoldoende rekening met de gevaren en liet zich op simpele wijze mat zetten. Omdat Mink niet noteerde en Peter er al gauw mee stopte kan ik verder niets meer laten zien.
Ook nu beging Ivar een forse blunder in de opening, waardoor hij een stuk achter raakte,
.
9. Db3 ??? bxc4
om pas daarna aanmerkelijk sterker te gaan schaken. Maar dat is zelden dan nog voldoende tegen Gerrit, die dan stukken gaat ruilen om in een gemakkelijk winbaar eindspel te geraken. Nu ook. Ik was nog even onrustig bij de volgende stand:
.
(Dit was ongeveer de stelling)
Stel dat zwart ruil van 1 van die 2 pionnen toestaat en K+L+pion tegen K resteert. In het geval van een randpion en de koning in de buurt van het promotieveld, dan is dat vreemd genoeg remise! En als Gerrit toevallig ook die extra pion opgeeft En alleen K+L tegen K overhoudt, is het ook remise. Maar dat was dus allemaal niet het geval. Er is geen randpion en Gerrit keek wel uit. Ivar geeft op.
Ab speelde zijn opening tegen Bert voorzichtig, maar niet onlogisch. Bert stond toch al gauw iets beter, maar had daar niet genoeg aan en ging op de koningsvleugel aanvallen. Misschien wat te voortvarend, maar Ab kon er niet goed mee overweg en stond al gauw echt slecht.
.
20 g5!
En na enkele zetten volgt er een niet moeilijke offercombinatie dat het partijtje elegant uitblaast.
.
24. Lxh6!
Nu volgt
Ik zag Marc tegen Hugo weer Hollands spelen. 1. d4, f5 Dat zie je niet veel meer tegenwoordig! Het meest gebruikelijk is dan voor wit fianchetteren en op e4 aansturen. Opvallend genoeg deed onze fianchetto-adept dat nu niet. Maar komt toch, denk ik, wat beter te staan. Doch rond zet 16 gaat het toch langzaam de verkeerde kant op en hij is daarna niet opgewassen tegen de koningsaanval die Marc uit zijn hoge hoed tovert.
Het is mij wel duidelijk dat Marc meestal tegen sluitingstijd steeds sterker wordt. Ook een tovenaar dus, maar anders dan onze TiTaTovenaar, die vaak kans ziet in een voor hem moeilijke stelling ineens dodelijk terug te slaan. Marc zie je bijna nooit na een avondje schaak slecht staan. Hoogstens wel eens met maar een klein voordeel, zodat de eenvoudige toeschouwer eigenlijk niet ziet hoe hij dat gaat winnen. Maar dat gebeurt dan toch. Maar goed, nu tegen Hugo, was de komende winst wel duidelijk. De details vindt u hieronder in extenso. Want Marc stuurde me een indrukwekkend en zeer leerzaam verslag van zijn partij. Als u wel eens wat meer wilt weten van de Leningrader-variant van het Hollands kunt u dat daar opdoen. Sterk aanbevolen.
Ron deed iets wat voor hem niet al te gebruikelijk is. Hij speelde e4. Thomas deed ook iets onverwachts Althans voor ons. Hij speelde de Aljechin (s jachtvariant). 1. …. Pf6 2. e5 .
.
Ook in onze omgeving erg ongebruikelijk! Als je tegenstander er verstand van heeft, kun je het er met zwart knap lastig mee krijgen. Maar die eer was toch aan Ron. Die verzon een minder gebruikelijke voortzetting om eventuele voorbereiding van Thomas een beetje dwars te zitten, maar raakte al vrij snel in de problemen. Dat valt gemakkelijk waar te nemen omdat hij dan mismoedig nee gaat zitten schudden achter zijn bord. Als u wilt weten hoe Thomas het varkentje (Ron) waste, lees dan het deskundig commentaar hierna. Dat komt van de heren zelf.
Ron: Ik was uiteraard niet voorbereid op Aljechin. Speel ook zelden 1. e4. Ik weet wel dat 4 pionnen-spel daar grote complicaties kan geven die NIET ongunstig zijn voor zwart. Daarom speel ik dat niet. Wat ik deed heb ik in verre verleden ook wel eens gedaan.
Ron – Thomas (10…Lg4)
11. Te1?
Op zet 11. moet ik dan echter wel gelijk h3 spelen. Speelt zwart daarop achteloos Lh5 kan wit wel enig voordeel bereiken (de pointe is dat dan in diverse varianten g4 mogelijk is om het paard op f3 te ontpennen, heel belangrijk). Nu had ik met Pbxd4 (ES: ???? )nog gelijk spel kunnen bereiken, 11. Te1 kon gelijk al worden afgestraft. Dat de toren nog ongedekt is kan van geprofiteerd worden (je vindt vast wel uit hoe J ). Maar in de partij werd mij steeds duidelijker hoe moeilijk ik eigenlijk stond. Tegen Thomas word je dan afgemaakt. Dat deed hij echt heel vakkundig…..brr….
Thomas:
Een keer geen Siciliaans spelen pakte goed uit tegen Ron. Na een paar lastige partijen tegen hem , was dit een goede keuze gebleken, al kun je dat uiteraard pas achteraf zeggen. Het risico als je deze opening niet vaak meer speelt is natuurlijk een lek in je openingsvoorbereiding, zeker toen Ron al met een voor mij onbekende variant kwam. Je bent dan al snel op jezelf aangewezen. De verzwakking van de zwarte pionnen structuur op zet 6 kostte wit wel het loper paar.
Ron – Thomas (5…e6)
6. Lxd5 exd5
Op zet 11 was ik eerst 11. dxe5 van plan,
Ron – Thomas (11.Te1)
maar ik had mijn twijfels over 12. Pxe5!? . Het blijkt volgens mijn metalen secondant dat zwart dan na 12.. Le6 13. Pxc6, bxc6 14. Lf4 licht in het nadeel is, enkele tienden dus niet erg verontrustend. Een belangrijk moment ontstond op zet 15,
waar wit besloot de pion niet te nemen.
Ron – Thomas (15.Lf4)
Na 15. Pbxd4, Pxd4 16. Dxd4, Lxf3 17. Dxd8, Tfxd8 18.
gxf3, Lb4 heeft zwart zeker compensatie. Deze mogelijkheid hebben we uitgebreid na de partij bekeken, en als wit secuur speelt, lijkt er toch voor zwart niet meer dan gelijk spel in te zitten. Maar pion d3 , zoals Martin later aangaf, kan ook zwak worden. En zo’n taxatie, daar kom je achter het bord toch heel moeilijk uit!
Ron – Thomas (20…Df6)\
Pas echt minder was 21. Dd2, `
terwijl na 21. Lh2 (of Lg3) , Pd4
22. Dxd3, Pxf3+ 23. gxf3, Lxf3 zwart slechts enkele tienden beter staat. Daarna was er helaas voor Ron geen redden aan.
.
0pgegeven.
Marc:
Hugo – Marc, 22jan24.
1.Pg1-f3 f7-f5 2.d2-d4 Pg8-f6 3.c2-c4 g7-g6 4.Pc1-c3 Lf8-g7 5.e2-e3 d7-d6 6.Lf1-e2 (Ik had 6.Ld3 verwacht, met als later plan e4, maar volgens mijn database wordt 6.Le2 aanzienlijk vaker gespeeld en zal ook wel beter zijn) 0-0 7.0-0 e7-e6!?
.
De combinatie van de Hollands Leningrad variant met g6 en Lg7, en de Hollands Klassieke variant met e6, wordt de kerstboom variant genoemd (met enige fantasie kan men namelijk in de punt wel een kerstboom zien). De kerstdagen zijn al voorbij, maar ik vond het nog wel kunnen 😊.
.
In de Leningrad hoofdvariant speelt zwart c6 in plaats van e6, wit speelt d4-d5, en als zwart e7-e5 speelt volgt de6:ep en Le6:, waarna zwart een zwakke pion heeft op d6 en wit op c4. Het verschil met de partij is dat in de Leningrad hoofdvariant de witte loper op g2 staat, maar hier op e2. Vanaf e2 dekt de loper c4, dus dat leek me een verbetering voor wit.
Het voordeel van 7..e6 is dat als wit een keer d4-d5 speelt, zwart gewoon kan antwoorden met e6-e5. Dus geen (en passant) slag op e6, en geen zwakke pion op d6. De kerstboomvariant lost dus een probleem op van de Leningrad variant. Echter, dat niet alleen, het lost ook een probleem op van het Hollands klassiek. Bij de klassieke variant staat de zwarte loper op e7, en moet dan vaak later, na Pf6-e4, naar f6 om op de diagonaal h8-a1 te komen. In de kerstboomvariant staat de loper al meteen op de diagonaal. Mijn plan was als volgt:
(Bij nader inzien, misschien eerder b6, Lb7, Pe4 om de witte zet e3-e4 tegen te gaan; later nog maar eens naar kijken). Maar goed, wit mag ook iets doen…
8.Ta1-b1 a7-a5 (Het voordeel van Tb1 is dat b4 mogelijk wordt, het nadeel is dat de toren niet meer op de a-lijn staat. Vandaar a5, zodat als wit b4 speelt, ab4: volgt en zwart de a-lijn in bezit krijgt. Er is trouwens nog een nadeel van Tb1. Als wit e3-e4 wil spelen, en niet een tempo wil gebruiken om de loper van e2 alsnog naar d3 te verplaatsen, dan ligt het voor de hand om e4 te ondersteunen met Dc2. Maar dan staan dame en toren op dezelfde diagonaal, dus misschien geeft dat mogelijkheden voor zwart) 9.Dd1-c2 Dd8-e7 (volgens plan, ondersteund e6-e5, en maakt plaats voor Pb8-c6-d8-f7)
.
10.e3-e4 e7-e5 (De regel is: als wit e4 speelt, dan speelt zwart e5 (of eerder als dat kan, zodat op e4 zwart f5-f4 kan spelen; dat is nog beter). Als e5 niet gaat als antwoord op e4, en zwart bijvoorbeeld fe4: moet spelen, dan is dat vaak een teken dat er iets mis is gegaan bij zwart omdat de pion op e6 dan mogelijk zwak wordt op de dan halfopen e-lijn. Soms zal het wel kunnen, maar e5 heeft meestal de voorkeur) 11.Lc1-g5 (grappig is dat wit niet 11.ef5: kan spelen wegens Lf5: en het probleem van Dc2 en Tb1 op dezelfde diagonaal) f5-f4
.
De computer is van de hele zwarte opstelling niet onder de indruk. Hollands is eigenlijk een poging tot een verbeterd Konings-Indisch, want dan staat f5 er alvast, maar over het Konings-Indisch is het ook meestal niet zo enthousiast. Echter, na f4 springt het apparaat helemaal naar groot voordeel voor wit. Er komt namelijk voor wit zo een combinatie mogelijkheid aan…
12.Pc3-d5 De7-f7
.
Wit kan hier 13.de5: spelen. Ik had daar wel heel even naar gekeken, maar het niet serieus genomen. Zwart heeft namelijk zetten als Pd5:, gevolgd door h6 en ik dacht de loper te winnen. Of iets als Pe4: De4: Lf5 over de diagonaal. Maar de computer laat zich niet afschrikken en 13.de5: is inderdaad veel beter voor wit.
Waar komt dit opeens vandaan? Het probleem is denk ik toch de mix tussen de Leningrad en het Klassiek. In het klassieke Hollands staat de loper op e7, de dame kan dan naar e8, en op Pd5 heeft zwart dan Ld8. De dame op e8 dekt e5 (en kan via De8-h5 later in de aanval), de loper op d8 dekt c7 en probeert zwart lang genoeg stand te laten houden op de damevleugel zodat er tijd is voor een aanval op de witte Koning. In de Leningrad staat meestal een pion op c6, en kan Pd5 al helemaal niet. Maar, in de mix, staan de zwarte stukken misschien toch wat onhandig.
13.Lg5xf6 Lg7xf6 14.Pd5xf6 (Wel zonde van het sterke paard op d5. De loper op f6 loopt nog niet weg, als wit die zou willen ruilen. Ook niet naar d8, want 4 zwarte stukken op de onderste rij damevleugel oogt riskant. Beter is 14.c5)
Hugo – Marc (14.Pxf6+ )
Df7xf6 15.d4xe5 d6xe5 (Nu geeft zelfs de computer voordeel aan zwart. De witte stelling is misschien nog wel ok, maar praktisch heel erg moeilijk. De zwarte aanval speelt eigenlijk min of meer vanzelf) 16.c4-c5 Pb8-c6 17.Le2-c4 Kg8-h8 18.a2-a3 g6-g5 19.h2-h3 h7-h5 20.Pf3-h2 g5-g4 21.h3xg4 h5xg4 22.g2-g3 f4-f3 23.Dc2-d2 Pc6-d4 24.Tf1-d1 Kh8-g7 0-1.
2S7A6642WEB
Hieronder nog even de hele partij naspeelbaar!
De eindcorrectie moet nog plaatsvinden
Die partij tegen Eddy waarbij ik met een schijnoffer mijn dame weggaf en uiteindelijk resulteerde in stukwinst, kan ik me nog goed herinneren. En die wijsheid kwam inderdaad uit een boekje van Dr. Max Euwe. Namelijk Praktische Schaaklessen deel 3, Openingsrepertoire. Voordat ik het leven wat serieuzer nam en eindelijk aan een opleiding begon, had ik nog tijd om schaaktheorie tot mij te nemen. En dit trucje had ik nog onthouden. Maar na 40 jaar is dit toch niet blijven beklijven. Ik word oud.
Het deed me wel deugd om het nog eens terug te zien, in dit weer uitgebreide verslag, waarvoor mijn dank