Vorige week schreef ik dat de kaarten nu wel geschud waren. Dat zal ook wel. Maar toch.
Bert- Ron werd wel een heel venijnig gevecht. Hollands. 1. Pf3 f5 2. e3 Pf6T.g.v. het m.i. niet erg logische 3. Pc3 al van alle databases verdwenen. ( 2.Pc3 of 3.Pc3 hebben meestal de bedoeling om desnoods met een gambiet (Staunton) e4 zo snel mogelijk door te zetten. Maar dat is nu erg onwaarschijnlijk omdat dan 2. e3 puur tempoverlies was. Mij lijkt 3. c4 meer voor de hand liggend. Ron: “Ik speelde voor het eerst in m’n leven Hollands.” (ES: Maar ik zag hem voorheen met door het ‘Hollands’ sterk geïnspireerde varianten tegen het Engels optreden. ) Bert rocheerde lang! Dat komt in het Hollands niet zo vaak voor. Met dus onverholen agressieve bedoelingen. (In bijna alle Hollandse partijen speelt wit g3 en rocheert kort). Ron dacht daarvan te kunnen profiteren door de witte koningsstelling aan te randen door een stukoffer voor te bereiden. Ook agressieve bedoelingen dus. Leuke stelling:
Voor de toeschouwers: Wie heeft er nu de stelling het beste getaxeerd? Natuurlijk kan wit niet gelijk op a3 slaan wegens 14 …. , Dxc3. Maar wit heeft wat tussenzetten die er niet om liegen. Vanaf nu spelen beide partijen onafgebroken de sterkste zetten, volgens Houdini: 14. d5 !! Nog een pion in de aanbieding! Wie is er hier nu eigenlijk aan het offeren? Knap hoor! 14 …… , Lxd5 (Le7 is ook niet leuk 15. dxe6 dxe6 16. Lc4) 15 De5! met matdreiging Tf7 (wat anders?) En na dit tempowinstje dekt de dame de loper op c3. Dus nu dan maar: eigen schuld dikke bult: 16. bxa3. Maar die dame moet dan wel de loper op c3 kunnen blijven dekken! Kan dat wel? Nu is zwart aan de beurt! 16 ….. d6 17. De1 (de enige) h6 (om Pg5 te voorkomen)
Na 18. Lb4 (Lb2!?) Dd7 en daarna 19. c4 wordt langzamerhand wel duidelijk dat Ron te weinig heeft voor dat geofferde stuk. ….. Lxf3 (noodzakelijk, want na Lb7 20 Lc2 gaat de d6-pion verloren) 20. gxf3 OK, die pionnenstelling op de rechterflank ziet er uit alsof er sprake is van enig achterstallig onderhoud (ik vermoed dat Gerrit bijv. hier heel erg onrustig van zou worden, maar Bert heeft over het algemeen een positieve kijk op zijn wereld). Er staat wel wat tegenover: een prachtige diagonaal a1-h8 als uitnodiging voor de witte dameloper, en na Lc2 ook een redelijke actieve witte koningsloper, een halfopen d-lijn voor wit, een halfopen e-lijn voor wit, een halfopen g-lijn voor wit, en een kleine materiële voorsprong. Mogelijkheden te over.
Ron: “Ik kon eigenlijk daarna net zo goed opgeven, maar was benieuwd hoe Bert het zou aanpakken. Wat mij verbaasde is dat hij niet simpel torens verdubbelde op de g-lijn nadat hij me gedwongen had tot 19…, Lxf3. Ik hoopte nog op een blunder van zijn kant, maar dat zat er niet in. Tijdnood speelde ook nog een grote rol zoals je gezien hebt” Zeker! Want na een wat mindere 32e zet van wit kan zwart nog vechten. Maar er resten nog slechts een handjevol seconden! Zelfs Ron wordt dat te veel. Nou ja, te weinig dus.
35. Tcc8 (35 …… Tce7 is ook onvoldoende, maar beter) 36. Tg6 (Dd7!?) en Ron hield het voor gezien. Direct overlijden ( 36 . Txh6+ gxh6 37. Dxh6 mat) kan worden voorkomen met De3 maar echt beterschap zit er voor de patiënt niet meer in.
Peter (zwart) viel weer de eer te beurt doelwit te zijn van ons snelschaakkanon Marco. Engels uiteraard. Peter deed dat niet slecht: e5, Pc6, Lc5 en indien ook nog Pf6 gaat alles volgens het boekje. (Nou ja, volgens een van de vele boekjes met medicijnen tegen de Engelse ziekte.) Maar Peter speelde Pg8-e7 wat me wat te sloom lijkt. Neemt niet weg dat zijn stelling bij zet 9 nog heel redelijk is. Doch met een verkeerd plan (Lb4i.p.v. La7 en ruil van de loper tegen Pc3) bereikt hij slechts dat Marco licht in het voordeel komt. (meer invloed in het centrum en een mooi loperpaar) Misschien daarom, maar ook omdat Peter -ooit door schade en schande wijs geworden- meer naar zijn klok dan naar zijn schaakbord kijkt (vertelde hij achteraf timide) , maakt hij een enorme fout bij zet 11. Hij overziet een eenvoudige pionvork en dat kost hem een stuk. Voor hem heel vervelend, voor Marco een feestje. Voor mij ook, want ik kon de stelling leuk gebruiken in mijn boekje met mijn schaaklessen op de Blauwe Morgenster. Onder het diagram vermeldde ik met afkorting : Marco v. Wijk – Peter v. P. , maart 2014. Afkorting uit mededogen. ( Niet omdat je zo over kriminelen schrijft. )
Na deze elementaire vergissing kwam Peter v. P er niet meer aan te pas. Met klok of zonder klok, dat maakte niet meer uit. Bij zet 23 gaf hij op. Kun je nagaan hoe erg het was. Als zelfs Peter geen lichtpuntjes meer ziet.
Te horen aan de lach van Gerrit was hij wel tevreden met een remise tegen Marko. Te zien aan het gezicht van Marko was hij niet echt tevreden met de remise tegen Gerrit. Eindeloos analyseren achteraf hoe het nu had gemoeten. “Ik stond toch beter!?” “Haha” lacht Gerrit.
Natuurlijk. Na 1.d4 d5 2.c4 het verderfelijke Pf6, tja, dan kom je met wit vanzelf beter te staan. Ik denk dat G.v.D. ( afkorting nu niet uit mededogen maar als aanduiding van iemand onder ernstige verdenking van immoreel gedrag) die zet speelt om mij ervan te overtuigen dat ik beter kan stoppen met mijn schaakcommentaar op de website. Mijn wijze lessen worden toch direct weer vergeten. Bij zet 15 staat wit veelbelovend. Maar zijn vernuftige schijnoffer levert niet veel op.
15. Lxf5? exf5 16. e6 Lh5 17.exd7 Lf7 blijkt erg weinig op te leveren. ( Houdini adviseert 15 a4 Pd5 16. Pxd5 cxd5 17. Tc1 ook met iets beter spel voor wit.) Toch blijft wit steeds een tikje beter staan maar er is wel erg veel techniek nodig om er iets mee aan te vangen. Die heeft Marko (nog) niet voorradig. Hij maakt nergens ernstige fouten en speelt logische zetten. Maar ja tegen gewapend beton valt niet veel uit te richten. Troost voor Marko: Ik heb denk ik wel tien partijen met Gerrit in m’n boekjes staan waarbij ik gedacht heb: “Ik stond toch beter. Waarom kon ik dat nou weer niet winnen!” Het is een ervaring die veel clubgenoten zullen herkennen.
Paul (wit) tegen Martin.
Siciliaans. Onregelmatig. 1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. c4 !? Paul: “Zelf een opening geprobeerd die een schaakvriend al 30 jaar speelt, ken alleen de eerste 3 zetten. Vraagje, wat gebeurt er als zwart bij zet 5 Da5 speelt, ik was daar bang voor, maar een vroege dame zet is misschien ook niet goed. Kan je met dat speeltje van jou dat eens uitzoeken.”
Eerst wat statistiek (uit mijn speeltje PB 2014 (Powerbook) ): 3. d4 49104 partijen score wit: 53.3 % 3. Lb5 18104 partijen score wit: 56.6% 3. Pc3 9015 partijen score wit: 56.3 % 3. c3 2435 -partijen score wit: 53.8 % 3. d3 (Gerrit?) 938 partijen score wit: 45.5 %
Tenslotte: 3. c4 (Paul & Co) 162 partijen score wit: 45.5 % Als wit die zet 3. c4 ongestraft kan spelen is het natuurlijk prima. Het vertraagt de bevrijding met d7-d5. Het meest gespeelde antwoord van zwart is dus 3 ….. e6 met de bedoeling zo snel mogelijk toch d5 door te zetten. Hoofdvariant: 4. Pc3 Pf6
5. Le2 d5 (door 3.c4 i.p.v. 3. d4 heeft wit geen 5. Lg5 achter de hand om d7-d5 te blijven belemmeren) Vraagje: Maar 6. e5 dan? H. vindt 6 ….. Pg4 de beste. Weer een bezwaar van c4 i.p.v. d4 : Er kan geen loper naar f4 om e5 te dekken. Zwart staat bevredigend. Hoofdvariant: 6. exd5 exd5 7. cxd5 Pxd5 (0.07 Gelijk dus)
Terug naar de echte partij met Martin: 1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. c4 !? d6 !? Moet ook kunnen! Bedoeling zal wel zijn e5 te voorkomen. Wat niet echt nodig is. Wordt dus bijna nooit gespeeld, maar mijn speeltje H. is er niet ontevreden over. 4. Pc3 Pf6 5. d4
Vraagje van Paul : “5 ….. Da5 Is dat wat?” Noch mijn speeltjes, noch ik zien hier een probleem voor wit. Daarop volgt 6. d5 Pe5 7. Pxe5 dxe5 (6…… Pb4 a3 gevolgd door bijv. Lg5 en het paard moet terug naar a6 omdat de toren op a1 nu gedekt staat. ) Ld3 of Dc2 om e4 te dekken en wit staat beter.
Martin speelt terecht 5 …. , cxd4 6. Pxd4 PB geeft nog ong. 2800 partijen met deze stelling! Het meest gespeelde (en beste) antwoord is nu 6 ….. g6 met een sterk op de Siciliaanse Draak gelijkende stelling. Martin speelt hier echter 6 …. Lg4 (En is daarmee uit de boeken. Bij Houdini staat die zet pas op plaats 8.) Volgens H. is de sterkste nu toch 7. f3 maar Paul’s 7. Le2 is ook niet slecht. Wit staat een fractie beter. Dat wordt meer als Martin besluit bij zet 8 om e5 te spelen. Dat mag dan leuk zijn in bij een Najdorf-variant (Ron) of een Svesnikov (Martin) maar het vervelende is dat er nu een pion op c4 staat. Nog een extra dekking van dat gat op d5 dat natuurlijk een belangrijke rol gaat spelen. Na enkele zetten volgt 12. Pd5
Martin probeert een tempootje in te lassen, maar dat pakt niet goed uit. 12 …. Pa5? Wat doet dat paard hier na dekking van c4? (12 ….. Pxd5!?) 13. b3 Pxd5 14. cxd5 b6 om in ieder geval dat paard nog ergens heen terug te kunnen halen 15. Ld2 Pb7 16. b4 en wit staat beter (meer ruimte). Als zwart daarna dan ook nog verzuimt om direct met Tc7 en Tfc8 de c-lijn te bezetten, doet wit dat voor hem, en bij zet 20. Da6 (Txc7!? Dxc7 21. Tc1 Dd7 22. Da6) is de situatie hopeloos voor zwart. Geen wonder dat “bij gebrek aan goede zetten de slechte vanzelf komen.” Moeiteloos dringen de witte stukken binnen.
24. …… Pd8?? 25. Pxe7 schaak! Dxe7 26. Txd6 Db7?
27. Txd8 (leuk) Als zwart de toren terugneemt, verliest hij zijn dame. De dame kan nog weg, maar naar e7 en na torenruil blijft zwart een stuk achter en de vrijpion stormt voorwaarts. Zwart geeft op.
Joop (wit) deed het lang redelijk goed tegen Frank. “Ik had wel eens zoiets gezien, en dacht dat kan ik ook wel eens proberen.”
Na 15. La5 De8 (….. Dc8? 16 Pxde7 met damewinst!) 16. bxa4 kan wit nog lang voort gekund. Maar hier gaf wit gewoon een pion weg met 15. Pc3 Maar OK, kan gebeuren. Erger wordt de situatie bij zet 21. wanneer een enorme misser gelijk een eind maakt aan de onbegrensde aspiraties van onze veelbelovende senior.
21. Tb2?? ( brrr, die staat in het schootsveld van de loper op g7) Pxf3+ en dat kost een toren op b2! Einde verhaal. Joop rommelde nog een aantal zetten verder, maar ja, tegen een Frank !? Hopeloze zaak dus.
Er viel dus weer genoeg te beleven vanavond. “Aris de Heer een kleine maar gezellige vereniging.