Schaak te boek 2, Jean Pierre Rawie

Schaak te boek, 2.   Jean Pierre Rawie

Ik zag bij de boekhandel liggen: ‘Verzamelde gedichten’ van Jean Pierre Rawie. Daar ik zijn werk erg grappig vind, en eenvoudig leesbaar, en al het een en ander van hem op de plank heb, heb ik het gekocht. Leeft hij eigenlijk nog? Die is ook zo jong niet meer. Thuis zijn naam op internet ingetikt en ja, hij leeft nog. Toen zag ik daar ook iets verrassends: zijn debuut in 1976 was, samen met zijn vriend Driek van Wissen, het boekje DE MATCH , LUTEIJN – DONNER.  Gedichten en …  schaakpartijen!

Die waren niet opgenomen in de verzamelbundel. Maar die wilde ik toch best ook even bekijken. Het was alleen nog antiquarisch te koop. Voor een prikkie. Bij het geweldige internet – adres daarvoor      ‘www. schaakboek’.

Het boekje ging om schaakpartijen tussen grootmeester Jan Hein Donner en jonkheer Luteijn. Ik ging opzoeken wie die schaker jonkheer Luteijn was en wanneer die match gespeeld. Die bleken beide niet te bestaan.  Verzinsels. Het boekje bevat wonderbaarlijke, onmogelijke korte partijtjes, genoteerd in poëzie, met een mat als slot. Verzinsels, maar wel grappig.

De bedoeling van het boekje is eigenlijk de toen beroemde Donner een beetje te bespotten: een blaaskaak, een druktemaker, een alcoholist, iemand die zichzelf te hoog inschat. In de tijd van ontstaan van ‘De Match’ waren er matches geweest van Donner, bijv. met Hans Ree om het kampioenschap van Nederland.  Donner liet zich smalend uit over zijn tegenstander. Typisch Donner. Het was volgens mij niet echt gemeend. Zijn opvatting van humor.

Ree reageerde alert. Het trok de aandacht via de media. Ik citeer hier een en ander omdat het wel heel grappig was:

(Uit een artikel van Johan Hut   in Schaakhistotrie,  2012 )

“Wat moest Ree in zijn rubriek in de Haagse Post schrijven over het NK dat hij zelf had gewonnen?

Ree:

“’Jongen’, zegt Donner, ‘in mijn tijd heb ik dat wel vaker aan de hand gehad, en het enige dat je kan doen is uitbundig de schitterende prestatie prijzen van de nummer twee.’

Donner:

“Goed dan. Ree heeft gewonnen. In onze onderlinge partij speelde ik hem direct na de opening een gewonnen positie toe, maar hij aanvaardde de remise met een berustend ‘ik zie het niet’. Geduldig heb ik hem daarop enige winstwegen getoond. Ik zie mijn taak binnen het Nederlandse schaak als een vormende en belerende. Ree luisterde heel aandachtig, maar of hij het begrepen heeft…?”

Dat Donners fraaie stukken voor de krant weden gebundeld in het weergaloze ‘De Koning’ was in 1976 nog niet bekend bij de auteurs.

Ik vond de spot van Rawie en v. Wissen met het fenomeen Donner soms wel grappig. Die kreeg met dit boekje een koekje van eigen deeg.

Hieronder een paar voorbeelden. Ik heb ze uit het boekje gekiekt. Misschien mag dat niet, maar het is natuurlijk ook een beetje reclame voor het werk van Jean Pierre Rawie en Driek van Wissen, die ik beiden bewonder. Ook hier zult u niet beter van schaken, maar misschien wel glimlachen. Dat hoop ik. ..