Deel 1 :
Eerst weer een verslag in natura, d.w.z. wat er in de loop van de avond door mij heenging. Niet gehinderd door onnatuurlijk toegevoegd digitaal denkwerk en wijsheid uit aanwezige boekwerken. Al in Het Middenpunt op mijn tablet bij elkaar gefrutseld.
21.00 uur
Werd tegen de vissers al binnen een half uurtje de lucht onheilspellend zwart, tegen de kaasdragers tekende het onheil -dat we eventueel mochten verwachten met een onvolledig team- zich voorlopig nog niet af. Nou ja, invaller Niels werd van het bord gemept, maar dat was voor hem nog niet zo’n afgang, tegen iemand met veel ervaring en een elo van 1803.
Foto groter of beter: Klik erop. (Met < weer terug)
21.45 uur
Ik word toch wat onrustig. Andere invaller Marco doet het nog steeds goed. Maar Gerrit raakt een pion achter en een kwaliteit. Ron z’n Klassiek Slavisch is niet slecht. 1. c4 c6 2. d4 d5 3. Pf3 Pf6 4. Pc3 dxc4 (Frank en Martin spelen hier altijd het nog populairdere e6 en pas nemen op c4 als wit zijn loper heeft gespeeld. Op zoek naar de Meraner. Ook omdat wat zwart tegen Ron speelt heel vaak in remise eindigt, wat niet iedere zwartspeler leuk vindt) 5. a4 (na 5. e4 kan … b5)
Ik fluister Ron toe: “Aljechin tegen Euwe , matches om het wereldkampioenschap, 1935 en 1937.” Dat zeg ik nu wel parmantig, maar is dat wel waar? Dat zoek ik ter plekke gelijk op mijn tablet even op. Dat mag wel even. Het is nog waar ook. Maar gelijk valt me bij www. chessgames.com op hoe geweldig vaak dat in die twee matches werd gespeeld.
Zowel de variant met 5. e3, als wat Ron speelt met 5. Pe5. Bijna iedere partij weer. Haast onfatsoenlijk. Het is eigenlijk een behoorlijk saaie, maar oersolide opening voor zwart. Ron heeft me ooit al eens laten weten dat hij dit zwarte Aangenomen Slavisch best wilde tegenkomen. En toen al dacht ik daar het mijne van. (Vanwege die saaiheid heb ik me zelf eens -voor zwart- verdiept in een voor het Slavisch uitzonderlijk obscure variant, die door Morozewitch een paar keer werd gespeeld. Ik herinner me nu nog triomfantelijk de allereerste partij die ik tegen Paul mocht spelen. Nov. 2002 Ik was net na jaren afwezigheid weer terug bij AdH. Ik schoof hem met zijn 5. Pe5 in 25 zetten van het bord. Ik vrees dat Paul zich dat niet meer wil herinneren. Ik zal daarom dat miniatuurtje wel voor Ron en Paul als levend diagram elders opnemen.)
Jos begon optimistisch als altijd aan een aanval die wel eens een boemerang-effect zou kunnen gaan hebben. Maar ja, bij Jos kun je alles verwachten.
Zo op het oog staat Paul redelijk, maar moet wel uitkijken omdat de tegenstander ook wel mogelijkheden heeft. Bert zit al in een eindspel met een pion meer, en lijkt heel geconcentreerd bezig. Maar Martin heeft het misschien moeilijk.
22.00 uur.
Ron komt remise overeen. En gaat over tot een rondje analyseren met zijn tegenstander. kennelijk toch zelfs voor hem wel nuttig in het Slavisch. Als je met wit wilt winnen. En de overige schakers gaan een rondje fluiten en sissen om stilte. Dat vind ik toch wel een tikje overdreven. Ik vind dat de jongens echt hun best doen om te fluisteren. Bij het Tatatoernooi zijn ze wel erger gewend.
22.20 uur
Marco is nog steeds overeind. Gerrit hangt nog steeds in de touwen. Bert lijkt zijn voordeel kwijt te raken.
Jos lijkt onbevreesd voor de boemerang. Hij offert nu met 18. .. Txf4 een kwaliteit. Het is intussen wel het leukste partijtje van de avond aan het worden.
Paul lijkt mogelijkheden te krijgen.
22.40 uur
Bij Bert lijkt het toch remise te worden, Martin schijnt wat moeilijkheden te boven.
Marco staat nog steeds gelijk, maar krijgt problemen met zijn klok. Jos ziet nu helaas toch de boemerang op zich afkomen, maar laat zich niet zomaar raken. Gerrit gaat tegen het canvas, maar laat zich niet zomaar uittellen. Paul krijgt nog meer mogelijkheden.
Zijn tegenstander laat even zijn dekking zakken. En loopt tegen een linkse hoek aan. Die toren op c2 heeft geen mogelijkheden. Op 26. Tc3 volgt Dd1 op 26. Tc1 volgt Le3 en dan na Tb1 Dc2! Dus Wit offert daarom die toren maar, met Dxe6.
23.00 uur
Buiten luwt de storm, maar binnen wordt het windkracht 8, en vooral tegenwind. Bij Martin waait wat materiaal weg. Verdorie dat gaat toch weer mis. Bert offert een stuk tegen twee pionnen en zal blij mogen zijn met remise.
Jos raakt in het slop, en gaat knock out. Gerrit heeft gevochten als een leeuw, maar verliest op punten. Marco zit nu echt in tijdnood, gaat wankelend door de ring, maar blijft miraculeus nog net overeind. Maar ik vrees dat het zo weer een forse nederlaag gaat worden. Gelukkig wint Paul. Die speelde (met zwart) na zijn opening (Open Spaans) de hele avond ijzersterk. We mogen hier gerust spreken van de wederopstanding van een ex-kampioen.
23.40 uur
Marco had twee torens voor zijn dame en een gevaarlijke vrijpion. Redt hij het? Bijna.
Want hij maakt eindelijk , heel laat op de avond, in tijdnood, een fout. En verliest toch nog. Niemand die het hem kwalijk neemt (behalve hijzelf waarschijnlijk), want hij heeft een heel goede partij gespeeld.
Gelukkig weet Martin’s tegenstander het niet meer zo goed en wordt dat nota bene nog remise. En ook Bert tovert nog een remise tevoorschijn.
Maar de cijfers tonen genadeloos aan: Wij gaan niet promoveren. 1x winst 3x remise 4x verloren Dat is dus 2.5 tegen 5,5. Brrrrr.
Deel 2
Enige sappige details, thuis opgespoord met behulp van ons rekentuig + vriendelijke mailsteun van clubgenoten. Soms moet ik het een beetje kort houden. Anders wordt het helemaal een boek. En wie leest er vandaag de dag nog een boek? Sorry! Ik neem maar wat ik het interessantst vond of waar spelers me op wezen.
Man of the match: Paul. Aan hem heeft het niet gelegen. Open Spaans. Geheel volgens de theorie. Aan beide zijden.
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.0–0 Pxe4 6.d4 b5 7.Lb3 Le7 8.Te1 d5 9.dxe5 Le6
Paul: “Tot zover mijn openingskennis van het Spaans.”
Maar ook die van de heer Mak. De theorie gaat hier verder met 10. c3 of 10. Pd2 . Maar wit probeert hier 10. a4 b4! 11. Pbd2 Pxd2 en er is weinig voor zwart om zich nog zorgen te maken. Ik denk dat de beslissende fout van wit al bij zet 19. gemaakt wordt:
19.Tee3? (Th3! = ) c4! 20.Tg3? (er is een groot gebrek aan goede zetten) Lc5! Wit moet zijn pion op f2 in de gaten houden. Maar er dreigen ook problemen op de damevleugel. En de bedoelde witte aanval is voorshands goed te verdedigen. Paul geeft zijn voordeel niet meer uit handen.
Paul: “Ik durfde 24. .. Dxa4 niet wegens b3. Ten onrechte.” Maar ook Houdini vindt Paul’s 24. … Taf8 iets beter. 25. f3? Dxa4 ! Zoals hierboven al aangegeven is de witte toren in grote moeilijkheden. 26. Dxe6 is dan nog de beste. Dxc2 Maar natuurlijk is wit kansloos met een toren achterstand.
Knap hoor allemaal. Een kans krijgen en dan gewoon verder actief blijven spelen en never nooit iets fout doen.
Gerrit: “Ik raakte enigszins in de problemen op de 14e zet omdat ik vergat tijdig mijn pion op b4 dekking te geven. ” en “Na de 10e zet van zwart Lh5 had ik misschien beter h3 kunnen spelen om de velden van paard f6 te beperken maar had op dat moment helemaal zet f4 in mijn hoofd.”
Weliswaar stond daardoor wit al duidelijk minder, maar de problemen begonnen pas echt één zet later, na het pionverlies op b4, na 15 Pe2?
(Met 15. Pd1! zou wit het kritieke veld f2 gedekt hebben) Nu raakt inderdaad het zwarte paard op drift: 15. .. Lc5+ ! 16. Kh1 Pg4 waarna wit een kwaliteit verliest. (Wat wellicht ook gebeurd zou zijn na 16. Kf1 Pg4. Of erger. Want ook Dh4+ zit in de lucht.) En hij stond al een pion achter. Manmoedig blijft Gerrit de hele avond vechten. De stelling is ook nog zo dat hij zelf vrijwel machteloos is, maar hij daagt zwart uit om maar met een winstplan te komen. Zijn tegenstander is daar niet geniaal in, maar anderszins doet die de hele avond verder helemaal niets fout. Uiteindelijk moet Gerrit na zet 47 (!) toch opgeven.
Martin (wit): Engels. Zwart kiest de “Hollandse” opstelling.
Hier doet Martin de onverwachte maar m.i. grappige zet 8. c5 (dxc5 kan niet goed wegens 9. Db3 en 10. Pxe5) In mijn database zitten er voor deze stelling 12 partijen. Wrsch. is 8. .. Pa6 de beste. Zwart speelt echter: 8. .. Dc7 Na wederzijds een kleine onvolkomenheid De7 11.f4? (e4) h6? (exf4!) 12.fxe5 Lxe5 13. Pf3 zou wit wat beter staan. Dat zal wel komen door de wat uitnodigend ogende witte velden rond de zwarte koningsstelling, zeker als die loper op e5 weg is. (op den duur wellicht Ph4, Db3, Lh3) Maar Martin slaagt er niet in om er iets slims mee te doen, en het staat al gauw weer gelijk. Martin moet zelfs een beetje gaan uitkijken. Maar dat doet hij. Maar na het missen van een mogelijkheid na zwarts zet 25 … Lf5? (Le6!) 26. Db3? (Tac1!) keren de kansen echt. Wit komt steeds meer onder druk te staan en na 31. Kh2? staat zwart totaal gewonnen:
Wat als zwart hier 31. .. Le4 speelt? Daarna dreigt desastreus Dh5+ waarna ruil op g2 en daarna Dh3+ met mataanval. Dus moet wit de lopers wel ruilen, waarna het paard naar c6 gaat en de zwarte stukken veel dominanter aanwezig zijn. Nu is de witte koningsstelling veel kwetsbaarder. De witte Dame voorlopig te ver uit de buurt. De zwarte pion op c5 kan gaan oprukken. Enz.
Maar ziet! Deze mogelijkheid mist zwart. Hij speelt h5. Te langzaam. Nog steeds staat hij wat beter, maar het had vlugger gekund. Na een fout van Martin bij zet 33. wordt de situatie toch opnieuw heel erg dreigend voor de Beemsterling. Hij moet zelfs een stuk offeren om een direct mat te voorkomen. (Zwart heeft namelijk intussen wel ontdekt dat hij met de dame over de h-lijn de witte koning kan belagen, wat hij bij zet 31. nog niet door had.) Wij noteren vast een nul voor Martin.
Even die laatste strohalm van wit op e3 vastleggen met 42. … Le4 (en eventueel g2 mogelijk maken) en dan die witte a-pion onder vuur gaan nemen.
Maar ziet! Alweer! Zwart speelt 42. … Txa2? 43. e4! Kf6? 44. Te3 en het grootste voordeel is weg. Nu kan het nog een heel lange strijd worden. Stel dat de resterende pionnen geruild worden dan heb je een eindspel met alleen maar stukken en al heeft zwart een paard meer, probeer dat maar eens te winnen! Daar heeft zwart geen zin meer in. Hij wil naar huis, uithuilen bij zijn partner, glaasje en natuurlijk een stukje kaas, en dan naar bed! Alkmaar heeft toch al gewonnen! Hij vindt remise wel mooi. Ik mag zijn notatieboekje niet meer gebruiken. “Ik kan niet schaken!” roept hij vol zelfspot! Maar na wat we zagen valt dat best mee. Martin had alle geluk van de wereld.
Bert kreeg de “Gesloten Siciliaan” te bestrijden (met 2. Pc3 en f4 en pas daarna Pf3) en deed dat niet al te concreet. Ron: “Hij moet de elastische opstelling van het gesloten Siciliaans kiezen met zijn paard op e7, pion naar d6 (ES Moet dat niet zijn d5?.) en loper naar g7. Kan jij dit niet in je verslag vermelden? Ik heb zijn tegenstander aldus vorig jaar van het bord geveegd.”
Om toch wat leven in de zwarte brouwerij te brengen besloot Bert tot een ingewikkelde zet:
13. …… Pxe4 !!?? Leuk, maar fout! 14. Pxe4! Dat was een stuk! Laat maar zien! Er zijn nu vele wegen, maar ze leiden alle tot niets.
14. … Lxg5 15. Dh5! 0-0 (er dreigt mat) 16. Pxg5
14. .. 0-0 15. Dg4
14. .. h6 15. Lxe7
Maar wit laat zich overdonderen! 14. Lxe7? en juist die had Bert wel even goed uitgerekend! Die zet levert niets op : 14. .. Pxc3 15. Lxd8 ( Dg4 is iets beter, maar te weinig) Pxd1 16. Lg5 Pxb2 met gelijk spel. De stelling krijgt spoedig iets misleidends. Zwart lijkt voorlopig een pion te winnen. “Dat heeft hij weer knap gedaan”, denk ik als toeschouwer.
22. … Pxa2 waarna wit niet op a7 kan terugslaan omdat de pion op c2 dan ook aan de beurt is, en niet op a2 wegens Txc5. Maar al spoedig blijkt dat het nog niet zo eenvoudig is. Ook al omdat zwart erg moet opletten om zijn enigszins verdwaalde paard heel te houden. De daaraan bestede tijd stelt wit in staat zijn pion weer terug te winnen.
23.c4 Tab8 24.Lxa7 Tb2+ 25.Tf2 Txf2+ 26.Kxf2 Pb4 en al dat knappe rekenwerk van Bert blijkt toevallig toch niet voldoende voor winst. Dat bevalt Bert niet. Daarom probeert hij het wat later nog een keer met iets gewaagds.
Na 29. .. Tb3 om het paard te dekken staat het erg gelijk. Was Bert hier bang voor stukverlies na 30. Tb5 ? Maar dan kan miraculeus Tb2! 31. Ke3 (Na andere zetten volgt Pd3!) Pc2+ gevolgd door Ta2 en zwart redt zijn paard, met gelijkspel. Of wilde Bert toch nog een poging wagen om te winnen en offerde hij daarom met 29. …Tc3!? een stuk (tegen twee pionnen), met de gedachte dat als dat niet lukte, hij daar toch nog best remise uit zou kunnen slepen? Jos vond het gisteren aan de telefoon “moedig”. Maar misschien was het toch gewoon een vergissing. Wie zal het zeggen. Nou ja Bert, maar die zwijgt natuurlijk in alle talen! Winst werd het niet.
Maar inderdaad dat eindspel is moeilijk te winnen. En heer Toepoel vond deze uitslag tegen die legendarische Bert Kuijer wrsch. mooi genoeg. Of hij was gewoon moe, en dacht: laat maar zitten!
Jos:
Jos speelde weer heel ondernemend. Na 13 zetten moest hij zoeken naar de spannendste mogelijkheid. Niet eenvoudig! Hij belde me later op om te vertellen dat het wellicht leuk was om even naar de volgende interessante zet te kijken, waar hij tijdens de partij op gestudeerd had. Maar verworpen omdat hij het niet helemaal vertrouwde.
13. .. Db6!? Nee, niet om gelijk op b2 te gaan slaan. U weet, het credo is: “Sla nooit op b2, ook niet als het goed is!” (Van welke schaakmeester ook al weer is die uitspraak?) Maar zwart wil na 14. Db4 zijdelings het veld f4 voor de derde keer dekken. Daar wil hij met zijn pion naar toe. Daar draait alles om! Wit kan dat niet voorkomen door zelf 14. f4 te spelen wegens Pg4+ met allerhande onheil. Houdini geeft hier 14. Thb1 Db4 (daar is ie) 15. g3 en de stelling is onduidelijk, maar wellicht gelijk.
Andere mogelijkheden in de diagram zijn: 13. .. e6 (wat Dxh4 dreigt, maar de zwarte dameloper blokkeert, en derhalve om exd5 vraagt, waarna Pxd5 niet lekker aanvoelt.) , 13. .. Ld7 .
Jos kiest hier 13. .. De8! Objectief gezien is Db6 misschien wel iets beter, maar 13. ..De8 lijkt mij ook de interessantste.
14.Pf4 Df7 15.Pxh5 Dxh5 16.Tag1!? Ld7 17.a5
Wat nu? Hoe verder?
– Tf7 (of Tf6) , gevolgd door Taf8?
– Tab8 gevolgd door b5?
Jos kan zich niet langer bedwingen. Indien niet goedschiks, dan maar kwaadschiks: 17. … f4 Eindelijk, daar is-ie dan. Kost een paar centen maar dan heb je ook wat! 18. Lxf4 natuurlijk. En hier begon ik de boemerang te vrezen. Maar Jos had waarschijnlijk gezien dat alle andere zetten erg naar remise gaan tenderen. Wit heeft ook zijn mogelijkheden. Na Tf6 bijv. kan Lg5, Na Tab8 kan g3 en Kg2. En u weet: Jos wil altijd herrie in de tent. 18. … Txf4? Maar dit kwaliteitsoffer gaat niet opleveren wat Jos ervan hoopte. 19. Dxf4 Tf8 20. Dg5! En hier zal Jos dat beseft hebben. Hij gaat dan maar va banque spelen met Pg4+ , maar zonder dames blijft er van het zwarte initiatief weinig meer over. 21. Ke1 en de dames gaan er daarna af. Hoewel daarna wit niet altijd de allersterkste zetten kiest, zijn voordeel blijft evident. En dat laat Koerts zich niet meer afnemen. Jos heeft bij zet 35 genoeg van het wachten op het wonder. Wat hem dit keer dus niet zal overkomen.
Marco:
Zoals ik al zei: Marco speelde sterk. Maakte geen fouten en deed geen ondoordachte dingen. Marco’s partij werd laat op de avond het interessantst. Helaas is hij rond zet 30 gestopt met noteren, dus ik kan het niet meer reconstrueren. Volgende keer beter.
lk volsta maar met een deeltje van het commentaar dat Ron mij over zijn partij mailde:
Ron: “Marco speelde nu eens erg goed, maar had jouw instructies te letterlijk opgevat. Hij lette nu helemaal niet op zijn tijd en kwam dus in verschrikkelijke tijdnood, terwijl hij toen dus een prachtige stelling had en m.i. ook een winnend dame-offer bracht omdat de c pion altijd moet kunnen doorlopen als hij zijn stukken hiervoor maar even goed neerzet….”
Niels:
Natuurlijk duikt weer die slechte zet op : 1. d4 d5 2. c4 Pf6?? Ik wil het daar nu niet meer over hebben. Niels moet dat maar eens aan zijn vader vragen. Die weet dat wel. Het leidt tot het versneld innemen van het centrum door wit en tempoverlies voor zwart. Hij heeft wel mazzel dat zijn tegenstander het ook niet weet! Niels 8e zet is ook niet zo goed omdat hij zelf een gat in zijn koningsstelling creëert, wat eigenlijk alleen mag als er een fianchetto-loper in dat gat geposteerd wordt. Niels moet dat maar eens aan zijn vader vragen. Die weet daar werkelijk als specialist Konings-Indisch alles van.
Niels is vanavond niet op dreef (bij vroegere externe wedstrijden wel!) en helpt zijn tegenstander braaf met het mollen van zijn eigen koningsstelling. Die toont het funeste daarvan hardhandig aan in 21 zetten. Niels zei achteraf tegen mij : “Sorry!”
Dat is nu ook weer niet nodig! Als hij vanavond er maar wat van geleerd heeft. Je kan nu eenmaal niet elke wedstrijd `the man of the match zijn`.
Ron:
Ron: “Slavisch. Mijn tegenstander deed nu goed 5…, Lf5 en gaf later naar mij toe aan dat hij deze variant ook al gespeeld had op het Tata Steel toernooi. Ik kan nu 6. e3 spelen en de pion op c4 terugwinnen, maar zwart heeft dan toch wel gemakkelijk gelijk spel, de witte pion op a4 heeft zo zijn nadelen vanwege de verzwakking van veld b4, daarom wil ik deze variant niet meer spelen. Ik probeerde dus 6. Pe5 en kon mij vaag herinneren dat Euwe dit ook wel eens gespeeld had. Jij zei later dat dit tegen Aljechin was. Vervolgens moet ik op zet 7 beslissen of ik wel f3 gevolgd door e4 wil spelen.”
“Ik vind dat echter niets voor wit, zwart speelt 7. …, Lb4 en offert zijn loper op e4 (mijn tegenstander gaf aan dat hij dit ook gedaan zou hebben, 8…, Lxe4 9. fxe4, Pxe4). Dit mag dan volgens het Powerbook het meest gespeeld worden, maar de enige goede zet die wit dan heeft is 10. Ld2 en ik vraag me af of ik die wel gevonden zou hebben. Na 10…, Dxd4 11. Pxe4, Dxe4 12. De2, Lxd2 13. Kxd2, Dd5 16. Kc2 heeft zwart 4 pionnen voor het stuk, wat er wel 3 zullen worden, maar zulke stellingen zijn heel lastig te spelen voor de partij met het stuk meer en je staat ‘zomaar’ verloren, zoals Bert zo prachtig dit seizoen tegen mij al heeft bewezen.”
ES: Ron’s commentaar klopt als een bus! (Hij heeft me overtuigd!)
Dus 7. Pxc4 Ron : “7. Pxc4 is niet het beste, ik had weer voor e3 moeten kiezen, want nu kon ook 7… c5 en je kan gelijk handen schudden. Het door hem gespeelde 7…. Lb4 ligt ook wel voor de hand. Wederom heeft f3 en e4 dan dezelfde bezwaren. Het plan dat ik vervolgens koos (8. Db3) blijkt ook wel eerder te zijn gespeeld, maar zwart bereikt dus gemakkelijk een gelijke stelling. “
“Na 15. .., Dd5 moet ik wel damesruilen en valt er voor wit geen plezier meer te beleven. Hij accepteerde ook direct remise. Ik had ook al 50 minuten minder dan hij qua tijd. Voor mij toch weer leerzaam en illustratief geweest. Misschien dat ik mij met zwart ook zo eens ga opstellen. Je houdt dan de mogelijkheid om in het Slavisch Lf5 te spelen (en je weet dat ik van de London-opstelling houd). Vroeger heb ik het ook zo wel gespeeld, al kan wit op d5 ruilen en je krijgt dan een doodsaaie stelling.”
Dit is voor de club een nuttig commentaar vind ik. En het toont aan dat inderdaad dat Slavisch een wel erg degelijke opening is. En dat Ron dat nu ook wel vindt.
En als je niet uitkijkt kun je er ook nog best van verliezen. Ten overvloede voor Paul en Ron nog het aangekondigde Slavisch miniatuurtje met een wat wilder vervolg:
DE SLOTCORRECTIE MOET NOG PLAATSVINDEN!
1 | 7366095 | Jos Lohmann | 1959 | – | 7535385 | Marten Coerts | 1821 | 0-1 |
2 | 8529532 | Ron de Vink | 1924 | – | 6214153 | Jan Poland | 1765 | ½-½ |
3 | 7185981 | Bert Kuijer | 1830 | – | 7468362 | Paul Toepoel | 1787 | ½-½ |
4 | 7826654 | Martin Zwaneveld | 1696 | – | 8485059 | Peter Duijs | 1654 | ½-½ |
5 | 6808131 | Paul Verkooijen | 1735 | – | 7399469 | Nico Mak | 1710 | 1-0 |
6 | 7268195 | Gerrit van Dok | 1628 | – | 7731812 | Alexander Versluis | 1709 | 0-1 |
7 | 8486467 | Niels Kuijer | – | 6215594 | Aart Kögeler | 1803 | 0-1 | |
8 | 8493672 | Marco van Wijk | – | 7321534 | Ronald Kamps | 1639 | 0-1 | |
1795 | 1736 |