Daar was allereerst Jasper! Die net als vorige week al gauw al gauw verloren stond- met een onverklaarbare 8e zet een stuk verspeelde- maar daarna pertinent weigerde de handdoek in de ring te gooien. En net als vorige week zijn tegenstander met plaagstootjes alsmaar bleef belagen. En ook nu kon die niet veel anders doen dan dekking zoeken. Ron wilde zo graag zelf het initiatief nemen en met een flinke rechtse hoek de strijd beslechten, maar -net als vorige week voor Gerrit- wilde dat maar niet lukken. Natuurlijk stond Ron totaal gewonnen, maar Jasper speelde gewoon heel erg goed. Hij had wel een beetje compensatie, want Ron kon niet meer rocheren en moest blijven uitkijken. Twintig zetten lang bleef Jasper behoorlijk sterk spelen. Ron deed niets echt fout, maar het schoot toch niet op. Een rare, lastige stelling: wit heeft een stuk meer tegen slechts een pion. Maar zwart heeft twee sterke lopers, die die ongerocheerde koning op de huid blijven zitten.
En iedere keer als ik dacht dat Ron het nu wel voor elkaar had, bleek Jasper toch weer een nieuwe dreiging bedacht te hebben. Tot overmaat van ramp kostte het vooral Ron veel tijd.
Zijn hoofd werd steeds rooier. “Ik kwam niet los!” verzuchtte hij na afloop met een somber gezicht. Dat was om 23.30, toen iedereen al naar huis was. “Ik hoor al lang in bed te liggen.” kraaide Jasper blij. Want hoewel hij uiteindelijk dan toch verloor, begreep hij drommels goed dat hij een sterke partij had gespeeld en het daarmee Ron – toch niet de eerste de beste- moeilijker had gemaakt dan iemand tevoren voor mogelijk had gehouden. Dat hij uiteindelijk verloor, had – behalve natuurlijk met dat stuk achterstand- vooral te maken met een tekort aan ervaring. Bijvoorbeeld met het omgaan met de tijdnood van je tegenstander. Gek genoeg gaan veel schakers met een surplus aan tijd zelf de fouten maken, omdat ze denken dat je dan zelf snel moet spelen. Dat gebeurde nu ook. En ook te weinig ervaring met eindspelen. Na -eindelijk kreeg hij door Jasper’s overbodige haast een kans – een petite combination bij zet 38, kon Ron tenslotte winnen door zijn stuk bij zet 40 terug te offeren en daarna het hele pionneneindspel routineus in anderhalve minuut tot een goed einde te brengen.
41. Txf7 T2xf7 42. Txf7 Txf7 43. Lxf7 Kxf7 . En nu alle stukken er af zijn resteert voor wit een gemakkelijk te winnen overzichtelijk pionneneindspelletje.
Als Jasper dat eindspel had zien aankomen had hij zijn opponent wellicht nog langer kunnen ergeren en misschien wel door zijn klok gejaagd. Ze doen het weer! In dit geval Jasper. Die met een materiële achterstand kans ziet zijn tegenstander de hele avond met de vreselijkste dreigingen stikzenuwachtig te maken.
Peter deed het ook weer! Ik bedoel : komen! Ons trouwe -maar tot zijn oprechte spijt- vaak verhinderde clublid! Of bedoel ik : hij deed het weer: onnodig een stuk weggeven? Want dat deed hij ook weer. Hij vergat helemaal een stuk terug te pakken dat Bert gewoon onschuldig wilde ruilen. En bij zet 15 werd ook nog een schaakje met torenverlies gemist. Ja, dan ziet zelfs de onverwoestbaar optimistische Peter het niet meer zitten. De rest van de avond kreeg hij privé praktische schaaklessen van Bert. Gelukkig is hij een dankbare leerling. Wat binnenkort wel weer wat duidelijker zal blijken.
Gerrit’s schaakmachientje lijkt ook bijna weer gerepareerd. Dat doet het gelukkig ook weer. Hij bracht Martin (wit) al rap in ernstige moeilijkheden. Die stond na 14 zetten Engels heel erg goed, maar werd toen wat te hebberig na een dubieuze, maar toch stiekem wel erg listige, zet van Gerrit.
Na 14 .. Df5?
blijkt achteraf de op het eerste oog logische zet 15. Pxd6 toch niet zo goed. (15. Pxa7 of 15. e4 waren veel beter en wellicht beslissend geweest.) 15 .. Lxd6 16 Dxd6 en nu was Tbd8 dodelijk! Gerrit speelde 16 .. Pe4 wat er ook mooi uitzag, maar later minder catastrofaal voor wit bleek, maar evengoed nog lastig genoeg was.
Hier is maar één zet mogelijk, om de zwarte aanvalsplannen met al die dreigende zwarte stukken te doorkruisen. 17. Lxe4 waarna wat geforceerde zetten volgen: 17 .. Dxe4 18. Td1 (de enige omdat Pf3 anders nog vreselijker is) 18 .. Pf3+ 19 Kf1 (het beste omdat na 19 Kg2 Tbd8 vernietigend is 20 Df4? Ph4++ 21 Kf1 Dh1 met mat in 2 (of 21 Kh3 Dg2+ 22 Kxh4 Txd1 of zoiets) 19 .. Pxh2+
20 Ke1 ( 20 Kg1 !? en wit kan nog vechten, maar 20 Ke2? dan kan bijv. een curieuze combinatie volgen: 20 .. Dg4+ 21. Ke1 Pf3+ 22 Kf1 Pd4!! Met aanval op de witte toren op d1 en zwart staat superieur.)
Nu moet zwart kiezen uit: 20. .. Dg2 (Frank) of het gespeelde 20 .. Dh1+ . Daarvan werd de waarde door sommige betweters na afloop betwijfeld , maar Komodo vindt hem toch ook heel sterk! 21. Ke2 (vreemd genoeg is 21. Kd2 niet heel veel slechter (Tbd8? 22. Txh1) maar natuurlijk ook onvoldoende wegens weer 21. .. Dg2 en de zwarte aanval blijft voortduren) 21 .. Df3+ Ke1
Gerrit speelde nu al vijf zetten zetten lang steeds de beste en voor wit vreselijke zetten! De winst was voor hem absoluut verdiend geweest. 22. .. Tbe8 of 22. ..Dg2 waren volgens K. nu heel sterk geweest. Maar het schijnbaar eenvoudige 22. .. Pg4 niet! En Martin grijpt zijn kans: 23. Df4!! Dit doet aan de kracht van de aanvallende zwarte dame behoorlijk afbreuk. Of zwart ruilt de dames, en dan is de aanval doodgebloed. Of zwart speelt 23 .. Dh1+ , maar heeft na 24 Ke2 Dh5 (het enige veld) 25 Td5! ook niet veel dreigingen meer over. Gerrit ruilt de dames (Die vindt dat hij nu wel genoeg listigheden bij elkaar gepiekerd heeft, nu even rust!) Dxf4 24. exf4 (ghxf4!?) en de stand is nu gelijk!. Gerrit speelt volgens de regels verder ( torens verdubbelen op de open e-lijn) en zijn strategie had notabene toch nog tot winst kunnen leiden na een fout van Martin
27. Td5?? En wit zit opnieuw dik in de problemen na 27 .. Te2! Met aanval op Lb2 en op pion f2. Maar 27 .. f6 blijkt te behoedzaam. 28. Txc5 Pxf2 ( wel mooi) 29. Lxf6 gxf6 30 Kxf2 Te2+ waarna zwart de pion op b3 wint. En beide heren besluiten na nog enkele zetten dat ze geen zin meer hebben in het uitmelken van dit vrijwel gelijke toreneindspel. Remise! Een leuke, spannende partij! En Martin deed het ook weer eens: peentjes zweten.
Alleen de partij tussen Frank (wit) en Paul kan ik moeilijk met “ze doen het weer!” karakteriseren. Integendeel. Als ik er niet bijgestaan had zou ik via de notatie van de eerste tien zetten de namen van de spelers nooit hebben geraden.. Zoals de naam van deze variant van de Italiaanse opening al verraadt: “Giuoco Piano” . Italiaans voor “rustig spel” Ik zou het willen vertalen met”Tam Potje”.
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.d3 Pf6 5.Pc3 0–0
Wel improviseert Frank hier wat met 6. Pa4? (waar het boek verder gaat met gewoon 6.0-0 of 6. Lg5).
Maar na Le7 heeft wit natuurlijk niks. Er volgt wel even een rimpeltje in het spiegelgladde water bij zet 11.
Frank heeft net met m.i. onduidelijke redenen zijn loperpaar in de aanbieding gedaan met 11. Ld5. Ooit noemde iemand mij een “loperpaarfetisjist”. U begrijpt dus: mij is deze zet een gruwel. 11 .. Pxd5 12. exd5? Ervan uitgaande dat het zwarte paard geen leuke velden heeft. Dat is onjuist! (Dus beter 12 Pxd5=) 12. .. Pb8! Kan goed, zoals ook in de Breyer-variant van het Spaans omdat met . .. Pd7 het paard een mooiere bestemming bereikt met fraai zicht op e5 en daarna c5 kan volgen.
________________________________________________________________________________
Spaans, Breyervariant
(In de Breyer speelt zwart hier de verrassende zet 9. .. Pb8!)
_________________________________________________________________________
Terug naar Frank-Paul, vanuit diagram Frank1 11 .. Pxd5 12. exd5? Paul speelt het minder sterke 12. … Pa5 waarna wit het voor de hand liggende 13. b4 had kunnen kiezen. Na 13. Dd2? c5! Staat zwart wat beter. Dat houdt Paul mooi vast, en warempel na zijn 17e zet …. f5! begint het pianissimo wat meer op vivace te lijken. En warempel er zit na een wat mindere 20e en 21e zet van wit zelfs een echt crescendo in de lucht.
Na 21 . .. f3! Zou het feest worden, bijv. 22. g3 Dd7 23. Kh2 Le6 en dan staat de zwarte artillerie wel erg dreigend op de witte koningsstelling gericht 24. h4 Lh3
Paul doet het anders 21. .. Dg5 maar dat is te tam en zo wordt het toch weer andante: 22. Dg4 Dxg4 zwart kiest dus ook nog de weg van de minste weerstand (… Dd8!?). En dus remise. Een potje ‘kalmpjesaan dan breekt het lijntje niet’ van twee elkaar respecterende koplopers.
Dat was dus ronde 4.
Op naar ronde 5 en de dag erop de externe wedstrijd tegen Oppositie Heiloo. Met een onvolledig team? Dat is niet te hopen.
(slotcorrectie moet nog volgen)