Nee, die combinatie bedenk ik ter plekke zelf. Al die plaatsen in Noord-Holland hebben tegenwoordig hun eigen onzinnige drankjes en hapjes: Ik ken een biertje Beemster Blond, een Beemster Kaasje, (zelfs een Beemster Frietje bij Chris) en een Rijper Bittertje.
En die naam Bakkum is prachtig, en lijkt me zeer geschikt voor smakelijke combinaties als Bakkummer Bollen, Bakkummer Bittertje (let op die prachtige alliteratie), en voor Bakkummer Kermis, Bakkummer Oorlog. Dat laatste bestaat echt, maar geen idee wat het betekent. Het heeft iets met hun kermis te maken.
Natuurlijk, Bakkum is daarmee beroemd geworden!
En natuurlijk met zijn camping vol gevluchte Amsterdammers. En natuurlijk met zijn schaakclub. Eigenlijk net als wij een “derde wereld”-clubje. Balancerend op de rand van de afgrond qua ledental. Maar in leven gehouden door het enthousiasme van de velen van die enkelen.
(En de plaats Bakkum heeft – ontdekte ik onlangs – één van de in NoordHolland zeer, zeer, zeldzame mogelijkheden tot schaak op de middag, voor veteranen!)
Ze kwamen, de Bakkummers, afgelopen maandagavond voor een smakelijk hapje en afzakkertje.
De week ervoor : “Paul, weet je dat 31 oktober Marco en Jos niet kunnen, Marko veel te ver weg is, en Sven gedeserteerd. Hoe denk je een team bij elkaar te krijgen?” “Oh, dat is geen probleem. Met zes man kunnen we dat ook nog wel winnen!”
Dit gesprekje vervulde mij met zorg.
Ja, ik had gezien dat ons Elo-gemiddelde iets hoger lag, maar dat dan onze laatste borden, zonder Elo, daarbij niet meetellen. En ik zag in hun team een paar sterke topborden, en verder -qua Elo- nergens echt zwakke spelers, waar onze onervaren jeugdspelers een kans tegen zouden hebben. En ik herinnerde me nog heel goed de zeperd van vorig jaar, tegen hekkensluiter Volendam2, denkelijk tengevolge van onze tomeloze arrogantie en zelfoverschatting.
Gelukkig was daar ineens weer, na weken afwezigheid, onze hoop op betere tijden….. : Niels Kuijer !!! Maar die had natuurlijk even geen wedstrijdritme meer. En dan moest Jeugdige Jasper (Let alweer op die prachtige alliteratie! Ja, mijn gevoel voor klank en rijm is onovertroffen!) maar weer proberen op het achtste bord zijn privé-recept te bereiden: avondje lang met een stuk minder de tegenstander toch een te hoge bloeddruk bezorgen.
Al gauw bleek mijn zorg niet geheel onterecht, en Paul’s optimisme wel geheel lichtvaardig. Nee, dit werd geen amuse, geen smakelijk tussengerechtje, geen eitje. Dit werd stevige kost.
Ron de Vink viel met zwart als gebruikelijk weer als uitgehongerd aan, met 2. …. f5 tegen het Engels, maar ontdekte al snel dat Henk van der Eng (1833) niet van plan was zich zomaar de kaas van het brood te laten eten.
Foto's groter en beter: op klikken!
Ik had het idee dat Paul zijn tegenstander wat te veel aanmoedigde om het voordelige en toch altijd gezonde menu van de dag te kiezen: rechtstreeks op de zwarte koning af.
Martin leek weinig te bereiken met zijn Engelse schotel. Maar we weten dat Martin het meestal pas halverwege de avond echt lekker gaat vinden.
Gerrit had zich sterk vergist in de keuze van zijn gerecht tegen het Schots gambiet en zich vervolgens behoorlijk verslikt. Het zag ernaar uit dat dit partijtje hem heel zwaar op de maag zou gaan liggen.
Frank speelde onlogisch 3. exd5 met vrijwillige bevrijding van het Franse zorgenkind op c8, en dat tegen nota bene zijn eigen lievelingsrecept, het Frans.
Jasper serveerde natuurlijk ook deze tegenstander op het dienblad een kwaliteit, en vond later dat hij dat toch nog een beetje moest garneren, zodat het op een toren leek. Tenslotte is een heel stuk weggeven zijn favoriete gerecht.
Alleen het spel van de familie Kuijer stemde tot tevredenheid. Niels deed na zijn onsmakelijke – al jaren geleden door mij slecht gerecenseerde éénsterren-zet (1. d4, d5 2. c4 Pf6????? ) weinig meer fout, had het geluk dat zijn tegenstander van die openingsmisser niet erg profiteerde, en had spoedig een gezond en calorierijk bordje voor zich, en
Bert moest proberen het (door hemzelf ook vaak aan zijn gasten voorgeschotelde) Koningsfianchetto te verorberen. Hij koos daarvoor een Joegoslavische variant van de Pirc, sterk gekruid met een 6. f4 !? Ik had al gauw het gevoel dat dat voor hem een kwestie zou worden van flamberen en snel afblussen.
Wat ging dat worden? Hoezo zwakker? Hun 3e,4e,5e,7e en 8e bord hadden een hogere rating dan wij. En hun 6e bord een ongeveer gelijke rating. Dus alle hoop op bord 1 en 2 gevestigd.
Pas rond 22.00 uur kwam er wat meer tekening in de strijd.
Gerrit had zijn voorgerecht tot ieders verbazing toch nog redelijk geconsumeerd, zijn hoofdgerecht netjes weggewerkt en begon nu opgewekt aan zijn favoriete gang, het dessert: een eindspel, met een vleugje winstmogelijkheid. Voor iemand als Gerrit althans.
Ook Frank lijkt na zet 18 een lekker stoofschoteltje in de oven te hebben gezet. Iets met een geïsoleerde pion van zwart, en een halfopen torenlijn van wit. Een heerlijke combinatie. Zou dat toch nog wat worden? In ieder geval lijkt er niet veel meer echt mis te kunnen gaan. Die zal altijd remise hebben!
Bij Paul komen er ineens pittige specerijen op tafel: Schlosser offert een stuk voor een gepeperde aanval. Maar Paul lijkt te weten hoe daar mee om te gaan. Gewoon pureren en daarna blancheren en tenslotte een beetje gratineren. Maar toch ….. Hij oogt wel zeer zelfverzekerd en koel als een glas champagne, maar als ik later zijn notatieboekje nodig heb, blijkt zijn handschrift vanaf hier volslagen onleesbaar te worden. Van de zenuwen natuurlijk!
Ron kookt ‘au bain Marie’ een listige aanval voor. Met een paar stukken, van een goed jaar. Het kan bepaald niet à la carte. Zijn tegenstander wordt een beetje in het defensief gedrongen. Wordt dit een grand cru, met zoete afdronk? Voorlopig valt nog niet te zien hoe dat dan verder moet.
Martin lijkt rond zet 17 een enigszins mislukte hap voor zich te hebben staan. Zal niet meevallen om daar nog een Bourgondisch feest van te maken.
Bij Niels gaat het ineens hard: Na diens ongelukkige 15e zet krijgt toch zijn tegenstander ineens de smaak te pakken en ondanks zijn ongelukkige achtergebleven e-pion dreigt hij er met zijn loperpaar een aanvalspecialiteitje ‘van de chef’ van te maken. Maar hij let even niet op, de boel brandt aan, en na zijn belabberde 20e zet is ineens zijn product onverteerbaar. Niels veert op, en met een serie kordate handelingen gaat het hele witte p(l)annetje in de afvalbak, en creëert onze leerling-kok een eigen verrukkelijk dessert. Voor de afwisseling niet met een Dame blanche, maar met een Dame noire.
Jasper haalt bij lange na zijn vorige lastpak-niveau niet. Hij bakt het nu echt al te bruin. Bleijendaal bezorgt hem eigenlijk een koekje van eigen deeg. Jasper wordt met eenvoudige oud-hollandse receptuur domweg ingeblikt.
Maar Bert ….. ? Hij proefde al vroeg de smaak van de overwinning, maar toch viel het hem niet mee. Zijn tegenstander deed er alles aan om Bert’s smakelijke, fijnzinnige gerecht in een onsmakelijke vette hap om te zetten. Maar dat lukte toch uiteindelijk niet. Pas na 50 zetten en vlak voor sluitingstijd kon de rekening worden opgemaakt. Dus toch, wil je tegen Bert stand houden, moet je uit nog een ander vaatje tappen.
Toen pas was ook duidelijk dat wij toch het zoet van de overwinning mochten smaken.
Want Martin kon intussen dankzij een zwakke 17e zet van Vermeulen ineens zijn smakeloze hap aan de hond voeren, en zelf weer trek krijgen. Maar aan het eind van de avond, na zet 28, was hij toch zelf zo verzadigd dat hij met remise genoegen nam.
Het eindspel van Gerrit zag er wel hoopvol uit, maar zelfs onze eindspelfanaat kon er toch geen chocola meer van maken. Ook remise. Frank kreeg aan het eind van de avond van zijn tegenstander nog een smakelijk digestiefje aangeboden, maar dat sloeg hij af. Ook hij was na een lange avond tafelen, geheel voldaan, met remise. Ron’s grand cru bleek toch een beetje naar de kurk te smaken. Hij had erg zijn best gedaan, een frisse melange van aanvalszetten op een bedje van degelijkheid op het bord getoverd, maar zijn tegenstander liet zich niet verleiden. Ook remise.
Maar Paul had intussen veel te veel lekkere hapjes van het bordje van Schlosser gejat, en die had dan ook geen trek meer. Gelukkig nog iemand die wint.
Toen we aan het eind van de avond de eindrekening opmaakten, bleken we tot onze verbazing toch met 5-3 gewonnen te hebben.
Maar de Bakkummer Bollebozen verdienen zeker Beemster Lof. Zij zetten ons deze avond allerlei avontuurlijke gerechten voor. Waar heel wat aan te proeven en te smullen was. Het was zeker geen Beemster patatje met een Beemster bal. En ook lieten ze ons het Bakkummer Bittertje poeven. Best een opwekkend drankje, maar toch wel met een klein beetje een nasmaak. Het woord zegt het al.
Nog wat highlights:
Het geweigerde digestief bij Frank:
Na zet 18:
Komodo10 geeft hier 19. Tad1 met fors voordeel voor wit. Bijv. Lxg3 20. fxg3 Kg7 (paard op f6 staat in!) 21. Pxd5 Pxd5 22 Txd5 Frank schrokte te haastig en kreeg de hik : 19. Pxd5 Pxd5 20 Dxd5 en toen werd het al gauw remise.
Het bittere voorgerecht van Gerrit:
1 e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Lc4 Le7? (theorie: 4 … Pf6! 5 e5 d5! 6 Lb5 Pd7) 5. 0-0 d6 6. c3 (niet de beste, maar wel een leuk gambiet) Pe5 ?? (theorie: 6. … Pf6 7 cxd4 Pxe4) 7 Pxe5 dxe5
8. Dh5 is dodelijk! … g6 9. Dxe5 Pf6 10. Lh6
Gespeeld werd 8. Db3 Ook eng! Maar minder dan Dh5 Le6 (de enige) 9. Lxe6 fxe6 (Ik zag deze stelling en gaf geen stuiver meer voor zwart! Wat een ellende! Daar durf je niet verder naar te kijken!) Maar wit durft niet op b7 te slaan en verknoeit zijn voordeel met 10 cxd4? exd4 11. Dxe6 (Dxb7) en na Dd6 doet zwart ineens weer mee.
Gerrit’s dessert:
23.Kf2 zwart staat best een heel klein tikje beter, maar de winstkansen die Ron en ik tegen elkaar fluisterend (ssstttt!!!!) hier dachten te zien, bleken wel erg miniem, wat de gasten achter het bord gaan demonstreren 23…Td5! [Dat had ik ook gespeeld. Ze hadden het achteraf over 23…g5!? 24.Ke2 d3+ 25.Kd2 ( ‘een vrijpion is een crimineel en moet altijd en zo spoedig mogelijk geblokkeerd worden, liefst met een paard’ Nimzowitsch, 1926 maar met een koning mag natuurlijk ook) 25…Td4 26.Ke3 (26.Ta5 a6 27.Ta3 gxf4) 26…Tb4 en dit wordt ook remise] 24.Tfc1 Tfd8? [en nu wordt het wel erg remise] [laatste poginkje was geweest: 24…Txc5 25.Txc5 Tc8! dreigt b6] 25.Ke2 T5d7 remise [25…Txc5 26.Txc5 d3+ 27.Kd2 g5=]
Gerrit’s bloedeigen commentaar: “Het gebrek aan theoretische kennis brak mij in het begin weer eens op. 6. …..Pe5 schijnt niet goed te zijn. Dat bleek. Ik kwam daardoor in ernstige moeilijkheden. Maar wit speelde 8 Db3. In de analyse achteraf bleek wit hier veel beter 8. Dh5 te kunnen spelen. Met 12. Dxd6 ruilde wit tot mijn grote opluchting de dames af. Volgens mij had wit hier met zijn dame nog wel leukere dingen kunnen doen. Wit gaf na afloop aan bang te zijn geweest voor 23. ……g5. Heb daar wel naar gekeken maar zag er op dat moment geen voordeel in. Graag een analyse van jouw computer of dit voordeel voor zwart geeft.” Zie daarvoor hierboven.
Jasper’s gegarneerde kwaliteit:
Jasper heeft met 11. Txb7? geslagen terwijl hij na het mindere 10. … f6? Gewoon 11. e4 had moeten spelen of 11. c4 Nu werd met 11 … Lb6! zijn toren ingesloten. Later verzeilt na wat omwegen de witte dame op a6, om Tb7 te dekken, maar dat maakt de zaak alleen maar erger na Lc8 en Pa5. Wat zijn tegenstander natuurlijk moeiteloos zag. Jasper had als een man (dat vergeten we wel eens, dat is hij toch al bijna!?) zijn fout moeten erkennen en met Tbxb6 axb6 gewoon de kwaliteit moeten geven. Maar hij liet de hele toren op b7 slaan. Wat gaat er nu toch in zo’n te weinig ervaren hoofd om?
Pittige specerijen bij Paul:
17.Tg3? (een moedig maar dubieus stukoffer, beter gewoon 17 exd4!? =) dxc3 18.Dh5 f5 19.bxc3 Kh8 20.Tg6 Tf7 21.g4 [21.a4] 21…Le4
En hier zal Schlosser wel hebben doorgekregen dat het biefstukje wel eens te taai zou kunnen blijken. Paul heeft niet eens de allerbeste zette zetten gedaan, maar dat was ook niet nodig! Hierna neemt Paul al of niet doodzenuwachtig het initiatief over, gaat zelf in de aanval en wit is, met een stuk minder, kansloos. Ik leg Paul’s eigen commentaar aan Komodo10 voor : “Weer een foutloze partij gespeeld, als gewoonlijk.” Komodo10 glimlacht vriendelijk “ Nou ja, foutloos ? OK, voor een gewoon mens lijkt het er wel op!”
Vurrukkulluk nagerecht van Niels:
Met twee slechte zetten achter elkaar gunt wit in wat betere stelling aan Niels een stuk!
21 … d4! Mag niet geslagen worden want dan hangt ineens van alles 22.e4 dxc3 23.Txc3 Dd7 24.Td1 Pd4 25.Dd3
25 …. Tad8! Slim 26.Tc4 ‘Zo win ik mijn stuk terug!’ Pe2+ ! ‘Mooi niet!’ 27.Dxe2 Dxd1+ 28.Dxd1 Txd1+ opgegeven, want nu is wit een toren achter!
Ron’s frisse aanvals-mélange op bedje van degelijkheid
Na 23 Dc1 Pg4 is dit de stelling (Ik zag eerder ter plekke 22 … h5 gebeuren en dat leek me toen niet zo nuttig. Oprukken haalt weinig uit. Ik keek zelf naar Tf6 voor Th6, maar dat levert na Kh1 en Tg2 ook niet veel op. Komodo vond ook h5 iets minder, had gelijk 22 … Pg4 gespeeld, en die h-pion maar laten staan. Maar geeft toch ook maar een klein voordeeltje.)
Nu loopt de aanval eenvoudig dood:
24.Tg2 Kf7? (24…h4!? wie h(a) zegt moet ook h(b) zeggen) 25.Kh1! Ph6 26.Dd1 Dg4 27.Pg1 Dxd1 28.Pxd1 en zonder dames is het snel remise!
Bert’s koekje van eigen deeg:
Na 12 e5! zag ik grote overeenkomsten met mijn geliefde koningsindische vierpionnenspel, waar Bert derhalve ook veel ervaring mee heeft. Aanschouw die hulpeloze zwarte loper. Aanschouw die slappe zwarte pionnetjes op de damevleugel. Zie met vreugde die mooie halfopen lijnen voor de zware witte stukken. Geef mij maar wit! Flamberen en afblussen dus. Maar dat viel dus tegen. Zwart vecht met alles wat hij nog heeft verder!
Maar Bert maakt geen echte fouten, en de druk op de zwarte stelling blijft. Na zet 38, minder zware stukken, maar nog steeds die gammele pionnetjes en die belabberde zwarte loper, en nu ook een pion minder.
38 … Pd4 en dit is de definitieve fout. (Eindelijk) [38…Pa5 maar ook dat is niet voldoende] 39.Lxd4 cxd4 40.c5! De witte koning stopt de zwarte vrijpion afdoende af, vooral omdat zwart geen zwarte stukken ter ondersteuning in de buurt kan krijgen. Maar de witte vrijpion, binnenkort ook ondersteund door een vrije b-pion, en met de belangeloze assistentie van de witte toren en loper, gaat het spel beslissen.
Oef!
Ideetje van Ron: ditmaal geen ‘man of the match’ maar een ‘family of the match’’: de Kuijertjes.
(Eindcorrectie moet nog plaatsvinden.)
31-10-2016 |
Aris de Heer |
– |
Bakkum |
5 – 3 |
||||
1 |
|
Ron de Vink |
1883 |
– |
|
Henk van der Eng |
1833 |
½-½ |
2 |
|
Bert Kuijer |
1830 |
– |
|
Pim Hoff |
1772 |
1-0 |
3 |
|
Paul Verkooijen |
1741 |
– |
|
Arno Schlosser |
1779 |
1-0 |
4 |
|
Martin Zwaneveld |
1682 |
– |
|
Fons Vermeulen |
1716 |
½-½ |
5 |
|
Gerrit van Dok |
1652 |
– |
|
Han Kemperink |
1673 |
½-½ |
6 |
|
Frank de Geus |
1655 |
– |
|
Gren Noteboom |
1642 |
½-½ |
7 |
|
Niels Kuijer |
|
– |
|
Hans Mantjes |
1591 |
1-0 |
8 |
|
Jasper Ittmann |
|
– |
|
Jacob Bleijendaal |
1504 |
0-1 |
|
1740 |
|
1688 |
|