Probleemschaak 27 febr. in het Middenpunt

Ooit nam ik mij voor stellingen uit de interne als ‘schaakproblemen’ op de site te zetten.

Is een keer gelukt met stellingen van vroeger jaren. Bij elkaar verzameld uit jarenlange schaakgeschiedenis van Aris de Heer.  Veel zoekwerk dus. Maar deze ronde verschenen zulke ‘schaakproblemen’ ( ‘vraagstukjes’ volgens Brouwer) aan de lopende band. Hoefde niet te zoeken. Ging allemaal vanzelf. Zal ze dus dit keer dankbaar benutten.

Ron (met zwart) moest tegen Bert. “Ik ben moe. Zware dag gehad. En dan moet ik nog tegen Bert ook.” Het leidde ertoe dat Ron gelijk maar de knuppel in het hoenderhok wierp. Dacht wellicht:  ‘Zal wel niet goed zijn, maar dat kan ik misschien op tijd naar bed.’De Fajarowitsch-variant van het Budapester gambiet. Al heel lang geleden ‘weerlegd’. Maar ja. Je moet het natuurlijk wel een beetje weten met wit. De kans dat Bert het ‘wist’ , was niet al te groot. Maar je moet het natuurlijk met zwart ook wel weten. En Ron mompelde na zet 6: ‘En vanaf hier weet ik het ook allemaal niet meer’. Waaruit ik afleid dat Ron dus vanavond moedig een risico nam. Maar Bert had er wel zin in. Niks proberen pion terug te offeren voor gelijke stelling, maar ‘Fire on board’. En met succes. Hij kreeg het voordeeltje dat je hoort te krijgen met wit. Pas op de 14e zet had hij zijn voordeeltje bijna kwijt moeten zijn, maar Ron reageerde net niet alert genoeg. Stond toen nog steeds wat minder. Gebruikte toen de methode Lohman: na een kort wild gambietje na 14 zetten remise aanbieden.  En ook Bert trapte daar in: Die vond het best, want de ranglijst blijft daarmee ongewijzigd. Bert fier aan kop. Konden ze beiden op tijd naar bed. Maar dat deden ze dan toch ook weer niet. Ze bleven de hele avond lekker analyseren en schaken. Ron was duidelijk weer helemaal wakker en blij dat dit moedige experimentje nog geslaagd was ook.

Jasper (wit) trof een Peter in iets mindere vorm. Dit keer gaf Jasper niet zijn stukken weg. Peter dacht waarschijnlijk : 'Als ik hem nu even voordoe hoe dat moet, doet hij het misschien toch ook wel weer na. Hij is dat gewoon even vergeten.’  Hoewel Jasper een enkel ‘schaakprobleem’ overzag, maakte hij geen desastreuze fouten. Peter was machteloos tengevolge van een onaangenaam gat op c6 waar Jasper uiterst hinderlijk zijn stukken op deponeerde. Hij speelde vanavond gewoon heel aardig. Toen Peter zijn dame had weggegeven hield die het voor gezien.

Frank (zwart) stond al gauw wat beter tegen Martin. Martin ging net als Ron vanavond op de gewaagde toer. Tegen Frank z’n lijfopening (Frans) al bij zet 2   b3 ?? en daarna 3. Pc3  en 4 Pb5?  Erg ongebruikelijk allemaal. Maar ja, je moet het wel weten met zwart. En die kans is natuurlijk ook hier niet erg groot. Ook Frank is niet zo’n openingenkenner. Maar ook hier speelde de aangevallene  niet uit een boek, maar gewoon op zijn bloedeigen intuïtie. En daarna geldt ook voor Martin:  ‘Vanaf hier weet ik het ook allemaal niet meer’.  Wit krijgt het moeilijk tegen een vrijmoedig agressieve Frank. Die hier en daar een superprobleemzetje mist, maar het toch gewoon behoorlijk benauwend maakt voor wit. Tot zet 23 … Le6?  Uw wijsneuzige Betweter riep bij de post mortem- analyse  ‘Je had hier met … h4 kunnen  winnen. ‘  Dat vond Frank waarschijnlijk geen leuke opmerking. Maar de computer beaamt het volmondig.  Betweter ook eindelijk eens een keertje gelijk. Na Le6 is het niet meer mogelijk de aanval kracht bij te zetten.  Wit komt zelfs wat beter te staan. Maar wit is opgelucht dat hij het onweer heeft doorstaan en accepteert remise.

Gerrit en Paul waren niet zo van de waaghalzerij  vanavond. Het was een rustige partijtje Schots. Door een eigenaardig tempoverliesje  van Gerrit 13. Lc4 en 14. Ld3 kreeg Paul het betere van het spel. Door een wat mindere 22e zet raakte Paul dat voordeel weer kwijt.  22.. Dg6 i.p.v. Dxf3.

‘Gelukkig kreeg ik de wind opeens weer in de zeilen met 23. Pe2. Paul kon de pion op b2 niet slaan omdat dan 24. Lc3 was gevolgd met verlies van een stuk.’  Zie hieronder bij de ‘schaakproblemen’ waarom dat laatste niet klopt. Neemt niet weg dat de witte probleempjes voorbij zijn en wit zelfs wat beter staat. Maar door een misser bij zet 25 gaat dat weer verloren en ook zwart slaat de plank mis, bij zet 27. Waarna wit de dames kan ruilen, en er een eindspel overblijft met een gelijk aantal pionnen en ongelijke lopers. Daar hebben ze beiden begrijpelijkerwijs geen zin meer in. Remise.

Een normaal  slot van een tamelijk ‘normale’ schaakpartij, wat je van de andere partijen niet echt aldoor kan zeggen.

Schaakproblemen.

Bedacht door spelers van Aris de Heer op 27 februari.  Voor oplossingen, zie rubriek ‘Oplossingen’.  Doe je best! Je kunt het!

Probleem 1:

19Gerrit1  19Gerrit1 

G.v Dok- P.Verkooijen,  Middenbeemster 27-2 2017

23. ….  Lxb2 ?   Wat volgt op 24. Lc3 ? 

Probleem 2:

19Frank1  19Frank1

M. Zwaneveld – F. de Geus, Middenbeemster 27 febr. 2017

Wat is de winnende zet voor zwart?

Probleem 3:

19Peter1 19Peter1

Jasper Ittman – Peter v.Putten ,Middenbeemster  27 febr. 2017 

Welk (bekend en voor de hand liggend)  dodelijk offer kan wit hier brengen?

Probleem 4:

19Peter2 19Peter2

Jasper Ittman – Peter v.Putten, Middenbeemster 27 febr. 2017 

Waarom had 11. … b6 hier direct moeten verliezen?

Probleem 5.

19Bert1  19Bert1

A.Kuijer- R.de Vink, Middenbeemster 27 febr. 2017

Bert speelde Dd5.  In de gewone hoofdvariant van de Budapester (met 3…. Pg4) is dat een sterke zet. Maar hier in de Fajarowitsch (met 3 .. Pe4) is volgens de boeken en Komodo  6. Dc2 de beste. 

 Wat doet wit hierna dan tegen 6. …  Lf5       ?  (met de dreiging … Pg3)

__________________________________________________________________