Probleemschaak Oplossingen (Zie eerst het verslag van 27 febr)
Probleem 1
Wat volgt op 23. .. Lxb2?
24. Lc3? Teb5! En wit zit in moeilijkheden. De penning van Lb2 is opgeheven. Wit heeft gewoon een pion verloren. Beter is daarom 24. Pd4 met de dreiging Pxc6. Teb5 is verhinderd en de loper op b2 staat nog steeds gepend. 24. … Tb6 25. Pxc6 Txc6 26. Txb2 met bijna gelijke stelling.
Probleem 2:
Wat is de winnende zet voor zwart?
23. … h4! Wit blijkt ook als groot probleem te hebben het Paard op b1 staat te niksen en de Toren op a1 staat nog ingesloten bijv. 24. Tf3? Dc1+ 25. Df1 ( op Kh2 of Kg2 volgt hxg3+ en soms een offer met Lh3) Db2!!! 26. Pd2 Dxd2 stukwinst 24. g4 (24. Dh2 Tg8! ) Lxg4! 25. Kh1 Le2 !!! een miraculeuze zet!
De Dame kan Le2 niet slaan omdat dan Tf4 instaat. Dus 26. Tf5!? Dan 26. .. Dg4 !. Van alle onheilen is het kleinste onheil dat wit nu kan treffen Lxd3, maar ook dat is niet heel erg gezellig.
Probleem 3:
Welk (bekend en voor de hand liggend) dodelijk offer kan wit hier brengen?
10. Lxh7+ !
10. .. Kxh7 11. Pg5+ 12. Kg8 Dh5 en zwart moet zijn dame offeren om niet mat te gaan.
10. .. Kxh7 11. Pg5+ Kg6 ( Kh6 Pxf7 + met damewinst) 12. Dd3 en de loper op c3 gaat verloren, stuk en pion teruggewonnen en de zwarte Koning staat er beroerd bij.
10. .. Kh8 11. Tc1 Lb2 12. Tb1 La3 13. Pg5! g6 14. Df3 enz.
Als je dit nog niet wist, onthoud het dan. Zulke stellingen komen vaak voor. Zelf heb ik dat offer zeker een keer of vijf kunnen brengen. Ook in de externe competitie. Kost wat tijd om na te gaan of alles klopt, maar dan heb je ook wat!
Probleem 4:
Waarom had 11. … b6 hier direct moeten verkiezen?
12. Dd3+ ! en zwart verliest zijn loper op c3. Immers 12. …. La5 maakt alles alleen nog maar erger 13. Dxh7+ Kf8 14. Dh8+ Ke7 15. Dxg7 en wegens de dreiging Lg5+ gaat zwart groot materiaal verliezen.
Probleem 5.
Wat doet wit na 6 Dc2 Lf5? met de dreiging 6. … Pg3 (Maar beter is 6. .. Pc5 7. b4 en 8 exd6 en wit blijft probleemloos een pion voor) )
Wat is nu de beste zet voor wit?
(Ik had deze stelling één keer, 10/10/1980 tegen de latere clubkampioen Vermeulen. Die verloor kansloos na 7. Pc3. Hij had de pech dat ik voor mezelf die Fajarowitsch-variant (met zwart) een beetje bestudeerd had. Later heb ik die variant nooit meer op mijn bord gehad.)
7. Pc3!! Pg3? 8. e4! Pxh1 9. exf5 en het verdwaalde paard op h1 gaat verloren. Na bijv. g3 en Lg2. Wit heeft de ‘grote kwaliteit’ gewonnen.
7. Pc3 !! Pxf2 8. Dxf5 Pxh1 9. g3 en ook hier gaat het paard verloren en blijft wit een kwaliteit voor.
7. Pc3 !! Pxc3 8. Dxf5 Pa4 9. Lf4 met prachtig spel voor wit. Dankzij de rare positie van het paard op a4 en de gezonde pion voorsprong.
Zo leer je toch elke keer weer wat bij van Eddy.
Op den duur weet ik zo ook van elke opening hoe het moet 🙂