Voor mij wel weer een leuke avond.
Onze nieuwe aanwinst, heer Zwaneveld, was er weer, en met succes. Hij speelde een heel verdienstelijk vriendschappelijk potje remise tegen Ab. Wat mij het commentaar ontlokt: ‘Mijnheer Zwaneveld, u moet blijven. U bent een aanwinst voor de club. ‘ Zijn zoon deed het wat minder deze avond. Maar die mag desondanks natuurlijk ook wel blijven. Gerrit won, en lijkt nu wel weer ineens in vorm. (Vorige week Paul aan zijn zegekar gebonden en nu Martin.) Ab was eerder op de avond kansloos tegen aanvallend spel van Frank. Ron won van een mystery-guest.
Foto’s groter, beter? Dan erop klikken.
Mystery guest
Wat een verrassing dat ineens daar in levenden lijve was: Stefan , met vakantie terug in Nederland. Wellicht om het recente resultaat van een van zijn scherpzinnigste winstcombinaties aan de familie te tonen: een dochtertje van 2 maanden. Ik viste natuurlijk gelijk naar zijn toekomstplannen en zijn succes als verre emigrant. Nog geen idee. Misschien terug naar Nederland. Maar misschien ook niet. Wel was hem inmiddels duidelijk dat emigratie naar Nieuw Zeeland (of was het Australië?) niet vanzelf een permanent succesverhaal is. Gezien deze visie en ook gezien het taaie verzet dat hij vanavond bood tegen Ron, mogen wij bij Aris de Heer nog even hopen.
Bert moest met zwart tegen Paul en na een gelijk opgaande opening koos hij niet het sterkste plan en kreeg het even moeilijk. Daarna restte hem slechts taai te verdedigen en dat ging hem wel goed af. Na 31 zetten was Paul tevreden met remise. Gezien de ranglijst Bert waarschijnlijk niet, maar hij moest wel. Temeer daar Paul in de eindstelling toch weer een fractie beter stond.
Martin-Gerrit
Ik speelde vroeger tegen Gerrit alleen in vluggertjes mijn geliefde Blackmar-Diemer-gambiet. Nooit in gewone partijen. Ik had ervaren dat ik met dat spelletje tegen zijn defensieve stijl – met nogal wat afruil van stukken- nooit veel voeten aan de grond kreeg, en zeker niet zo’n leuke combinatoire stelling kreeg waar elke gambietspeler op hoopt.
Martin probeert het tegen Gerrit wel, maar niet consequent. 1. d4 d5 2. e4 dxe4 3. Pc3 e6 de Euwe-variant. Niet de naarste voor wit, vind ik. Na 4. f3 exf3 5. Pxf3 heeft wit een open torenlijn voor zijn pion en is zijn witte koningsloper veel actiever dan de zwarte dameloper ! Daarom kunnen hier leuke aanvalsstellingen uit voortkomen. (Lastiger voor wit zijn varianten met vroeg Lf5 en pas daarna e6.)
4. Pxe4 ? Wel veilig natuurlijk, maar niet konsekwent.
(Zie mijn serietje over het DBG in juni/juli 2016. Ik moet dringend dat hoofdstuk afmaken, maar het kwam er nog niet van. Maar wellicht in juni/juli 2017 wel. Alhoewel …. Martin lijkt hier nog eens te willen bevestigen dat de vruchten van mijn inspanning of niet gelezen worden of razendsnel vergeten.) Martin wil wel graag een gambiet, maar toch maar niet, of toch maar wel. Hij slaat met Pxe4. Door dat geaarzel raak je wel heel gemakkelijk in een Franse stelling, waar menig witspeler een hekel aan heeft omdat het zo lang tam blijft. Ik herinner me een uitspraak van Ron: “Vroeger speelde ik ook veel BDG, maar daar ben ik mee opgehouden omdat mensen dan vaak switchen naar Frans, en daar heb ik een hekel aan!” (Ik denk dat de overtuigde BDGambiet-liefhebber ook maar een gambiet tegen het Frans achter de hand moet hebben. )
Na 4. …. Pf6 staat wit voor een moeilijke beslissing
Wit wil liever zijn paard niet ruilen. Hij wil ‘aanvalluuh’, maar dat gaat beter met veel stukken op het bord. Het vervelende van dit soort stellingen is dat stukkenruil niet erg te voorkomen is. Volgens Komodo is dan het beste dat maar accepteren en toch 5. Pxf6 spelen. ( 5. … Dxf6 6. Pf3 en nu moet zwart even uitkijken voor Lg5 (zeker na Ld3, want dan kan zwart zomaar ineens zijn dame kwijt zijn) en daar gaat een vertraging van de ontwikkeling in zitten: Bijv. 6. ….h6 7. Ld3 Ld6 8. 0-0 en wit staat een tikje beter. Natuurlijk kan zwart na 5. Pxf6 ook terugslaan met de g-pion, wat ook zijn aardige en onaardige kanten heeft. Maar dat zie ik Gerrit niet zo gauw spelen. (Frank wel.)
Om stukkenruil te voorkomen kun je ook 5. Pg3 overwegen. Maar dan is 5. … c5 niet plezierig. Had je maar niet met dat c3-paard aan het springen moeten slaan! Of je speelt 5. Ld3, maar dan gaat ruil op e4 volgen.
Volgens PowerBook wordt in de diagramstellig het meest 5. Lg5 gespeeld. Dat doet Martin ook. Maar een forse stukkenruil is toch bijna onvermijdelijk. Hier ging het als volgt verder: 5. …Le7 6. Ld3 Ld7 7. Pf3 Lc6 en daar gaat het dan toch gebeuren 8. Pxf6 Lxf6 9. Lxf6 Dxf6 en wit heeft niks bereikt (= 0.03) . Dat was nu niet bepaald het ideaalbeeld dat Martin met 2. e4 !? voor ogen had. En dus gooit hij er toch nog alsnog een pionoffertje tegenaan. Beter laat dan nooit.
10. Pe5 In principe best een goede en leuke zet. Maar het wordt wel een stelling waarin heel veel precizie vereist wordt en omdat hij dat verderop wel eens heel eventjes niet in huis heeft, blijft het voor wit: ‘hij offerde een pion en zag die nooit meer terug!
Hier heeft wit nog wel wat compensatie voor zijn pion: de zwarte geïsoleerde damepionnen. De sterke positie van zijn loper. ’ Maar zwart verdedigt stug.
14. … Tb8!
Met de nu volgende zet gaat wit in de fout. 15. b4 ? En daarmee ziet wit af van een lange rochade, wat nu nog kon. Maar met de dames nog op het bord wordt dat toch wel link. Zwart krijgt langzamerhand, afgezien van zijn pionnetje meer, meer mogelijkheden.
Hier is 20 …. De7 het degelijkst. Het paard op d7 dekken en ook na d5 kan zwart dus gewoon rocheren. Wit krijgt nog één kans: 20. … Df4? En nu zou 21. d5 heel vervelend zijn geweest voor zwart. Maar wit speelt 21. Tf3? En na 21. … Dd6!! Komt wit er niet meer aan te pas.
Zwart staat een gezonde pion voor en kan zelf veilig gaan rocheren, wit niet. Gerrit wikkelt het bekwaam af. 8 zetten later als hij weer een pion gaat winnen geeft wit op.
Gerrit: ‘Cruciaal is denk ik 10. …..Lxg2 geweest. Kon niet berekenen of wit daardoor een complete aanval kon opzetten en dus of ik mij het slaan van deze pion kon permitteren. Heb tijdens de partij een paar keer het idee gehad dat het maar net goed ging.’
Ron-Stefan
Ron: “De mystery gast was erg leuk. Tja, ik greep maar terug op mijn oude London, omdat ik daar eerder tegen hem mee gewonnen heb. Hij deed zelf Lf5 en dan kan het heel scherp worden als hij op b1 slaat en dan e5 speelt. Mijn rochade gaat dan verloren ten koste van een pion, maar het is scherp, maar waarschijnlijk niet voldoende voor zwart. Nu krijg je met wit zo altijd wel een veilige en prettige stelling. Maar hij verdedigde later wel taai hoor. De highlights heb je al mee gekregen. De fout zit hem in zijn b6….”
Maar na 7 … Ld6 gaat het nog best wel. Maar de echte fout is nu 7. … Pbd7 Nu volgt een leerzame afwikkeling: 8. cxd5 Pxd5 (wat beter 8 ….. exd5 maar ook dan 9. La6 ) 9. Pxd5 ed5 10. La6! En ineens zit zwart in de problemen. Er dreigt eenvoudig Lb7. De zwarte toren kan niet naar b8. Een mooi voorbeeld van een krachtig loperpaar!
Stefan grijpt naar een noodmaatregel die de zaak alleen maar ernstiger blijkt te maken. 10. … b5 ? (ook die wordt later kwetsbaar) 11. Lb7 Da5+ 12. Kf1 Td8 13. Lxc6 en hierna staat zwart verloren.
Toch bleef de partij de hele avond het aanzien waard omdat er een eindspel op het bord komt dat eenvoudig lijkt met twee pionnen meer voor wit, maar gek genoeg moet er nog heel wat vindingrijkheid aan te pas komen voor het spel dan toch echt gewonnen is.
Zwoegen! Veel moeilijker dan je zou denken.
Je zou verwachten dat wit met die vrije pion op f3 gaat opmarcheren, maar het wordt toch wat ingewikkelder. Terecht besluit Ron dat het oorlog op twee fronten moet worden. Een westfront en een oostfront. Zo wordt het toch voor de eenvoudige amateur een leerzaam eindspelletje.
Natuurlijk straal gewonnen voor wit. Maar moeten er misschien toch nog geheime wapens als ‘zetdwang’ aan te pas komen? 44. b4! Ka6 ( axb4+ 15. Kxb4 en het vervolg lijkt simpeler te berekenen, en wellicht doet Stefan dat daarom niet) 45.Pe2 (Ron durft kennelijk 45. b5 Kb6 niet aan, wellicht bang dat hij dan even niet verder komt, en daar zit iets in. Ook Komodo heeft eindeloze varianten nodig om dit eindspel dan te winnen!)
Analyse diagram:
Na b5 en Kb6. Wit valt d5 èn h5 aan. De zwarte loper mag dus niet spelen. Maar zetdwang lukt niet omdat als wit driehoekjes met de koning gaat maken, doet zwart dat ook! Maar hoe nu verder? Zelfs Komodo heeft heel veel tijd en eindeloze varianten nodig om dit te winnen. En een duidelijk plan kan ik in die varianten niet ontdekken. Lijkt een beetje op trial and error. Meestal 35 halve zetten diep. Daar heeft Ron geen zin in. Die doet het anders. f4 is een leuk veld voor het paard, maar toch maar een ander leuk veld voor het paard zoeken.
45. Pe2
45. …. Le8 ( wellicht had zwart nu toch maar op b4 moeten nemen ) 46. Pg3!
Als zwart op a4 slaat, slaat wit op h5 en met 2 vrijpionnen ver van de zwarte koning moet dat een eitje worden. 46. … Lg6 47. f4 ja, die troef was er ook nog axb4 48. Kxb4 Kb6 49. f5 Nu moet zwart knokken tegen twee vrijpionnen op twee vleugels. Dat lukt niet meer. Na zet 53 (!!!) geeft zwart op.
Minder simpel dan je zou verwachten, en zeker leerzaam.
Paul-Bert
Je ziet zelden Bert in zijn geliefde Siciliaan b6 spelen. Die houdt van b5. En waarom speelt hij d6 als d5 goed mogelijk is (geen wit paard op c3!) ? Misschien heeft hij geen zin in snelle ruiltjes en afwikkelingen. Rustig ingewikkeld laten worden en pas dan toeslaan? Hij moet winnen om Ron bij te blijven. Even lijkt zo’n aanpak goed uit te pakken, maar na zet 15. wordt het allemaal een beetje te bedachtzaam.
15. …. Db8? ( a5!?) 16. a5! d5 (!? Eindelijk, maar nu niet meer zo sterk als bij zet 8 ) 17. exd5 exd5 18. c5
18. … bxc5 19. Pxc5 en hierna slaat zwart met zijn loper i.p.v. met zijn paard, wat meer voor de hand ligt. 19 . … LxPc5 ? 20. bxc5
Ik kan me voorstellen dat zwart het hier een beetje benauwd gaat krijgen. Commentaar van Paul achteraf: “Ik had wat meer ruimte”. En dat wordt er niet beter op voor zwart na 20. Te8 21. Dd1 Da8 Hoopt op iets stiekems (m.b.v. opstomen van de d4-pion) richting g2. Maar a8 is toch verder niet zo’n erg fantastische plek voor een dame om haar talloze fraaiheden aan den volkje te tonen.
Maar Paul verleent belangeloos wat medewerking 22. Pf3 (22. Ld4!?) Pe4 !? ( is tenminste nog wat!) 23. Lxe4 en nu zou ik maar met de Toren teruggeslagen hebben om nog steeds iets met d5-d4 erin te houden. Na 23. … exd4 Maar thuis vertelde K. me dat het een beetje beter was, maar niet zo heel veel scheelde. ( 0.50 voor wit i.p.v. 0.86 ) Wit staat intussen erg prettig.
Nu leek mij Pd4 een sterke zet. Komodo vindt echter Ph4 nog sterker. Zwart moet nu iets doen tegen de durende aanval op paard d7, maar zit ook nog met de dreiging Pf5 met vervelende uitstraling naar g7 (komt de witte dame er ook nog aan?) en naar d6. Zo’n paard op d6 wordt in de literatuur een ínktvis genoemd. Met armen richting b7, c8 en e8. Maar Paul speelt 24. Pd2? En dat geeft zwart de kans om zelf iets te gaan doen. Vanaf nu zijn de grootste zorgen van zwart voorbij. 24. …. Pe5 25. Pc4 Pxc4 26. Txc4 Lc6
Met de dreigende witte vrijpion is gehandeld volgens de richtlijn van Nimzowitsch: gestopt door een stuk. Die pion kan niet opmarcheren. De zwarte dame kan nu gaan denken over een zoektocht naar een prettiger plekje dan a8. Dit gaat verdacht veel op remise lijken.
Door een volgens K. wat minder sterk 31. … Dxc4 (Tde8!) vindt K. dat na 32. Dxd8 Te8 33. Db6 wit het nog even had kunnen proberen (0.45) , maar mij lijkt het remisevoorstel logisch, ook al wegens de ‘ongelijke’ lopers. Enige opluchting wrsch. bij Bert, maar niet veel, want Ron loopt nog iets verder uit.
Frank-Ab
Door een ernstige strategische fout bij zet 6. komt zwart er al snel niet meer aan te pas:
6. … f6 een beginnersfout. Zwart zet zo zijn koning op de tocht. Onweersbuien dreigen via de diagonaal h5-e8. Nee … Pf6 en Le7, en zo snel mogelijk rocheren, dat leren wij onze leergierige schaakkindertjes. Door een verder ondermijnen van zijn koningsstelling met 9. .. g5 wordt het helemaal een puinhoop. Zwart verliest zijn rochade, moet met zijn koning aan de wandel. Zwart slaat met zijn loper een paard op f5.
Na 26. exf5 Pxf5 27. Pe4 !! en daarna g4 wordt het zwarte rommeltje snel opgeblazen. Maar nu gebeurt waar alle schakers die gewonnen staan voor moeten oppassen: zorgeloosheid neemt bezit van het schaakbrein. Frank speelt 26. gxh6?? En nu zou zwart snel zijn loper kunnen terugtrekken. 26. .. Lf5-d7 en na 27. h6xg7 Kxg7 raakt de witte dame in moeilijkheden 27. Dh2 Th6 heeft zwart weer behoorlijk wat spel. OK, hij staat nu 2 pionnen achter, maar hij kan weer bewegen. Zwart speelt echter 26. … Lxh6 en na 27. exf5 is het uit. Zwart moet nog een paard offeren om geen toren te verliezen.
Einde voorstelling.
Hierna werd er nog aardig wat afgevluggerd. Wat een gezellig clubje is het toch.
Ronde 27
Voor mij wel weer een leuke avond.
Onze nieuwe aanwinst, heer Zwaneveld, was er weer, en met succes. Hij speelde een heel verdienstelijk vriendschappelijk potje remise tegen Ab. Wat mij het commentaar ontlokt: ‘Mijnheer Zwaneveld, u moet blijven. U bent een aanwinst voor de club. ‘ Zijn zoon deed het wat minder deze avond. Maar die mag desondanks natuurlijk ook wel blijven. Gerrit won, en lijkt nu wel weer ineens in vorm. (Vorige week Paul aan zijn zegekar gebonden en nu Martin.) Ab was eerder op de avond kansloos tegen aanvallend spel van Frank. Ron won van een mystery-guest.
Foto’s groter, beter? Dan erop klikken.
Mystery guest
Wat een verrassing dat ineens daar in levenden lijve was: Stefan , met vakantie terug in Nederland. Wellicht om het recente resultaat van een van zijn scherpzinnigste winstcombinaties aan de familie te tonen: een dochtertje van 2 maanden. Ik viste natuurlijk gelijk naar zijn toekomstplannen en zijn succes als verre emigrant. Nog geen idee. Misschien terug naar Nederland. Maar misschien ook niet. Wel was hem inmiddels duidelijk dat emigratie naar Nieuw Zeeland (of was het Australië?) niet vanzelf een permanent succesverhaal is. Gezien deze visie en ook gezien het taaie verzet dat hij vanavond bood tegen Ron, mogen wij bij Aris de Heer nog even hopen.
Bert moest met zwart tegen Paul en na een gelijk opgaande opening koos hij niet het sterkste plan en kreeg het even moeilijk. Daarna restte hem slechts taai te verdedigen en dat ging hem wel goed af. Na 31 zetten was Paul tevreden met remise. Gezien de ranglijst Bert waarschijnlijk niet, maar hij moest wel. Temeer daar Paul in de eindstelling toch weer een fractie beter stond.
Martin-Gerrit
Ik speelde vroeger tegen Gerrit alleen in vluggertjes mijn geliefde Blackmar-Diemer-gambiet. Nooit in gewone partijen. Ik had ervaren dat ik met dat spelletje tegen zijn defensieve stijl – met nogal wat afruil van stukken- nooit veel voeten aan de grond kreeg, en zeker niet zo’n leuke combinatoire stelling kreeg waar elke gambietspeler op hoopt.
Martin probeert het tegen Gerrit wel, maar niet consequent. 1. d4 d5 2. e4 dxe4 3. Pc3 e6 de Euwe-variant. Niet de naarste voor wit, vind ik. Na 4. f3 exf3 5. Pxf3 heeft wit een open torenlijn voor zijn pion en is zijn witte koningsloper veel actiever dan de zwarte dameloper ! Daarom kunnen hier leuke aanvalsstellingen uit voortkomen. (Lastiger voor wit zijn varianten met vroeg Lf5 en pas daarna e6.)
27Martin1
4. Pxe4 ? Wel veilig natuurlijk, maar niet konsekwent.
(Zie mijn serietje over het DBG in juni/juli 2016. Ik moet dringend dat hoofdstuk afmaken, maar het kwam er nog niet van. Maar wellicht in juni/juli 2017 wel. Alhoewel …. Martin lijkt hier nog eens te willen bevestigen dat de vruchten van mijn inspanning of niet gelezen worden of razendsnel vergeten.) Martin wil wel graag een gambiet, maar toch maar niet, of toch maar wel. Hij slaat met Pxe4. Door dat geaarzel raak je wel heel gemakkelijk in een Franse stelling, waar menig witspeler een hekel aan heeft omdat het zo lang tam blijft. Ik herinner me een uitspraak van Ron: “Vroeger speelde ik ook veel BDG, maar daar ben ik mee opgehouden omdat mensen dan vaak switchen naar Frans, en daar heb ik een hekel aan!” (Ik denk dat de overtuigde BDGambiet-liefhebber ook maar een gambiet tegen het Frans achter de hand moet hebben. )
Na 4. …. Pf6 staat wit voor een moeilijke beslissing
27Martin2
Wit wil liever zijn paard niet ruilen. Hij wil ‘aanvalluuh’, maar dat gaat beter met veel stukken op het bord. Het vervelende van dit soort stellingen is dat stukkenruil niet erg te voorkomen is. Volgens Komodo is dan het beste dat maar accepteren en toch 5. Pxf6 spelen. ( 5. … Dxf6 6. Pf3 en nu moet zwart even uitkijken voor Lg5 (zeker na Ld3, want dan kan zwart zomaar ineens zijn dame kwijt zijn) en daar gaat een vertraging van de ontwikkeling in zitten: Bijv. 6. ….h6 7. Ld3 Ld6 8. 0-0 en wit staat een tikje beter. Natuurlijk kan zwart na 5. Pxf6 ook terugslaan met de g-pion, wat ook zijn aardige en onaardige kanten heeft. Maar dat zie ik Gerrit niet zo gauw spelen. (Frank wel.)
Om stukkenruil te voorkomen kun je ook 5. Pg3 overwegen. Maar dan is 5. … c5 niet plezierig. Had je maar niet met dat c3-paard aan het springen moeten slaan! Of je speelt 5. Ld3, maar dan gaat ruil op e4 volgen.
Volgens PowerBook wordt in de diagramstellig het meest 5. Lg5 gespeeld. Dat doet Martin ook. Maar een forse stukkenruil is toch bijna onvermijdelijk. Hier ging het als volgt verder: 5. …Le7 6. Ld3 Ld7 7. Pf3 Lc6 en daar gaat het dan toch gebeuren 8. Pxf6 Lxf6 9. Lxf6 Dxf6 en wit heeft niks bereikt (= 0.03) . Dat was nu niet bepaald het ideaalbeeld dat Martin met 2. e4 !? voor ogen had. En dus gooit hij er toch nog alsnog een pionoffertje tegenaan. Beter laat dan nooit.
27Martin3
10. Pe5 In principe best een goede en leuke zet. Maar het wordt wel een stelling waarin heel veel precizie vereist wordt en omdat hij dat verderop wel eens heel eventjes niet in huis heeft, blijft het voor wit: ‘hij offerde een pion en zag die nooit meer terug!
27Martin4
Hier heeft wit nog wel wat compensatie voor zijn pion: de zwarte geïsoleerde damepionnen. De sterke positie van zijn loper. ’ Maar zwart verdedigt stug.
14. … Tb8!
Met de nu volgende zet gaat wit in de fout. 15. b4 ? En daarmee ziet wit af van een lange rochade, wat nu nog kon. Maar met de dames nog op het bord wordt dat toch wel link. Zwart krijgt langzamerhand, afgezien van zijn pionnetje meer, meer mogelijkheden.
27Martin5
Hier is 20 …. De7 het degelijkst. Het paard op d7 dekken en ook na d5 kan zwart dus gewoon rocheren. Wit krijgt nog één kans: 20. … Df4? En nu zou 21. d5 heel vervelend zijn geweest voor zwart. Maar wit speelt 21. Tf3? En na 21. … Dd6!! Komt wit er niet meer aan te pas.
27Martin6
Zwart staat een gezonde pion voor en kan zelf veilig gaan rocheren, wit niet. Gerrit wikkelt het bekwaam af. 8 zetten later als hij weer een pion gaat winnen geeft wit op.
Gerrit: ‘Cruciaal is denk ik 10. …..Lxg2 geweest. Kon niet berekenen of wit daardoor een complete aanval kon opzetten en dus of ik mij het slaan van deze pion kon permitteren. Heb tijdens de partij een paar keer het idee gehad dat het maar net goed ging.’
Ron-Stefan
Ron: “De mystery gast was erg leuk. Tja, ik greep maar terug op mijn oude London, omdat ik daar eerder tegen hem mee gewonnen heb. Hij deed zelf Lf5 en dan kan het heel scherp worden als hij op b1 slaat en dan e5 speelt. Mijn rochade gaat dan verloren ten koste van een pion, maar het is scherp, maar waarschijnlijk niet voldoende voor zwart. Nu krijg je met wit zo altijd wel een veilige en prettige stelling. Maar hij verdedigde later wel taai hoor. De highlights heb je al mee gekregen. De fout zit hem in zijn b6….”
27Ron1
Maar na 7 … Ld6 gaat het nog best wel. Maar de echte fout is nu 7. … Pbd7 Nu volgt een leerzame afwikkeling: 8. cxd5 Pxd5 (wat beter 8 ….. exd5 maar ook dan 9. La6 ) 9. Pxd5 ed5 10. La6! En ineens zit zwart in de problemen. Er dreigt eenvoudig Lb7. De zwarte toren kan niet naar b8. Een mooi voorbeeld van een krachtig loperpaar!
27Ron2
Stefan grijpt naar een noodmaatregel die de zaak alleen maar ernstiger blijkt te maken. 10. … b5 ? (ook die wordt later kwetsbaar) 11. Lb7 Da5+ 12. Kf1 Td8 13. Lxc6 en hierna staat zwart verloren.
Toch bleef de partij de hele avond het aanzien waard omdat er een eindspel op het bord komt dat eenvoudig lijkt met twee pionnen meer voor wit, maar gek genoeg moet er nog heel wat vindingrijkheid aan te pas komen voor het spel dan toch echt gewonnen is.
0240WEB
Zwoegen! Veel moeilijker dan je zou denken.
Je zou verwachten dat wit met die vrije pion op f3 gaat opmarcheren, maar het wordt toch wat ingewikkelder. Terecht besluit Ron dat het oorlog op twee fronten moet worden. Een westfront en een oostfront. Zo wordt het toch voor de eenvoudige amateur een leerzaam eindspelletje.
27Ron3
Natuurlijk straal gewonnen voor wit. Maar moeten er misschien toch nog geheime wapens als ‘zetdwang’ aan te pas komen? 44. b4! Ka6 ( axb4+ 15. Kxb4 en het vervolg lijkt simpeler te berekenen, en wellicht doet Stefan dat daarom niet) 45.Pe2 (Ron durft kennelijk 45. b5 Kb6 niet aan, wellicht bang dat hij dan even niet verder komt, en daar zit iets in. Ook Komodo heeft eindeloze varianten nodig om dit eindspel dan te winnen!)
Analyse diagram:
27Ron4
Na b5 en Kb6.
Wit valt d5 èn h5 aan. De zwarte loper mag dus niet spelen. Maar zetdwang lukt niet omdat als wit driehoekjes met de koning gaat maken, doet zwart dat ook! Maar hoe nu verder? Zelfs Komodo heeft heel veel tijd en eindeloze varianten nodig om dit te winnen. En een duidelijk plan kan ik in die varianten niet ontdekken. Lijkt een beetje op trial and error. Meestal 35 halve zetten diep. Daar heeft Ron geen zin in. Die doet het anders. F4 is een leuk veld voor het paard, maar toch maar een ander leuk veld voor het paard zoeken. 45. Pe2
27 Ron5
45. …. Le8 ( wellicht had zwart nu toch maar op b4 moeten nemen ) 46. Pg3!
Als zwart op a4 slaat, slaat wit op h5 en met 2 vrijpionnen ver van de zwarte koning moet dat een eitje worden. 46. … Lg6 47. f4 ja, die troef was er ook nog axb4 48. Kxb4 Kb6 49. f4 Nu moet zwart knokken tegen twee vrijpionnen op twee vleugels. Dat lukt niet meer. Na et 53 (!!!) geeft zwart op. T
Minder simpel dan je zou verwachten, en zeker leerzaam.
Paul-Bert
27Bert1
Je ziet zelden Bert in zijn geliefde Siciliaan b6 spelen. Die houdt van b5. En waarom speelt hij d6 als d5 goed mogelijk is (geen wit paard op c3!) ? Misschien heeft hij geen zin in snelle ruiltjes en afwikkelingen. Rustig ingewikkeld laten worden en pas dan toeslaan? Hij moet winnen om Ron bij te blijven. Even lijkt zo’n aanpak goed uit te pakken, maar na zet 15. wordt het allemaal een beetje te bedachtzaam.
27Bert2
15. …. Db8? ( a5!?) 16. a5! d5 (!? Eindelijk, maar nu niet meer zo sterk als bij zet 8 ) 17. exd5 exd5 18. c5
27Bert3
18. … bxc5 19. Pxc5 en hierna slaat zwart met zijn loper i.p.v. met zijn paard, wat meer voor de hand ligt. 19 . … LxPc5 ? 20. bxc5
27Bert4
Ik kan me voorstellen dat zwart het hier een beetje benauwd gaat krijgen. Commentaar van Paul achteraf: “Ik had wat meer ruimte”. En dat wordt er niet beter op voor zwart na 20. Te8 21. Dd1 Da8 Hoopt op iets stiekems (m.b.v. opstomen van de d4-pion) richting g2. Maar a8 is toch verder niet zo’n erg fantastische plek voor een dame om haar talloze fraaiheden aan den volkje te tonen.
27Bert5
Maar Paul verleent belangeloos wat medewerking 22. Pf3 (22. Ld4!?) Pe4 !? ( is tenminste nog wat!) 23. Lxe4 en nu zou ik maar met de Toren teruggeslagen hebben om nog steeds iets met d5-d4 erin te houden. Na 23. … exd4 Maar thuis vertelde K. me dat het een beetje beter was, maar niet zo heel veel scheelde. ( 0.50 voor wit i.p.v. 0.86 ) Wit staat intussen erg prettig.
27Bert6
Nu leek mij Pd4 een sterke zet. Komodo vindt echter Ph4 nog sterker. Zwart moet nu iets doen tegen de durende aanval op paard d7, maar zit ook nog met de dreiging Pf5 met vervelende uitstraling naar g7 (komt de witte dame er ook nog aan?) en naar d6. Zo’n paard op d6 wordt in de literatuur een ínktvis genoemd. Met armen richting b7, c8 en e8. Maar Paul speelt 24. Pd2? En dat geeft zwart de kans om zelf iets te gaan doen. Vanaf nu zijn de grootste zorgen van zwart voorbij. 24. …. Pe5 25. Pc4 Pxc4 26. Txc4 Lc6
27Bert7
Met de dreigende witte vrijpion is gehandeld volgens de richtlijn van Nimzowitsch: gestopt door een stuk. Die kan niet opmarcheren. De zwarte dame kan nu gaan denken over een zoektocht naar een prettiger plekje dan a8. Dit gaat verdacht veel op remise lijken.
Door een volgens K. wat minder sterk 31. … Dxc4 (Tde8!) vindt K. dat na 32. Dxd8 Te8 33. Db6 wit het nog even had kunnen proberen (0.45) , maar mij lijkt het remisevoorstel logisch, ook al wegens de ‘ongelijke’ lopers. Enige opluchting wrsch. bij Bert, maar niet veel, want Ron loopt nog iets verder uit.
Frank-Ab
Door een ernstige strategische fout bij zet 6. Komt zwart er al snel niet meer aan te pas:
27Ab1
6. … f6 een beginnersfout. Zwart zet zo zijn koning op de tocht. Onweersbuien dreigen via de diagonaal h5-e8. Nee … Pf6 en Le7, en zo snel mogelijk rocheren, dat leren wij onze leergierige schaakkindertjes. Door een verder ondermijnen van zijn koningsstelling met 9. .. g5 wordt het helemaal een puinhoop. Zwart verliest zijn rochade, moet met zijn koning aan de wandel. Zwart slaat met zijn loper een paard op f5.
27Ab2
Na 26. exf5 Pxf5 27. Pe4 !! en daarna g4 wordt het zwarte rommeltje snel opgeblazen. Maar nu gebeurt waar alle schakers die gewonnen staan voor moeten oppassen: zorgeloosheid neemt bezit van het schaakbrein. Frank speelt 26. gxh6?? En nu zou zwart snel zijn loper kunnen terugtrekken. 26. .. Lf5-d7 en na 27. h6xg7 Kxg7 raakt de witte dame in moeilijkheden 27. Dh2 Th6 heeft zwart weer behoorlijk wat spel. OK, hij staat nu 2 pionnen achter, maar hij kan weer bewegen. Zwart speelt echter 26. … Lxh6 en na 27. exf5 is het uit. Zwart moet nog een paard offeren om geen toren te verliezen.
27Ab3
Einde voorstelling.
Hierna werd er nog aardig wat afgevluggerd. Wat een gezellig clubje is het toch.