Voor de vorige afleveringen over het Blackmar-Diemer-gambiet zie bij ’categorieën’ en dan bij ‘Diemer’
De vorige keer verdiepten we ons in de meest voorkomende voortzetting van de Teichman-defense.
Waarin 6. h3 de standaardzet is We keken naar de variant waarin Zwart sloeg op f3. Maar dat hoeft natuurlijk niet. Zwart kan terug naar f5. Dan verzeilt zwart in een heel andere variant, die ik later aan de orde zal stellen. Ik vind varianten met een loper op f5 voor wit het lastigst, maar hier zou wit na eerst Lg4 met h3 een tempo meer kado gekregen hebben, en dat moet voldoende zijn voor wit. Maar U zult 6. .. Lf5 maar zeer zelden aantreffen. Schakers vinden het niet prettig om toe te geven dat ze een verkeerde zet gedaan hebben en een stapje terug moeten doen.
Minder gebruikelijk dan het vorige keer besproken 6. …. Lxf3, maar toch wel veel toegepast, is de zet waar we het nu over willen gaan hebben:
6. … Lh5.
In de database van mijn eigen partijen vind ik hem negen keer. En twintig keer 6. …. Lxf3 Volgens mij is 6. .. Lh5 logischer dan Lxf3, waarmee zwart wel erg gemakkelijk afstand doet van zijn dameloper, die bij verdedigen van de zwarte koning best nuttig kan zijn. Bovendien is het bezit van het loperpaar voor wit op zich al een kleine compensatie voor de pion achterstand. Daar komt bij dat wit in de Diemer altijd wel g4 wil spelen en dus het daarvoor noodzakelijke h3 kado krijgt.
In alle mij ter beschikking staande partijen in databases en boeken zijn de volgende zetten bijna verplicht (en dus gelukkig gemakkelijk te onthouden) :
7. g4! wie a zegt moet ook b zeggen. Je speelt een gambiet en dan moet je durven! 7. .. Lg6 8. Pe5
Ooit kreeg ik hier ten antwoord: 8. … Le4? Die zet is niet serieus te nemen.
Het vervolg was: 9.Pxe4 Pxe4 10.Df3 Dd5 11.Lc4 Da5+ 12.c3 Pd6 13.Lxf7+ en zwart had hier al kunnen opgeven. Ook 8. .. Pe4? is niet gevaarlijk. Na 9. Df3 Pxc3 10. bxc3 staat wit goed.
Er zijn drie, wel serieuze, antwoorden mogelijk na 8. Pe5 :
- a. 8. … Pbd7
- b. 8. … e6
- c. 8 .. c6 Dit kan dus direct, maar dat komt meestal 1 of 2 zetten later toch wel en leidt dan ook tot de varianten a en b. Dus dat laat ik maar even zitten.
- a.
Eerst maar 8. .. Pbd7
Vrijwel alle partijen die ik vond gaan op de volgende manier verder: (En ook lekker gemakkelijk te onthouden.) 8 …. Pbd7 9.Df3 c6 (b7 staat aangevallen, 9. … Lxc2? 10. Dxb7 e6 11. Pc6! Dc8 12. La6!) 10.Pxg6 hxg6 11.g5! (Wie a en b zegt moet ook c zeggen.)
Waar moet dat zwarte paard naartoe? Naar 11. … Pd5 ziet er niet prettig uit. 12.Pxd5 cxd5 13. Dxd5 en na een snelle korte of lange rochade valt er (zonder een pion achterstand) voor wit genoeg te schaken. Vooral de halfopen f-lijn biedt perspectieven.
Maar waarschijnlijk hoef je niet eens je pion gelijk terug te winnen en kun je met 13. Ld3! (ontwikkelen, veld f1 vrij maken) gevolgd door Tf1 ook gewoon op aanval blijven spelen.
Terug naar ons uitgangspunt, waar moet dat paard naartoe?
Niet naar d5, blijven dus over A. 11. … Ph7 en B. 11. … Ph5
- A. 11. …Ph7Ik denk niet dat je dit op ons niveau veel zult aantreffen. Maar het kan. Het paard zal later wellicht via f8 weer in het spel komen.
In mijn boeken vind ik hiertegen andere voortzettingen dan onze trouwe schaakmeester Komodo ons na lang nadenken adviseert. Maar zijn advies is simpel, logisch en gemakkelijk te onthouden. Dus neem ik dat hier maar over:
12. h4! Zoiets noemen ze geloof ik een ‘prophylactische’ zet. Een dekking van pion g5 voordat het echt nodig is. ‘Bij voorbaat’ zou je kunnen zeggen. Voor als zwart e6 of e5 zou willen gaan spelen.
Na 12…e5? heeft wit dan tijd voor 13.d5! en bijna alle varianten gaan nu na al of niet slaan op c6 verder met Ld2 en 0-0-0. Ik denk dat u tevreden zult zijn met uw stelling.
Na 12. .. e6 Is het gebruikelijkste witte plan ook : Ld2 en 0-0-0.
Tot zover de voortzetting 11. … Ph7 Nu de wat logischer aandoende andere mogelijkheid:
- B. 11. …Ph5
Nu hoeft hier g5 niet bij voorbaat gedekt te worden omdat het zwarte paard niet op h7 staat. Hier is het verstandig om de koningsloper naar c4 te ontwikkelen, met een dreiginkje op f7.
Maar u kunt ook hier, als in de andere variant, de voorkeur geven aan Ld2 en 0-0-0. Dat is overzichtelijk. Daarna kan bijvoorbeeld vroeg of laat de koningsloper naar e2 (met dreiging richting Ph5) en Th1 naar f1.
Dat zou bijvoorbeeld zo kunnen gaan: 11…Ph5 12.Ld2 e6 13.0–0–0 Le7 14.Pe4 Dc7 15.Le2 0–0 16.Thf1 wat leidt tot de volgende stelling, waarin wit voldoende heeft om zijn pion achterstand te compenseren. Streef naar iets dergelijks:
Dat was dus een overzicht van een mogelijk verloop na 8. Pe5 en dan Pd7.
Maar een tweede mogelijkheid na 8. Pe5 is gelijk
b. 8. .. e6
Deze stelling had ik eens met onze toenmalige kampioen Paul Ruber in een vluggertje vooraf. Ik wist het hier niet zo goed meer en speelde op gevoel maar 9. Lg2. Ik kan me de nu volgende dialoog van twee middelbare heren nog wel ongeveer herinneren: Eddy: ‘Nu weet ik het niet verder.“ Paul: “Ik vind dat wit best goed staat.” Eddy: “Ik heb geen idee hoe het nu verder moet.” Paul: “Nou ik heb liever wit hier. Zullen we van kleur ruilen?” Eddy ongelovig aarzelend: “Vind je??” Paul pakt het bord op en draait het om. Ik zit achter de zwarte stukken. Kijk het even aan, pak het bord op en draai het bord weer terug. “Nee toch maar niet.” Tot mijn opluchting moesten we toen het vluggertje afbreken, want het werd tijd voor de serieuze partijen. Nu ik bij Komodo te rade ben gegaan, weet ik:
Na 8. .. e6 is 9. Lg2 best goed. (naast 9. Lg5) en na daarna 9. …. c6 (pion b7 staat op de tocht) ……………..?
Een mogelijke scherpe voorzetting is dan ( niet bang zijn! je bent toch gambietspeler!?)
10. h4!!? Waarschijnlijk de beste. Wit dreigt loper g6 in ernstige problemen te brengen met h4-h5. Iets dergelijks zit ook in de Colle, u weet wel wat ik in Venetië ooit op het spoor kwam, en waar ik in 2012 Paul V. mee opknoopte in 18 zetten. Die grap vergeet ik dus nooit meer. (Ook speelbaar hier, maar ietsje minder, maar beter voor uw bloeddruk is of 10. 0-0 of 10. Tf1 met later 0-0-0)
Maar 10. h4!? Dit is een stelling die weinig van uw tegenstanders zullen kennen, maar waarin zwart veel fout kan doen. Het is een stelling die ook via een heel andere variant op het bord kan komen: de Gunderam-variant. Waarover later meer.
De beste zet is hier 10. … Lb4. Hierna volgt 11. Lg5 Want ooit wil wit toch lang gaan rocheren. Ontwikkelen, ontwikkelen, ontwikkelen! Waarna er nog veel te beleven valt. Enkele details daarvan stel ik wellicht in een volgende aflevering aan de orde bij de Gunderam-variant.
Hier eerst wat zwart gemakkelijk fout kan doen:
- 10. …… Pbd7?
- 10. .…. h6?
- 10. …… Da5?
- 10. .….Db6?
- 10. …… Le7?
- 10. …..Ld6?
- 10. …..Lxc2!?
Het meeste leidt tot een heksenketel. Als u dit wilt spelen, zult u er zelf driftig op moeten studeren, eventueel samen met een computerassistent. (Ik zal het een en ander hieronder ook nog in wat levende diagrammen proberen te stoppen. Zal niet meevallen, want het telt veel varianten.) Die Gunderam-stelling is echt behoorlijk ingewikkeld. Maar wel heel leuk.
- 10. …..Pbd7 lijkt een vernuftige manier om het loper-g6-probleem op te lossen. Maar is het niet. Omdat zwart wel zijn loper in veiligheid kan brengen, maar daarna een paard verliest.
11.h5 Pxe5 12.dxe5 Dxd1+ 13.Kxd1 0–0–0+ 14.Ke2 Lxc2 15.exf6!
Voor uw gemak ook nog even als speelbaar diagram:
- 10. … h6 lijkt logisch: vluchtgaatje maken. Maar helpt van de regen in de drop.
10…h6 11.Pxg6 fxg6 12.Dd3!!
12. … Pa6 (12…Kf7 13.Tf1 en zwart krijgt een verschrikkelijke aanval te verduren. Die koning moet weg van de f-lijn, maar dan volgt alsnog Dxg6, enz.) 13.Dxg6+ Kd7 14.a3 (om Pb4 te voorkomen) enz.
- 10. …..Da5
Dat doet niet veel, na 11. 0-0 Opnieuw dreigt h5
- 10. …. Db6
Dit is leuker. Maar ook niet voldoende:
11. h5 Lxc2 12. Dxc2 Dxd4 13. De2 !! Onthoud deze manoeuvre! Je ziet hem niet gemakkelijk aankomen,maar hij lost wel veel op. Ook in andere varianten komt hij voor.
De beste zet is nu 13. … Ld6 14. Pc4 en nu lijkt 14. … Lg3+ vreselijk, maar dat valt erg mee. Wit heeft een stuk extra, weliswaar tegen 3 pionnen, en verlies van de rochade, maar deze stelling is nog steeds beter voor wit.
Nog even voor de overzichtelijkheid:
- 10. … Le7
Met soortgelijke konsekwenties als hierboven (en hieronder bij g. … Lxc2!?) aangegeven:
11. h5 Lxc2 12. Dxc2 Dxd4 13. De2! Ld6 14. Pc4
f. 10. …. Ld6
Dit probeert een andere oplossing te vinden voor het loper-probleem. Wel grappig.
11. h5 Lxe5 12. dxe5 Dxd1 13. Pxd1 Le4 (Pxg4 14. hxg6 en ook hier zou wit toch beter staan volgens de digitale geleerden. )
14. Tg1 Lxg2 15. exf6! Lf3 16. fxg7 met voordeel voor wit
Nog een keer, nu als speelbaar diagram:
- 10. …Lxc2
Dan moet ik die loper maar kwijt, maar ik wil er wel veel voor terughebben! Misschien is dit de beste.
10…Lxc2 11.Dxc2 Dxd4 12.De2! (daar is ie weer) De stelling is vrijwel gelijk aan die na 5BDGTeichmB17 hierboven, na 10. …. Db6. Alleen staat daar een pion op h5 en hier op h4.
Soortgelijk vervolg : 12. … Ld6 (12. … Lb4, 13. De3!!) 13. Pc4 Lg3+ (Lb4 14. Le3! )14. Kf1 0-0 (14. … Pxg4 15. Pe4! Of 14. … Dxg4 15. Dxg4 Pxg4 16. Pe4!) 15. Pe4 (ook om g4 af te schermen)
Nu nog een keer als diagram:
Ik geef toe dat dat heel wat tijd vergt voordat u dit aan kunt durven. Maar duidelijk is dat er een aantal hoofdlijnen zijn. Als u die maar onthoudt dan moet het te doen zijn.
En als uw hart en bloeddruk niet tegen deze verwikkelingen bestand zijn, dan kunt u natuurlijk geen 10. h4 spelen, maar 10. Tf1 of 10. 0-0 , zoals ik al eerder opmerkte.
Mocht u nog met vragen blijven zitten (natuurlijk moet ik een keuze maken uit al die mogelijkheden en sla wel eens wat over) laat me dat weten, dan zal ik daar alsnog aandacht aan besteden.
Nu nog een paar leuke gerechtjes om uw gambiethonger wat aan te wakkeren (smaakt naar meer):
ES – Oscar 11.08.2013
ES- Ask 04.07.2016
Leisbein – Anikajew corr. 1987
Dr Bachl – Eser 1959