BDG6

Een interessante variant tegen het Diemer-gambiet is de Lemberger-variant. Het voordeel van dit vroege tegengambiet is dat het de activiteit waar wit op hoopt in een heel vroeg stadium met tegenactiviteit beantwoordt. Dat maakt het eenvoudiger voor zwart om zich theoretisch voor te bereiden op de Diemer. Bovendien is het een vrij sterke variant, waarmee zwart vaak wel gelijkspel bereikt. En het wijkt af van de meeste Diemer-sjablones die wit in zijn hoofd heeft. Toch is er geen reden voor wit om een zucht van ergernis te slaken als zijn tegenstander deze oplossing kiest. Er blijft genoeg te schaken over. (En het is de vraag of de tegenstander over de verdere mogelijkheden voldoende kennis in huis heeft.) En ik denk dus de gouden regel van kracht blijft: als je een gambiet wilt weerleggen, moet je het aannemen. Maar aan een toelichting daarvan voor de BDG zijn we nu dus nog niet toe. Daarover later.

1. d4 d5 2. e4  dxe4 3. Pc3! (ter herinnering: deze zet eerst is absoluut noodzakelijk voor je f3 speelt, omdat anders direct 3. e5 nog veel sterker is!) e5!?

 BDG5Lemb1 BDG6Lemb1

Mocht u de rest van deze aflevering zo inspirerend vinden dat u het met zwart wilt proberen, pas dan even op! Het komt nogal eens voor dat men de precieze zetvolgorde even vergeet en het aldus probeert:                            d4 d5 2. e4 de4 3. Pc3 Pf64. f3 e5 ??? (Dus eerst Pf6 en daarna pas e5.)

BDG5Lemb2   BDG6Lemb2

(Zo is het slecht voor zwart. Ook nuttig dus om te onthouden voor wit.)

5. dxe5! Dxd1  6. Kxd1 !!!  Reeds door Diemer himself aangegeven. Nu staat het abusievelijk eerder gespeelde paard aangevallen, dus :

BDG5Lemb3 BDG6Lemb3

6. …  Pfd7 (Pg8 is ook niet lollig) 7. Pd5! Kd8  Andere zetten zijn wegens gedoe op c7 nog veel erger  8. Lg5+ !

BDG5Lemb4  BDG6Lemb4

8. … f6 meer smaken zijn er niet  9. exf6 gxf6  (want 9. .. Pxf6? 10. Pxf6 h6  helaas gaat gxf6 niet wegens Lxf6 met torenwinst 11. Pxe4 gevolgd door Pxg5 en wit staat 2 pionnen voor!) en nu staat wit goed na zowel 10. Pxf6 als na 10. Lf4 Ld6 wat anders? (10. … Pe5? 11. Pxf6! ) 11. Lxd6 cxd6  12. fxe4 en wit staat nota bene een pion voor!

Maar genoeg hierover (zie eventueel het levend diagram aan het eind van deze aflevering)     , terug naar de normale zetvolgorde:

1. d4 d5 2. e4  dxe4 3. Pc3! e5!?

BDG5Lemb1  BDG6Lemb1

Wit heeft veel redelijke mogelijkheden. Ik noem er daarvan een aantal.

Misschien de sterkste              4. Pe2

Een ook wel solide                   4. Pxe4

Een leuke, maar niet helemaal correcte(?)   4. Dh5!?

En desnoods zelfs                    4. dxe5

Maar ook eventueel                 4. Le3

Ik moet daaruit wat kiezen. Ik laat een kort voorbeeldje zien van 4. Dh5!? Omdat het zo leuk is. Maar zal mijn aandacht vooral richten op 4. Pe2 omdat het wrsch. debeste is.

4. Dh5!?

BDG5Lemb5

Een overzichtje: 

Een partijtje:     ES – Fritz 6,  11-04-2002

Nog een partijtje: Waaruit moge blijken dat je best het risico van een wat mindere opening kiezen kunt nemen, als het spel maar levendig blijft. Abbasifar,Hasan (2282) – Nasri,Amin (2254)   01.08.2002

U zag, die 4. Dh5 variant is dan misschien niet 100% correct, maar staat wel borg voor heel levendige stellingen, en als u daar meer van weet dat uw tegenstander kan die gemakkelijk de mist ingaan.  Verschillende van de andere hierboven genoemde voortzettingen zijn best wel voldoende voor gelijkspel, maar hebben als bezwaar dat er te snel stukken worden geruild, en de stelling eenvoudiger wordt, wat de BDG-speler nu juist liever niet ziet gebeuren. (Op 4. dxe5 ruilt zwart natuurlijk gelijk de dames eraf. Op 4 Pxe4 is Dxd4 de beste, waarna dameruil in de lucht zit.)

In de boeken van Tim Sawyer en  van  Gary Lane wordt een beetje propaganda gemaakt voor 4. Pge2!? Om de pion op d4 te dekken. Dat zou de beste zijn. Maar helaas  leidt dat ook nogal eens tot dameruil.

BDG5Lemb6  BDG6Lemb6

Zwart heeft hier veel mogelijkheden. ( Bij 4. Dh5 veel minder. Een reden als u BDG wilt gaan spelen om misschien toch op Dh5!? te gaan studeren?) Zwart kan na 4. Pge2 pion d4 slaan, zwart kan pion e4 dekken,  zwart kan Pc3 pennen met Lb4. Onder andere.

Wat als zwart op d4 slaat?   4. …  exd4?

BDG5Lemb7 BDG6Lemb7

De beste is dan  5. Dxd4! Vreemd genoeg. Daar gaat je teder beminde Dame! Maar wit krijgt wel een lichte voorsprong in ontwikkeling. Neem maar even van mij aan dat wit bij alle andere voortzettingen toch onvoldoende compensatie krijgt voor zijn pion achterstand.  Het voordeel van 5 Dxd4 is dat na  5. Dxd4 6. Pxd4 zwart zijn pion voorsprong (e4) kwijt raakt en wit wat (minimaal) beter staat. Wegens een wat betere ontwikkeling. Zie ook het speelbaar diagram verderop.  Bijv. : 6.Pxd4 Pf6 om pion e4  te dekken  [6…Lc5 7.Pdb5; 6…Lb4 7.Pdb5 a6 (7…Pa6 8.a3 Lxc3+ 9.Pxc3) ] 7.Lg5 Le7 [7…Lb4 8.Pdb5]  8.0–0–0

BDG5Lemb8    BDG6Lemb8

Overzicht van mogelijkheden in de Pe2- variant in de Lemberger.

Hier wil ik het even bij laten. Alleen nog even wat voorbeeldjes van levendige potjes met de Lemberger. Helaas had ik er te weinig in de database van eigen partijen, maar werkend aan uw BDG-lesjes  ontdekte ik ineens iets op mijn computer wat me nog nooit (in vijftien jaar niet!) was opgevallen: een database van Fritz (nu Fritz12) met anderhalf miljoen partijen! Hallo!? En toen ik die filterde op de Lemberger doken er 53 partijen op. Ik hoefde dus niet te gaan grutten in mijn boekwerkjes, maar kon te kust en te keur aan de slag. Hieronder iets van mijn oogst. (Als u zelf een niet al te oude Fritz op uw computer heeft staan, heeft u ze zelf wrsch.ook.  Roep ze op in uw schaakprogramma  Windows/users/uw naam/ documenten/chessbase/bases.)

Sawyer (2100) – Shibut (2160)  

 Rocland,Christophe (1604) – Jeanjean,Laurent (1996)

Stead,Kerry  (1978) – Norman,Brendan (1922)

Volgende keer komen we in de buurt van de varianten die u het beste kunt kiezen ls u met zwart in de externe tegen het Blackmar-Diemer- gambiet aanloopt. We kijken dan even naar de Gunderam-variant, en daarna naar varianten met Lf5..

Nu nog even het beloofde speelbare diagram van De Lemberger Verkeerd (zie het begin van deze aflevering)