Eindelijk gestart!
Weinig partijen. En omdat ik het zelf nog druk heb met het fabriceren van een boek met mijn trouwreportage van een Beiers huwelijk, wordt het een kort verslagje. Volgende keer beter.
Ab-Gerrit
Omdat Ab zich behoudend opstelde, met een beetje passief drie-rijen-systeem (hier 6 pionnen op rij 3!) , was er al gauw geen openingsprobleem meer voor zwart:
Voorlopig is het centrum voor zwart! Dus wat prettiger spel voor zwart en dat blijft bijna de hele avond zo. Het resulteert na veel manoeuvreren in een toreneindspel met 1 pion meer voor zwart.
Dat soort eindspelen is veelal te ingewikkeld voor ons, eenvoudige amateurs. Het winnen is lastig, en omdat die torens nogal wild over het bord kunnen zwalken , kun je zoiets met een pion meer nog wel verliezen ook. Komodo geeft hier 40. .. b4 als beste zet. Maar zijn vervolg maakt duidelijk: dit is niets voor eenvoudige stervelingen. Gerrit speelt 40. .. c4 waarna de winstweg alsmaar lastiger te vinden wordt.
Maar Gerrit is een sterk liefhebber van eindspelen (niet door kennis, maar op gevoel en ervaring) en ja hoor, het lukt hem toch nog.
Met 44. Tb6+ Kd7 45. Kd5 schijnt wit te kunnen standhouden, maar Ab speelt hier 44. Kf4? Waarna zwart met 44. … Tc3!! 45. c5 a4 46. c6 46. a3 ( de c-pion slaan kan altijd nog.) volgens Komodo gaat winnen. Hoe Gerrit himself het precies deed, weet ik niet, want beide spelers konden hier niet meer noteren. Al met al een aardige partij, waarin Ab lang stand hield, en Gerrit het moeilijke eindspel prima behandelde.
Bert-Ron
Bert speelt een ‘gesloten Siciliaan’ (2. Pc3 en daarna witte loper fianchetteren en het koningspaard naar e2, en pion f2 naar f4.) en ik dacht als onnozele toeschouwer dat Ron het wel erg roekeloos tegenspeelde.
9. g4 (moedig en ondernemend,en logisch, maar ….. ) 9. … f5! Ik dacht als onnozele toeschouwer ‘kanniewaar zijn.’ Toen ik woorden van diergelijke strekking naar Ron fluisterde, siste die terug: ‘ Is wel goed. Op g4 volgt f5!’. En inderdaad, thuis wordt me duidelijk, het is de beste, en het is nog theorie ook! Die Ron die blijft kennelijk alsmaar studeren!
Ik had niet goed opgelet. Dacht dat na twee keer ruilen op f5 zwart een geïsoleerde pion op f5 zou hebben en zijn koningsstelling er uit zou zien als na een Mexicaanse aardbeving. Maar overzag even dat dat paard op e7 ook nog een duit in het zakje kan doen. Dom, dom, dom! En bovendien is de witte koningsstelling daarna ook niet zo gezellig. 10. exf5 (g5!?) gxf5 (exf5!?) 11. h3 (g5!?) Gelukkig voor Bert doet Ron het daarna ook niet op zijn sterkst, en na 12. … Pd4?
13. Ph5! staat wit toch echt wat beter. En na een hele serie krachtzetten staat wit zowat gewonnen. Die Mexicaanse aardbeving blijkt alsnog losgebarsten. De zwarte koning begint dakloos te worden. Na 20. Le4
kiest zwart dan maar voor een kwaliteitsoffer, om wat spel te houden. 20. …. Pe7 Zwart rekent erop dat hij compensatie heeft, omdat zijn dameloper een stuk sterker is dan de witte. En daar zit wat in. Neemt niet weg dat hij het nog moeilijk had kunnen krijgen, als Bert zich vanavond fysiek wat beter had gevoeld.
Bert accepteerde hier remise. Een leuke partij, met een wat onverwacht slot.
Frappant vond ik het potje Martin-Frank.
Al was het maar omdat bij Martin de Diemer uit de kast kwam. Hij mailde me n.a.v. mijn laatste artikel op de site: “Fantastisch, ik hoop er nog veel partijen mee te verliezen!” Dat is de goede mentaliteit voor de BDG-fan. Je speelt het niet omdat het een goede opening is, maar omdat bijna altijd tot een levendige stelling leidt, vaak combinaties mogelijk maakt, en omdat jij allicht beter in de spelpatronen zit dan je tegenstander die veel denkwerk moet verrichten, terwijl jij lang op de automatische piloot speelt. Staat tegenover dat als je tegenstander degelijk speelt, je vaak ook wel veel geduld moet kunnen hebben! Je hebt een aardige stelling en een open lijn richting vijandelijke koning, maar hoe nu verder? Dat alles werd in deze partij gedemonstreerd.
Frank koos de “Euwe-opstelling”. (Zie op de site ‘Diemer’, aflevering2. )
Tot mijn slecht verborgen ergernis speelt Martin hier toch weer 6. Le2? Terwijl ik in een verslag over een externe wedstrijd al heb opgemerkt dat hij hier beter 6. Ld3! kan spelen, omdat zijn pion op d4 lang onkwetsbaar is, wegens Lxb5 ( of later Lxh7) met dameverlies. En Ld3 neemt rechtstreeks de zwarte koningsstelling op de korrel. Vaak ook wordt hier eerst Lg5 gespeeld en daarna Ld3. Zelf stel ik die dameloper-zet liever even uit, omdat na 6. … Le7 al gauw ruil dreigt van de lopers, en je wilt met wit zo lang mogelijk stukken op het bod houden. En nog even dubben over de vraag waarheen die loper het beste kan gaan: 1. naar veld e3? T.z.t. om d4 alsnog te dekken. In dat geval speel ik graag na de witte 0-0 eerst Kh1 en daarna Le3, om na Pg4 even Lg1 te kunnen spelen (en daarna h3). 2. Na een zwart Le7 naar f4 ? Beetje tam, maar de loper kan dan niet gelijk geruild worden 3. Toch naar g5? Maar pas als inmiddels zwart kort gerocheerd heeft, en het in de aanvalsplannen past. 4. Desnoods tijdelijk naar d2 met andere criminele bedoelingen? Martin kiest voor 2.
Met rustige logische ontwikkelingszetten, en dankzij een iets minder gevaarlijk plan van zwart ( 9. …. Pd5 en 11. … Lg4 ) heeft wit al bijna voldoende compensatie voor zijn gambietpion.
Maar nu zou de eigenschap geduld belangrijk moeten worden. Want met welke zetten kan wit zijn stelling nu nog verbeteren? Wachten tot zwart het minder goed doet. Maar dat gebeurt nu al snel :
14. … Lxf3? (Beter rustig verder met bijv. Dd7) Ruil van die loper heeft bezwaren: Zwart is een potentiële koningsstellingverdediger kwijt, en hij geeft zonder compensatie wit het loperpaar. (Wat in een open stelling als hier, of in eindspel met 1 pion minder, best later een bezwaar kan blijken. En in deze partij wordt later inderdaad dat loperpaar beresterk!) En wit benut gelijk de mogelijkheid om zijn stukken beter op de f-lijn te placeren. Wit staat nu voor een lastige keuze: hoe sla ik terug? Na 15. Dxf3 is er bijvoorbeeld de mogelijkheid om de zware stukken op de f-lijn te tripleren. (Met Tf2 en Taf1.) 15. Lxf3 zou soortgelijke plannetjes vertragen. Martin kiest voor 15. Txf3 met de logische achtergedachte dan met Te1-f1 de torens op de f-lijn te verdubbelen. En dan bijv. met g2-g4 te gaan stormen. Je hoeft vaak met wit over de grote lijnen in de Diemer niet lang na te denken. Indien mogelijk iets doen met die halfopen f-lijn. Dat is tenslotte de kern van dit gambiet, daar heb je die pion voor geofferd!
Even raakt Martin uit de koers met 17. Th3 (die toren doet daar dan niet veel, je kunt hem beter op de open f-lijn houden!)
Natuurlijk heeft Frank hier gekeken naar 17. … Pxf4! Ik geen loperpaar, jij lekker ook niet. Maar waarschijnlijk verworpen omdat dat wel behoorlijk ingewikkeld en ook eng wordt. Toch is het de beste voor zwart.
17…Pxf4! 18.Txf4 (18.Dxh7+ Kf8 19.Txf4 ( Dh8+ is ook niet voldoende -+) Txe2–+) 18…h6 ter voorkoming van Dxh7 en zwart is nog lang niet om te blazen, en hij staat nog steeds een pion voor
Zwart speelt 17. … Te4? Met gelijke stelling. Hierna het bekende Diemer-beeld. De stelling is zo levendig dat beide partijen foutjes kunnen maken, en dat dan vaak nog net goed afloopt. En wit blijft hopen op een beloning voor zijn konsekwente en moedige spel. Vaak terecht! Want ook hier slaat de vermoeidheid het eerst toe bij de partij die de hele avond al ogen van voren en van achteren moest hebben. (terwijl wit de grote lijnen wel al wist)
22. …. Txh3?? dit verliest minstens een kwaliteit en een pion (22…Txf1+ is natuurlijk nodig 23.Kxf1 Pxe7) wegens een tussenzetje 23.Lxg6! Te3? maar alles is mis (23…hxg6 24.gxh3 zwart staat een stuk achter)
Wit heeft nu zijn pion terug en staat een kleine kwaliteit voor en heeft een ijzersterk loperpaar. Martin speelt deze stelling foutloos uit. En dat leidt tot een (voor hem althans) leuk slot:
30. Tf7! En alles is verder hopeloos voor zwart. Wat zijn die lopers sterk! Eén voorbeeldje hier: 30…Tg8 31.Lxg7+ Txg7 32.Tf8+ Tg8 33.Txg8 mat
Frank rommelt nog wat (een van die beesten, die loper op b3, dan maar elimineren met een kwaliteitsoffer) , maar niets helpt meer.
33. Te7+ Txb3 34. Txe8+ en zwart geeft op, hij blijft een toren achter. Hoewel lang niet zo snel spectaculair als vaak gebeurt in de Diemer, toch een leuk stukje reclame voor deze ‘inferieure’ opening.
Daardoor werd mijn verslag toch weer wat langer dan de bedoeling was.
He Ron,
Pd4? Had ik toch wel een beetje gelijk dat die zet me niet aan stond….
Eddy, bedankt weer voor het verslag.
Toch bedankt, ik vind de variant Ld4 .. 0-0 … Kh1… LG5? inderdaad beter. Pas een van me eerste partijen en ik moet soms zelf ervaren hoe de theorie aansluit op de praktijk.
Deze partijen zijn allemaal een vorm van les.
Bedankt voor het uitgebreide verslag Eddy!