Een vreemd, maar ontroerend verschijnsel, die prachtige kleuren van die ten dode opgeschreven bladeren. Dat er kort voor de ondergang nog zoveel moois te zien is.
Hollandsche Rading, 7 november 2017 Foto’s groter of beter? Klik er op!
Ook onze oeroude schaakvereniging, taai strijdend tegen het dreigende einde, zou vanavond misschien nog één keer haar kleurenpracht kunnen tonen.
Tegen Purmerend 5 ( zegge: vijf, five, fünf, cinq !!!!! ) met gemiddeld een 240 punten lagere ELO-rating. (waarom zijn we in vredesnaam vorig jaar gedegradeerd?)
De zon moet natuurlijk wel gaan schijnen. En dat kan even duren. Soms duurt het even voor de herfstnevel optrekt. En soms komt die gewoon terug. Dat was in Purmerend ook zo.
Maar niet bij Jos. Hij speelt Nimzo-Indisch. Zijn tegenstander Frank Reurs maakte een forse fout op de 7e zet.
7. Lg2?? waarna cxd4 ineens een kleurrijk zetje is, omdat wit niet op d4 mag terugslaan!
Hoewel Jos ergens verderop het mooiste pad liet zitten, bleef voor de onzen het zijpad ook een mooi schouwspel. 7. …. cxd4! 8.a3 Le4 9.Db3?
9. Lxc3+? ( terwijl 9…La5! er nog sterker uitziet. Bijv. 10. Dd1 dxc3 11. b4 (ik wil mijn stuk terug!) Pc6 12. bxa5? Pxa5 met groot voordeel voor zwart)
Maar wit blijft ook nu in moeilijkheden, en na nog een onnauwkeurige zet van wit is er eigenlijk al geen hoop meer voor deze nu al vermoeide wandelaar. Hij zoekt een bankje om uit te rusten en komt daar niet meer vanaf.
23.Pc4? Pxc4 Opgegeven, want 24. Txc4 Da2+
Bij Gerrit was sprake van een ‘zonneharp’. Voor een fotograaf is dat een buitenkansje. Er hangt nevel, maar er schijnen zonnestralen doorheen.
De nevel voor Gerrit was:
Ons oud-lid Henk Breeuwsma (nog zo’n deserteur! hoeveel zitten er daar in Purmerend wel niet?) heeft Gerrit’s Philidor heel deskundig aangepakt en staat uitstekend bij zet 15. (Toegegeven : Gerrit heeft daarbij een heel klein handje geholpen. )
Na 15. Ld3! staat wit zowat gewonnen. Omdat de Loper op e7 staat aangevallen en de dekking door de dame niet werkt omdat de Loper op a4 te koop staat. En die heeft niet zomaar een vluchtveld! Na eerst 15. … Te8 om Le7 te dekken kan na 16. b3 helaas Lb5 niet, want dan volgt c4! En na 15. .. c5 krijgt wit een verschrikkelijke aanval te verduren omdat die twee witte lopers klaar staan voor offerfestijnen op de witte koningsvleugel. Bijv. 15. Ld3!? c5 16.dxc6 Lxc6 17.Lxh7+!! Kxh7 (17…Kh8 18.Dh5) 18.Dh5+ Kg8 19.Lxg7 Kxg7 20.Ta3! Tg8 21.Tg3+ Kf6 22.Dh4+ Kf5 23.Txe7.
Nu de zonnestralen voor Gerrit:
Henk ziet 15. Ld3! niet zo. Die heeft geen zin in zo’n omweg. Die denkt dat het ook rechtstreekser kan. Heel begrijpelijk, vind ik. 15.Txa4? (ook nog wel een beetje goed, maar toch veel minder) Dxa4 en als hij nu 16.Dg4!? speelt staat hij nog steeds wat beter. 16. .. g6 17.Lc3 Maar hij maakt nu og een flinke fout : 16. Txe7? want nu volgt 16. …. Dxc4 en wit staat een kwaliteit en een pion achter
Henk probeert nog 17. Dg4 ( of heeft hij ook deze zet nog gezien toen hij Txe7 speelde? Dat is dan toch wel knap.) en dreigt mat, dus 17. … g6 de enige!
En nu volgt geen zonnestraaltje, maar een feest van prachtig herfstlicht: Henk Breeuwsma geeft op. Maar de analyse met de machine leert : ten onrechte . Kijk eens goed en geniet met volle teugen:
18.Dh4! met gelijke stand. Er dreigt Df6 met weer mat. Tae8 (de enige!) 19.Txe8 (19. Df6 Dxd4! 20. Dxd4 Txe7 en met twee zwarte torens voor een witte dame is de stand in theorie ongeveer gelijk. ) Txe8 20.Df6 Te5! Onderschept de werking van de loper 21.c3 (of Lc3) met ongeveer gelijke stelling.
Was dit alles dus ten onrechte na een uurtje bekeken, hierna begon het lange wachten, tot de zon echt zou doorbreken. Persoonlijk was ik een beetje ongerust. Met die geschiedenis van Paul met zijn zeven dwergen nog vers in mijn herinnering. En ik denk dat veel van onze wandelaars van vanavond er ook niet helemaal gerust op waren.
Frank speelde goed. Wederzijds 9 zetten theorie van het Hollands.
Je hebt dat wel eens bij zo’n mooie wandeling: je kent de omgeving niet echt goed, je hebt geen kaart bij je maar je vertrouwt op je richtingsgevoel: de zon staat daar, dus daar moet ik maar naar toe.
Ik denk dat dat voor Frank geldt (met enigszins bescheiden kennis van de openingstheorie) , maar niet voor zijn tegenstander Gert Kalkhoven. Ik denk dat die een vaste favoriete route volgde die hij al veel vaker had afgelegd.
Hier houdt de routebeschrijving van mijn schaakprogramma’s op. Frank speelt 10. h4 !?. Ik vond dat best een aardige actieve zet. Toen ik dat Frank toefluisterde, en ook dat dat vaak in het Hollands goed werkt, keek hij mij glazig aan, en haalde zijn schouders op. Hij had waarschijnlijk op zijn kompasje gekeken, en gedacht: Weet ik veel, ik ga hier maar rechts af. Ik ga in ieder geval de goede kant uit. Komodo vindt 10. h4 wat minder, en vindt dat je hier maar Tc1 of 0-0 moet spelen. Maar Frank wil waarschijnlijk nog helemaal niet rocheren, en de mogelijkheid van lange rochade (of zelfs geen rochade) open houden om te kijken of hij de zwarte koningsvleugel kan aanvallen met hulp van zijn torens.
Na 10. …. d6? (Pxc3!?) 11. Lxe4! fxe4 12. Pg5! staat het ongeveer gelijk. En nu maar wachten op het opklaren van de lucht. Frank wil absoluut een mooier plaatje schieten. Maar dat duurt heel heel lang. En kost Frank ook veel bedenktijd. Bij zet 19 gebeurt er iets:
Wit heeft nog steeds niet gerocheerd omdat hij de toren op h1 wil laten meedoen aan zijn excursie. (rochade, dat komt er pas van bij zet 28! Een record!) Je zou zeggen dat wit toch echt beter moet staan hier, gezien de achterstand in ontwikkeling van de stukken op de zwarte damevleugel. Maar onze natuurgids Dr. K. vindt van niet. Nog steeds gelijk, meldt hij. Maar na de nu volgende onduidelijke zet van zwart denkt hij daar anders over. 19. … b5 ?? Waarom doet zwart dat? Misschien wil hij na 20. cxb5 met 20. …. c6 een pion offeren voor de ontwikkeling van die damevleugelstukken? Na 21. bxc6 Pxc6 en ook nog La6 doen die tenminste eindelijk wat en kan ook de zwarte a-toren zich bij de stoet van de andere deelnemers aansluiten. Maar het komt er niet van. Misschien bedenkt hij zich onderweg. Ziet hij ineens dat wit niet op c6 hoeft te slaan. Hij kiest eerst een ander weggetje, dat wellicht later toch weer op de hoofdroute kan uitkomen. 20. … Tf7 Maar nu staat zwart wel even een pion voor , met betere ontwikkeling! Dr K. roept opgetogen: +2.04
21. Pf4 (Want 0-0! mag dan beter zijn, die h-toren, die wil toch eigenlijk graag nog steeds wat op die h-lijn.) 21. .. Ld7 22. a4! c6 daar issie dan toch ! Maar nu is te laat.
Want nu speelt Frank 23. b6 !! (+1.50). En deze eenzame mountainbiker gaat uiteindelijk met omwegen het doel bereiken. Frank houdt een pion voorsprong vast. Want door de dreigende positie van b6 moet zwart daar iets aan gaan doen. Dat lukt hem wel, maar slechts tegen opoffering van een andere pion. Frank houdt dus zijn voorsprong van een pion vast. Dat doet hij knap. En toch duurt het lang voor de lucht echt blauw kleurt. Ik kijk ernaar en blijf kortademig. Zelfs als zwart door een vergissing nog een tweede pion verliest. Maar toch. Er staat dan wel een toreneindspel op het bord, en dan weet je het maar nooit! Eerst maar even verder kijken.
Paul (wit) deed het leuk tegen Cornelis Groot.
Die speelde een soort Caro Kann, maar met g6 en Lg7. Ik heb die omgeving nog nooit in mijn vijfenzestigjarige schaakloopbaan verkend. Maar nu zag ik in de Powerbook-folders dat het toch een veel bezochte schaaktoeristisch gebied is. Althans in de eerste vier zetten.
4. .. b5 !? Is zwart hier nu al verdwaald, of volgt hij een alleen hem bekend wildpaadje? Je zou het wel zeggen want bij zet 13 komt er weer zo’n geheimzinnig weggetje: 13. … g5 ? Op zoek naar spanning en avontuur.
Paul denkt : Je doet maar. En ontwikkelt gewoon zijn stukken. 14. De2
“Mijn partij nagespeeld en meteen duidelijk gearchiveerd.” (ES: Veel dank. Want het laatste onleesbare deel was zelfs met de notatie van beide schrijvers samen niet meer te ontcijferen!) “Na alle valkuilen (en die waren er!!) gezien te hebben, de partij goed afgerond.” Zo spreekt achteraf een tevreden konijnenjager, die zijn strikken heeft geleegd.
Maar ik bleef heel lang onrustig. Ik kon hem niet meer zo goed volgen op die smalle paadjes. Die man is zo geroutineerd en nog zo jong en vitaal! Vroeger kon ik hem wel aardig bijhouden, maar dat lukt nu echt niet meer.
De stand na zet 16 :
Natuurlijk. Wit is wat verder ontwikkeld. En is er misschien iets met die malle zwarte koningsstelling ( ook nog in wording!) aan te vangen? Of met die geïsoleerde randpion op de a-lijn? En die loper op b7 zit wel in een schuilhut, doch daar is voorlopig niets te zien. Maar die verborgen loper op g7 is wel verschrikkelijk sterk. En dat in combinatie met dat mooie veld op e5? Te moeilijk voor mij.
Zwart speelt hier 17. … a5. Die zet begrijp ik ook al niet. Wil zwart zijn dameloper bevrijden? Maar dat zit er na a5 nog lang niet in. En op a5 is die pion alleen maar zwakker geworden. Ik zou zeggen Pg4 en dan Pe5, of Pc5. Wit stapt nu stevig door. 18. Pc4 Ta8? 19. Pd4! Komodo is hier heel optimistisch, maar die had ik nu niet in mijn rugzakje zitten. 19. .. La6! Kijk dat kan nu even. Paul vindt van niet : 20. Pc6! Dc7
Ik zie wel dat zwart bezig is die zelf zwak gemaakte pion op de a-lijn te verliezen. Maar ja. Ik bespeur dus wel een streepje blauw in de verte, en de nevel is wat opgetrokken, maar wanneer gaat de zon stralen en kan ik eindelijk opgelucht mijn gebruikelijke slotkiekjes gaan maken? Nu nog lang niet. En hier is inderdaad een valkuiltje. Wit speelt hier 21. P6xa5. Prof. Dr. K. vindt meer dan 20 varianten sterker dan P6xa5 (1.60) . Hij suggereert hier 21. Txa5 (3.50) met een ingewikkelde stelling. ‘Maar’, zal Paul sputteren, ‘ik blijf toch wel beter staan!’ Dat is zo. Ik word te nerveus, en laat Paul maar even verder spoorzoeken, en ga verderop kijken.
Peter Smeenk bereikt niet veel tegen de Bert’s Kan-variant van de Siciliaan. (standaardzetten : Dc7, e6, a6, b5 , Lb4, een lijfvariant van Bert)
Het wordt een zwaar strategisch gevecht. Waarin beide partijen beurtelings het betere van het spel zouden kunnen krijgen, maar dat om de beurt een beetje verzuimen. Niet zo gek, want het wordt een heel moeilijk spelletje. Bert zit duidelijk dan maar geduldig te wachten tot er wild uit de struiken gaat opduiken en er wat te schieten valt. Hij forceert niets. Na zet 21. Pb2
denk ik : Bert staat best prettig, maar hoe kom je nu verder? Zwart heeft wat meer ruimte, zijn stukken staan er mooi bij, de halfopen c-lijn is van hem, e.d. Wanneer kun je nu op die damevleugel doorstoten? En schiet je er eigenlijk wel wat mee op. Ik denk dat Bert ook zoiets denkt. Hij doet een afwachtende, niets verknoeiende , verder voorbereidende zet . Denkt hij. Maar dat is niet zo. 21. … Tab8? Of dacht hij dat het voor wit geen zin had om op a5 met de dame te slaan? Dat dan die a-lijn een prooi voor zwart zou worden. Of was het gewoon een missertje? Moe van al dat strategische gepieker? Miste hij dat na Dxa5 ook de pion op b5 2x aangevallen wordt? Dankuzeer, zegt Smeenk. Laat het maar zien dan. 22. Dxa5! Maar Bert laat niet zien waarom hij dat deed. En krijgt het nu pas echt moeilijk. De stelling blijft heel strategisch, maar hij staat nu wel een pion achter! Gerrit, de man die al twee uur loopt na te genieten van zijn trip, fluistert met een gezicht alsof hij van die tocht spierkramp in zijn kuiten heeft gekregen: ‘Bert! Niet goed!’ En schudt het hoofd. Ik word hier zeker niet rustiger van, en kijk maar verder.
Dit gaat een latertje worden. Dat kun je op je bergschoenen aanvoelen. Ik ga maar even op een bankje zitten, en tover een heupflesje ouwe klare te voorschijn uit mijn fototas. Als ik daarmee weer moed verzameld heb, ga ik kijken naar
Ron tegen Alex Romijn.
Engels, maar nu gelukkig niet met Ron’s langzame, dubieuze c4, d3, e4. Maar gewoon met lekker 4. d4. Gelukkig, Ron die blijkt zo al op zet 10 een stuk gewonnen te hebben. OK, nu zit 3-3 er in ieder geval al in. Maar dat is misschien niet genoeg als je terug wilt naar klasse 2.
En jammer is dat Ron na zet 20 natuurlijk straal gewonnen staat, maar dat zwart toch nog wel iets te dreigen heeft, en Ron behoorlijk veel tijd nodig heeft om te taxeren of dat erg is, en hoe dat het beste aan te pakken.
Na zet 20:
Wit staat een stuk voor, tegen een pion. Maar zijn koningshut vertoont wat kieren.20. … g4!? Met de moed der wanhoop. Toen ik twee dagen eerder in de Hollandsche Rading wandelde deed halverwege alles me zeer. Maar ja, je moet toch verder! Je kunt moeilijk op de grond gaan zitten. Ik denk dat Romijn zich ook zo ongeveer voelde. Vooruit, doorgaan, flink zijn, over 2 uur is alles voorbij!
Dit moet voor Ron nu toch gauw een kievits-eitje zijn. Als hij nu maar even op zijn klok blijft letten!
Terug naar het toreneindspel van Frank:
Die is erg precies vandaag. Zwart spartelt nog 12 (!) zetten tegen, maar wit loopt geroutineerd naar het eindpunt.
Zwart geeft op. Die vrijpionnen zijn niet tegen te houden. Kalkhoven heeft het knap volgehouden (46 zetten) tegen een Frank op dreef, maar hij strompelde tenslotte naar het eindpunt. Maar nu kan hij eindelijk zijn blaren gaan verzorgen. Het is toch nog laat geworden
Even terug naar Paul:
Dat gaat nu toch wel goed. Er is het een en ander geruild. Nu moet Paul gaan aantonen dat hij die vrijpion heel kan houden, en kan laten oprukken. Ook goed blijven opletten op die engerd op g7.
26. b4 Pxd3 27. Dxd3 Db8? (doet niks, maar je moet toch wat) 28. b5 Dit gaat Paul winnen!
En pas nu waaien de wolken weg, komt er echt licht, en kan ik vast mijn kamera gaan klaar zetten. Paul gaat winnen, Ron ook, en zo werd het toch nog een mooie tocht.
Ron:
Na zet 33 gaat het met Romijn snel heuvelafwaarts .Ron gaat i.v.m. de klok in een hogere versnelling. Krijgt de kans om van alles gewoon af te ruilen, en zal dan een gewonnen eindspel met een stuk meer overhouden.
Maar zo ver laat zwart het niet komen. Hij rommelt nog wel even wat, Ron speelt verder zijn vluggertje omdat het plan nu volkomen duidelijk is. Na zet 44 geeft Romijn op. Waarschijnlijk tevreden dat hij zo’n lange wandeling heeft kunnen voltooien, en tegen een zoveel hogere Elo niet eerder bij een EHBO-post hoefde af te haken.
Paul wint nu ook. Zijn vrijpion is niet meer te houden.
34. Lxc5 en zwart geeft op.
OK. Nu wordt het 5-1. Daar kunnen we mee thuis komen.
Jammer dat het bij Bert mis gaat. Nu ja,het kan niet altijd mooi weer zijn. Hoewel …
Rond zet 30 begint Smeenk te aarzelen. Zo doelbewust als hij tot nu toe speelde, zo afwachtend wordt het nu. Hij staat toe dat zwart twee verbonden vrijpionnen creëert. Wit staat nog steeds beter, maar toch. Bij zet 34 volgt nog een mindere zet.
En nu kan zwart het beste 35. … c3! Spelen, met iets betere stelling. Omdat na het gespeelde 35 …. Pg4? er een adder onder het gras zit, die na eerst 35. … c3 36. De2 en dan pas … Pg4 geluidloos is weggeschuifeld. 36. f5!! Oei!! Die loper heeft geen vluchtveld, en dat zou na eerst 35. …. c3 wel het geval geweest zijn (veld b3). Toch nu maar 36. …. c3
Als wit nu 37. Dg5 speelt gaat hij toch nog winnen! Dan staan er twee stukken in. Zwart is er dus altijd één kwijt! Maar Smeenk zit er doorheen? Of de klok gaat een rol spelen? 37. Df4??? En ineens staat zwart geriefelijk. 37. … Pxf2 38. Dxf2 (fxe6 is maar weinig beter) Lb3 nu heeft hij toch dat vluchtveld bereikt (niet Lc4 want dan kan wonderbaarlijk genoeg 39. Txc3!! ) Ik ga weer mijn kamera pakken. Dit zal nu wel gauw remise worden. Maar neen! Bert ziet het weer helemaal zitten. Die dreunt door. En als wit dan ook nog bezwijkt voor de giftige verleiding van kwaliteitswinst is hij ineens volkomen kansloos:
43. Le6 ? (43 Ld3 wat één vrijpion blokkeert is nog iets) d3!! 44. Df2 d2! 45. Lxd7 dxc1D+ (Dxd7!?) En de rest gelooft u wel. Smeenk ook. Hij blijft een stuk achter. Weliswaar tegen twee pionnen, maar de zwarte vrijpion op c3 is al te ver. 46. Txc1 c2 opgegeven.
Het mag dan 6-0 geworden zijn, dat is voor ons best een behoorlijk geflatteerde uitslag. Ik heb me verbaasd over het niveau van de tegenstand die onze spelers ondervonden. Een gemiddelde Elo van wat boven de 1500, maar een aantal van hen kunnen echt best goed schaken! Ik begin langzamerhand steeds meer te geloven dat het op mijn leeftijd verstandig was om met wedstrijdschaak te stoppen. Ik denk dat ik vandaagdedag met open ogen in die valkuilen (term van Paul) was getrapt. Ik kan beter gaan wandelen in de Hollandsche Rading. Hoewel …. dat ging nu ook al heel veel stroever.
Het was laat geworden. Om 23.45 mocht ik eindelijk naar huis. Naar mevrouw wepmeester. Maar die is wel gewend om veel alleen te zijn, en vindt dat wel rustig.
Hollandsche Rading, 7 november 2017
Uw ‘stukjesschrijver’ (term van Paul) is vaak hele avonden afwezig in verband met een schaakwedstrijd, of hij loopt een hele middag meer dan 100 meter achter haar aan met zijn kamera in de aanslag.
Maar dat alles brengt nog kleur in het leven.
09-11-2017 |
Purmerend 5 |
– |
Aris de Heer |
0 – 6 |
||||
1 |
8251056 |
Alex Romijn |
1577 |
– |
8529532 |
Ron de Vink |
1895 |
0-1 |
2 |
6882238 |
Peter Smeenk |
1468 |
– |
7185981 |
Bert Kuijer |
1806 |
0-1 |
3 |
7295057 |
Cornelis Groot |
1540 |
– |
6808131 |
Paul Verkooijen |
1765 |
0-1 |
4 |
8368613 |
Frank Reurs |
1508 |
– |
7366095 |
Jos Lohmann |
1844 |
0-1 |
5 |
7561697 |
Gert Kalkhoven |
1528 |
– |
7803114 |
Frank de Geus |
1663 |
0-1 |
6 |
5982350 |
Henk Breeuwsma |
1548 |
– |
7268195 |
Gerrit van Dok |
1625 |
0-1 |
|
1528 |
|
1766 |
|